Skip to main content

Full text of "Dordrechtsche arcadia bevattende oude en nieuwe soo binnen- als buyten-lantsche geschiedenissen ... ec. L. v. Bos"

See other formats


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28  C  44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28  C  44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28  C  44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


L.   v.  BOS 

DORDRECHTSCHE 

ARCADIA. 

Bevattende 

Oude  en  Nieuwe  ,foo  binnen-  als  bujten-lant- 
fche  Gefcbiedentjfen ,  verfchiet  van  Verban- 
delingen ,  Staet  en  Wijf  kunde ,  Uinnery  en 
Voéjj ,  VewiMiK.  en  Nut,  &c. 


Tb  DoRD*ecHT, 

By  ^Abraham  ^^r/Vj^TBoeck-verkooper , 
wooncndeby'cSiadc-huys.  1662. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


OP-DRAGHT 


AenMe-Juffer 

ANNA    CORNELI A 

DE  CASTILLEIOS. 

Me  -  Juffrouw  , 

E  Arcadia  eertijdts  inEnge- 
landt  van  den  vcrnuftigcn 
Ridder  Sidney  geteelt ,  en 
de  Gravin  van  Pembrock 
opgedragen  ,  heeft  daer  na 
haer  vertreck  in  Hollandt  genomen  , 
door  den  Geleerden  Heer  van  Heemf- 
kerck ;  en  is  alfoo  vervolgens  een  Borge- 
rin  van  Dordrecht  geworden  j  Maer,  on- 
der verfcheyde  befigheden  :  fy  eerfteen 
MinnareiTegeweeft  zijnde,  is  daer  na  een 
Staetfvrouw  geworden ,  maer  heeft  nu 
ten  laetften ,  om  haer  leven  als  in  een 
kring  te  fluyten,  Min,  S  tact ,  Wij fkunde , 
Rijmery ,  Vermaeck  5  Leering,  Oudt  ea 
Nieu ,  ja  al  waer  haer  gedachten  op  heb- 
ben konnen  vallen,  onder  een  vermengt. 
Sy  aldus  veel  onderwindende,  en  ter  haat 

*  3  flaen- 


{bende  (den  Hemel  weet  met  wat  ge- 
luck)  heeft  te  veel  van  een  vrouw,om,fon- 
dergeleyde,  opnieuw  een  ren  door  defe 
kleyne  werelt  te  doen.  Het  gefelfchap 
ran  mannen  is  opfprakelijck ,  en  dat  van 
haers  gelijcken  vermaeckelijck »  fy  is  'er 
van  haereerfte  geboorten  af  onder op- 
gevoedt,  enfou'ergaerne  haer  laetfte  ja- 
ren onder  verflijten.  Sy  beeft  hacr  ooge 
al  wijd  en  zijd  laten  gaen,en  weynige  van 
haren  aert  aentreffende>  zijnde  den  een  te 
trots ,  den  ander  te  eygen  wijs , een  darde 
te  vies ,  een  vierde  te  hoovaerdigh ,  fom« 
mige  te  licht  ,  fommiee  te  deun  gefet  > 
heeft  het  fel  ve  ten  laetften  op  u  geflagen, 
daerfe  alle  befcheydentheyt,  beleeftheyt  , 
foetigheyt  ,  vriendelijckheyt  >  redelijck- 
heyt ;  en,  om  haer  te  nauwer  te  vergelijc- 
ken,  Edelhey t  heeft  ingevondén.  Sy  heeft 
nauw  onder foeck  van  alle  defe  uwe  hoe- 
danigheden gedaen > en  bevonden,  vey-, 
ligh  onder  U  Ed:  befcherming  te  zijn,  als 
wiens  Voor-ouders  foo  geluckiglijck  het 
juck  van  de  Spaenfche  dwinglandy  afge- 
worpen ,  en  fich  in  de  gewapende  armen 
van  ons  ftrijdende  Vadedandt  geworpen 

heb- 


hebben,  om  hun  vryheyt  in  dit  vrye  landt 
weder  te  vinden,  (felf  met  verlies  van 
treffelijckeeer-ampten,  inhunvaderüjc- 
ke  Stadt  Cordoua ,  daer  den  naem  van 
de  Caftilleios  t'allcn  tijden  in  hooge 
achting  is  gevveeft  ♦  en  als  noch  is,  in 
verfcheyde  huyfcn  ,  waervan  uvvnaefte 
verwanten  als  erffelijck  het  heerlijck 
ampt  van  Giurado  ,  of  Ampt-man  van 
die  plaets  hebben  befeten)  foodanigh,dat 
de  getrouwe  dienden  in  verfcheyde  bele- 
geringen, velt-tochten,  en  andcrfints 
getoont,  UEd:  Heer  Groot-vader  in 
de  hooghfte  gunft  van  fijn  Excellentie 
Prins  Maurits  heeft   konnen  in 
wickelen.  Uyt  de  welcke UEd:  Vader  > 
Jonck-heer  Maurice  de  Caftilleios,  voort 
gekomen  is,  hebbende  met  het  aenvan- 
gen  van  fijns  levens  tijt  die  eer  genoten, 
van  door  de  armen  van  dien  beroemden 
Helt ,  die  ons  Vaderlant  foo  lang  als  Op- 
per-Veltheer  ,  en  foo  geluckichlijck  be- 
fcheimt  heeft ,  ten  Doop  gehouden  te 
zijn.  Wiens  Bannieren  hy  van  kints  been 
af  (om  onder  dien  hoogen  Leer-meefter , 
en  in  dat  loffclijcke  Schooi  van  Mars,  van 

*  4  lijn 


fijn  Jonckheyt  af  gequeeckt  te  worden ) 
gevolght  is ,  klimmende  van  een  gemeen 
krijghfman  tot  de  waerdigheyt  van  Capi- 
teyn  Lieutenant,  vanhetCoIonelsvaen- 
del  j  van  Prins  Willem»  Stedehouder 
van  Vridlandt ,  &c.    Volgende  door- 
gaens  fijnoverlede  Hoogheyt»dien  door- 
luchtigen    Frederick  Hendrick, 
Prins  van  Orangien ,  in  al  fijn  tochten  en 
aenvangen>  tot  dat  hy  ten  laetften,  Venus 
by  Mars  voegende,  Me- Juffrouw  van 
Gelinckhuyfen ,  Dochter  van  den  Heer 
Gelinckhuyfen  >  in  fijn  leven  Borgemee- 
ftervanden  Briel ,  ten  echte  verkregen» 
cn  uyt  defelve  U.  Ed:  beneftens  U.E. 
Heer  Broeder  Jean  Maurice  de  Caftille- 
jos  voortgebraght  heeft  :  om  inll.Ed: 
de  loffelijcke  deughden   van  U.  Ed; 
Moeder  bewaert ,  opgequeeckt  >  en  ten 
laetften  tot  de  hooghlte  volmaecktheydt 
opgeklommen,en  in  IT.Ed:  Heer  Broeder 
een  dapper  navolger  in  fijn  ampt  en  moet 
te  fien :  maer  beyde  om  hem  in  verfchey- 
de  fijne  tochten ,  in-legeringen,  befettin- 
gen ,  en  diergelijcke  moeyelijckheden  te 
verfellen^  tot  dat  ten  laetften  defe  Maeg- 

de- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


;|  de-Stadt,  mettl.Ed:  by  woning  is  ver* 
eert  geworden. 


p 

Mi 

fel 


Caïïdiam  magtm  nwlis  ra  condere  gentem. 

Dat  is: 

latuur ,  aUycts  vangroot  gewicht 
Braght  Cafiiilegos  in  het  licht. 

Befiet  nu  Me-Juffrouw  hoe  groote  Re- 
den defe  ellendige  heeft,  om  U  haer  hant 
toe  te  reycken  ,  en  onder  U.  Ed:  vleuge- 
len te  fchuylen  ,  aengemerckt  fulck  een 
over-een-komft  van  Edele  geboorte, 
moeyelijcke  opvoedingen  ,  kommerlijck 
(werven,  een  maegdelijckc  vriendelijcke, 
lieftalige  ,  verftandige ,  gefpraeckfame , 
beleefde,  en  vrolijcken  aert,  fchoonheyt, 
en  wat  een  welgeborene  wel  paft :  alle 
welcke  hoedanigheden ,  behalven  veel 
andere,  die  ick,  om  afgunft  tefchouwen, 
voor  by  ga ,  haer  fpoors  genoegh  geweeft 
zijn,  om  fich  eeuwighlijck  met  u  te  ver- 
binden. MaerMe-Juffrouw,  opdatghy 
haeroock  eenweynigh  nader  kent,  eer 
shv  haer  de  handt  biedt,  fy  ^alkanfe  van 
b  1  *  <  ee< 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ecnigc  oudtheden  fpreecken ,  roemt  daer 
wey  uigh  op ,  e  n  genoeght  fich  met  fulcks 
als  na  i*een  vertnufte  papieren  >  of  Tuffen- 
de berflencn  fmaeckt,  maer  fulcks  als  ten 
deelen  niet  onbekent,  ten  deeien  half 
vergeten .  maer  in  het  geheel  nut  en  noo- 
digh  is.  Sy  ftoft  cp  geen  groot  verftant, 
geen  diepe  gcleertheyt,  geen  doorknede 
vonden^  maer  derft  fich  de  eerevenwel 
aenmaügen  van  vermaeckelijck  en  nut  te 
famen  te  zijn.  Betrachtende  het  veers  van 
Horatius, 

Et  prodejfe  voluut  &  deleiïare  Toëtd. 
Omne  tuin  punctum  qui  tntfeuit  utile  dulcL 

Dat  ist 

V>e  Dichters  foecken  t'faem  en  voordeel  en  ver* 
mAeck^* 

Die  'tfoet  met  't  nut  vermengt,  wenkt  vrj  een 
grootc  fiteik* 

Soodanigh  isfy,  Me-Juffer >  die  fich 
U.  Ed:  komt  acnbicden,  en  die  fich  de. 
eer  geeft,  van  U.  Ed:  Character  of  merek- 
teecken  op  het  voorhooft  te  drucken » in- 
dien 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


dien  tl.  Ed:  haer  gun  flighlijcki  na  haer 
gewoonlijcke  befcheydentheydt  ,  gelieft 
aen  te  nemen,  tegen  alle  lafter  te  befchut> 
ten,  en  met  uw  fchilt,als  een  tweede  Pal- 
las  >  al  die  haer  om  haer  te  beledigen  der- 
ven naerderen ,  infteenente  verkeerent 
en.  foor  eeuwig  den  mont  te  fluyten»  falfc 
U.  Ed:  alle  eerbiedigheydt  en  ontfagh  » 
gunftendienftbaerheytbeloovenj  van  dc 
perfoonvan 

Me-jHffr.  V;  Ed: 

Gantfch  Ootmoedige  en  On- 
derdanige Dienaer 

L..  v.  Bos. 

Tot  "Dordrecht  %  opden  daghvnn 
de  Druck'gc  geboorte  van  de  Dor- 
drechtfche  /hcad'ui ,  den  eerflen 
Mey,  iüöi. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Ad  Nobiliffimam  Dominarn 
D.  ANNAM  CORNELIAM 
de  CASTILLECOS. 

ARCADIA  DORDRACEN£ 
Pailadem. 

HAfta  fed  &Clypeu$>  mibl  funttua  no- 
mina virgo  y 
Protetlrix  fcriba  Vatis  &  Arcadia , 
lila  fub  hoe  noslro ,  tandem  nunc  Kafcitury 
Ajlro, 

In  f  atria  Civis ,  fit  peregrina  Domo. 
Si  quondam  Bat  avis  tüuxerit  altera  term  y 
Diva  potens ,  noïtris  civtbus  una  Stetit , 
Vrolis  adoptaU  Mater ,  prafumeris  Anna  y 
Atma  parem  >  Virgo  fic  fimul  cjfe  potes. 

Dat  is : 

ÜNaem  is  my  een  febilt,  6  Maget,  en  een  fpeer , 
Gv  die  d'  Arcadifche  en  haer  maker  in  u  ermen, 
Befchitt  en  voor  het  vyer  van  afgunjiwilt  befchermc, 
So  als  onsHooft-ftar  haer  gehort  beflraelt  van  veer, 
"En  fv  ,foo  langgefolt  .fich  flaet  tenlaetfien  neer, 
sSafoo  veel  fuc kelens ,  in  Maeghdeltjcke  wallen. 
Sagh  yemant  Pallas  oyt  by  Batoos  Burgers  brallen, 
fflerproncktfe  in  infe  Stadt  foo  moedigh  als  wel  eer. 
Als  Anna  Moeder  heet,  vand'aengenome  vrucht. 
Wart  Anna  Moeder  Maegkt  uyt  aengenome  fucht. 

In 


SlnArcadiamTuridreghtanamj 

ab  Ingeniofiffimo  Poëca 

d.  l.  s  i  l  v  i  o, 

Schola?  ejufdem  Re&ore  Secunda- 
rio,  conceptam  perfeftam- 
cjue>  fantaftico  more  mo- 
doque. 

ARcad'u  noslratis  opus ,  primordiafidt 
Vtrginis,  ordirisprinctpiumquefacis  ; 
\2sIon  peregrtna  tibi  placuit  mormmentareferre 
Tantum  ,  qu&gremïoTerra  Laünatenet. 
I  Turpis  Oiiveri  qiugcjla  fuere  tjrannt , 

Anglia  cumRegempreftt  iniqua  fuum. 
I  Sed  pojlquam  averfis  ocuhs  dolucrepircmptum 

Fata  j  Ducem  patrio  reddis  Amice  piunu 
\  JEneadumque  genus,  magrii  incunabula  Regni 

Refiituis  y  Caroli  laude  decente  tui  *, 
\Sat  Regno  Caroloque  datum  :  nunc ,  Urbis 
amoré , 

Suggcris  a  primis  unguibus  Orta  Loei : 
INon  folumprodeffecupis  Lecloribus  3aptas 
UeUafavïs ,  mixta  ejl  dulcibus  utüitas* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


OP    O  £ 

DORDR  ECHTSE 

ARCADIA. 


van 


L.    v.    B  o  s. 

HOe  dracft  die  fcbootic  bof  Karos 
Soo  c'tcrcitjck^  tn  baer  gareele , 
:lj  fiet ,  dat  blau  gejpickelt  ros , 
*  Soo  fcboon  als  Meefters  handt  kan  flreele 
Waer  wil  dit  heen  f  na  Ueerdervoort , 
t  Om  Swijndregts Bruygom  tegaenbalen  f 
Keen,  om  eenjjfdijcke  moort  > 
Daer  yder  me  wil  zegen  pralen. 
Het  bloedigh  vechten  wertgefiuyt  > 
Wat  levert  dit  vermaken  ttyt. 

Ul^  volgh  hier  op  het  fchichtig  fpoof 
Van  nieuwe  en  oude  duélliften  > 
Enruck^  degantfche  werelt  door% 
In  bloet  en  fiael  van  heete  twifjten  > 
Tboledo  fiet  het  oudt  gerecht , 
Geharrenaft  voor  Konincx  oogen » 
Dat  moorden  aen  vermaecken  hecht  > 
Gtrnfchgrwplijckj  finder  mede  ioogen  f 


prat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Wat  vallen  paerlen  van  u  Kroon 
Caftilien ,  f 00  hel  en fchoon. 

Wie  fie  ickjaer  in  'r  harnas  ftaen  i 
Gelijckals  fchitterende  Sonnen , 
Soo  heet  op  moorden  en  op flaen  f 
Het  zijn  Caraffen  cn  Colonne» : 
Het  wraeckz  vj/cr  glimpt  ten  oogt»  uyt* 
Het  menfche  vleefch  is  paerde  voeder , 
Wat  noot,  de  doodt  ivert  htergefiuyt » 
Wanneer  dat  Dighby ,  maer  fijn  poeder 
Der  ware  medclijdentheyt , 
Op  doodelijcke wonden  Icjt. 

Wie  treedt  foofchamper  en  foofier , 
ln  lange  Uau  gcfltckte  hleeden  ? 
*t  Zijn  ivater  Nymphen  ,  die  het  vpr 
Van  ntjdigheyt ,  voor  ruft  en  vreden 
Verkiefen ,  't  is  de  Leck^  en  Wael  y 
En  TJfel ,  en  de  Rijnfcbe  vloeden  , 
Die  na  der  Opper -goden  ^ael , 
Seer  tegen  onfe  Merwe  woeden , 
En  wiüe  dat  haer filver  nat , 
Sub  in  een  hleynder  kreyts  bevadt. 

Hiereerften  Dircl^  op  fijnen  throon , 
Daer  l  loris  die ,  te  trots  vermetel  9 
De  Adel  boent ,  door  Velfens  Soon 
Gefi  hopt  wen  uyt fijn  jtoel  en  zetel , 


*ot  eyndelijck^  dat  Dordrecht*  Son » 
Uerin  ons  Merwe  cierltjcl^  bulden » 
yiumpben  over  Stroomen  won , 
In  foo  ons  Stadt  en  ftaet  vervulden 
Met  Korenen  van  overvloet , 
rerfelt  met  Kejiferlijcke  ftoet. 

In  Leckj>  en  Maes ,  en  Wael ,  en  Kjftf , 
ïie  volle  fchooten  komen  brengen , 
Wan  Weelde  ,  Koren ,  Moft ,  en  Wijn , 
\Om  foo  *t  vermaecl^  met  nut  te  mengen  % 
VGelijcl^gbjfgrooten  man  bier  doet , 
In  voor  ff  eelt  in  ons  wiWge  Boomen  > 
Hw  lusl  in  Klavcr-wejde  boet , 
tfvaert  door  onfe  UerWen-ftroomen , 
\Godt  geve  mijn  en  u  dien  fcbat , 
Hang  vreught  te  plucken  in  mijn  Stadt» 

W.  v»Blyenberch. 


O  P 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


O  P 

L.   v.  Bos 

DORTSCHE 

A   R    K    A    D    I  A. 

LEesgierge  jeught,  wiens  graage  luft 
Ter  weetcnheit  vvicrt  nooit  gebluft» 
Maar  die  met  onvermoeiden  vlijt 
Uw  leedighzijn  en  buitentijdt 
Befteedt  in  een  vernuftigh  boek» 
En  acht  den  Schrijver  wijs  en  kloek  > 
Die  zoo  op  beids  is  af  gericht* 
Dat  teffenshy  vermaakt  en  fticht. 

Hier  doorghy  vaak  uitheemfche  ftof , 
Uit  't  Italiaanfch  of  Spaanfche  Hof  > 
Of  van  de  Teems  of  van  de  Loir  > 
Zoo  graagh  omhelfde ,  en  keurde  voor 
De  Vrucht  geteelt  uit  Hollandts  brein. 
(Zoo  lieflijk  weet  de  Loir  en  Zein  * 
Wiens  tonge drupt  van  hoonighzoet  > 
Het  oor  te  ftreelen  en  't  gemoet 
Zijns  Leezers ,  door  den  letterfmaak 
En  't  ziel  vervoerende  vermaak 
Dat  yder  fchept  in  (lof ,  en  taal » 
ln  ftijl  >  en  zwier  >  in  hooffche  praal , 

En 


rv 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


En  fchrandre  vondt  van  d'eedle  Geeft , 
ie  hooger  fchoeic  dan  menfchenleeft.) 
Maar  graage  Jonkheit » taal  voortaan 
'Niet  meer  naar  't  geen  den  Italiaan 
Of  Brit  of  Fransman  aardighs  heeft  t 
In  ftof  en  ftijl  ,  't  zy  hoe  beleeft , 
En  heufch  en  hooffch  -y  ons  Vaaderlandt 
Vernuften  tjueekt ,  wiens  vlugh  verfiant 
En  fchrandre  geeft  zoo  heerlijk  prijkt , 
I  D  at  hunnen  roem  voor  niemandt  wijkt, 
I  Hier  van  getuigh  het  fier  Vernuft 
'  Van  Van  denBos  ,  dat  nimmer  fuft 
Noch  fluimert ,  maargeduurigh  leeft 
In  wakkerheit,  en  zwiert  en  zweeft , 
Gelijk  een  by ,  in  boek  en  bladt  > 
En  gaardt  dus  eenen  letterfchat 
Van  nut  vermaak  en  aardigheen , 
Tendienft  der  Jeughtenyderecn. 
Dit  blijkt  in  'tgeen  zijn  fchrandre  veer  , 
Zoo  hooffch  van  zwier,  zoo  nut  van  leer, 
Aan  ons  vertoont  in  deezeblaan  'y 
Daar  yderkan  zijn  luit  verzaan 
In  zulk  een  keur  van  mengclftof , 
Van  Minnery ;  van  Heldenlof; 
Van  Weereltkunde,  en  Staats  belang, 
In  Rijksbeftuur  door  Vrouwend  wang  • 

Van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Van  Droom>cn  Spook,  hoe  Vrou  Natuur 
Haar  wondrcn  werkt  door  lucht  en  vuur  > 
En  heelt  een  verfche  of  vuile  wondt 
Door  't  middel  van  een  wondre  vondr. 
Van  d'opkomft ,  wecderwaardigheên, 
En  ramp  >  en  fpoet ,  en  aart,  en  zeen 
Der  Stadt,  die  van  den  Vryen  Staat 
Van  Hollandt  ftrekt  het  hooftcicraadt  > 
Enoudtfte  zuil ,  en  eerde  (rem , 
Door  wien  de  vrye  Leeuw  zijn  klem 
En  krachten  krijght in  muil  en  poot» 
Tot  nootweer  van  den  Bondtgenoot. 
Dus  kout  men  hier ;  en  dus  om  Dort 
Zuit hollandt  een  Arkaadje  wort , 
En  d'eedle  Merw ,  die  fiere  ftroom , 
Een  Alfeus ,  die  zijn  groene  zoom 
En  oever  boort  met  Hoev  en  Stee ; 
Daar  ydereen  in  veilge  vree 
Zijn  Landthuis  bouwt ,  en  zijnen  tijdt* 
In  Hof  en  Beemd ,  met  vroolijkheit 
Vaft  overbrengt ,  en  onderhoudt 
't  Gezelfchap  met  beleefden  kout  > 
Terwijl  men  duikt  in  lommergroeiif 
Daar  zon  noch  lucht  geen  hinder  doen. 

A.  v.  G. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCHE 

ARCADIA. 

Eerfle  Boecl^, 

JI  s°"  begofi:  in  het  langer* 
j  der  dagen  den  Middagh- 
|  üjn  tenaerderen,  en  lijn 
;  brant  te  met  meerder  en 
j  meerder  aen  te  fteken , 
wanneer  een  aenfienlijcke 
Karos  met  twee  paerden  ,  in  de  gewoon- 
lijcke  Ponten ,  de  Dortfche  ftroom  nae 
Swindrecht  over  gevaren  is,  dewelcke 
op  het  landen  twee  treffelijcke  Edellie- 
den ,  die,  geduurende  de  over-tocht,  daer 
uyt  gegaen  waren ,  weder  in  nam,  cn  met 
de  felve,  alleenigh  van  twee  dienaers, 
achter  op  ftaende,  gevolght ,  dapper  den 
dijck  op ,  Weft-wacrts  aen  ,  voortfloegh  , 
tot  dat  de  felve  niet  verre  van  de  aenfien- 
lijcke  plaets  van  den  wijfen  l'criander 
Iral  hielt  en  fijn  vracht  lofte.  Defc  twee 
Edell  ingen ,  beladende  hun  dienaers  daer 
te  blijven,  flaen  met  malkanderen  ter 
zijden  af,  de  Laen  van  de  Hoeve  door, 
en  komen  over  een  fmalle  vonder  in  de 
Juftige  weyde,  die  aen  alle  kanten  dele 
plaets  omcingelt ,  en  een  aengenamc  uyt- 
ficht  maeckt.  Symoghten  omtrent  een 
goede  roer- fchoot  vredigh  voort-gegaen 
zi  jn ,  wanneer  fy  beyde  den  Mantel  atf eg- 
gen ,  en  met  een  luchtige  gefwindigheyt 

A  het 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


%  DORTSCHE 
het  wambus  uyt  doen  ,  en  foo  met  het 
boven  lijf  ontbloot  ftaende ,  in  malkander* 
omhel  fing  toe  vallen.    Dit  gedaen  zijn- 
de treckt  yder  van  leer ,  en  beginnen  aüoo 
onderling  een  tijdt  korting ,  dat  al  heel 
een  anderen  fwier  had ,  alfmen  in  de 
Scherm-fcholen  gewoon  is  te  fien.  Dit 
geficht  (loegh  terttont  de  oogen  van  het 
Edele  gefclfchap ,  het  welcke  in  de  by  ge- 
legene Plaets ,  om  defe  ibmer-dagen  foe- 
telijck  te  bededen,  by  een  gekomen  was  5 
Lyfander  al  der-eer  ft,  wees  de  anderen  de* 
fen  handel  aen  ,  en  begaf  fich  te  gelijck 
nae  fijn  geweer ,  dat  op  de  Ledekant  van 
de  kamer  Jagh,  om  fich  daer  terftont 
heen  te  begeven,  en, was  het  mooghhjck, 
fulck  een  ontijdigh  bloedt-ftorten  te  ver- 
hinderen ,  gelijck  oock  den  dapperen  Ly- 
damas,  enden  vcrmakelijcken  Polymy- 
thus,  die,  hoewel  Lyfander  de  voorbang- 
fte  fchcen  ,  evenwel  de  trappen  af  waren , 
en  dc  achter-poort  uyt ,  eer  Lyfander  fich 
van  het  fmeeckenen  vleyen  der  Jofferen, 
poogende  hem  in  defe  tochtte  verhinde- 
ren ,  en  het  gevacr  voor  oogen  te  ftellen  , 
kondc  ontflacn  ,  die  noch  ten  lactften ,  op 
belofte  van  fich  felvcn  en  de  andere  hor- 
tten uythetgevaer te  houden,  enallecn- 
li  jckde  bemiddeling  van  de  twee  Kam- 
pioenen te  lullen  bewereken  ,  fich  uyt  de 
vriendelijcke  en  meewaerdige  armen 
verlofte.    Hy  ter  loops  de  anderen ,  die 
al  een  ftuck  weeghs  voor  uyt  waren,  ach- 
ter- 


t.  Hf 


.kat 

Hl 


«I . . .  r. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  5 

ter-haelt  hebbende ,  begeven  lich  defe  dry 
fcheydts-lieden,  met  hun  degens  onge- 
trocken  in  de  handen  ,  nac  defe  droeve 
kamp- plaets ,  daerde  twee  vyanden,met 
de  meefte  hitte  ter  werelt  ,  malkander 
niet  minder  als  de  doot  dreyghden.  Maer 
of  hen  al  hunnen  yver  vleugels  aen  de 
voeten  fcheen  te  geven,  en  met  een  onge- 
woone  fnelheyt  voort  dreef,  quamen  fy 
evenwel  foo  vrocgh  niet,  ofeenvande 
twee ,  hebbende  alrects  een  fteeck  dwer* 
boorden  lincker  arm  gekregen,  endaer 
door  een  weynigh  aen  het  deynfen  ge- 
racckt  zijnde ,  fou ,  naer  alle  blij ck,  voor 
fijnvyant,  die  fich  met  defe  zege  niet 
fcheen  te  willen  laten  genoegen  ,  hebben 
moeten  bucken  :  doch  ten  laetlten  naer 
by gekomen,  beftont  Lyfander  hen,  die 
door  hun  hitte  noch  niemant  gewacr  ge- 
worden waren  ,  dus  toe  te  roepen:  Hout 
°P»  gnv  brave  Edellieden,  (want uw" 
kloeckmoedige  dapperheyt  kan  ons  niet 
minder  als  in  fulcke  uwe  waerdigbcydt 
verfeeckeren)  en  eer  ghy  vorder  plaets 
aen  uwe  gramfchap  geeft ,onthoudt  de  re- 
den de  lijne  niet.  Elck  van  de  twee 
flaet  daer  op  het  hooft  derwaerts  ,  en 
fiende  defe  dry  met  het  bloote  geweer 
naerderen,  willen  niet  wat  te  dencken, 
en  ftille  ftaende  ,  vraeghden  beyde,  wat  fy 
fochten ,  en  waeromme  fy  hen  verhin- 
derden hun  out  gefchil  te  bellechten  ? 
Po!ymythus,metcen  vriendelijck  weien , 

A  2  dat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4  DORTSCHE 
dat  voor  al  geen  vyantfehap  voor  ftelde, 
naerderby  komende,  verfocht  met  aen- 
genanie  woorden  een  korten  ftilftant,en 
hen  gehoor  te  willen  verleenen,  beloven-i 
de  ,  indien  fy  fich  door  hunne  reden  nietf 
wilden  laten  voldoen ,  hen  onverhindert  | 
te  fullen  laten  bcgaen.  Sy  fich  daer  op 
ft il- houdende, vervolghde  defe :  Wy  twij- 
felen geenfios,  of  een  groote  en  gewichti- 
ge oorlaeck  heeft  u,Heeren,tot  defe  hant- 
gemeenfehap  gebraght ,  maer  beloven  ons 
lbo  veel  van  u-lieder  Edelen  aert ,  dat  die 
door  een  noch  gewichtiger  fich  lal  laten 
ter  neder  letten.  Defe  is  het  dubbel  ge- 
vaer  het  geen  felfs  dé  overwinnaer  dreygt, 
en  in  ftaer  ltelt,om  voor  een  eerlijck  redde- 
ren van  fijn  belangen,  aen  een  on  edele 
dootover  gelevcrt  te  worden,  Onslant 
(dewijl  wy  wel  lien  dat  ghy  uytlanders 
zijt)  heeft  geen  toevlucht  van  Kloofters 
en  Vry-plaetfen  ,  om  een  ongeluckige 
dr.ot-  fiager  tegens  het  gewclt  van  het  Ge- 
recht te  befchutten  ,  maer  dewijl  alles 
voor  die  Hoogc  Macht  open  ftaet ,  is  de 
hoop  van  reddering  te  kleynder>  en  de 
lietde  van  fich  lelvcn  ,  hooger  op  te  ne- 
men. Derhalven  was  noyt  overwinning 
te  betrachten  ,  die  den  overwinnaer  in 
meerder  lijden  als  den  overwonnen  ftelt ; 
gelijcker  noyt  twiit  foo  groot  was,  die 
door  verfhndtge  bemiddeling  niet  fou  by 
te  leggen  zijn.  Wy  bidden  dan  ,  indien 
het  bidden  van  Edellieden  op  huns  gelijc- 

ken 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  ? 

ken  placts  fou  mogen  grijpen(vergeef  het 
my  ,  indien  ick  miflchien,  door  onkunde, 
my  tegen  een  hooger  waerdigheydt  fou 
mogen  komen  te  vergrijpen)  uw  gevecht 
voordces  tijt een  weynigh  uyt  te  Itellen  , 
met  ons  in  dat  naefte  Lult-huys  te  gaen  , 
en  al  daer,  is  het  niet  van  een  volkomen 
verfoening,  ten  minden  van  een  wen- 
fchclijcke  ftilftant  ons  de  eer  te  geven  , 
terwijl  men  orderc   ftelt  tot  verbinding 
van  defe  alrects  ontfangene  wonden  ,  en 
fufïing  van  dc  door  u  lieden  aengevan- 
gen  fpoorloolheyt,  die  alrects  (dewi  jl  dc 
nauwe  wetten  van  ons  Vadcrlant  iultkc 
onwettigheden  niet  willen  lijden)  ten 
hooghite  ftraf-bacr  is.    Den  onbefcha- 
digtiden    Edelling    nu    een  weynigli 
aireets  aen  het  bedaren,  en  des  te  betet 
met  het  verkregen  voordcel  vergenoegt , 
den  gequetrtcn,  door  het  overvloed  igh 
miflehen  van  lijn  afgut lende bloet,  al  vry 
verkoelt ,  feheenen  een  weynigh  nae  defe 
redenen  te  luyftcren  ,  fondcr  dat  even- 
wel ycmant  van  hen  de eerfie  wildezijn 
in  hetomhelfen  van  dele  beleefde  aenbie- 
dingj  tot  dat  den  Dortichcn  Adel,  wel 
ilende,  dat  het  rtuck  van  eer  hen  alleen 
te  rugge  hielt,  yder  lijn  Man  by  de  handt 
nam,  en  half  metgewelt  de  mantels  om 
gehangen  hebbende,  nae  4e  luft-placts 
beftondtc  leyden  ,  terwijl  Lydamas  ikh 
van  hun  Degens  verfeeckerdc ,  en  die, 
met  hun  wambuyien,  hen  achter  nae 

A  3  droegh, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i 


<$  DORTSCHE 
droegh.    Soo  haeft  fy  nu  aldus  te  famea 
byden  Luft-hof  quamen,  ontmoete  hen 
de  beleefde  en  mcdc-doogendc  JofFeren, 
die  niet  als  met  tranen  in  de  oogen ,  't  zy 
uyteendeughdelijck  medelijden,  ofuyt 
een  vergenoegende  vreught,  die  gene,  die 
{y  al  voor  heen  in  hun  gedachten  de  doot 
toe  gefchickt  hadden,  fonder  te  weten 
wieiy  fouden  hebben  te  beklagen ,  nu  be- 
houden en  dat  fware  ongeval  onttogen  te 
fien  ,  hen  ont fingen.  Het  overvloedigh 
bloeden  van  den  gequetften  arm  deed  hun 
teeder  gemoet  de  oogen  daer  van  af-kee- 
ren  ,  fonder  dat  yemant  van  de  fel ve  het 
vermogen  had  de  wonde  te  fien  verbin- 
den ,  welcke  plicht  door  een  van  de  die- 
naers  volbroght  wierr.  Dit  gedaen  zijnde, 
wiert  den  gequetften ,  die  onder  de  handt 
flauw  geworden  was ,  in  een  afgefonder- 
de  ftille  kamer,  nae  datmen  hem  meteen 
dronck  Rijnlchen  wijn  ververfcht  had, 
te  rufte  geleght.  Den  anderen  ,  zijnde 
den  Koetfe  en  Paerde  in  de  ftallinge  beftel- 
ling  gegeven ,  voegt  fich  by  den  hoop ,  en 
beltaet  de  Iufferen  met  een  bevallijckc 
aenminnelijckhcyt  te  onderhouden.  Ick 
ben  uwe  mededoogentheyt,  feyde  hy ,  en 
de  belcefrheyt  van  deiè  Edellieden  ten 
minften  foo  veel  fchuldigh ,  dat  ick  moet 
bekennen,  door  uwe  hulpeof  van  de  doot, 
of  van  een  ncderlaegh  verloft  te  zijn; 
m ler  evenwel  niet  (aengemerekt  uw'  na- 
tuerJijcke  wapenen)  van  de  vrees  in  een 

veel 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  7 
veel  argerte  vallen ,  en  ,  in  de  plaets  van 
inmijnbloet  te  verfticken ,  doordeftra- 
len  van  foo  veel  fchoonheden  te  verbran- 
den,'t  en  zy  het  genade  is,  en  geen  v/reet» 
heyt.het  g'eene  ick  fn  uw'  oogen  (6  beval- 
lijcke  loffercn)  blaccken  fie.    Soo  lange , 
berechte  daerdegceftige  Euphemia  op, 
uw  belangen  foo  verfpreyt.cn  uw  vrees  foo 
algemeen  is,alsonfer  aller  wapené  te  dug- 
ten/al  uw  gevaer  te  minder  zijn-, ten  min- 
ftcnfal  yemandt  van  ons  foo  veel  mede- 
doogen  hebben  ,  om  u  tegen  de  wrectheyt 
van  de  anderen  te  befchermen,  of  foo  veel 
afgunft ,  als  het  veroveren  van  fulckc  ver- 
dienden yemandt  van  haer  medegencoten 
te  benijden  ,  en  alfoo  fal  u ,  het  gae  hoe't 
wil,  geen  hulpendc handt  konnen ontbre- 
ken. Mijn  geluck  fal  foo  groot  niet  zijn  , 
antwoordeden  vreemdelinck ,  want  het 
zy  my  yemandt  befchermt ,  of  mijn  ver- 
overingh  een  ander  benijdt ,  fulckc  plich- 
ten konnen  my  niet  minder  alsdanekbaer 
maccken  ,  en  dewijl  mijn  verdien! ten  ioo 
veer  zijn  onder  i'oodanigen  weklaedt ,  als 
de  belooningh  boven  het  bereyrk  van 
mijn  macht,  kan  ick  niet  minder  doen, 
omnictondanckbaer  teftervcn,  als  mijn 
lel  ven  aen  fulcke  plichtige  deugden  op  te 
offeren ,  en  ftae  alloo ,  die  met  het  behou- 
den van  mijn  leven  een  groote  winningc 
meende  gedaen  te  hebben,  in  gevaer  een 
meerder,  namentlijckmijn  vryheydt,te 
verliefen.  Euphemia  had  haerantwoort 

A  4  al 


* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


8  DORTSCHE 

al  gereet,wanneer  Lyfander  (die  een  wey- 
nigh  te  ernftigh  was  voor  foodanige  hoffe- 
lijcke  liefkoferyen ,  of  miflchien  vreefe 
had ,  dat  defe  nieuwe  fwier  een  dieper  in- 
druck  inde  genegentheden  van  defe  on- 
noofelen  moght  maeckcn  ,  als  hem  en  de 
anderen  moght  nut  zijn)  meteen  beval- 
lijckheyt  defe  redenen  brack  :Holla  mijn 
Heer,  en  ghy  Me-Juflfcr  Euphemia,  het 
ichijnt  ghyonfen  arbeydt  ioecktte  ver- 
dubbelen, wy  komen  verfch  van  het 
fcheyden  van  eenen  ftrijt.en  gy  vangt  wcêr 
een'  ander  aen  ,  onfe  redenen  hebben  foo 
veel  krachts  gehadt,als  een  gevecht  dat 
levens  koft  te  doen  fcheyden,  en  helpt 
ghy  nu  de  reden  felf  aen  het  twiften,  waer 
fullcn  wy  onfe  toevlucht  toe  nemen ,  foo 
ghy  ons  defe  wapenen  uytde  handen 
neemt.    Defen  Edelman  falonsdeeere 
geven  van  ons  kennis  van  fijn  waerde 
te  doen  hebbé,  en, indien  het  niette  raeuw 
vooreen  mifnoeght  gemoet  is,  de  oor- 
faeck  van  defen  haet  verhalen ,  die  foo 
machtigh  is  gewceft.als  iulcke  twee  Ede- 
le zielen  tot  fulck  een  verwoetheyt  te  ver- 
voeren.   Veel  meer  ben  ick  aenuver- 
lchuldight,  berechte  den  vreemdelinck, 
enachte  my  geluckigh  dit  tot  een  begin 
van  mijn   danckbaerheydt  te  mogen 
gebruyeken.  Hier  op  quamen  de  andere 
Edel- heden  enlofferen  tefamen,  en  de- 
wijl de  aengenaemheyt  van  den  dagh ,  die 
als  doe  geen  van  de  hectftewas,  endoor 

een 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Mi 


ARCADIA.  9 

een  foet  windeken  dc  ftralcn  van  de  Sonne 
ry  matighde,  vant  men  geraden  den  Hof 
tot  dele  vertelling  te  hefteden ,  te  meer , 
|  alfoo  men  den  gequetftcn  daer  door  te 
meerder  ruft  hoopte  te  bevorderen  ,  die 
ondertuflehen  foctelijck  in  flaep  was 
geraeckt.  Sy  dan, latende  fijnen  dienaerby 
c  hem,  begeven  iïeh  de  marmere  trappen 
i  af ,  na  den  aengenamen  Bloemhof,  en  vcr- 
J  kiefende  een  dicht  Prieel, vanLiguftren  en 
s  andere  groente  dichtte  famen  gewaflen» 
fet  fich  een  yeder  op  de  groene  Roomlche 
Camille-  fittingen  neêr,  enden  vreemdc- 
linck  fich  aen  de  zijde  van  Eup hernia 
gevoeght  hebbende,  begoft  met  een  be- 
vallijcke  wij  Te  vanfpreken,welcks  klanck 
noch  een  weynigh  van  het  uytlandilch 
hadt,  fijnverhael. 

Cefchiedemsvaij  Ainbrofw  en 
LujLiccbio. 

"KlApelx,  mijnHeercn  en  Vrouwen,  is 
*  mijn  Vaderlandt,  mijn  afkomft,cn  die 
van  mijn  vyandt ,  is  ,  gelijck  ick  fonder 
ydelhey t  fou  konnen  leggen,  van  de  Edel- 
fte ,  fonder  dat  ick  defelve  noodigh  achte 
nader  te  kennen  te  geven.  Het  gebeurde 
op  fekeren  morgen-ftond,dat  ick,  met  ten 
Pagie  alleen  verfeit ,  my  buyten  de  Stadt 
gingk  vermaken  :  weynigh  meer  als  een 
halve  mijl  weeghs  moght  ick  van  Napels 
zijn ,  wanneer  ick  een  Karos  voor  eenigh 

A  p  ge- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


t0  DORTSCHE 

gcboonte  fagh  ftilftaen  ,uyt  dcwelckeeen 
Jongkvrouw,koftelijck  gekleedt,  hoewel 
het  aengelicht  bedeckt  houdende ,  voort 
quam.  Dele,  fonder  ergens  na  om  te  lien, 
begaf  fich  na  het  geboomte  toe,  met  fulck 
een  haeltigheyt ,  dat  ick  fulcks  met  ver- 
wondering bleef  aen  fien.  lek  vraegh- 
deeen  van  haer  dienaren,  wat  de  oorfaeck 
van  defe  haeftigheydt  van  fijn  Meerterfle 
was ,  en  met  een,  of  ick  haer  cenigen  aen- 

fename  dienft  fou  konnen  doen  ,  daer  my 
aeraer.fiinhjck  gelaet ,  en  hecrli;ckege- 
ftaltenifle  toe  fcheen  te  verbinden. Hy  ant- 
woorde  my  ,  dat  ick ,  met  haer  na  te  vol- 
gen ,  ten  minften  dat  voordeel  fou  kon- 
nen doen ,  dat  ick  lichtelijck  meer  als  een' 
doodtflagh  fou  konnen  verhinderen.  Ick 
begeef  my  derhalven  van  mijn  paerdt ,  en 
het  ielve  aen  den  fel  ven  dienaer  te  bewa- 
ren gegeven  hebbende ,  beltae  de  longk- 
vrouw  in  aller  haeft  na  te  volgen  ,  fooda- 
High,dat  ick, ter  oorfaeck  van  het  deun  ge- 
was, het  welcke  haer  met  haer  vrouwe- 
lijcke  kleederen  foo  fpoedigh  den  door- 
tocht niet  wilde  vergunnen,  haer  wel 
haeft  achtcrhaelt  had.    fy  op  het  gerucht 
van  mijn  gangk  omfiende ,  en  my  gewaer 
wordcnde,fcyde  tot  my:  Indien, heer  Rid- 
der, by  geval  eengodtvruchtigen  yver  u 
defe  moey ten  doet  aennemen  ,  foobidde 
ick  u,  my  te  vergefelfchappen  tot  aen  het 
uytterfte  van  dit  Boich,  daer  ick  geloof 
dat  een  Ridder  fijn  wederparty  verwacht , 

om 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  ii 
om  den  een  den  ander  om  mijnentwil  de 
doodt  aen  te  doen  ,  daer  het,  na  mijn  ge- 
voelen ,  beter  was  dat  fy  beyde  van  onge- 
luck  bewaert  wierder, ;  want.hoe  het  oock 
komt  uvt  te  vallen  ,  ick  kan  niet  minder 
als  de  corfieck  daer  van  zijn.    lek  biede 
haer  van  gantfeher  harte  mijn  dienil  aen , 
en  vc  volge  foo  met  haer  mijnen  wegh. 
Wy  waren  noch  niet  aen  het  uytterfte  ge- 
komen ,  wanneer  wy  alreef s  het  klincken 
van  de  degens  gewaer  wierden  ,  het  welc- 
ke  ons  re  meerder  deedipoeden,  totdat 
wyun  laetltcn  ineen  kleyne  vlacktetwee 
Edel  lied  .ngewaer  wierden,  die  te  famen 
hand- gemeen  waren  geraeckt,  en  dat  met 
fulckeen  hevigheydt,  dat  niet  anders  als 
de  doodt  van  den  een  of  den  ander ,  ot  wel 
licht  van  bcydè,  daer  op  Itondt  te  volgen. 
Ick  daer  op  de  mijne  treckende  ,  beltondt 
de  vechters  van  verre  toe  te  roepen,  dat 
fy  iouden  aflaten  ,  tot  dat  fy  ons  fouden 
gehoort  hebben  ;  fy  omfiendc,  lagen  defe 
longkvrouw  by  my,  om  wiens  eerbiedig- 
heydt,  meerder  als  om  mijn  roepenen 
dreygen,  fy  itil  hielden     By  hen  nacrder 
komende,  vervolghde  ick  ,  irdien  de  oor- 
faek  van  uw  verfchil  defe  iongkvroaw  is, 
en, na  ick  verftaen  heb  ,  yder  van  u  het 
bcfitdaer  van  wil  bevechten,  ibuhetmy 
duncken  gevocghlijcker  te  zijn  ,  het  oor- 
deel aen  haer  verku  img,  en  niet  aen  de 
onfekerhcytvanuwgeve.  hr  te  vertrou- 
wen ;  laet  haer  de  keurc  van  een  van  ü 

A  6  bey- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCHE 

beyden  toe ,  en  ftelt  de  faeck  aen  haer ,  die 
Kcen  van  u  beyden ,  indien  ghy  anders  ern- 
ftigh  bemint ,  heeft  te  verwerpen.  Hy  die 
de  hev  ighfte  van  hen  beyden  icheen ,  dat 
Euftacchio  was,  feydc,  hy  wilde  het  daer 
niet  laten  op  aen  komen ,  noch  een  ander 
met  hem  in  gelijck  recht  verdrag  hen , 
alfoo  fijn  trouwe  liefde  hem,fonder  tegen 
feggen  ,  het  voor- recht  gaf ,  en  was  daer- 
omme  van  gevoelen,  dat  door  den  doodt 
van  den  een  of  den  ander,  de  geluckige  in 
het  volle  en  onverhinderde  bcfit  moeft 
blijven.  Dit  kan  wel  fonderbloetgefchie- 
den,  berechte  de  Iongkvrouw  meteen 
beval  ijeke  manier  daer  op,  en  ick  verfoec- 
ke  felve  ,  indien  ick  u  foo  veel  waerdigh 
ben ,  my  dat  recht  te  laten  ,  alfoo  ick  an- 
deriins    verklare  ,  dat  geen  van  bey- 
den, het  gaet  dan  hoe  het  gaet.oyt  demin- 
ütr  van  mijn  genegentheden  fal  hebben  te 
genieten  .  en  indien  mijn  keur  hierplaets 
gnjpen  magh ,  verklare  ick  weder ,  voor 
die  geen  die  ick  fal  verkoren  hebben,  dat 
ick  noyt  gunftigh  oogh  op  fijn  mede- 
vryer  fal  üaen  Door  dele  woorden  begofté 
Sy  te  luylteren,  in  voegen ,  fyeyndelijck 
fich  aen  haer  gedroegen ,  en  haer  vrye 
wil  tot  rechter  van  het  gefchil  namen. 
Rofaura ,  foo  was  defe  fchoone  genaemt , 
had  foo  haelt  defe  macht  niet  ontfangen  , 
of  kreeg h  berouw  van  haer  al  te  groote 
voortvarentheydt ,  te  meer,  alfoo  fy,  haer 
gtmoet  onderfoeckende ,  geen  ware  genc- 

genu 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  15 
gentheyt  tot  een  van  beyden  kon  vinden. 
Sy  fich  eyndelijck  tot  my  kcercnde,fcydc : 
Ick  bcn,Hecr  Ridder,  de  Gravin  Rofaura, 
die  in  dit  Rijck  genocghiaem  bekent  is. 
ecnige  laren  geleden  ,  ben  ick  aen  een 
man  getrouwt  gcwcelt,  die  alreers  de  acht 
cn  vijr'tigh laren  voorbv  was,  welck  hou- 
welijck  meer  uyt  inlicht  vin  itaet,  als  uyt 
liefde  voortgefet  is.  Mijn  Man  ftierr  bin- 
nen korte  dagen  na  dar  wy  getrouwr  wa- 
ren, en  liet  my  meereen  rijekeen  verlate, 
als  bedroefde    weduwe.     Dcfen  Heer 
Euttacchio,  en  den  ander  Odavio  ,befton- 
de  haeft  dacr  acn,  een  y.ierom  her  fcerfte , 
my  aen  te  foccken,  beyde  Edel,  Rijck,  ert 
vangoeHe  gcrtaltenis;  maertot  noch  toe 
hebbe  ick  my  voor  geen  van  beyden  kon- 
nen  verklaren  ,  het  welcke  hen  bewogen 
beeft  malkander  te  haten  ,  al foo  den  een 
meende  ,  dat  hem  den  ander  hinderlijck 
was ,  totdat  fy  ten  laetften  malkander  op 
dele  plaets  beroepen  hebben  ,  om  met  het 
wech-maken  van  een  medevryer  ,  fich 
van  my  het  volle  bcfit  te  geven  ;  gclijck  of 
ick  noodtfaeckelijck  mijn  genegenthcyt , 
tot  noch  tocvry  ,  gevanckelijck  aen  een 
van  beyden  moft  overgeven,    ick  de  tij- 
ding dacr  van  hebbende,  vantmy. ver- 
plicht het  bloedtftorten  ,  het  welcke  ick 
ibu  hebben  veroorfaeckt,  te  weren,  en.was 
het  mooghlijck  ,  hen  terneder  tefetten , 
het  geen  buytcn  hetgeluck  van  uw'acn- 
koralt  mifl'chien  ioo  wel  niet  fou  uytgc- 

A  7  vaI- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


14  DORTSCH'E 
vallen  hebben.  Nu  hebbe  ick  mijn  fel  ven 
in  een  faeck  ingedrongen,  daer  ick  wel 
wenfehte  van  verloft  te  zijn  r  in  vos- 
gen  ick  verfoecke  my  hier  van  noch 
vooreenigen  tijdtte  omflacn,  om  mijn 
bedencken  noch  wat  naerder  daer  over 
te  nemen»  Dus  verre  vervo'ghde  Rofauni 
haer  redenen  ;  maerde  twee  Ridders  hiel- 
den aen ,  om  haer  woort  te  voldoen , 
feggende  ,  dewijl  fy  hacr  verhindert  had , 
hun  lacck  onderlingh  te  b.-flechren,  iy  nu 
oock  ,  volgens  haer  e\  gen  aenbieding ,  de 
Rechterfche  en  fcheytiker  van  hetgefchii 
molt  zijn,  en  een  van  hen  bcyden  gcluc- 
kigh  maken.  Rofiuri  fich  al  lus  ^i-perft 
vindende  ,  begotthch  veerdigh  te  maken 
hiervonnis  tcuytteren,  terwijl  d  twee 
minnaers.met  open  monden  en  geflooren 
harren,  na  het  vonnis  van  hun  doodt  of 
leven -ha?ckten.  Indien  ick  ,  feyde  fy, 
mijn  verkiefmgh  omtrent  dele  twee 
Edel-lieden doen  moet,  foo  verklaer  ick 
mijn  feiven  dus,du  OcYivio  my  wel  waer- 
digh,  m  ier  Euftacchio  my  liever  is.  Won- 
der was  het  te  iïcn  de  neerllachtigheydt 
van  den  een ,  en  de  uytgelaten  vreughd 
van  den  ander.  Octavio,  als  ofhy  geen 
MeeHerÜb,  maereen  Koninckrijck  ver- 
loren hadt,  itampre  met  fijn  voeten,  trock 
fijn  hayr,  en  itelde  fich  aen  als  een  ont- 
fnidc,  en  ren  lactften  ,  na  dathyduyfent 
woorden  van  fpijt  uytgebracckt  had, 
vlieght  na  lijn  paert,werpt  zich  in  de  zael , 

en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARC  ADI  A.  tf 

en  rent  het  bofc  h  in,foodanigh,dat  hy  bin- 
nen een  oogenblick  tijdtsuyt  onfcoogen 
was ;  macr  Eultacchio  wierp  fich  neder 
voor  de  voeten  van  Rofiura ,  kufte  den 
boort  van  haren  rock ,  en  gaf  haer  duyfent 
danckf  ggingen   van  haer    gunlt,  die 
evenwel  by  haer  niet  over  groot  was. 
Dit  gedaen  zijnde  komt  hy  my  oock 
omhellen  ,  en  zegent  de  ure  dar  hy  mijn 
tegenwoordigheyt  dus  voor  de  eerltemael 
genotë  had,  bidr  ootmoedighlijk  my.hem 
onder  het  getal  van  mijn  dienltbaertte 
vrienden  te  tellen,  tjelijck  hy  my  v  in  doe 
af  aen  lijn  hooghlte  en  dierite  genegent- 
heden,  felf  met  eeden  ,  aenboodt.  Ick, 
waerlijck ,  vandt  foo  veel  bevallijckheydt 
in  hem  ,  dat  ick  niet  alleen  met  woorden  , 
macr  oock  metter  daet  my  t'eenemael  in 
lijn  vrientlchap  over  gaf  j  jadefe  qu  im  in 
fulcker  voegen  aen  te  groeyen,dat  die  van 
PylaJes  en  Oreftes  daer  weynighichecn 
by  te  pas  te  komen.  Ondertufichen  waren 
wy  dagelijcks  by  een  ,  en  mcnighmacl  te 
famenby  Rofmra,  die  my  met  foo  veel 
vriendelijckheoen  onthaelde  ,  dat  ick 
meni^hmael  verwondert  was ,  dat  fy  foo 
weynigh  ondcricheyt  tuflehen  my  en 
haer  vtrkoren  vrient  maeekte ,  al  het 
wekke  Eultacchio  met  goede  oogen 
aenfigh,  ïbheppende  felf  gelijck  als  een 
by  Tonder  vermaeck  ,  dat  fijn  lief  foo  veel 
fta:-ts  van  die  gene  maccktc,  welcks 
vriendtichap  hy  ioo  hoogh  achte.    M  i jn 

voor- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


id  DORTSCHE 
I  voornemen  was  al  lange  geweeft ,  mijn 

I  Vaders  huys  te  verlaten ,  en  my  nae 

I  vreemde  Landen  te  begeven,  omtefoec- 

I  ken  het  geen  een  Edelman  van  mijn 

I  gelegentheydt  niet  onbetamclijck  moght 

I  zijn  ,  en  was  aireets  op  het  punt  van  mijn 

I  reyfe  te  bevorderen:  maer  Euftacchio,  die 

I  fonder  my  niet  fcheen  te  konnen  leven , 

I  hielt  my  dagelijcks  op,  gelijck  oock 

Rofaura  my  daer  van  ,  voornamentlijck 
als  wy  alleen  waren  ,  ibcht  af  te  raden. 
Eenmael  by  haer  in  haer  kamer  alleen 
'  zij  nde ,  vatte  fy  my  by  de  handt,  feggen- 

de:  Gy  pooght,  Amorofio,  uw  Vaderlandt 
te  verlaten ,  en  andere  landen  te  gaen 
befoecken ,  mier  ick ,  indien  ick  yets  op  u 
vermagh ,  verfoeck  u  van  dat  befluyt  af  te 
ftaen.  ghy  fult  u  verwonderen  waerom 
ick  my  aen  u  perfoon  lbo  veel  laet  gelegen 
zijn  ,  ick  (al  uoprechtelijck  daer  opening 
van  doen.  ter  tijdt  wanneer  ghymy  te 
hulp  quacmt  in  het  fcheyden  van  mijn 
twee  minnaren  vandt  ick  fulck  een  beval- 
I  lijckheyt  in  uw  wefen.dat  ick  van  die  tijdt 

I  af  aen  mijn  genegenthcden  aen  u  over 

I  gaf,  en  de  verkicfingdie  ick  van  Euftac- 

chio gedaen  heb,  is  alleen  uy  t  een  begeerte 
voortgekomen  om  het  bloedtftorten  te 
verhinderen ,  fonder  dat  ick  oyt  gedach- 
ten gehadt  hebbe,  hem  mijn  eygen  te 
i  maken  G hy  weet  dat  ick  my  niet  verder 

1  aen  hem  verbonden  heb ,  als  hem  uyt 

I  twee  aenfoeckers  voor  de  waerdighfte 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


53 


VI  I 


i 
t 

1 
I 


ARCADIA.  17 

aen  te  nemen,  Tonder  dat  my  verboden  is  , 
een  darde  te  beminnen  >  en  daerom  kondt 
ghy,  fonder  quetfing  van  de  behoorlijck- 
hcyt,en  fchending  van  uw  vrientichap.uv 
eygen  belangen  in  my  te  beminnen 
betrachten  -y  lek  ben  die  gene  die  u  daer 
toe  aenmane,  en  verwachte  van  u  niet  an- 
ders als  uw  wederzijtfche  gencgentheyt. 
Verbaefi  en  opgetoogen  bleef  ick  ftaen 
over  foodanige  v/oorden:  hier  drongen 
my  de  plichten  van  onfe  vrientfehap ,  die 
wel  dier  tuttellen  ons  befwooren  was, 
daer  de  verdienden  van  Rofaura ,  die  al  de 
beweeghlijckheden  had  ,  die  yemandt  tot 
liefde  fouden  hebben  konnen  verbinden  : 
Schoonheydt ,  Rijckdom ,  Edeldom ,  en 
Staet.  Wat  lou  ick  doen,  de  liefde  kreegh 
de  overhandt  op  de  vriendtfehap  ,  en  ick 
my  voor  haer  voeten  neder  werpende  , 
kufte  haer  handt ,  en  bcdanckte  haer  voor 
de  uytfteeckende  gunlt,  dewclckc  my 
van  haer  bewcfen  wierdt.  Dit  bleef  foo 
voor  een  wijl  tuflehen  ons  verborgen, 
wachtende  fy  de  tijdt  en  gelegentheydt 
fïch  opentlijck  te  verklaren  ,  dagelijcks 
verminderende  ingunften  aen  den  onge- 
luckigen  Euftacchio  tetoonen  ,  die',  niet 
konnende  bedencken  waer  de  fchorting 
was,  my  menighmacl  de  klaghten  van 
haerkoelheyt  deed;  ickfocht  hem  fom- 
wijlen  fulcks  uyt  het  hooft  te  11  aen  ,  en 
mcnighmael  te  vertoonen,dat  de  vrouwen 
verandcrlijck  waren,  en  datwy  ons  foo 

ièer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


18  DORTSCHE 

feer  aen  de  felve  niet  moften  gevangen 
geven  ,  of  indien  fy  ons  verachten ,  wy 
moften  het  felfde  doen :  maer  Euftacchio, 
te  verre  in  liefden  ingezeylt ,  konde  mijn 
reden  geen  toegangk  geven.  Eyndelijck 
kreegh  hyde  gedachten, als  of  yemandt 
anders  heymelijck   verfoeck  op  haer 
deedt ,  en  door  vorderlijcker  hoedanighe- 
den alfoo  te  met  fijnplaets  veroverde, 
en  nam  voor,  haer  huysnaerftigh  waerte 
nemen.    Ick  beken  (niet  tegenftaende 
miine  liefde  al  eenighfms  groot  was, 
hoewel  niet  gelijck  dcfelvewel  fou  heb- 
ben mogen  wefen ,  alfoo  ick  noyt  de  y  ve- 
righfte  minnaer  geweeftben)  dat  het  my 
menighmatl  in  mijn  hart  deerde ,  dege- 
rechrige  droefheydt  van  mijn  vriendt  te 
fien,  en  wenfehte  felf,  dat  ick  die  weynige 
liefde  die  by  my  was,  moght  van  my  wer- 
pen, en  Euftacchio  geheel  in  het  befit  van 
fijn  beminde  laten :  maer  wanneer  ick 
weder  haer  acnfpraeck  quam  te  genieten , 
(het  geenwy  meeftdes  nachts  voor  haer 
traclie  deden ,  om  dat  fy  my ,  om  alle  ver- 
moeden te  fchouwen  ,  verfocht  had  noyt 
onrerfelt  in  haer  huys  te  komen)  viel  ick 
weder  t'eencmael  aen  haer  zijde ,  nemen- 
de voor, haer  mijn  uyterfte  genegentheyt , 
gelijk  fy  waerlijk  wel  verdiende,  te  geven. 
Eenmael  des  nachts  voor  haer  tralie  ftaen- 
de.cn  met  haer  fprekende,  vant  ick  my  op 
het  on  voor  fien  fte  aengerandt ,  en  dat  met 
foodanigc  woorden:  Ghy  zijt  dan  dien 

trou- 


V 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 

trouwcloofen  Ambrofio  ,  die  wel  foo 
veel  goddelooiheyt  hebt  gehad,  om  een 
vriendt  ,  die  u  lbo  trouwelijck  bemint 
heeft ,  van  fijn  belit  te  berooven  ;  heb  ick 
daevom  mijn  vertrouwen  op  u gcftelt ,  en 
umijngemoct  foo  menighmael  geopen- 
bacrt:  den  hemel  lijde  niet  dat  ick  onge- 
wroocken  fterve;  en  tree  kt  daer  medelijn 
geweer,  en  nadert  my,  fonder  dat  ick 
middel  vant  my  tegen  Euftacchio ,  die  ick 
kennende  wierdt ,  te  verantwoorden  ,  in 
fulcker  voegen  ,  dat  ick  mede  genoot- 
faeckt  was  de  handt  aen  het  geweer  te 
flaen.  Ick, hard  ge d rongen  zijnde,  poogh- 
de  my  op  het  befte  dat  my  mooghlijck  was 
te  verweeren  ,  te  meer ,  dewijl  ick  aireets 
in  mijn  zijde,  hoewel  lichtelijck,g:quetll 
was.  De  gramlchap  van  my  aldus  on- 
voorfiens  befprongen  tefien,dronu  my  tot 
het  uyterftc  aen,  wanneer  lijn  dienaer,  die 
lij  nen  Heer  een  ft  uck  weeghs  van  dae r  op- 
pafte  j  fiende  dat  wy  handt  gemeen  wier- 
den,  Euftacchio  te  hulp  quam,  niet  tcgen- 
ftaendc  fijn  Heer  lelt  hem  met  lchelt- 
woorden  afdreef,  maer  defen  was  foo 
voorhaf  igh ,  dat  hy ,  my  te  na  komende , 
door  eenSeeck  doodt  ter  aerden  v  iel ,  foo 
veel  te  ongcluckiger  voor  Euftacchio ,  dat 
ick  daer  door  te  beter  gelegenrheydt 
kreegh  ,  hem  een  ander  in  de  fc  houd  er  te 
brengen  ,  die  hem  buytcn  macht  van  lich 
te  verweeren  ftelde.  Het  naefte  dat  ick  te 
doen  had,  was  my  te  vertrecken,  te  meer, 

alloe 


2o         DORT  S  CHE 

alfoo  ick  aireets  van  verre  eenigh  geruckt 
hoorde.  Ick  fandt  des  morgens  mijn  die- 
naer,  om  te  vernemen  naden  uytval  van 
het  gevecht ,  die  my  de  tijding  bracht,  dat 
den  dienaerdoot ,  en  fijn  Heer  fwaerlijck 
gequetftwas,  het  welcke  my  drong  na 
mijn  oorbaerom  te  Cien  ,  en  mijn  Vaders 
huys  voor  dat  van  een  van  mijn  vrienden 
te  verwiflelcn ,  en  my  aldaerfoo  lang  be- 
deckt  te  houden  ,  tot  dat  alles ,  tot  voort- 
ietting  van  mijn  reys ,  veerdigh  was ,  daer 
fich  mijn  Vader  nu  meer  als  oyt  toe  gene- 
gen toonde.  Soo  als  ick  van  meening  was 
des  anderen  daeghs  te  vertrecken  ,  konde 
ick  evenwel  gcenfins  nalaten,  mijnRo- 
faura ,  voor  het  laetfte ,  noch  eens  aen  te 
ipreken  ;  ick  bcgeve  my  vermomt  der- 
waerts.hoopende  haer,na  gewoonte,aen  de 
tralie  te  vinden,  macr  omtrent  bet  huys 
komende,  laghick  de geheele ftraetmet 
toortfen  verlicht,  en  vol  volcks ,  naerder 
komende,  ontmoeten  my  ccnige  lieden 
dat  geeftelijcke  fcheenen  te  zijn  ,  die  paer 
aen  paer  met  een  fachten  tret  voor  uyt 
gingen ,  gevol^ht  van  een  ander  flach , 
met  toortlen  tuflehen  beyde,  daer  op 
quamen  weder eenige  anderen*  en  toen 
weereen  ander  flagh  ,  daer  op  quameen 
lijck ,  dat  men  als  ter  aerden  braght ,  ver- 
fclt  met  eenige  fangers,  die  het  Requiem 
fongen ,  en  defe  door  een  ftatigen  rouw 
gevolght.  Ick  bleef  ftaen,en  fach  defe  gee- 
ftelijcken  onder  oogen ,  maer  daer  was 

niet 


I 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  21 

n  iet  een  die  ick  kende.  Ick  verftoute  my 
cyndelijck  een  aen  te  fpreken,  en  te  vra- 

fen ,  wiens  lichaem  fy  aldus  ter  aerden 
rachten?  dat  van  de  Gravin  Rofaura, 
antwoordeeen.  O  Godt !  is  Rofaura doot? 
antwoorde  ick ,  en  meende  voorts  na  de 
wijfe  van  haer  doodt  te  vragen ,  wanneer 
ick  my  alleen  bevandt ,  en  noch  Monnic- 
ken  noch  lijck  meer  omtrent  my  fagh. 
mijn  ontfteltenis  was  groot,  en  foodanigh, 
dat  ick  nauwelijcks  wift  hoe  van  de  ftraet , 
en  weder  in  het  huys  van  mijn  vriendt  te 
komen.  Ick  vertelde  hem  mijn  weder- 
varen ,  die  het  alles  als  fuffcrijc  in  de  wint 
floegh  ,  my  verfekerende  dat  de  Gravin 
noch  dien  dagh  in  goede  gefondtheyt  was 
gcfien.  Na  dat  ick  des  onderen  daeghs 
van  mijn  Vader  mijn  affcheyt  had  geno- 
mcn,begeve  ick  my  in  den  avondt-  ftondt, 
alleen  met  een  dienaer  verfeldt,  ter  Stadt 
uyt,  nadat  ick  Rofaura  met  een  Brief 
mijn  vertreck  had  laten  weten  ,  dcwelcke 
foodanigh  luyde. 

Brief  van  Ambrofio  aen  Rofaura. 

Mijn  ongeval gebiet  my  uw  tegenwoordigheyt 
voor  een  vuijl  te  mifTchen ,  fonder  middel  te 
vinden  ,  anders  nis  door  een  Brief  mijn  affcheyt 
van  u  te  nenrnr,  tw.ifeh  met  of  ick  falu  binnen 
weynigh  maenden  weder  konnen  vinden,  met 
foo grooten genegentheyt ^isick  fcheyde,  te  zijn 
uw'  verplukte 

A  m  br  os  i  o. 

Ick 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ai  DORTSCHE 

lek  nam  mijnen  wegh  langs  Pofilippo 
na  Romen ,  daer  ick  my  een  wij  l  ophielt , 
loo  om  eenige  vrienden,  dewelcke  ick 
dacr  had ,  te  verfoecken ,  als  om  ordere  op 
mijn  wiflel  te  ftellen ,  en  van  daer  te 
fcheep  op  Genua  vertreckende ,  quam 
eyndelijck  tot  Barcelona,  meteentyaley 
van  die  ftact  :  daer  ick,  tot  mijn  groote 
verwondering  ,dewaerachtige  doodt  van 
Rofaura  van  een  Edelman  van  Napels , 
quam  te  verftaen ,  die  my  geen  kleyne 
ontfteltenis  aen  braght ,  gelijckmen  ge- 
meenlijck  aldcrmeeft  bemindthet  geene 
men  verlooren  heeft,  lek  begaf  my  vor- 
der na  hetSpaenfche  Hof,  daer  ickmy 
een  wijl  ophielt ,  tot  dat  ick  gelegentheyt 
kreeg  h ,  met  eenige  Duynkcrckiche  Fre- 
gatten na  Nederlandt  te  komen ,  daer  ick 
den  Koningk  eenige  jaren  in  den  oorlogh 
gedient  hebbe,  tot  dat  eyndeli  jck,de  vrede 
tuflTchen  die  twee  hooft-vyanden  getroffen 
zijnde ,  ick  my  na  dele  geweften  begaf,  ter 
oorfacck  van  de  roem  die  my  daer  van  ter 
ooren  was  gekomen.  Het  was  mijn  onge- 
gelutk  op  gifteren  binnen  defeStadt  van 
mijn  ouden  vyandtlijckcn  vrient  gefien  te 
zijn ,  die,  waergenomen  hebbende,  waer 
ick  ter  herberge  lagh,  mynoch  dienfel- 
vcn  avondt  fijn  -Ontfrgh- brief  te  huys 
londt,  om  fich  over  het  van  my  ontfangen 
leedtte  wreken.  Mijn  gelegentheydten 
moet  wilde  niet  toelaten ,  hem  defe  tocht 
te  weygeren ,  foo  dat  wy  met  mijn  Karos 

over 


M 


ARCADIA.  13 

overvarende,  eyndelijck  defe  plaets  toe 
beilechten  van  ons  gefchil  uyt  gevonden 
hebben  ;  ick  wilde  hem  onder  wegen  fom- 
wijicn  de  ware  gelcgentheyt  van  de  faeck 
vertoonen.maer  fijn  verbittertheyt  wilde 
niet  na  mijnluyfteren,  my  geduurighte 
gemoet  voerende,  dat  hy  en  ick  onfe 
rechters  aen  de  zijde  droegen,  het  welckc 
my  eens  genoegh  gefeght  was.  Dus  zijn 
wy  handtgemcen  geworden  ,  en  ter  goe- 
der uuren  van  u-liedengefcheyden ,  het 
welck  mifichien  een  van  ons  beydenhet 
leven  gebaet  heeft,  waer  voor  ick  niet 
minder  als  erkentenis  fchuldigh ben  ; en 
dit  is  alfoohet  geen  my  wegende  oor- 
faeck  van  ons  gefchil  te  feggen  ftaet. 
Nauwelijks  had  Ambrofio  fijn  vertelling 
geëyndight ,  wanneer  Periander,  de  mee- 
fter  van  de  plaets ,  en  Vader  van  de  fchoo- 
ne  Lucina,  en  Lyfander  in  den  Hof  quam , 
hy  groetc  al  net  gefelfchap  belecfde- 
lijck  ,  en  Tiende  Ambrofio ,  die  met  de  an- 
deren opgeftaen  was ,  om  den  ouden  Heer 
fijn  plicht  te bewijfen, biedt  hem  dehant  , 
en  heet  hem  wellekom  in  fijn  huys ,  met 
veel  beleefde  verfchooningen    op  de 
grringheyt  van  fijn  woon  ing,  engebreck 
van  bequame  gelegentheydt  ,  om  een 
perfonagie  van  fijn  ftaet  na  verdiende  te 
onthalen.  Ambrofio  in  tegendeel, poogde 
fijn  vrymoedigheyt  en  ilouthcydt  van 
aldaerfoo  onbeleefdelijck  te  verlchijncn 
met  vele  hcufche  redenen  te  verfchoo- 

nen , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


24  DORTSCHE 
tnen:  maer  Periander  fijn  woorden  fteu-' 
rende,  nam  hem  vriendelij ck  by  de  handt, 
en  (alfoo  hy  alreedts  van  den  Hovenier  de 
gelegentheyt  van  de  faeck ,  en  de  oorfaeck 
van  fijn  komft  verftaen  had  ,)  achtefich 
ten  hooghften  geluckigh  dat  fijn  plaets,  en 
by  gelegentheyt  van  de  fclve,  dit  gefel- 
fchap  hadkonnen  dienen  tot  een  verhin- 
dering van  fulck  een  hachelijck  ongeval , 
en  wenfchte,dat  fe  vorder  ftrecken  moght 
tot  een  tempel  van  vrede ,  om  voor  altoos 
defe breucke  van  vriendtfehap  temogen 
heelen.  Daer  op  verfocckt  hy  der.  Edelen 
vreemdeling  het  kleene  vermaeck  dat  fijn 
plaets  geven  konde  met  hem  te  willen 
genieten,  en  fiaen  foo  te  famcn  (na de 
groete  aen  het  gefellchap  gedaen  te 
hebben)  een  van  de  paden  in.    De  jonge 
lieden,  die  als  noch  geen  luft  in  het  wan- 
delen lchenen  te  hebben ,  hielden  fich 
ondertuflchen  noch  wat  by  cen.en  namen 
dele  gclegentheydt  waer ,  van  het  voorval 
deler  twee  Edellingen  te  handelen.  In  der 
waerhey t ,  feyde  Clijtie ,  dcfen  dagh  heeft 
ons  al  veel  bylbnderheden  toegebraght, 
en  vee!  doen  fien ,  en  noch  meer  hooren  , 
defen  Itai  u  cnfchen,  gelijk  den  Franfchen, 
Adel  (chijnt  met  vechten  en  twiftenaen 
malkander  te  hangen ,  en  foo  met  hun 
leven  re  fpelen,  als  offe  noch  een  lijf  of 
tweernde  kift  hadden.  Dit  was  noch  een 
oorlaeck  van  gewicht,  antwoorde  Lyda- 
mas,  maer  grooter  ongevallen  zijnder 

menigh- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  2$ 

Imenigh-mael  ontilaen  uytveel  kleynder 
joorfaken,daermen  fich  niet  ontfiet,om  een 
jbanggeficht  malkander  in  het  velt  te  he- 
rroepen ,  en  fondcr  eenigh  ontfagh  het 
{leven  te  benemen,  my  gedenckt  van  een 
j  voorval  dat  ick  felf  gefien  heb ,  buy  ten  een 
jvan  onfe  fteden  ,  tuflehen  twee  of  dry 
IHop-lieden,  die,  in  dienft  van  de  Staet  van 
\  Veneetie,  daer  lagen  om  volck  te  werven. 
! Zijnde  te  famen  in  een  herbergh,  ontftont 
3  'er  onder  het  verkeeren ,  over  het  verfet- 
aten  van  een  fchijf ,  of  diergelijcke  kleynig- 
lheyt,tuflchentwee  van  de  felven  gefchil, 
ü  en  alfoo  de  woorden  hoogh  liepen ,  beriep 
fden  een  den  ander ,  om  tegen  des  anderen 
fdaeghs  fmorgens  tegens  hem  met  den 
[  degen  te  fpelen ;  den  darden,die  iïch  mede 
3  in  hun  twift  ingewickelt  had  ,  wilde 
i  noot  fakelij  ck  mede  van  de  party  zijn, 
)  fich  aenbiedende  de  plaets  van  de  gene 
:  die  eerft  quam  te  fneuvelen,tebekleeden ; 
1  loo  verre  drong  den  defen  defe  ontfinde 
Idwacflieyt,  om,  daer  hy  inder  daetgeen 
\  vyant  had ,  den  over  winnaer  tot  fijn  vy- 
i  ant  te  maken ,  en  fonder  cenige  noot- 
i  dwang  fich  felven  in  hef  gevaer  te  ftcllen. 
>  Op  de  oeftemde  uur  en  plaets  komen  fy 
i  des  anderen  daeghs  byeen,  en  te  famen 
i  een  glas  Alfem-wijngedronckcn  hebben- 
»  de,  gaen  alfoo  foetelijck  naebuyten  toe. 
I  Hun  onverduldigheydt  (alhoewel  de  hae- 
\  ftighcyt  door  den  nacht  en  den  flaep  wel 
.  had  behooren  neder  gefette  zijn)  wilde 

B  niet 


%6  DORTSCHE 

niet  toelaten  lang  te  gaen ,  maer,  de  eerftd 
plaets  voor  de  befte  genomen  hebbende 
fmijten  voorts  de  mantels  van  de  fc boude- 
ren ,  en ,  ruckende  alleen  het  wambus 
op  ,  vangen  hun  bloedigh  tijt-verdrijl 
aen ,  terwijl  den  darden,  met  den  degen  in 
de  hant ,  de  vecht-  plaets  vey  lde#  Na  eeni- 
ge  gangen  gegaen  te  hebben ,  wort  deol 
eenen  in  de  lincker  borft ,  een  weynighl 
onder  den  tepel,  gefteecken  en  fijght  daer) 
over  op  fijn  eene  knie  ter  aerden:  fijnl 
yyant  fulcks  tiende ,  fmijt  fijn  geweer  daerj 

lijf  e"  neen »  en  Saet  met  °Pen  armen  nae  nem| 
vecht."  toe » feggende,  Pardon  Capitcyn ;  den  ge-l 
quetften ,  alsof  hem  defe  goetwilligheydt 
kracht  tot  boofheydt  gegeven  had ,  recht 
fich  weder  op,  en  brengt  fijn  aireets  ont- 
wapenden vyant  een  fteeck  van  boven , 
met  defe  woorden :  hou  daer  is  Pardon  > 
en  treft  hem  foodanigh,  dat  hy,fonder  een 
woort  te  fpreken ,  doodt  ter  aerden  valt ,  | 
van  den  ander  nauwclijcks  een  half  quar- 
tier  uurs  overleeft  zijnde.  Den  darden, 
nu  geen  weêr- werek  vindende ,  begeeft 
fich  terftont  weder  na  deftadt,  en  nucx 
door  de  andere  poort  weder  daer  uyt ,  om 
het  Gerecht, het  welcke  met  ernft  na  hem 
focht ,  en  in  die  plaets  al  ftreng  daer  mede 
doorgaet,  te  ontgaen,  latende  de  twee 
dooden  op  de  plaets.    Dat  is  een  voor- 
beelt  van  een  onftuymige  reuckeloofhey t 
(berechte  daer  Lyiander  op  $)  maer  het 
gene  my  het  mcclte  verwonden  is ,  dat 

de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  ij 

de  Outheyt  foodanigen  üagh  van  moor* 
den  plagh  in  de  plaets  van  het  Gerecht  te 
gebruycken  ,  om  de  twijfelachtige  ge- 
fchillen  te  beflechren  ,  en  de  fchuldigen 
omtrent eenigh  mifbedrijf,  ofdewaer- 
heyt  voor  de  Jogen  uytte  vinden;  alsof 
degerechtigheyt  van  die  tijtfooblint  in 
verltant  als  van  oogen  was.  Doch  laet 
zijn  haer  de  oogen  geopent  ,  door  het 
aenmercken ,  dat  niet  lelden  de  onfchuldi- 
ge  voor  de  fchuldige  viel ,  en  de  logen 
over  de  waerheyt ,  en  bedrogh  over  de 
oprechtigheyt  fege-pracldei  laet,  fegge 
ick  ,  na  dat  door  iulck  een  wijfe  van 
rechts-plegen  ,  het  Vaderlant  fijn  befte 
ftutfels  ,  en  de  Koninckrijcken  haer 
vroomfte  voor- vechters  verloren  hadden. 
De  omftandigheden  ,  vervolghde  Poly- 
mythus  ,  die  fommige  volckeren ,  en 
voornamentlijck  de  Spangiaerden ,  om- 
trent die  gelegenthey t  plegen  te  gebruyc- 
ken, zijn  foo  verwondcrlijck  als  belache- 
lijck ,  en  die  van  de  flachters  gelijck ,  die 
den  prijs-  of  gilde-os  op  het  cjerlijckfte 
optooyen  ,  door  de  Stad t  met  pijpen  en 
trommen ,  als  in  fege-prael ,  leyden ,  eer 
fy  hem  ter  doot  brengen,  my  fchiet  een 
voorbeelt  in  de  fin ,  die  my  gedenckt  in 
Vontus  Heuterus ,  in  het  leven  van  Keyfer 
Karei  de  V.  gelefen  te  hebben  ,  van  een 
gevecht  van  twee  Edellieden ,  ten  over- 
ftaen  van  Keyfer  Karei  dcV.  uyt  het 
welcke  het  gebruyek  van  dat  rijck,  om- 

B  %  trent 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


28  DORTSCHE 
trent  die  wijfe  van  doen  ,  klaerlijck  te 
befchouwen  is.  Indien  ick  niet  vrcefde, 
door  de  lanck-wijligheydt,  dit  waerde  ge- 
felfchap  moeyelijckheyt  aen  te  brengen , 
ick  Tournet  het  verhael  daer  van  den  tijt 
een weynigh helpen  verkorten,  foolang 
tot  dat  onfen  italiacn,  weder  by  ons 
komt,  en  ons,  nafijnbeleeftheydt,  het 
een  of  het  ander  mede-deelt.  Jae  wy 
bidden  u  daer  om  ,  feyden  de  Jongk- 
v rouwen  den  een  na  den  ander,  enwy 
wenlchen  niet  liever,  vervolghden  Ly- 
fander  en  Lydamas  ,  als  dat  te  hooren ; 
begint  flechts, waerde  Polymythus ,  mif- 
fchien  wat  wy  weder  tot  danckbaerheyt 
doen.  Polymythus  dan  vervolghde  al- 
dus. Twee  Edele  Jongelingen ,  die  geen 
van  beyden  noch  boven  de  2  f.  Jaren  van 
hun  ouderdom  waren,  van  de  welcke 
den  eenen  Pedro  Torellio,  en  den  ander 
Hieronymo  Ancagenoemt  was ,  geraken, 
ter  oorlacck  van  het  teerlinck  fpel ,  met 
malkander  in  verfchil,  gelijck  die  Hop* 
lieden  daer  Lydamas  van  verhaelt  heelt , 
en  komen  foo  verde  in  het  t  willen ,  dat 
den  een  den  anderen ,  tegen  des  anderen 
daeghs  ,  in  het  gevecht  beroept.  Sy 
komen  dan  op  de  beftemdeuur  enplaets 
te  l  am  en ,  alleen  met  den  degen  en  kappe, 
zijnde  een  korten  mantel,  bydeSpangi- 
aerden  als  doe  in  het  gebruyek ,  dewelcke 
fy  gcmeenlijck  voor  een  fchiit  gebruyek- 
ten.   Sy  gaen  malkander  te  keer ,  en  na 

eenige 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  29 

cenige  gangen  gegaen  te  hebben  ,  flaet 
Anca  Torellio  den  degen  uyt  de  handt. 
Den  armen  Edellinck  aldus  ontwapent 
zijnde,  en  fijn  vyant  gereet  fiendehem 
het  leven  te  benemen ,  itaet  hem  de  over- 
winning toe ,  op  defe  vóorwaerde :  dat 
hy  geen  levendigh  menich  dit  voorval 
fou  te  kennen  geven ;  alfoo  hy  liever  wil- 
de fterven  ,  als  in  fchande  en  oneer  leven. 
Anca  belooft  hem  ftil  tel  wij  gen,  endaer 
op  hun  geweer  weder  op  getteecken ,  en 
malkander  vriendelijck  omhelft  hebben- 
de ,  gaen  fy  vredigh ,  als  vrienden  ,  weder 
na  de  Stadt.    Na  cenige  weynige  dagen 
was  de  gcheele  Stadt  Valedolid  vol  van 
defe  gefchi edenis  ,  daer  wiert  nergens 
yets  gefproken  als  van  de  overwinning 
die  Anca  op  Torellio    behaeldt  had. 
Torellio    daer    over  befchuldight  An- 
ca  van  trouwlooiheydt  ;    deie  vcr- 
klaertdaer  onfchuldighaen  te  zijn  ,  macr 
gehoort  te  hebben  ,  dat  een  Priefter  van 
het  n  aefte  dorp ,  die  daer  omtrent  was  ge- 
weeft  ,  en  by  fij  n  vee  wandelde ,  den  ftrij  t 
enden  uyt- komft  daer  van  gefien  ,  en  de 
lieden  vertelt  had.    Den  Dorp-priefter 
wort  daer  over  ondervraegt,  maer  geeft 
peen  volkomen  genoegen  ,  of  toont  fich 
felveneen  weynighte  leer  op  de  zijde  van, 
Anca.    Hier  over  verwerpt  Torellio  fijn 
getuygenis,  engaet  voortin  Anca  tcbe- 
ichuldigen  ,  en  fijn  ongetrouwe  hoogh- 
xnoet  te  verwijten.    De  ander ,  in  tegen- 

B  3  deel, 


Gc- 
denck 
waer- 
digh 
kamp- 
ge- 
vecht 
van 
twee 
Spaen- 
fche 
Idel- 
licden 
binnë 
Vale- 
dolid. 


30  DORTSCHE 

deel ,  blijft  vaft  by  lijn  onlchult ,  en  daefl 
over,  dewijl  noch  den  een  noch  den  an-l 
der  blij  ks  genoegh  had ,  befluyten  iy  de 
faeck  aen  een  kamp-gevecht  te  bevelen. 
Sy  dan  bieden  den  ICeyfer  een  verfoeck- 
fchriftaen,  eyfehende,  naede  wij  ie  van 
Caitilieen  Arragon,  dat  hen  het  gevecht 
magh  toegeftaen,  en  plaetsen  tijd  gege- 
ven worden.  DeKeyferwijfthennaden 
Conneftabel,  als  dewelke  het  oordeel  over 
foodanige  dingen  vertrouwt  wiert.  Dcfe 
poogt  hen  op  alderhande  manieren  van 
het  gevecht  af  te  manen :  maer  als  hy  daer 
mede  niet  kan  te  wege  brengen ,  en  hen , 
volgens  de  wetten ,  geen  plaets  tot  het 
gevecht  weygeren  konde,  ftaet  hy  hen 
hun  verfocck  toe  ,  en  ftelt  hen  tijt  en 
plaets  tot  den  kamp,  zijnde  de  plaets  op 
den  marekt  te  Valedolid ,  en  den  tijd  den 
29.  van  Winter-maent.    Op  de  marekt 
danwort  een  j>erck  opgerecht,  hebben- 
de vijftigh  lchreden  in  de   lengte  , 
en  fes-en-dartigh  in    de  breedte  ,  om 
heyntmet  twee  ryen  fcherpe  palen ,  die 
met  dwershouten  aen-malkander  vaft 
gehecht  waren  :  de  binnenfte  rije  ftondt 
vijf  voeten,  en  de  buytenfte  fes  voeten 
boven  de  aerde  ,  hebbende  een  ruymte 
van  18;  voeten  toffchen  beyden  j  in 
welck  midden  ,  oock  te  midden  van  de 
lengte  van  het  perek  ,  twee  ftellagien 
tegen  malkander  over  waren  opgcflagen. 
Op  het  midden  van  yeder  ftellagic  ftond 

een 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA;  31 

neen  hoog  geftoelte ,  met  goude  laken  be- 
kleedt, en  een  gouden  verhemelte  be- 
deckt  j  gelijck  ooek  het  gantfche  gebouwr 
met  zijde  tapijten  feer  koftelijck  ge- 
deckt  en  behangen  was :  van  de  welcke  dc 
jeene  voor  den  Keyfcr,  cn  de  andere 
voor  den  Conneftabel  gehouden  wiert. 
Aen  het  ander  gedeelte  vr\n  het  perek 
waren  twee  kleender  ftellagien  ,  met 
vry  minder  pracht ,  opgerecht ,  voor  de 
vrienden  en  verwanten  der  kampioenen. 
Aen  de  zijde  van  defe  twee  minder  tteila- 
gien  (tonden  twee  tenten  op  geil  igcn ,  in 
de  welcke  fich  de  Itrijucrs  fouden  wape- 
nen.   De  keyen  van  het  perek  waren 
dick  met  zant  beftroyt ,  op  dat  de  kam- 
pers te  vafter  fouden  Itaen.   Ten  elf  u uren 
voor  de  middagh,  was  dentijdtyan  het 
gevecht  beftelt  ,  wanneer  den  Keyfer , 
al  der  eerft  komende ,  fich  op  fijn  rtcllagie 
en  in  fijn  geftocltc begaf ;  den  wekken  een 
gulde  aockfken  gegeven    wieffc  ,  het 
welcke  ter  aerden  geworpen  zijnde,  het 
teccken  van  den  (irijt  te  eyndigen  feu  zijn. 
Dehooge  Edellieden  cn  Bevel  hebberen 
van  den  Keyfcr  gingen  voor  hem  heen , 
en  fijn  Lijf- wachters  aen  beyde  zijden, 
achter  hem  volghdcn  de  Trompetters  en 
Trommel -dagers.    Een  weynigh  daer 
na  volght  den  Connettabcl ,  zijnde  een 
man  van  over  de  tfeftigh  laren  ,  macr 
anders  feer  kloeck  cn  wel  gedaen  van 
lichacm,  en  met  een  aeniienlijck  welen 

B  4  na 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


3i  DORTSCHE 

na  fijn  heerlijck  ampt  begaeft.  Hyhad 
een  vergulden  Tabbaert  aen,  en  fat  op 
een Spaenfche Klepper,  de  welcke  feer 
koftelijck  met  Goudten  Zijde  behangen 
was.    Opdefclve wijfe  waren  oock  veer- 
tigh  Edele  Mannen  ver$iert,  dewelcke 
hem  te  voet  voor  gingen.    Scs  geheym- 
fchrijvers  volghden  achter  na  te  Paert, 
geklcedt  in  doncker  gele  Fluweele  rocken, 
wekkers  Paerden  met  blauwe  fatijne  deck- 
kleedercn  bedeckt  waren.    Hem  ,  als 
des  Konincks  Stede-houder  ,  wiert  een 
Swacrt,  dat,  ter  oorfaeck  van  des  Ko* 
nmgs  tegenwoordigheyt,  niet  uytgeto- 
gen  was  ,  voorgedragen  ,  zijnde  den 
Swacrt-drager  door  een  Wapen-drager 
gcvolght,  dewelcke  hem  fijn  geflachts 
Wapenen  in  fijn  kleederen.alseen  Herault, 
voordroegh.  Wanneer  den  Conneftabel  in 
de  vecht-plaets  quam,begaf  hy  fich  na  het 
tonneel  van  den  Keyfer ,  en  groete  hem 
metbuyging  van  fijn  lichaem  ,  en  klimt 
daer  nae  op  lijn  ftellagie ,  en  fet  fich  op  fij- 
nen ftoel  neder.    Ondertufichen  wort  het 
perek  door  des  Keyfers  lijfwacht,  foote 
voet  alstepaerd,  omcingelt,  dewelke  al- 
leenigh  binnen  de  afpaling  moghten  ko- 
men.   Hier  op  komt  Torellio  als  beroe- 
per voor  den  dagh  ,  zijnde  vcrgefelfchapt 
met  den  Admirant  van  Caftilie,  als  fijn 
Wapen- heer,  den  Hartoghde  Vejar,  die 
van  Alburquerquen,  en  veel  andere  Groo- 
tcn.  Hy  was  geklectin  een  korten  Rock. 

van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


■  ■ 


A  EL  C  A  D  I  A:  33 
Van  gout  en  zijde  geweven ,  en  met  Mar- 
ters gevoert.  Hem  wiert  een  Strybijl ,  die 
de  franfchen  Haches  noemen,  en  een  fpaen- 
fcheftockade,  of  fteeck-degen ,  voorge- 
dragen ,  als  oock  fijn  wapen ,  en  wapen- 
rock.   Met  het  wapen  en  andere  tareree- 
len ,  dewelke  de  wetten  van  den  ft  rijt  kor- 
telijck  in  hielden  ,  kumt  hy  by  den  Key- 
fcr ,  den  wekken  hy  feer  groote eerbiedig-  0lIt 
hey t  bewijft ,  gelijck  oock  den  Connefta-  . 
bel, en  begeeft  fich  foo  nae  lijn  tente.  Daer 
opkomt  Anca  inde  kamp-plaets,  zijnde  Span- 
gelijck  Torellio  gekleet ,  als  alleenigh  dat  giact- 
lijnkleet  met  Arroijnen  gevoedert  was, 
vergefelfchapt  met  den  Marquis  van  Bran-  tcen( 
dcnnurgh  fijn  Wapen- heer,  den  Hartogh  de 
van  Najera ,  van  Alba ,  den  Graef  van  Be-  kamp- 
neventen  ,  en  Marquis  Daguillar,  en  ver- 
fcheyden  andere Grooten;  zijnde  hem  het  KJJ., 
gelijcke  geweer  en  wapen-tuygh  voorge- 
dragen, daer  op  wierden  hun  beyderge- 
ftaghts  wapenen ,  beneffens  de  tafereelen » 
voor  de  ftellagie  van  den  Conneftabel  op 
gehangen  j  en  foo  gaet  oock  defen  nae  fijn 
tent.    Daer  op  roept  hen  den  Conneftabel 
weder  beyde  voor  lich  ,  alwaer  fy ,  een 
Priefter  daer  tegen  woordigh  zijnde ,  door 
des  felfs  hant  de  hunne  op  een  Euangelij- 
boeck ,  en  een  Crucifix  leggen,  fwerende, 
dat  fy  in  de  kamp  treden  ,  om  de  gcrech- 
tigheyt  van  hun  1'aeck  tebefchermen ,  en 
dat  fy  geenderhande  bedrogh,  nochbe- 
iwew ingen ,  noch  kracht  van  kruyden  of 

&  m  ftee- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


54  DORTSCHE 

fteenen  f uilen  gebruycken ,  maer  alleen 

door  hun  natuurlijcke  fterekte  en  vernuft 
de  overwinning  foecken  Tullen :  deunende 
op  de  hulp  van  Godt  >  St.loris ,  en  de  Hey- 
lige  Magec  Maria.,  endie  van  hun  Wapen- 
heeren.  Toen  brengen  beydede  Wapen-  , 
heeren  de  wapenen  der  kamp-vechters  in 
een  houten  kift  by  den  Conneftabel,die  foo 
het  geweer  als  de  lijf-wapenen  naeu  befiet, 
en  voorts  in  de  fchael  leght,  om  tcon- 
derfoecken  of  de  eene  oockfwaerderzijn 
als  de  anderen  :  want  fy  moghten  tefamen 
niet  minder  als  tnegentigh  ponden  >  maer 
wel  meer,  wegen.  Alldoen  wierden  de 
wapenen  weder  elck  in  hunbyfondere  tent 
gebraght.  Daer  na  wort'er  wederzijts  een 
Edelman  van  den  een  tot  den  ander  ge- 
fchickt ,  om  de  ftrijders  te  fien  wapenen , 
enallebedrogh  voor  te  komen.  Onder- 
tufllhen  klimt  den  Conneftabel  van  fijn. 
fchouw-plaets  in  hetperek  meteen  groote 
deftighey  t ,  en  beftelt  daer  het  geen  noo- 
digh  is }  en  alfoo  >  met  twaelt  Edele  man- 
nen vet  feit,  fet  hy  fich  in  een  van  dehoeo 
ken  van  het  perek  neder,  en  fendt  foo  veeL 
andere  Edelen  nac  den  hoeck  daer  tegen 
over^  de  andere  twee  hoecken  worden  yder 
van  dry  andere  Edelen  gaede  geflagen. 
Alfmen  daer  op  door  het  geluyt  der  trom- 
petten ftilte  gemaeckt  had,  roept  den 
Marfchalck  des  Kcyfers  in  y der  der  hoec- 
Ven  uytidat  niemant,  op  verbeurte  van 
heticv.cn ,  eenigh  gerucht  fou  hebben  te 

maken 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


m 


ARCADIA.  57 
maken ,  of  de  vechters  met  woorden , 
ftemmen  ,  nielinge,  fluytinge,  gebaer. 
met  handen ,  of  eenige  andere  beweginge 
van  het  lichaem  te  moedigen,  oftever- 
lchricken  ;  of  oock  te  vermanen  de  wape- 
nen neder  te  leggen  ,  als  alleen  dciè,  die 
daer  toe  hertelt  zijn.    Daer  mede  komt 
den  beroeper  Torellio  ,  houdende  fijn 
Strybijl  in  de  hant  ,  en  een  Swaert  aen 
fijn  ïlincker  zijde  hebbende  hangen , 
voorts  aen  alle  zijden  gcwapent,  en  met 
fijn  Wapen  heer  by  fich,  voor  den  dagh. 
Den  Conneftabel  vraeght  hem ,  wie  hy 
is ,  en  om  wat  corfaeck  hy  aldus  gewapent 
in  het  perck  komt  ?  Torellio  feght  fijn 
noem,  ende  de  oorfaeck  van  fijn  aen- 
komft.    Daer  op  ontiicckt  hem  den  Con- 
neftabel het  aengcficht ,  en  hem  kennen- 
de ,  fluyt  den  Helm  weder  toe  ,  en 
beveelt  hem  in  den  anderen  hocck  van  het 
perck  te  gacn  ;  daer  hy  in  het  midden  van 
de  dry  Edcl-lieden  ont tangen  wort.  Daer 
medegaetde  Conneftabel  in  den  anderen 
hoeck  ,  en  fèt  fich  tuflehen  de  twaelf 
Edelen  neder  ,  alwaer  hy  het  fclfde  met 
Anca  doet ,  die  hy  na  den  anderen  hoeck 
ende  dry  Edelen  fent.  Ditgedaen  zijnde  , 
klimt  hy  weder  op  fijn  fteilagie ,  en  iet 
fich  aidaer  terneder.    Daer  op  ilactmen 
de  Trompetten  ,  en  de  Kamp  vechters 
vallen  met  hun  Wapen-hoeren  op  de 
knien  ,  en  bidden  GoJt  om  de  overwin- 
ning j  daer  op  omhellen  hen  de  Wapen- 

B  6  hee- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


DÖRTSCHE 

leeren,  wcnfchen  hen  geluck,  engaen 
foo  na  de  tenten.   Terftont  hoortmende 
Trompetten  ten  darde  mael,  en  met 
ccnen  komt  Torellio  met  een  moedigen 
STuytfijnhoeckte  voorfchijn,  gelyck 
«ockAnca,  meteengematighde  ganck i 
wanneer  fy  nu  malkander  naderden, 
oeeft Torellio  Ancafulck  een  geweldigen 
Bagh  met  fijn  bijl  op  het  hooft,  dathy 
hem  bedwanck  een  weymgh  teruggete 
devnfen;  doch  defe  blijft  hem  metlang 
fchuldigh.   Wanneerfy  aldus  malkander 
menigen  (lagh  over  en  weder  gebraght 
hadden ,  en  fich  met  armen  en  hun  andere 
leden  dapper  ter  weer  fielden ,  fpnngen 
hun  bijlen  ten  laetften  weder-zms  m 
ftucken  ;  waer  op  fy  malkanderen  toe 
Tliegen  ,  om  den  een  den  ander  onder 
óe  voet  te  werpen  j  maer  den  Keyier  , 
nietwillende  dat  defe  twee  brave  mannen 
malkander  aldus  van  het  leven  fouden 
Serooven  ,  werpt  fijn  gulde  ftockfken 
in  het  midden  van  de  vecht-plaets,  en 
«biet  alfoo  het  gevecht  te  fcheyden.Daer 
lp  vliegen  de  dartigh  Edelen  toe,  en  ha- 
lenmet  grootemoeytende  twee  Kampi- 
oenen van  malkander,  en  brengen  hen 
vder  weder  na  fijn  hoeck.   Den  Keyier 
verklaerde ,  datfe  de  oorfaeck  van  het 
gevecht  ,  namentlijck  hun  eer  ,  waer 
omfydeftrijt  hadden  aengevangen,  ge- 
noeghfaem  hadden  voldaen.   Den  Con- 
neftabel  komt  daer  op.  weder  m  het  percK 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCAD  IA. 


17 


en  heffende  den  gulden  (taf  van  de  aerde 
eft  die  den  Keyfer,  na  dat  hy  die  op 
hooft  geleght ,  en  fij  n  kn  ie  ter  aerden 
meder-gebogen ,  en  den  ftaf  gekufthad, 
i  weder.    Den  Keyfer  voorts  beveelt  de 
'.  Kampioenen ,  fich  met  malkander  weder 
|te  bevredigen  ,  hen  toefeggende  fijn 
; genoegen  over  hun  dapperheyt  ,  en  dat 
i  hy  hen  beyde  voor  brave  en  Edele  mannen 
houden  fou ;  doch  dat  hy  begeerde ,  fy 
'  fouden  weder  vrienden  worden  ,  en  voor- 
:  taen  malkander  geen  moeyelijckheydt 
!  aendoen  ,  alfoo  lulde  .een  dapperheydt 
!  beter  tegens  dc  ongeloovige  befteedt 
waer.  Den  Conneftabel  pooght  op  alder-  Bitte- 
hande  manieren  des  Keyfcrs  gebodt  te  ten 
volvoeren,  maer  tc  vergeefs,  alfo  niemant  Jjaet 
iïch  tot  bevredigen  voegen  wilde,  waer 
over  hen  den  Keyfer  door  de  felve  poort ,  Kamp- 
waer  langs  fy  ingekomen  waren,  weder  vech- 
doet  uytgaen ,  hen  een  fware  ftraffe  «rs» 
toefeggende ,  indien  fy  oy  t  daer  na  weder 
handtgemeen    wierden.  Nadcrhandt 
hebben  veel  trcffblijcke  mannen  grooten 
arbeytaengewent  om  hen  teverioenen, 
maeralles  om  niet ;  waer  over  den  Key- 
fer verboort, hen  beyde  in  de  gevanckenis 
liet  werpen,  cn  daer  foo  lange  houden ,  tot 
dat  fy  malkander  weder  met  vrientfehap 
omhelft ,  en  alle  vyandtfchap,tcn  minften 
in  fchijn,  afgeleght  hebben.    Maer  dat 
fulcksvan  harten  niet  geichiede,  is  ge- 
noegh  gebleken,  alfoo  de  hact  totter 

5  7  doodt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


2$  DORTSCH  E 
doodt  toe  van  een  van  hen  beyden  geduurfcl 
keeft.  Veel  minder  moeyten  heeft  ons' 
de  verfoening  van  defe  twee  Edellieden! 
gekort,,  viel  dacr  Periander  (die  met 
Ambrofio,  het  veihael  noch  duurende, 
weder  by  den  hoop  gekomen  was)  op  in , 
miiïchien  (gelijck  het  fpreeckwoordt 
feght :  hoe  Edel  der  hart,  hoe  buyghlamer 
hals)  heeft  hun  oprechte  Edelmoedigheyt 
my  den  wegh  te  eerder  geopent  ;dat  is  'er 
van  i  was  nu  de  wonde  van  den  arm  gene- 
fen ,  die  van  het  hart  is  gefalft.  Een 
yder  rees  daer  over  van  fij  n  plaets  op ,  en 
bieden  Ambrofio  de  handt,  wenfehende 
dat  bun  vrede  en  genoegen  eeuwigh  duu- 
ren  magh.  Maer,  vervolghde  Periander  , 
ick  vinde geraden ,  dat  wy  het  middagh- 
mael  aenvangen  ,  want  na  dat  ick  aenko- 
mende  gehoort  hebbe ,  heeft  u ,  of  mijn 
of  zijn  faeck ,  of  het  voorval  van  defen 
dag,  met  holle  magen  gelaten .  Met  eenen 
voeghde  hy  fich  voorheen  naer  het  fpeel- 
huys,  noodigende  het  ghefelfchap  te 
volgen  :  dieiich  nietlang  lieten  bidden , 
alibo  fy ,  het  vertellen  geëyndight  zijnde  r 
nu  een  tamelijck  gevoelen  van  honger 
begoften  te  krijgen.  Men  vant  geraden 
de  tafel  voor  het  bedde  van  den  gequet- 
ften  Euftacchio  tedecken,  om  hem  door 
het  vermaeckelijck  geielfchap  mede  wat 
moets  te  maecken.  De  voorraet  van 
fpijle  was  noch  fpaerfaem  noch  overda- 
digh ,  na  de.  wijle  der  Landt-huvfen ,  het 

Dancket? 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  3^ 

ncket ,  eygen  gewas,  keur  van  fchoone 
ruchten ,  onder  anderen  ingeleyde  Abri- 
ofen,  en  voorn a ment  1  ij  ck  Perficken ,  of 
olken  ,  tot  verwondering  van  de  twee 
Italianen ,  ongemeen  groot  en  fchoon* 
Is  het  geen  wonder ,  feyde  Ambrofio  ,  dat  Natuur 
die  vrucht,  dewelcke  hier  te  landt  foo  feer  der 
begeert  wordt,  in  Perfien  (van  waer  fy  tot 
ons  overgebraght  zijn)  voor  venijnigh,  of  * 
altoos  feer  fchadclijck  gehouden  wordt, 
indien  wy  anders  Alciatus  willen  gcloo- 
ven;  diedefelvegebruyckt  tot  een  bewijs,, 
dat  de  verandering  der  geleerde  mannen 
van  plaets ,  geli jek  die  van  de  vruchten  , 
niet  telden  hun  aertcn  geluck  verbeteren 
doet.    Het  fou  te  bedencken  zijn  ,  ant- 
woorde  Periander  daer  op,  of  fulcks 
meerder  het  iandr,  als  den  weecken  en 
verwijfden  aert  der  Perfianen  moet  toege- 
fchreven  worden -y  want,  willen  wy  de  £jeetlt 
ondervinding  gelooven ,  dit  volck  heeft  i>Crfia«. 
weecke  harftenen,  en  by  gevolgh  wcecke  nen. 
magen;  want  om  dat  fy  van  k  indts  been  af 
met  het  hooft  leer  gedeckt  gaen ,  blijft 
hen  de  pan  foo  weeck,  datfe  byna  door 
hetminlte  geweltdoor  geftagen  konnen 
worden ,  waer  over  fy  oock  feer  licht  kael 
van  hooft  worden ;  daer  de  Egyptcnaren 
in  tegendeel,  die  veel  bloots  hooft  gewent 
zijn  te  gaen,  lelden  het  uytvallen  des 
hayrs  onderworpen  zijn.    Den  Koninck. 
Hvndrick  de  vierde  van  Vranckrijck , 
vervolghde  daer  op  Lyfandcr ,  wort  oock 

na? 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4° 


DORTSCHE 


nagegeven  ,  dat  hy  in  het  landtfehap 
Bearn ,  daer  hy  in  fijn  jeught  is  opgevoet , 
vaneerftenaf  aen bloots  hoofts  geloopen 
heeft ,  en  dat  hy  daerom  foo  wel  tegens  de 
ongemacken  van  den  oorlogjh  moght. 
Wat'cr  van  zy,  antwoorde  Periander ,  het 
is  feecker ,  dat  dc  gewoonte  byfondere 
kracht  heeft  op  de  natuur.  In  Indien  wor- 
den de  eerft- geborene  vruchten,  foo  als 
fy  ter  wereldt  komen,  &  adhucaMatre 
rubentes ,  in  de  Rivieren  afgewaflfchen,  en 
waervintmen  kloeckeren  ftereker  man- 
nen? De  koude  van  dit  geweft,  antwoorde 
Euftacchio ,  fou  hier  fulcks  niet  toelaten. 
Onfe  ftroomen  of  ftaende  wateren ,  ver- 
volghde  Polymythus,  fouden  hier  mif- 
fchien  een  doodende  kracht  hebben  ,  daer 
uw  Italiaenfche  een  levendmacckende 
hebben,  indien  men  anders  de  reyfigers 
geloof  geven  magh  ,  die  gewoon  zijnde 
aenhoorders  van  hun  tochten  metopge- 
gefmuckte  vonden  tot  verwondering  op 
te  voeren.  Evenwel ,  voer  daer  Periander 
op  in,wat  is'er  van  uw  Laco  Aniino,  en  haer 
kracht ,  om  de  beeften ,  die  in  het  Grotto 
dei  Cani  geftorven  zijn,  weder  levende  te 
maecken  ?  Ick  magh  feggen  ,  antwoorde 
Euftacchio ,  het  felve  meermaels  gefien 
te  hebben:  maer  of  de  honden,  die  we! 
Aerdt  doodt  fcheenen  te  zijn  ,  in  der  daet  al  doot 
Grot-0  warcn  *  nauwelijcks  derven  ver- 

to  d«i  feeckeren.  Ick  geloove,  berechte  l'erian- 
Cani,  der  daer  op  ,  dat  het  werek  foodanigh 

ge- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  4, 

wïlegen  is  :  de  honden  ,  met  den  neus 
I  dicht  by  de  aerde  gaende  ,  trecken  lichte- 
lijck,  jae  begeerlijck  de  fwavelachtige 
dampen  van  die  grondt  in  ,  dewelcke  hen 
de  harflenen  in  fulcker  voegen  vervullen, 
dat  de  andere  lucht,  door  de  ftrijdigheydt 
van  die  aeflfemingen,  daer  uyt  gehouden 
wordt ,  gelijck  men  defel  ve  wereking  in 
den  wijn  liet ;  waerdoor  de  dieren  fich  als 
fonder  bewegen  en  gevoelen  bevinden  ; 
maerterftondt  weder  in  het  koude  water 
geworpen  zijnde,  bekomen  fy  van  die 
befwij  meling  ,  gelijck  de  aemachtige 
menfehen ,  dicmen  met  water  in  het  aen- 
gelicht  te  befprenckelcn  weder  bekomen 
doet ;  alfoo  de  gceften  door  de  fchielijcke 
en  ftrijdende  koude  weder  opgeweckt, 
enaen  het  bewegen  geholpen, en  de  fwa- 
velachtige dampen  ,  door  het  openen  der 
fwectgaten,  machtigh  worden.  Het  is 
evenwel  te  verwonderen  ,  vervolghdcPc- 
riandcr ,  dat  defe  ongefonde  opwaeflemin- 
gen,  diefelf  het  vliegende  gevogelte  doen 
in  het  water  neder  vallen,  het  geweftvan 
Napels  die  aengenamc  vruchtbaerheydt 
laten.  In  tegendeel geloofmen,  antwoor- 
de  Ambrolio,  dat  de  folpherachtighe 
gront ,  dcor  het  ftoven  van  die  verborgen 
warmte ,  daer  feer  toe  helpt ,  gelijck  de 
heetfte  meft ,  aen  de  boomen  geleght,  hen 
dickmaels  te  beter  tieren  doet  :  en  in  der 
wacrheydtdit  ge  welt  behoeft  voor  geen 
van  gekeel  Italien ,  in  fchoonheydt  en 

vrucht- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4»  DORTSCHE 

vruchtbaerheyt ,  te  wijeken.  geluckigh 
waerlijck,  indien  de  onderlinge  afgunft 
der  grooten,  niet  veel  van  ons  geluck  ver- 
mindert had  ,  die  foo  geduurigh  als  bitter 
isjgelijck  blijekt  aen  die  oude  en  verë'el- 
de  twift  van  de  Colonnen  en  Caraffen.  Wy 
hebben  veel,  antwoorde Periander ,  daer 
vangehoort,  maerno,t  de  rechte  grondt 
en  oorfaeck  daer  van  konnen  vernemen ; 
indien  uw  heerlijcklieydt  daer  eenigeby- 
fonderc  kennifie  van  heeft ,  ons  fou  dienft 
gefchieden,indien  ghy  ons  het  verhael  ge- 
liefde mede  te  deelen.  Soo  veel  my  daer 
van  kondigh  is,  mijn  Heer,  antwoorde 
Ambrofio,  (gelijck  ick  meyjie  daer  al  yets 
af  te  weten)  lal  ick  geerne  het  gefelfchap 
deelachtigh  maken,  indien  de langkwij- 
ligheydt  U  E.  niet  lal  komen  te  vervelen, 
't  Geen  aengenaem  en  nut  is ,  kan  noyt  te 
lang  zijn ,  antwoorde  Periander ,  en  alfoo 
begoft  Ambrofio  fijn  verhael. 

Verhael  van  het  gefch'dder  Colonnen  en 
Caraffen. 

pOmpejo  Colonna ,  Vader  van  Fabricio  > 
zijnde ,  ter  oorfaeck  van  een  neder- 
laegh  tot  Roomen  begaen  ,  gedrongen 
lijn  toevlucht  weder  na  Napels  te  nemen, 
vernam  in  fijn  gebuurte  een  onbekent 
Edelman ,  die  daer  voor  eenigen  tijdt 
met'er  woon  was  gekomen  ,  genaemt 
Olivier  Carafïa,  een  dapper  man*  defe 

nam 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


ARC  A  D  I  A.  43 

imhy  in  fijn  vrientfchap  aen ,  endede 
hem  de  gunlr ,  hem  in  fijn  huyste  ontfan- 
gen  ,  niet  als  cJienaer ,  maer  als  een  vrient, 
dieinongelegentheytwas  ;  en  deed  hem 
tenlaetften  infulckcr  voegen  fijn  fortuya 
en  (lact  maken  ,  die  in  wacrheydt  wcy- 
nigh  by  die  van  de  Colunnen  tevcrgclijc* 
ken ,  maer  cvenWel  boven  de  aldcr- 
eergierighfte  hoop  van  al  de  Caraffr  n  was. 
Van  delen  Olivierzijn  voort-gekomen  * 
Vincent ,  en  den  anderen  Olivier  Carafta , 
die  door  hun  verdienften  tot  hetCardi- 
naels  ampt gekomen  zijn  ,  als  mede  daer 
naPaulo  en  Jovan  Pietro,  die  Ikh  lelvcn 
doorluchtigh  hebben  gemaeckt ,  wanneer 
de  Franfchen  de  eerltemacl  in  Italicn 
cjuamen  afdalen;  en  die  doordegeduurig- 
heyt  diefeaen  hun  wcl-doenders  bewefen 
hebben  ,  door  der  felven  middel  tot 
fulcke  wacrdigheden  verheven  zijn  ge- 
worden, als  machtigh  genoegh  waren 
hun  gcfagh  ftaendc  te  houden.  Fabricius 
Colonna  had  twee  Soonen  ,  dewelcke, 
volgende  den  heerlijckcn  en  eerlijckcn 
trant  van  hun  voor-ouderen ,  hun  jeught 
dapperlijck  hebben  geoeffcnt,  tot  achter- 
deel der  vyanden  des  Keyfers  ,  welcks 
zijde fy  droegen,  gelijck  de  Caraffendie 
van  den  Paus.  De  outftc  was  den  dappe- 
ren Mare  Antonio,  die  het  belegh  van 
Verona  foo  mannelijck  heeft  uy t  geftaen  , 
infpijtvanal  het  gewelt  van  Lautrech , 
den  grootften  Hooft-man  die  de  Fran- 
fchen. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


44         DOR  TSCHE 

fchen  oyt  in  Italien  hebben  gehadt ;  in 
welck  verdedigen  hy  fulck  een  eer  heeft 
begaen  ,  dat  de  Veneetianen  ,  tot  een 
ceuwigh  kenteecken  van  fijn  verdienften, 
hem  een  treffelijcke  Eer-kolomme  in  hun 
Stadt  hebben  opgerecht  ;  en  ,  om  hem 
vorder  te  verbinden ,  gebeden  hebben  de 
doorluchtigfte  Dochter  van  hun  gebiedt 
en  ftaet  te  trouwen ;  uyt  de  welcke  Ca- 
millo  en  PompeoColonne,Oomé  van  dien 
Mare  Antonio ,  daer  wy  tegen  woord  igh 
meeft  van  te  fpreken  hebben ,  beneffens 
Iulia  fijn  Moeder,  voortgekomen  zijn. 
Sijn  jongde  Soon  was  Prolper  genoemt, 
dewelcke  ongcluckighlijck  verraden 
zijnde,  foo  als  hy  den  Hartogh  van  Mi- 
lanen  eenige  troepen  toe-braght ,  gevanc- 
kelijck  in  Vranckrijck  gevoert  wiert, 
daer  hy  foo  wel  en  getrouweüjck  door 
Paul  CarafFa  (die  het  fel  ve  ongeluck  had) 
by  eeftaen  wiert ,  dat  hy  door  lijn  toedoen 
middel  kreegh ,  om  te  ontkomen  en  we- 
der na  Milanen  te  keeren ,  om  de  beledi- 
ginge  van  fijn  quaedt  gel uck  te  verbete- 
ren j  makende  te  gelijck  de  tijt  van  fijn 
gevanckenis  doorluchtigh  door  uytfteec- 
kende  daden,  die  fchadeÏÏjck  voor  fijn  vy- 
anden  ,  maer  byfonder  vorderlijck  voor 
de  vrienden  waren.  Want  terwijl  hy  tot 
Parijs  in  de  gevanckenis  was ,  kreegh  hy 
onderrechting  dat  Carel ,  Hartogh  van 
Bourbon ,  Conneftabel  van  Vranckrijck , 
eenige  diepe  en  duyftere  m  i  1  h  oegen  s  had , 

de- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


A  U  C  A  D  I  A.  45» 

jjdewelcke,  nae  de  kunftgehandelt  zijnde, 
-afijn  yver  voor  die  felve  kroon ,  wel  fouden 
ij  mogen  doen  verkoelen,  ja  metter  tijdt 
-ijvan  den  dienft  van  fijn  ouden  heer  aftrec- 
aken.    Profper  fochtdefegelegentheydt, 
itdie  fich  fclven  foo  koftelijck  aenboodt , 
ii niet  te  verliefen:  maerwiit,  doormiddel 
vanOlivier  CarafFe,  fijn  medegevangen, 
dielooflijck  van  een  Édelman,  Priemar 
genoemt ,  de  moeyelijckheydt  van  den 
Conneftabel  verftaen  hadt,  feer  wel  de  on- 
.v:3j  gemeene  en  wijdt  uytgeftreckte  eerfucht 
v  van  Bourbon  te  liefkoof  en ,  en  al  foo  de 
getrouwheydt  van  dien  Prins  te  doen 
wanckelen  ,  voor  foo  veel  hy  hem ,  van 
•i  wegen  den  Keyfer ,  een  plaets  in  fijn 
•3  oorloghs  macht ,  en  fulcken  waerdigheyt 
i  in  fijn  landen,  als  fijn  hoogc  geboorte 
verdiende ,  wift  te  belooven,  wacr  mede  hy 
volkomentlijk  de  belediging  die  hem  aen- 
]  gedaen  was,  fou  konnen  wreken»  De 
I  Hartogh  van  Bourbon  dan  vlucht  uyt 
'.j  Vranckrijck,  en  neemt  met  fich  iVofper , 
s|  Olivier,  Pomperan,  en  Priemar,  bencffens 
►J  eenige  andere  Edel-lieden  van  fijnen  aen- 
hangk.    Het  welck  daer  na  de  oorfaeck 
ï.1  was  van  het  verlies  van  de  flagh  voor 
Favie ,  en  de  gevanckenis  van  den  ICo- 
ninck  Francois  de  cerfte.    Profper  hielt 
fijn  woort  aen  fijn  verlolTer,  en  begevende 
fich  na  den  Keyfer,  braght  hem  de  blijde 
bootfehap  van  het  afvallen  des  Hartoghs» 
en  bewoogh  hem  denfclve  te  gacn  ontfan- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


49  DORT8CHE 

gen;  jae  in  fulcker  voegen,  dat  hemden 
Keyfertot  op  dry  mijlen  buyten  Toledo] 
met  al  de  grooten  van  Spangien ,  tegen] 
quam,  al  waer  hy  hem,  en  Profper,  grootej 
gefchenckcn  van  gout  en  filver  deed.: 
Frofper  behielt  niet  als  een  kleyne  fbmmé 
voor  lïch  fel  ven  ,  gevende  Olivier  CarafFq 
de  reft.    Maer  den  Hartogh ,  hebbende  ai 
het  fijne  Priemar  gegeven ,  bclafte  hemJ 
daer  een  ruyme  milthey  t  mede  te  plegenJ 
om  aen  de  Caftilianen  te  toonen ,  dat  hy  in 
der  daet  Edelmoedigh  was.    Men  feght 
dat  Priemar  alleen  ten  deelen  fijn  Meefter  i 
daer  in  gehoorfaem  was ,  en  den  beften 
buyt  voor  fich  felven  hielt,  foo  dat  hy I 
als  doe  ten  eerften  geen  berouw  hadt , 
Vranckrijck  verlaten  te  hebben ,  daer 
hy    maer  tamelijcke  gelegentheydt 
had  ;  in  voegen  hy  nu  foo  rijck  wierdt, 
datdenKeyier,  ter  liefde  van  den  Har- 
togh van  Bourbon ,  hem  liet  trouwen 
met  de  Jonge  Leonoor ,  eenige  Dochter 
van  Dom  Sebaftiaen  Romalez ,  een  Edel- 
man ,  die  een  van  de  rijekfte  van  geheel 
Spangien  geacht  wierdt  :  de  Bruyloft 
was  nauwclijcks  gehouden ,  of  Profper 
begeeft  fich  weder  na  Napels ,  hebbende 
van  te  vooren  foo  veel  te  wege  gebracht, 
dat  Iovan  Pietro  CarafFa,  Broeder  van 
Paul,  tot  het  Cardinaels  ampt  verheven 
wiert ,  die  naderhandt  oock  Paus  gewor- 
den isi  welcke  luyfter,  hoewel  van  de  Co- 
lonnen  afgedaclt ,  hen ,  die  der  dc  meefte 
i  oor- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


-4 


s;, 

•1 

||| 


A  R  C  ADIA:  47 

oorfaeck  van  zijn  geweeft,  by  na  toonder 
gebraght  heeft.  Staendanu  ondertuffchen 
het  ongeluck  van  Vranckrijck ,  ter  oor- 
faeck van  het  verlies  van  de  flagh  van 
Pavie,en  de  gevangkenis  van  dé  Koningk 
Francois>  wierden  de  gemoederen  der 
Italiaenfche  Vorften ,  vreefendc  dat  den 
Keyfer  hen  te  machtigh worden ,  enge* 
heel  Italien  afloopen  Tou ,  tot  voordeel 
van  Vranckrijck  opgeweckt;  en  daer,  ter- 
wijl defe  twee  groote  Princen  tegen  mal- 
kander ingelijcke  macht,  als  in  ballans 
ftonden,  noch  den  Paus,noch  den  Veneet- 
fiaen,  fich  voor  de  een  of  de  andere  zij  de 
verklaren  wilde ,  vielen  nu  foo  wel  de  een 
als  de  ander  de  fwackfte  toe ,  waer  door 
fy  des  felfs  vcrlooren  hoop  weder  wacker 
maeckten.    Dit  werck  brack  uyt,  al  eer 
den  Keyfer  daer  de  minfte  lucht  van  had , 
en  indien  Profper  fich  ten  eerften  tegen 
het  eerfte  gewelt  van  dit  verbondt  niet 
kloeckmoedighlijck  eeftelt  had, den  Key- 
fer fou  de  fchade  en  fchande  hebben  moe- 
ten dragen ,  van  fich  uyt  Italien  gedreven 
te  fien.    Maer  hy  fulcks  vernemende, 
fandt  terftont  Bourbon,  die ,  door  een  doo- 
delijckén  haet  gedreven  tegen  de  bondt- 
genooten  van  fijn  ouden  Mecfter ,  fijn 
leger  voor  P.omen  floegh ,  de  Stadt  in- 
nam ,  aendeplondcring  van  fijn  krijghf- 
volck  over  gaf  i  maer  zijnde  acn  de  brefle 
door  een  Mufquet  koegel  gefchoten  (jae 
felf ,  gelijckmen  feght ,  door  een  van  fijn 

eygen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


48  DORTSCHE 
eygen  volck)  verfeeckerde  fichPriemar*|i 
die  het  bewindt  van  fijn  huys  had  ,  van all  i 
fijn  goederen  en  toeft  el.  Ondertuflchettl 
den  Prins  van  Orangien ,  op  wien ,  na  del 
doodt  van  den  Hartogh,  het  gebiedt,  over  I 
de  oorloghs  macht,  gekomen  was ,  drong  j 
den  Paus  Clemensfoo  nauw,  dat  hy  hem  I 
dwong  na  fijn  flotSt.  Angelo  te  vluch-  I 
ten,  daer  hy  hem  ,  door  de  uytterfte  noodt  I 
gedrongen ,  fou  gekregen ,  en  na  Madrid 
gefonden  hebben ,  om  den  Koninek  van  1 
Vranckrijck  gefelfchap  te  houden ,  indien 
Vefpafiaen  Colonna ,  Oom  van  Profper  ». 
niet  ondernomen  had  hem  te  befcher- 
men,  en  den  voortvarenden  overwinnaer 
bewoghen  ,  hem  fijn  vryheydt  toe  te 
ftaen  ,  hoewel  voor  een  groot  ftuck 
geldts. 

Ick  verveele  u  miffchien,  mijn  toe- 
hoorders ,  door  ai  defe  voorbereydtfelen  j 
maer  wy  fullen  haeft  tot  andere  dingen 
komen,  die  lichtelijckwat  genoeghlijc- 
ker  fullen  zijn.  Eyndelijck  de  vrede  tuf- 
fchen  den  Keyfer  en  den  Koningk  van 
Vranckrijck  tot  Camerijck  belworen 
zij  nde,  kreegh  de  geheele  werelt  daer  door 
een  geheel  nieuw  wefen ;  Romen  voorna- 
mentlijck  beftondt  weder  het  hooft  op  te 
fteecken  :  te  meer  dewijl  Paul  Farneze,die 
Clemens  in  den  Paufelijcken  ftoelopge- 
volght  was ,  hem  in  fijn  hact  niet  na  volg- 
de. Het  Hof  kreegh  weder  fijn  oude  luy- 
wer ,  en  den  Adel ,  die  daer  voorheen  uyt- 

geban- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  49 
•{gebannen  was  quam  allengskens  weder- 
kom, rriemarmede,  hebbende,  alsgefeght 
fis,  fijn  Meefter  Bourbon  gevolghr,  begaf 
•  fich  nae  lijn  doot  mede  tot  Rome  metter 
•:  woon,  daerdefchoonhcyten  wellevent- 
-{  heyt  van  fijn  Vrouw  Leonuor,  en  deby- 
ofondere  aerdigheyt  en  bevallïgheydt  van 
•nfijn  dochter  Colombinc,  al  de  Grooten 
I  van  dat  Hof,  als  feylfteenen ,  tot  fich  troc- 
i  ken.onder  dewelcke  Mare  Antonio ,  Soon 
i  van  Profper,  fich  daergeduurigh  liet  vi li- 
jden, beneffens  den  Jongen  VirginiusUr- 
ufno ,  die ,  nae-verwante  van  de  CarafT.n 
»|zijnde ,  met  Mare  Antonio  om  het  voor- 
recht fcheen  te  ftrijdem  Dit  leyde  de  eerfte 
•;gront  van  mifnoegen,  die  daer  nae  door 
•  :.iCCamille  Colonne,  Soon  van  den  voor- 
noemden Mare  Antonio, hervat ,  endoor 
eê  eenparige  min-y  ver  vermeerdert  wiert. 
*Maeraldit,  alslanckvvijligerdan  verma- 
ckeüjck ,  en  maer  van  verre  onfe  ficck 
erakende,  fullen  wy  kortelijckovcrllacn , 
ïen komen,  nae  dat  wy  ccnighfins aldus 
)debeginiclen  van  de  Caraffcn  nebben  op- 
pgehaelt,  op  de  na-faten,  daer  wy  alder- 
imeeft  van  meenen  te  fpreken.  Mare 
iAntonio ,  een  Edelman  van  uytfteeckcnde 
).hoedanigheden ,  Soon  van  Mare  Aurelio  , 
edrevcn  door  een  begeerte  van  vreemde 
anden  tellen,  vandtgeenbequamer  gé- 
|welt  ,  om  fijn  hoedanigheden  in  het 
werekte  (lellen,  als  hetSpacnfcheHof , 
het  geen  alfdoe,  door  de  acnkomft  van 

C  den 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCH E 

den  Koninck  Philippus  de  II.  een  nieuw«| 
luyfter  kreegh.  Hy dan,  wetende  den j 
bedelden  tijdt  ,  wanneer  dien  Koninck 
fijn  intrede  tot  Madrid  fou  hebben  te 
doen  ,  begaf  fich  daer  heen ,  met  een  toe- 
del  die  fijn  ftaet  waerdigh  wasj  daer  het 
hem  geluckte  kenniflfe  metDonJanvan 
Ooftenrijck  (  fondcr  dat  defen  Prins 
noch  voor  meerder  als  voor  Don  Jan  de 
Salcedo,  Soon  van  den  Heer  Quifciada, 
bekent  was)  te  krijgen.  Maernadathy 
fich  daer  een  wijl  op  gehouden  had ,  quam 
den  grootenCareldevijtdc,  (die  ,  nadat' 
hy  lijn  Soon  al  fijn  Koninckrijckcn  en 
andere  ftatcn  opgedragen  had  ,  fich  tot 
het  Kloofter  leven  begeven  had)  te  der- 
ven ,  waer  door  het  geheele  Hof  dqn 
P.ouw  acn  nam :  oock  Philippus ,  oorde- 
lende uyt  zijn  af-geibndertheyt  meerder 
aenlïen  te  lullen  verkrijgen,  hielt  fich 
bedeckter  als  voor  heen,  weynigh  toe- 
gangk  aen  yemandt  gevende ,  het  welck 
Ven  1'eker  mifnocgei?  in  veel  aenfienlijcke 
IIccren  verweckte  ,  en  onder  anderen 
oock  Mare  Antonio  Colonna  het  Hof  deed 
verlaten  ,  met  voornemen  ,  alfoo  het  ge- 
rucht van  de  Ncderlantfche  beroerten, 
enhetmilhoegen  der  Grooten  aireets  me- 
nighvuldigh  in  het  Hof  van  Spangien 
wiert,  fich  derwaerts  te  begeven ,  en  dat 
lanttekiefen  ,  in  geval  daeryets  met  de 
wapenen  te  doen  moght  vallen,  tot  een 
toonccl ,  om  fijn  dapperheyt  op  te  ver- 

too- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA 


•4' 

'  1 


1 


toonem   Hy  dan  begaf  fich  weder  na 
Napels ,  om  alle  nootfakelijckhedcn  tot 
fijn  reis  te  vcrforgen.    Maer  foo  haeft  was 
hy  daer  niet  gekomen,  of  fijn  Vader  gaf 
hem  te  kennen ,  dat  hy  in  fijn  af-zijn 
voor-genomen  had  een  van  fijn  Sufters, 
aen  eenjonck,  wel-gemaekt,  en  rijck 
Edelman  uyt  te  houwclijcken  ,  die  iècr 
op  haer  verlieft  was.    Ghy  weet ,  fcyde 
den  ouden  Man,  hoe  nauwen  forge  ick 
over  mijn  kinderen  drage ,  en  hoe  gevaer- 
lijk  de  bewaring  van  foodanigepanden  is , 
het  welcke  my  daer  te  eerder  toe  bewogen 
heeft ,  alhoewel  ick  een  foort  van  tegen- 
zin in  uw  Sufter  Victoria  bemerekt  neb- 
be} doch  ick  Jegge  de  oorfaeck  daer  op, 
datdatgeflacht  gewoon  is  haer  gencgent- 
heden  te  ontveynfen.    Maer  of  iy  al 
fchoon  eenige  andere  reden  had,  foo 
meen  ick  my  even- wel  in  defe  gelegent- 
heyt  van  de  macht  ,  die  my  de  Natuur 
over  haer  gegeven  heeft,  te  dienen,  als 
mede  op  de  indrucking  die ,  tegen  behoor- 
lijckheyt ,  cenigh  ander  Perioon  op  haer 
gemoet  magh  gemaekt  hebben ,  weynigh 
te  paflen.    Gaet  ghy  haer  evenwel  van 
mijnent  wegen  belbecken,  en  macckt 
haer  genegen ,  om  op  morgen  de  voor- 
waerden  van  haer  Houwelijck  teonder- 
teeckenen.    Gclijck  Mare  Antonio  wel 
Wift ,  dat  fijn  Vader  fcer  valt  by  fijn  ltuck 
bleef,  cn  niet gaerne tegen gefproken  was, 
deed  hy  niet  anders ,  dan  met  een  diepe 

C  i  eer- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCHE 

eerbicdighey  t  fijn  affchcy  t  van  hem  tc  ne- 
men ,  en  foo  voorts  na  fijn  Sufters  Kamer 
tegaen,  die  hy  feermoeyelijck  en  neêr- 
flachtigh  vandt.  Sy  was  ondertufTchen 
fcer  blijde  van  hem  te  fien,  fonderdatfy 
evenwel  na  liet,  blijckelijcke  teeckenen 
van  een  inwendige  droefheyt  te  toonen* 
Na  dat  de  eerfte  hoffel ij ck heden  waren 
afgclegt ,  wilde  haerMarc  Antoniofpre- 
ken,  van  het  geen  hem  lijn  Vader  had 
gefcgt ,  waer  op  fy  terftont  feer  in  haer 
aengeficht  ontftack ,  en,licnde  haer  broe- 
der met  droefheyt  en  onfteltenis  aen ,  fey- 
de  tot  hem :  M  ij  n  broeder ,  ghy  hebt  ee- 
nighfins  kenniffc  van  mijn  aert.  Ick 
ben  een  weynigh  ingetogen ,  en  verberge 
geduurighlijck  mijn  gevoelen ,  fonder  dat 
ick  evenwel  het  uytterfte  vermogen  op 
mijn  eygen  driften  heb,  en  dit  fal  de  oor- 
faeckzijn,  foo  het  u  gelieft,  datgymy 
lult  hebben  te  verfchoonen ,  indien  ick  u 
oprechtelijck  nu  te  kennen  geve ,  wat  my 
verbint  eenigen  arkeer  van  Afcanio  te 
hebben ,  dewelke  men  my  ten  Houwe- 
Jijck  foeckt  te  geven.  Maer  indien  ghy 
my  oy t  bemint  hebt ,  moet  gy  al  uw  ver- 
mogen aen  wenden ,  om  hem  van  dit  ver- 
foeck  te  doen  afftaen.  Mare  Antonio, 
kennende  fijn  Sufters  aert,  nam  foo  veel 
voor  veel  van  haer  gelegt,  en  gelijk  hy 
haer byionderlijck beminde, en  wel  wift 
dat  fy  ,  hebbende  een  hooghdravend  ge- 
moet  ,  geen  geringe  driften  fou  konnen 

her- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  f3 

herbergen,  liet  hy  niet  na,  haer  al  haer  by- 
fondere  redenen  af  te  parflen.  i>y  wey- 
gerdc  fulcks  in  het  cerfte,  macr  haer  be- 
langen ,  en  het  vertrouwen  dat  fy  op  hem 
had  ,  haerdaer  toe  verbindende,  maeckte 
fy  fich  vaerdigh  ,  hem  haer  gantfche  ge- 
moet  te  ontdecken.  Wanneer  een  andere 
jonger  Sufter  hen  quam ftoren  ,  dic,ter- 
ftont  haer  Broeder omhelfende ,  (hoewel 
hy  over  haer  komft  niet  feer  genoeght 
was,  temeer  dewijl  Victoria  hem  teec- 
ken  deed ,  dat  fy  niet  begeerde  dat  Caflan- 
dra  (foo  was  de  jongfte  genaemt)  kennifle 
van  hun  onderlinge  redenen  had)  hem 
terftont  duyfent  vragen  begoft.  voor  tc 
ftellen ,  daer  hy  al  kortclijck  op  antwoor- 
de ,  hopende  dat  fy  te  eerder  fou  vertrce- 
ken,  en  hen  alleen  laten.  Maer dewijl 
fy  haer  Broeder  in  langen  tijt  niet  gefien 
had  , oordeelde  defe, dat  het  dewelvoe- 
gentheyt  vereyfehte,  hem  een  weynigh, 
te  onderhouden  ,  en  bcgolt  daer  op  "de  ge- 
hcele  faeck ,  acngaende  het  verlbeck  van 
Alcanio,  te  verrellen.  Mare  Antoniofagh 
wel  dat  fulcks  Victoria  niet  feer  na  haer 
fin  was,  maerhy  weet  fulcks  niet  als  dc 
gemeene  gewoonte  der  Dochteren,  die 
altoos  fchijncn  mifnocgen  te  nemen , 
wanneer  men  fpreeckt  van  hen  uyt  tc 
houwelijckcn.  Eyndelijck  ,  dewijl  Mare 
Anronio  faghdat  fy  haer  verhael  opgehe- 
ven hadt ,  en  dat  het  fwaer  fou  vallen  haer 
tc  doen  fwij gen  ,  befloothy  haer  te  laten 

C  £  voort- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


s±  DORTSCHE 

voortgien ,  om  foo  het  naufte  bericht  van 
de  aerten  natuur  van  Afcanio  te  krijgen. 
Ick  geloof,  mijn  broeder,  feyde  fy»  dat'er 
in  dit  verfoeck  ecnige  noodtfchickelijck- 
heydt  is ,  en  dat  die  faeck  die  men  onder- 
handen neemt,  noch  een  andere  met  haer 
inwickelen  fal.  Afcanio  is  jongk,  rijck 
en  dapper,  gelijckmen  feght,  maerlijn 
aert  een  weynigh  emftigh ,  en  een  wey- 
nigh  grimachtigheydt ,  die  hy  evenwel , 
ten  beften  hy  kan ,  pooght  te  bedecken , 
heeft  weynigh  ovcr-een-koraft  met  de 
genegentheden  van  Victoria.  Hy  heeft 
in  vergelding  een  Broeder ,  Profper  ge- 
noemt  ,  die  twee  jaren  jonger  is  als  hy ,  da 
aerdighfte  en  vermakelijckfte  Edelman 
die  binnen  Napels  is,  indien  anders  waer 
is,  het  geen  men  van  hem  feght.  Hy  weet 
dat  ick  geen  van  de  fwaermoedighfte  ben , 
vn  ick  geloof,  voor  foo  veel  als  men  kan 
iïen ,  dit  mijn  Vader  tot  dit  verdubbelde 
maeghfehap  niet  qualijck  genegen  fou 
zijn.  Victoria ,  die  tot  daer  en  toe  de 
oogen  na  de  aerde  gehouden  hadt,  en  in 
diepe bcdenckingen  fcheentc  zijn,  ant- 
woorde  haer  daer  wel  haeft  op.  Ick  door» 
dringe  defe  noodtfehickeiijekheydt  (eer 
weynigh,  en  bekommeremy  oockfeer 
luttel ,  of  defe  faek  noch  een  ander  met 
fich  inwickelt;  mier  ick  wil  u  dat  wel 
tocfeggen ,  indien  defel  ve  fijn  voortgangk 
neemt ,  dat  ick  my  fcer  bedrogen ,  en  on- 
geluckigh  vinden  fal.    CaiTandra  wilde 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  S? 

haer  daer  weder  op  antwoorden,  wanneer 
men  Mare  Antonio  quam  aenfeggen ,  dat 
Afcanio, hebbende  fijn  aenkomft  gehoort, 
veribcht  hem  te  mogen  begroeten.  Om 
hem  dan  met  de  meefte  omftandelijck- 
heyt  te  handelen  ,  wilde  hy  hem  niet  tot 
in  de  kamer  van  fijn  Suftcrs  laten  komen , 
te  meer  alfoo  hy  wel  wift,  dat  fulcks 
Victoria  niet  aengenaem  fou  zijn ,  in  dc 
welcke  hy  nualrcedts  een  merckelijcke 
afkeer  ge  fien  hadt,maer  hy  gaet  hem  ïelfs 
aende  voor-zael  vinden.  Defe cerfte acn- 
fpraeck  gingk  bykans  geheel  deur  in  Hof- 
fel  ij  ck  heden,  ten  eynde  van  de  welcke  hy 
oorlof  nam  van  Mare  Antonio ,  nademael 
menigte  van  fijn  vrienden  mede  inquamé, 
die  hen  beletten  ,  dieper  in  hun  onder- 
handeling te  treden.  De  relt  van  den 
dagh  gingk  op  defe  wtjfe  door,  fonder  dat 
Mare  Antonio  gelegentheyt  krijgen  kon- 
de  Victoria  vorder  over  haer  laeck  tc 
konnen  onderhouden  ,  dewclcke  hy  des 
avondts  over  de  macltijJt  wondeilijck 
fwaermoedigh  vandt ;  en  lijn  Vader,aen 
de  andere  zijde ,  alfoo  vaft  van  voornemen 
zijn  voornemen  te  volvoeren,  daer  hy  fijn 
Soonden  gantfehen  avondt  mede  onder- 
hieldt,  alscen  fake  daer  fijn  Sultergroot 
voordeel  fou  uy t  te  wachten  hebben,  voor 
foo  veel  fyaenceh  aenfienlijck  genacht 
fou  komen.  Des  Morgens ,  zijnde  noch 
nietjopgeftacn ,  komt  'er  een  Pagie aen  de 
kamer-deur  van  Mare  Antonio  kloppen; 

C  4  wan- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


S6  DORTSCHE 

Wanneer  defen  ingelaten ,  en  voor  het 
bedde  gekomen  was,  vraeghde  hy  hem,  of 
hy  Mare  Antonio  was?  deie  ja  geantwoort 
hebbende,  gaf  hem  den  dienaer  een  Brief, 
dewelcke  hy  openende ,  van  defen  inhout 
bevandttezijn. 

Brief  van  Don  Artal  aen  Mare 
Antonio. 

Voor  foo  veelghy  den  beleef tflen  en  Edelmoe- 
dighjïen  Edelman  ter  werelt  zijt ,  verwacht  ick 
van  uw goedertierentheyt ,  en  trouwhart'tgheyt 
de  uytvjerckfeh  van  fulck  een  hooge  achting , 
flh  uw  deughden  van  ugemaeckt  hebben,  lek 
hevinde  my  geenjïnts  in  ft  jet  om  u  te  kon- 
Ken  vinden ,  mijn  ongevallen  en  mijn  fteckte 
verhinderen  rny  het  felve :  maer  eer  dat  de  fel- 
ve  mijn  gerechtige  vj.inhoop  verhaeften.en  het 
ander  mijn  droevigh  leven  komt  te  eyndigen  , 
bejweere  icku  foo  veel  liefde  te  willen  toontn , 
ah  te  komen  befoecken 

D.Artal. 

Mare  Antonio  bevand  (ieh  in  het  eerfte 
een  weynigh  benieuwt  over  het  ernftigh, 
verfocck ,  het  welcke  hem  van  defen  liec- 
ken  gedacn  wierdt ,  daer  hy  felf  den  naem 
niet  van  kende.  Evenwel,  acnmerekende 
hoe  ernftigh  hy  hem  verfocht ,  en  op  wat 
wijfehy  van  hem  onderftandt  begeerde , 
geloofde  hy  dat  het  eenigh  Edelman  was , 
die,  ver  van  fijn  Vaderlandt,  en  door  de 
fiecktc ,  en  foo  miflehien ,  door  gebreck 

van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  ff 

van  geldt  overvallen  zijnde,  fijn  hulp 
verfücht.  Hy  fichtcrilont 'hebbende  doen 
kleeden  en  eenigh  geit  by  fich  genomen  , 
om  defen, dewelckc  aenhem  gefchreven 
had  ,  te  hulp  te  komen  ,  indien  hy  iulcks 
van  nooden  hadt ,  begeeft  fich  op  ftaende 
voet ,  met  den  Pagie  die  den  Brief  gebragt 
had,  om  fijn  Heer  te  vinden.  MacrMaie 
Antonio  was  wel  verbaeft ,  wanneer  hy  de 
acnficnlijekheyt  van  het  huys  iagh ,  dacr 
hy  hem  braght.  Het  felve  bewoonde  een 
groot  Heer ,  genaemt,  Dom  Pedro  d'Ava- 
los,  wiens  over-groot-vadcr  den  doorluch- 
tigen  Roderick  d'Avalos  was  geweeft, 
dewelckc  den  Koningk  Alfonfo  van 
Arragon  in  den  oorlogh  gevolght  was,  en 
onder  de  felve  duylent  proeven  van  een 
ongemeene  dapperheydt  getoont  had  ; 
waer  voorhy  van  dien  Vorltmet  trerTc- 
lijcke  goederen  en  tijtels  was  voorlïcn, 
dewelckc  als  noch  fijn  huys  inbeiïtting 
heeft ,  gelijck  fy  als  nuch  den  nacm  van 
Marquis  delGualto  en  Pefcairc  voeren. 
En  delen  Dom  Pedro  d'Avalos  was,  ter 
oorfaeck  van  cenige  faecken  van  ftaet ,  in 
ongenade  aen  het  Hof  van  den  Keyfer 
geraeckt ,  en  had  fich  tot  Napels  vertroe- 
ven ,  om  aldaer  den  tijdt  uyt  te  wachten , 
dat,  de  nevelen  van  afgunlt  vervlogen 
zijnde ,  de  Sonne  van  Gin  onichult  moght 
komen  door  te  breecken.  Dele  quam 
Mare  Antonio  ont tangen  ineen  fchoonc 
zael  ,  dewelckc  feer  koftelijck  opge- 

C  f  pronckt 


yg  DORTSCHE 

pronckt  was,  en  hebbende  hem  door 
een  groote  Kamer  geleydt  >  tot  in  een  an- 
der ,  dewclcke  wat  kleynder  was ,  ver- 
focht  hem  na  een  koets  te  gaen ,  daer  hy 
een  man  vandt ,  dewclcke  feer  kranck 
was.   Het  onderfcheydt  van  de  Livrey 
van  twee  Pagies ,  en  eenigc  Lackeyen ,  met 
dat  van  de  andere  van  het  huys ,  deden 
Mare  Antonio  terilont  gelooven  ,dat  defe 
een  man  van  aenfien  was.   Soo  haeft  was 
Mare  Antonio  niet  voor  het  bedde,  of 
defen  Heer,.dewclcke  hem  daer  gebraght 
had,  fprackeenige woorden  foeteljck te- 
gen den  ziecken,  en  daer  op  Mare  Anto- 
nio omhelfende ,  begaf  fich  met  een  groo- 
te eerbiedigheydt  weder  uyt  de  kamer. 
Den  krancken ,  Mare  Antonio  met  eenige 
ontftcltenis  aengefien  hebbende  ,  badt 
hem,  fich  in  een  ftoel  voor  fijn  bedde 
neder  te  fetten ,  en  begoft  met  een  flauwe 
ftemme  aldus  te  fpreken:    lek  ben  be- 
fchaemt,  datonfe  kennifle  foo  qualijck. 
voor  my  begint,'  en  dat  boven  de  ver- 
plichtingen waer  mede  ickuw  verfcbul- 
dight  ben  ,  ick  noch  defe  tot  mijn  be- 
lading hebben  moet,  dat  ghy  my  noch 
felfs  zijt  komen  befoecken.    Ghy  fiet 
evenwel  een  gedeelte  van  mijn  verfchoo- 
ning  in  mijn  aengeficht,  en  ick  bidde,. 
dat  ick  u  het  andere  magh  laten  hooren , 
daer  ghy  ongetwijffèlt  eenigh  van  uw  bel- 
lang in  vinden  fult.  Mare  Antonio,  hem 
by  dc  hant  nemende ,  gaf  hem  daer  op  tot 

antr- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA;  5-9 

antWoort :  Indien  uw  leven  in  mijn  han- 
den is ,  gelijck ghy  my  gefchreven  hebt, 
ick  belove  u,  dat  ick  het  mijne  gewil- 
lighli  jck  bededen  (al ,  om  het  uwe  te  be- 
houden. Soo  begeert  ghy  dan  wel,  dat 
ick  u  het  verdriet  aendoe,  vervolg- 
de den  ziecken,  van  u  mijn  ongeluck  tc 
verhalen,  en  met  ecnen  de  hant,  die 
Mare  Antonio  van  hem  valt  hielt,te  rugge 
treckende,  gaf  hy  fijn  volck  een  teecken 
om  te  vertrecken ,  en  vervolghde  lijn 
reden  op  dcfe  wijle:  De  aenmereking 
van  uw  en  mijn  perfoon  lal  de  oorfaeck 
zijn,  dat  ick  mijn  verhael  tc  korter  fal 
overloopen  ,  uyt  vreefe  van  u  moeyelijck. 
te  vallen ,  en  om  dat  de  ftaet  daer  ick  in 
ben  my  niet  toelaet  lang  te  fpreken ;  ick 
fal  u  vervolgens  feggen ,  het  geen  ick  van 
uw  beleeftheyt  verl'oeck ,  en  u  hartelijck 
tfdden,mijnern{tigh  begeeren  my  toe  te 
willen  ftaen.  Men  noemt  my  Don  Artal , 
feer  nauwe  bloet- verwant  van  Don  Pedro 
d' Avalos ,  en  by  gevolgh  geboortigh  van 
Arragon,  daer  ick  ,  Tonder  ydclheydt, 
kan  feggen ,  dat  mijn  geflachtaleenigeii 
luylter  heeft.  Ick,  hebbende  aen  het  Hof 
ecnigc  vrienden  gevonden ,  die  ltoute- 
lijck  en  wel  te  pas ,  tegen  den  Koningk  , 
van  wegen  de  onnoofelhcyt  van  Don  lJc- 
dro  d'  Avalos,hebben  derven  fpreken ,  heb 
van  hen  de  tijding  daer  van  ontfangen, 
gelijck  ick  hem  het  felvc  oock  hebbe 
do:n  weten  met  defc  order  evenwel ,  dat 

C  6  hy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


to  DORTSCHE 

hy  niet  uyt  Napels  fou  hebben  te  vertréc-  . 
ken,  voor  en  aleerhy  ten  vollen  van  fijn  < 
herftelling  fou  vtrfekert  zijn.  Onder- 
tuflchen,  tot  fijn  ongeluck,  dcperfoon 
die  fijn  faken  ten  Hoof  voorftond,  wierd 
door  den  Koningk  na  Nederlant  gefon- 
den,  om  mondelijfk  eenige  onderrecli- 
ting  aen  den  Cardinaei  Granvelle  te  doen , 
aengaende  de  berechting ,  die  hy ,  wegen 
den  (tact  van  dat  lant ,  aen  het  Spaenfche 
Hof  had  gedaen.  De  Koningk  deed  defen 
in  fijn  Cabinet  komen ,  daer  hy  hem  meer 
als  een  uur  langk  befigh  hield ,  ten  eynde 
van  welcke  tijdt,  defe  getrouwe  vriendt 
niet  naliet ,  fijn  Majeftcyt  van  Don  Pedro 
te  fpreken ,  die  hem  terftont  daer  op  den 
mont  floot ,  door  een  antwoort  dewelcke 
hy  hem  deed ,  dat  de  faken  van  een  Ko- 
ningk t'eenemael  een  perfoon  moeten 
befigh  houden,  en  dat,  indien  hy  defe  ve^ 
richting  na  waerde  quam  uyt  te  voeren» 
het  felve  een  middel  tot  de  herftelling  van 
de d' Avalos  fou  zijn.  Defe ,  gelijck  hy 
een  out  Hoveling,  cn  van  groot  begrijp 
is,  antwoorde  daer  niet  anders  op,  maer 
fijn  wegh  over Saragoce nemende,  deed 
my  berechting  van  het  gene  hy  by  den 
Koningk  had  te  wege  gebraght.  Hy  daer 
op  vervolghde  onbekent  fijnen  wegh 
naBayonne,  als  de  kortfte  omnaBruffel 
te  reyfen:  lek  geloofde  dat  fulcks  wel 
verdiende  om  my  fclver  na  Napels  te  be- 
geren, vreefendedat,  indien  ick  fulcks 


A 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  6t 
een  brief  vertroude  ,  dat  dci'elvc  moghc 
komen  verloren  te  worden ,  het  welckc 
defe  goede  laeck  t'eencmael  fou  hebben 
konncn  verachteren.  Ick  dan  begeef  my , 
nu  fes  maenden  geleden  zijnde ,  tot  V i va- 
ros  te  fcheep,  en  ben  cyndclijck  hieraen- 
gekomen,ick  weet  niet  of  ick  fal  leggen, 
tot  mijn  geluck  of  ongcluck.  Ick  nam 
mijn  verblijf  by  Don  Pcdro ,  die  ick  in  ccn 
wonderlijcke  Ihntvairigheydt  van  geelt 
vondt ,  het  fy  hy  weder  in  gunlt  geraeck- 
te ,  of  gedwongen  was ,  aldaer  in  lijn  ge- 
willige bal  1  in gk fc hap  tc  b  1  i j v c n .  On dcr- 
tuüchen ,  om  te  tooncn  hoe  leer  hy  my 
beminde,  bleef  hy  niet  in  gebreke,  na 
eenige  dagen  ,  een  trcffelijck  bancket aen 
de  voornaemlte  van  Napels  te  geven  ,  en 
al  wat'er  aenlienlijckft  in  defe  lradtmogt 
zijn,  daer  optc  noodigen.  Ghy  hebt 
weltcgelooven  ,  dat  Mare  Aurelio  oven 
Vader  niet  te  huys  gelaten  wiert ,  die  ook 
toeliet  dat  uw  twee  Sulters ,  na  het  Avont- 
mael ,  het  Ballet  quamen  helpen  veree- 
ren ,  het  wdeke  ick  acn  de  vrouw  van 
Don  Pcdro  gaf.  Ghy  lult  my  gelieven  te 
verfchoonen,  indien  ick  uw  verfwijgh 
het  gene  my  in  ddeccrlfe  bejegening  voor 
viel;  maer  dit  fal  ickallecnigh  leggen  * 
dat, 'indien  de  lehoonhcyt  van  Victoria 
tcrftontmijnoogcnllocgh  ,  hier  kloerke 
gjell  mijn  hart'by  gcvolgh  veroverde, 
\vaer  op  de  hooge  achting,  dewelcke  men 
hacr  deed  hebben ,  my  maccktc  te  bclluy- 

C  7  ten  h 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORT  SCHE 

ten,  ofte  fterven,  pf  voor  niemandtaltf 
haer  te  leven.  Ick  wenfehte  wel  in  ftaet 
te  zijn,  om  u  te  konnen  feggen  ,  wat  poo- 
gingen ick  deed  om  haer  mijn  genegent- 
heden  te  kennen  te  geven,-  en  met  wat 
ononderfcheydentlijckheyt  fy  mjr  aen- 
hoorde.  Ick  wenichte  oock  wel  dat  ghy 
wift,  wat  dienften  Don  Pedro  en  fijn 
vrouw  my  gedaen  hebben  ,  om  my  den 
wegh  tot  haer  aenfpraeck  te  banen.  Soo 
veel  is'er  van  ,  fy  wiftcn  veel  te  feggen 
van  mij  n  groote  "goederen ,  dewelcke  ick 
in  Arragon  befit ,  daer  fy  evenwel  niet 
veel  ftaets  fcheen  van  te  maken ;  Ty  ver- 
heften mijn  gel  lacht  ,  en  een  weynigh 
aenfien  het  welcke  ick  verkregen  heb ; 
foo  dat  fy  eyndelijk  toeftont  mijn  aenfock 
te  dulden,  behoudens  dat  fulcks  met  be- 
williging van  haer  Vader  gefchiede. 
Voor  foo  veel  fy  fchoonen  van  treffelijck 
gedacht  is,  ftaet  het  niet  te  verwonderen , 
dat'er  meer  aenfoeckers  buyten  my  wa- 
ren :  maer  mijn  geluck ,  en  het  groot  ge- 
voelen het  welcke  men  haer  van  my  had 
doen  hebben ,  was  de  oorfaeck  dat  defel  vc 
my  maer  weynigh  befcffelijckheyt  gaven. 
Ick  was  ondertufichen  van  voornemen 
haer  door  Don  Pedro  ten  houwelijck  te 
doen  verfuecken ;  maer  noch  hy,  noch  Vi~ 
öoria  waren  het  hier  in  met'  my  eens 
wetende  dat  Mare  Aurelio  een  natuurlijcke 
tegen  fin  had  ,  om  een  fchoon-Soon  aen-te- 
nemen,  die  geen  Napolitacn  was;  my, 

on- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


9 


ARCADIA.  6$ 

ondertuiïchcn  te  verftaen  gevende,  dat 
uw  verblijf  in  Spangion  ,  uongetwijfelt 
een  beter  gevoelen  van  onfe  natie  fou  doen 
hebben  ,  en  dat  op  uw  wederkomft  uw 
gunfttot  het  werekdefack  alderbcft  fou 
doen  voortfettcn :  voegende  by  defe  rede- 
nen, dat  ghy  haer  boven  allen  leer  bemin- 
de ,  en  dat  ghy  wel  foo  goedertier  foud 
zijn,  als  de  verkiefing  dewelcke  het  haer 
gelieft  heeft  van  mijn  perlbon  te  doen, 
voor  goet  te  kennen.    Met  defe  hoope  is 
deti jt  vaft  doorgegaen,die  door  een  onver- 
wacht voorval,  eylaes!  aldus  omgeftoo- 
ten  is.    Afcanio  was  mede  onder  anderen 
op  het  Ballet ,  en ,  gelijck  als  hy  oogen  en 
hart  heeft,  iaghhyhaer,  en  kon  vervol- 
gens niet  minder  als  haer  beminnen. 
Maer  gelijck  hy  een  byfondere  natuur 
heeft ,  poogde  hy  defe  drift  te  wederftaen, 
om  te  doen  gclooven  dat  hy  weynigh  be- 
lang in  faken  van  liefde  had.    En  in  der 
dact  daer  liepen  geheele  dry  maenden  voor 
by,  fondei  dat  Victoria  van  fijnent  we- 
gen gemocyt  wiert ,  en  fonder  dat  ick  het 
mintïe  vermoeden  op  hem  had,  gelijck^ 
ick  met  grootc  naerftigheyt  die  gene  waer" 
nam ,  die  by  haer  quamen.  Maer  ten  laet- 
ften ,  gelijck'er  niets  foogeheym  is ,  daer 
men  geen  twijfel  van  krijght ,  begoft  ons 
onderling  verftandt  veel  menfehen  de  00- 
•gen  te  openen ,  en  onder  anderen  die  van 
Afcanio,  die,  na  de  aert  en  eygenfehap  van 
veel  nijdige  menfehen,  nu  met  te  meerr 

der. 


1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


44  DORTSCHE 
der  y  ver  en  begeerte  betrachte,  het  geen 
hy  tot  noch  toe  met  eenigh  ononderfcheyl 
had  aengemerekt.    In  voegen  hy  terftonf 
begonde  te  overleggen  ,  wat  de  oorfaectë 
was  van  mijn  verblijf  al  hier,  en  in  ge- 
dachtenis te  roepen  eenige  galanteryen  en  i 
vermakelijckheden  ,  die  ick  fomwijlen:» 
des  nachts  voor  de  veynfters  van  Viftoria- i 
deed  doen.    En  hebbende  fich  aifoo  ten 
lactften  van  mijn  voornemen  verfekert , 
namhy  volkomentlijck  voor,  het  felve 
te  verhinderen ,  en  my  in  de  wegh  te 
xijn.    Hy  dan ,  hebbende  de  faeck  met 
een  van  lijn  vrienden  overleght ,  verfocht 
defelve  het  verfoeck  te  doen ,  het  welckc 
hy  deed  met  fulckeengoetgevolgh,al$  i 
hy  fou  hebben  konnen  verwachten.  Noyt 
hebbe  ick  ondervonden  als  doe ,  dat  de . 
rampen  en  ongelucken ,  door  een  noot- 
lchickelijckc  keten  aen  malkander  ge- 
fchakeltzijn.  Den  avont  daer  te  vooren 
wiert  ick  door  fulck  een  geweldige 
koorts  aengetaft ,  dat  Don  Pedro  verboot 
dat  my  niemant  van  dit  Houwelijck  van 
%Afcanio  met  Victoria  fpreken  fou ,  uyt 
vreefe,dat  my  het  felve  noch  te  meerder 
fou  mogen  ontftellen;  waer  door  het  ge- 
beurde ,  dat  het  gerucht  daer  van  aireets 
door  geheel  Napels  verfpreyt  was ,  eer 
icknochdeminfte  tijding  daer  van  quam 
te  vernemen.   Des  morgens  verboden  dé 
Genecs-meefters  my  alle  aenfpraeck ,  en 
dat  was  den  fel  ven  <fagh  dat  Mare  Aurelio 

fijn 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  6f 

fijn  Dochter  Aicanio  had  toegeftaen. 
Don  Pedro  was  daer  overalibo  feeront- 
ftelt  als  yemant  anders  ;  en  gelijck  hy  goe- 
de kenniffe  van  mijn  liefde  had ,  twijfelde 
hyniet,  of  de  ecrite  tijding,  dcwelcke 
ick  dvier  van  ibu  krijgen  ,  fou  mv  de  doot 
verooriaken.  Dit  deed  hem  alle  forge 
verdubbelen ,  om  niemant  by  my  te  laten 
komen  ,  om  aldus  een  faeck  voor  my  te 
verbergen,  die  nu  aireets  in  de  mont  van 
een  yeder  was.  Victoria  ondertuffchen  , 
niet  wetende  hoe  het  met  mijn  iïeckte  was, 
daerfy  het  bc^infel  van  had  geilen,  en 
vreefende  dat  dit  voorval  delclve  fou  doen 
verargeren  ,  deed  haer  aert  en  natuure 
gevvelt  aen ,  en  fandt  my  in  een  brief,  die 
ick  als  noch  bewacr  ,  de droeflte tijding 
die  ick  oyt  mijn  leven  omfangen  heb ,  ge- 
lijck ick  u  verfoecke  defelve  te  willen 
leien.  En  daer  op  kreegh  Don  Artal ,  al 
fuchtende,  een  Brief  van  onderlijn  oor- 
kuflèn  van  daen  ,  dewelke  hy  Mare  Anto- 
niotc  leien  gaf,  daer  hy  deic  woorden 
in  vant. 


Brief  van  Vittoria  aen  Don  Artal. 

Mi  j 7t  Vader  dwingt  my  om  een  ander  als  u , 
te  trotrwen  ,  hebbende  my  gijier  avontge.  ixvo77- 
gen  mijn  toeftan*,  daer  toe  te  verleei7e.  Mijn  hart 
lueygerde  het  felve  met  duyfent  luchten ,  mijn 
oogen  met  foo  veel  tranen  >  en  mijn  aengeficht 
met  een  ongemeene  ont  fieltenis.  Alleen  mijn 
tonge  heeft  ons  bejde  verraden ,  gevende  het 

doo- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


66  DORTSCHE 

doodelijcke  ja  ;  begaende  alfoo  een  mijflagh* 
daer  de  gehoor faemheyt  en  de  vrees  haer  toege* 
drongen  hebben,  lek  weet  niet  hoeghy  dit  uvj  « 
ongeval fult dragen, het  welckeick  veel  eerder 
het  mijne  Jeu  mogen  noemen,  om  dat,  indien  hei 
felve  by  geval  u  in  het  leven  het ,  het  felve 
fekerlijck  veroorfaken  fal de  doet  van 

Victoria. 

MarcAntonio  den  Brief  gelefen  heb- 
bende ,  gaffe  hem  weder ,  fonder  te  ant- 
woorden ,  om  hem  in  fijn  redenen  niet  te 
ftuy  ten.  Het  foude  onnoodigh  zij  n,  ver- 
volghde  Don  Artal ,  u  mijn  ongenuchten 
hier  over  te  befchriiven ,  dewelcke  foo- 
danigh waren,  dat  ly my in fwijm deden 
▼allen ,  met  een  groote  verbaefthey  t  van 
die  gene  die  my  den  Brief  bracht ,  die  heb- 
bende mijn  dicnaers  ,  cn  eenige  van  Don 
Pedro,  doen  by  komen ,  al  de  moeyten  van 
de  werelt  moften  doen,  al  eer  fy  my  weder 
tot  mijn  fel f  konden  doen  komen.  Don 
Pedro  toonde  fich  feer  geftoort  datmen  de- 
fen  gevaerlijcken  bode  had  laten  boven 
komen ,  maer  bedacht  wederom ,  dat  ick 
ten  minften  nu  van  de  faeck  onderrecht 
was ,  die  ick  doch  vroegh  of  laet  fou  moe- 
ten weten.  Hy  verfant  den  bode ,  fond  er 
dat  ick  de  macht  had  hem  iets  te  konncn 
feggen ,  en  vertroofte  my  ten  beften  dat 
hy  konde.  Maer  de  fmart  tafte  my  foo 
geweldigh  aen  ,  datmy  dcfelve  fteldein 
de  ftaet  daer  ghy  my  tegen  woordigh  in 


Bi 


ff 3  5*1 


ARCADIA.  67 

fiet.  Ick  vernam  daer  nae  wie  dien  ge- 
luckigen  was,  en  wilde  mijn  beft  doen 
om  op  te  ftaen ,  om  my  over  hem  te  wre- 
ken ,  maer  fulcks  was  my  onmooghlijck , 
"  fijnde  mijn  fwackheyt  foodanigh  ,  dat  ick 
zedert  het  bedde  niet  heb  verlaten.  Des 
morgens  daer  aen  liet  Vidloria  na  mijn 
gefontheyt  vernemen ,  daer  fy  feer  over 
bekommert  was  ,  gelijek  my  defe  feyde 
die  my  van  harent  wegen  quam  befoeo 
ken ,  iendende  my  met  eencn  defen  brief. 
Dit  feggende ,  gaf  Don  Artal  Mare  Anto- 
nio  een  anderen  J3ricf ,  om  te  lefen ,  luy- 
dendc  aldus. 

Brief  van  Vi&oria  aen  Don  Artal. 

Nademael  teflemen ,  of  een  ander  als  ure 
trou-wen ,  een  en  de  fehe faeck  is ,  lueet  ick  niet 
?neer  als  twee  hulp- middelen  om  tegen  defe  onge- 
vallen te  ftellen.  Het  eerfe  is,  dat  mi]n  Broe- 
der op  morgen  alhier  komt^devoelcke  ick  fal  bid- 
den y  indien  ick  kan ,  ons  by  te  tuitten ftaen.  Het 
tweede  is  de  doot ,  indien  hy  ongewilligh  is 
fulcks  te  onderftaen ,  9 1  geen  'uk  niet  gelooven 
kan  y  of  buyten  macht ,  hetgeen  ick  eer  befeffen 
fou.  Wat  my  belangt ,  ick  njerjekere  11 ,  dat 
ick  ah  dan  moet  en  dapperheyt  *voor  u  hebben 
fal.  lek  geloof 'dat  ghytc  edelmoedgh  en  te  ge- 
trouw zijt ,  om  langer  te  willen  leven  als 

Victoria. 


Siet  daer,  vervolghde  hy ,  nemende  de- 
fen Brief  wederom ,  dewelcke  hy  kuftc 

en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


68  DORTSCHE 
cnby  den  andere  leyde,  wat  het  is,  he($ 
welcke  my  veroorfaeckt  heeft  u  de  moey- 
ten  aen  te  doen  van  hier  te  komen. 
Ick  geloove  dat  Victoria  u  aireets  ope- 
ning van  ons  ongeval ,  fal  gedaen  heb- 
ben ,  en  verfocht  om  ons  by  te  willen 
ft  aen  ,  waeromme  ick  nu  mijne  gebe- 
den by  de  hare  niet  voegen  wil ,  we- 
tende hoe  feer  ghy  haer  bemint.  En  al 
hoe  wel  ick  wey  nigh  by  u  bekent  ben  ,  en 
hoewel:  Hy  wilde  voortvaren,  maeral- 
foo  zijn  poogen  een  weynigh  te  geweldig 
was,  viel  hy  over  dcfe  woorden  vanfich 
felven ,  en  dat  met  weynigh  blijck  van  le- 
ven. Maer  eyndelijck,  door  de  byftant 
van  fijn  volck ,  dat  in  de  naefte  kameren 
te  hulp  geroepen  was ,  weder  tot  fich  fel- 
ven gekomen  zijnde ,  feyde  Mare  Anto- 
nio  tegens  hem  :  Ick  heb  reden  my  te  be- 
klagen, dat  mijn  Sufter,  wetende  de  op- 
rechte liefde  dewelcke  ick  haer  drage , 
my  die  gene  diefe  voor  u  heeft ,  heeft  kon- 
nen  of  willen  verbergen:  Evenwel  ver- 
fekerc  ick  u ,  dat  fy  geen  reden  fal  hebben 
üch  over  my  te  beklagen  %  noch  oock  ghy 
om  qualijck  van  mijn  te  oordeelen , 
ter  oorfaeck  van  de  verbintenis  de  welc- 
ke ick  aen  uw  Natie  heb .  Ick  neem 
de  eere  aen ,  dewelcke  ghy  my  doet ,  van 
ons  huys  en  mijne  Sufter;  geeft  my  haer 
brieven,  daer  ick  foodanigen  forgevoor 
dragen  fal ,  als  ghy  fel  ve  foud  konnen ,  en 
gelooft,  al  eer  het  nacht  fal  zijn,  dat  ick  fal 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Hl 


ARCADIA.  69 

oogen  al  de  lwarigheden  wcgh  te  nemen 
ie  u  nu  dus  onmooghlijck  fchijnen  te 
ij  n .  Hy  gafïe  M  are  A  nton  io  bey de ,  dc- 
'/elcke  defel  ve  beleefdelij  ck  ontfangende, 
Wefe  woorden  dacrby  voeghde:  Indien 
IJtóJVi&oria  de  oorfaeck  van  uw  fieckte  is  ge- 
'eeft,  Mare  Antoniofal  die  lijn  van  uw 
genefing.  Don  Artal  wilde  hem  bedanc- 
t&j  ken,  maerzijn  uytfteeckende  blijtfehap 
belette  hem  fulcks ,  foo  dat  zijn  omhel- 
lingen  het  ampt  van  fijn  woorden  moften 
bedienen.  Mare  Antonio  verliet  hem  dan 
met  dele  beloften ,  en  hebbende  fich  langs 
"een  heymelijcke  traplaten  afleyden ,  ora 
de  onthalingen  van  Don  Pedrotcontgaen, 
die  hem  aireets  in  de  zael  verwachte, 
ftccgh  op  een  brave  Klepper,  die  hy 
met  fich  uytSpangicn  gebracht  had,  en 
uytdeStadt  rijdende,  befluyt  Afcanio  te 
gaen  befoecken  ,  die  fijn  verblijf  hield  in 
ileentreffelijckhuys,  het  welcke  fijn  Va- 
der, voorfijndoot,  inde  voor- ftadt  had 
doen  bouwen,  om  aldaer,  geduurende 
Ide  Somer,  de  fchoonhcyt  en  het  vermaeck 
■  van fijn  hoven  te  genieten,  daerhyfcer 
;  finneiijck  op  was.  Mare  Antonio  vandt 
'  hem  ,  foo  als  hy  uyt  quam ,  oock  op  een 
fchoon  Turcks  Paert  gefeten ,  van  het 
welcke  hy  terftont  afiteegh ,  om  Mare 
Antonio  te  ontfangen  ,  gelijck  defen  mede 
deed.  En  hebbende  gehoort,  dat  hy 
Jtwee  mijlen  van  daer  gingk  ,  naereen  an- 
der huys  dat  hy  daer  had ,  noch  fchoondcr 

als 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


70  DORTSCH  E 
als  dit,  om  al  daer  ordereteftellen,  tot 
een  treffelijcke  Maeltijt,  die  hy  aen  het, 
geheele  Jiuys  van  Mare  Antonio  cn  het 
fijne  van  meening  was  te  geven  j  foo  was 
delen  leer  wel  te  vreden  dat  hem  die  gele- 
gentheyt  gegeven  wiert,  om  hem  uyt 
den  huys  te  fien,  en  berechte  daer  om 
Afcanio:  dat  hy  veel  van  dat  lufthuys  ge- 
hoort  had,  en  dat  hy  niet  ongenegen  ibu 
zijn  het  iel vc  te  fien .  Afcanio  fcheen  dit 
feer  aengenacm ;  en  begeven  fich  foo  te 
famen  derwaerts »  een  yeder  maer  met  een 
kleynen  Lacquay  verlek,  om  hunpaert 
te  houden»  Aldus  op  wegh  zijnde,  on- 
derhielt hy  Aicanio  met  de  byfonderfte 
dingen ,  deWelcke  hy  in  Spangien  gefien 
had ,  hebbende  die  kout  met  voordacht 
op  het  tapijt  gebraght,  uyt  vreefe  dat  iy 
anders  te  vroegh  die  fouden  begonnen 
hebben  ,  waer  om  hy  gekomen  was.  Sy 
dan  komen  eyndelijck  aen  het  begin  van 
een  fchoone  dreef,  daer  de  fchaduwen 
verfche  lucht  hen  noodighde  af  te  ftijgen. 
Sy  gaven  hun  Paerden  aen  hunne  Jongers, 
en  gingen  foo  te  voet  na  het  huys.  Alfoo 
het  lel  ve  noch  wat  verre  van  daer  was,  en 
Mare  Antonio  van  ongedultby naftierf, 
om  Afcanio  fijn  faeck  voor  te  dragen, 
hielt  fich  defelve  kort  ftil,  en  Afcanio- 
fcherpelijck  aenfiendeieydehem :  Alhoe- 
wel het  my  een  groot  voordeel  is ,  Heer 
Afcanio,  de  eer  van  met  u  vermacgh- 
fchapt  te  zijn,  te  mogen  hebben ,  en  dat'er 

niet 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  7i 
niet  meer  als  ecnen  dagh  tijdts  tuflchen  is, 
ï  geloof  ick  evenwel  verbonden  te  zijn ,  eer 
ghy  u  noch  verder  in  defefaeck  inwickelr, 
u  te  vragen ,  of  ghy  wel  een  perfoon 
foud  willen  trouwen,  die  nu  al  voor  lan- 
.  gcaen  een  andere  genegentheyt  verbon- 
3!  den  is  ?  Afcanio  veranderde  hier  op  van 
verwe.en  wel  fiende  dat  hy  met  fecr  groo- 
tenernftfprack,  antwoordemet  ontftel- 
tenis:  Dat  wil  Godt  niet,  dat  ick  eenrgh 
perfoon  in  haer  wil  fou  begeeren  te  dwin- 
gen ,  al  fou  ick  t'  eenemael  het  genoegen 
verliefen ,  het  welcke  ick  uyt  het  Hou- 
wclijckmetuw  Sulter  verwacht.  Ghy 
doet  en  fpreeckt  foo  wijiïelijck ,  antwoor- 
deMarc  Antonio,dat  ick  uw  oordcel  hier 
in  ten  alderhoogftcn  prijfcn  moet ,  geven- 
de hem  met  een  de  brieven  van  Don  Artal 
in  de  handen ,  vervolgende  :  ick  fou  de 
i  liefde  die  ick  Victoria  drage ,  en  de  Vricnt- 
fchap,  dewelcke  icku  voor  lang  toe- ge- 
J  dacht  hebbe,  te  kort  doen  ,  indien  ick  het 
gcene  ghy  dacr  liet  voor  u  had  willen  ver- 
bergen.   Ondertuflchen  las  Afcanio  de 
brieven,  niet  fonder  grootcj  ontfteltenis 
|  in  lijn  acngeficht  te  tooncti.  Gelefen 
hebbende,  ieydehy  :  Ick  geloof  dat  defe 
twee  brieven  van  uw  Suftcr  komen,  al- 
hoewel ick  haer  hant  niet  meerder  als  uw 
vrientfehap  kennc.    Dit  fal  ick  u  alleen 
feggen,  dat  voor  uw  komft  totNupcls, 
Victoria  geen  meerder  afkeer  van  my  als 
van  yemant  anders  getoont  heeft  te  heb- 
ben, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


7*  DORTSCHE 

ben,  en  datfe  lichtelijck  de  wille  van 
Mare  Aurelio  uw  Vader  fou  gehoorfaemt 
hebben ,  die  beter  weet  als  ghy ,  wat  voor- 
deel fy  by  my  te  trouwen  fou  genooten 
hebben.  Maer  nauw aenkomft  hebt  gy 
haer  bewogen  het  ver  (beek  van  een  Span* 
giaert  ,  tot  kleynachting  van  uw  eygen 
Lantflicden  en  mijn  ftact ,  goet  te  vinden. 
Voor  my ,  ick  winne  100  veel  by  die  ver- 
wiiTeling.als  ghy  der  by  verlieft ,  en  krijge 
mijn  oordeel  weder,  het  geen  foo  wijdt 
verdwaelt  was,  foeckende  een  iaeck  te 
verkrijgen,  dacrickmyuyt  dwaefheydt 
fou  ingewickelt  hebben ,  die  my  miflehien 
niet  heel  voordeeligh  iou  hebben  geweeft. 
Maer  nademael  ghy  my  verbonden  hebt , 
vry  uy  t  de  borft  te  fp reken  ,  \tfil  ick  wel 
dat  ghy  weet,  dat  noch  ghy  noch  fy, 
niet  hebt,  het  geen  by  mijn  geboorte,  en 
hethuys  der  Caraffcn,  daer  ick  foonau 
aen  vermaeghfehapt  ben,noch  oock  mijn 
ftaet,  te  pas  komen  kan.  MarcAntonio 
merekte  wel  dat  hem  de  gramfchap  ver- 
voerde, en  voor  foo  veel  hyeenige  reden 
had ,  pooghde  hy  geen  quaet  affcheidt  te 
maken,  meteen  Edelman  die  fijn  ver- 
maeghfehapping  had  gefocht ;  waer  over 
hy  hem  de  foetfte  antwoort  gaf,  die  hy 
geven  kondc:  maer  fiende,  dat  hy  noch 
zijn  beleeftheden ,  noch  zijn  reden  plaets 
wilde  geven,  kondehy  niet  laten  tefeg- 
gen:  Heer  Afcanio,ghy  zijt  de  vrientfehap 
die  icku  toon  ieer  verfchuldight,  defe 

doet 


V 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  75 
doet  my  u  aenmereken ,  en  antwoorden , 
metfulckeenfcdigheydt,  als  uw  gram- 
fchap  niet  fou  verdienen.    Ick  meende 
u  gunft  te  bewijfen ,  als  ick  u  een  ge- 
heym  openbaerde ,  daer  u  foo  veel  aenge- 
legen  is  ,  en  dat  ugelegcntheyt  geeft  uw 
ongevallen  voor  te  komen.  Waerlijck  , 
antwoorde  Afcanio ,  mijn  houwelljck  fou 
ongevalligh  geweeft  zijn, *nademael  ick 
in  mijn  gevoelen  fou  bedrogen  geweeft 
hebben ,  van  dat  ick  aen  uw  Sufter  een 
feer  eerlijckc  vrouw  fou  gehadc  hebben. 
Neemt  een  beter  .gevoelen ,  antwoorde 
Mare  Antonio  met  eenige  hevigheyt, 
van  mijn  Sufter  en  haer  deughtfaemhey  t , 
en  fpreeckt  op  een  ander'tijt  tegen  my 
met  beter  beleeftheyt,  nademael  gyhebt 
te  weten,  dat  indien  mijn  ftaet  de  uwe 
niet  overtreft  ,  fy  defelve  evenwel  al  heel 
gelijck  is.    Hy  deed  Mare  Antonio  daer 
op  liegen,  en  terftont  beyde  dehantacn 
het  geweer  flaende,  wierden  handt-ge- 
meen ;  Afcanio  braght  Mare  Antonio  een 
fteeck ,  die  hem  een  weynigh  in  de  zijde 
quetfte  j  en  Mare  Antonio  weder  hem  een, 
die  hem  dwars  door  het  lichaem  gingk : 
hy  viel  daer  op  ter  aerden,  terwijl  Mare 
Antonio  henen  gingk  daer  de  Paerden 
ftonden.    Hy  gaf  fijn  dienaer  het  onge- 
val te  kennen,  op  dat  hy  hemfouficn 
wech  te  krijgen;  en  beval  de  fijne  weder 
na  de  Stadt  tekeeren,  terwijl  hy  tepoll 
na  die  plaets  reedt ,  daer  hy  des  avonts  tc 

D  voo- 


74<  DORTSCRE 

vooren  een  gedeelte  van  fijn  volck  gelaten  1 
had  ,  die  al  dacr  verwachten ,  tot  datmen 
fijn  goederen  uytgcfchcept  had.  Hybe- 
laftt  hen  dcfelve  wederom  te  fchcep  te  be- 
(tellen,  en  hebbende  een  brief  acn  fijn 
Vader  gefchreven ,  over  het  geen  gebeurt 
was  ,  gaf  hem  daer  in  met  eenen  de  Itaet  ft 
en  gelegentheyt,  ben  effens  de  liefde  van  1 
Don  Artal  te  kennen  j  hem  biddende  oot-  | 
moedighlijck  ,  defeive  te  vergenoegen , 
en  het  houwelijck  hem  toeteftaen.  Hy 
fchreef  oock  aen  fijn  Sulter,  en  Don  Ar- 
tal, die  hy  te  gelijck  fijn  twee  brieven 
weder  fchickte,  en  voorts,  fonderhun 
antwoort  te  verwachten  ,  begaf  fich _tc 
fcheep  na  Vranckrijck ,  om  fijn  vergiffe- 
nis by  de  Princcs ,  die  met  den  Koningk 
van  Spangien  verhouwclijckt  was ,  te  ver- 
krijgen; maer  hebbende  verftaen  dat  de 
felve  alreedts  met  den  Hartogh  van  Aiba  , 
diehaer  in  den  naem  van  fijn  Meefter  ge- 
trouwt  had  ,  vertrocken  was ,  verbleef 
hy  noch  een  geheel  Jaer  in  dat  Rijck  i  tot 
dat  hy  eyndelijck  met  Don  Bernardin  de 
Mendoccgelcgenthcydt  vant  na  Perpig- 
mn,en,Don  Bernardin  aldaer  gelaten  heb- 
bende, voorts  na  Barcelone  te  vertrecken , 
op  hoop,  fich  aldaer  lbo  lange  op  te  hou- 
den, foobedecktelijckalshykonde,  tot 
dathy  hoorde,  dat  fijn  faken  tot  Napels 
fouden  by  geleght  zijn.    Maer  in  tegen- 
deel gaf  dit  voorval  de  uy  terfte  floot  aen 
de  waggelende  vrede  van  de  Colonnen  en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  yT 

I  Caraffen,  die  tot  Napels,  en  aen  het  Hof  te 
I  Romen,  ongemcene  partyfchappen  be- 
|  gorten  te  oeffenen;  behalven  de  grarnfchap 
van  fijn  Vader,  die  het  houweüjck  van 
fijn  Suiler  met  Afcanio  wel  gaernc  foa 
:  geilen  hebben,  te  meer,  aiioo  hy  daer  door 
had  gehoopt  defcheure  tuflehen  die  twee 
doorluchtige  huyfen  vcrecnight  te  heb- 
ben. Hier  byquam  noch  een  tweede  toe- 
i  val,  dat  is,  dat  hy  op  een  avondtftondt,  om 
I  fijn  vermaeck  wandelende  ,  van  twee 
onbekende  vermomde,  geen  drv  hraten 
van  fijn  huys,  aengetalt  wierdt ,  'die hem 
ongetwijfelt  vooreen  ander  namen.  Hy 
fich  genoodtfacckt  fiende  fijn  leven  te  be- 
fchermen,  hoewel  dcfe  twee  wel  gewapent 
waren  ,  was  foo  geluckigh  ,  dat  hy  den 
eerften  een  fteeck  braght ,  die  hem  tot  den 
cencn  wang  in ,  en  ten  neck  weder  uyt 
quam,  die  daer  over  doodt  ter  aerden  viel  \ 
terwijl  fijn  macker,  om  hulp  roepende , 
noch  vijt  of  fes  anderen  voorden  dagh 
deed  komen,  hetgeen  hem  verplichte , 
fiende  de  party  ongclijck,  de  vlucht  te 
nemen.  Dit  verbond  hem  noch  te  meer- 
der fich  ftil  en  bedeckt  te  houden ,  behal- 
ven dat  de  CarafFen  ,  vernomen  hebbende 
dathyin  dat  Rijck  u  as,  alle  mogelijcke 
middelen  acnwenden  ,  om  hem  te  betrap- 
:  pen  ,  niet  tegenftaendL-  hem  Afcanio  felve 
:  opfijnfterven  genoeghfiem  ontfehuldigt 
;*Jhad. 

Eyndi  van  bet  arjlc  Boccl;. 

Di  Het 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Het  II.  Boeck. 

[Us  verre  was  Ambrofio  in 
fijn  vertelling  gekomen, 
wanneer  den  Wondheelder 
(dewelcke  men  ,  orn  de 
wonden  van  Euftacchio  te 
verbinden ,  ftillekens  uyt 
de  Stadt  ontboden  hadde)  inkomende.om 
na  den  gewonde  tefien,  het  gefelfchap, 
uyt  beleeftheyt,  fich  genoodtfaeckt  vond 
plaets  te  maken,  vertreckendefich  onder- 
tuflehen  inden  Hof,  omaldaerden  ver- 
fchencn  nu  alreedts  dalenden  avondtftont 
te  genieten.latende  denMeefter  met  fijnen 
gequetftenbegaen.    Alleenigh  Periander 
en  Ambrofio  lagen  het  verbandt  aen.  De 
{bete  Lucinia ,  die  van  haer  vader  noch 
eenigh  bevel  had  moeten  ontfangen, 
ondertufichen  het  gefelfchap  voor  uyt 
fiende ,  liep  meteen  volleren ,  niet  fonder 
fchijn  van  verbaeftheyt ,  hen  achter  aen , 
roepende ,  dat  men  haer  in  wachten  fou , 
en  haer  broeder  Lyfander ,  foo  haeft  fy 
by  den  trop  was  ?  om  de  armen  vattende , 
geltjckde  Kinderen  plegen,  wanneer  fy 
verfchrickt  ghemaeckt  zijn.  Lyfander 
vraeghde  haer,  waerdele  nieuwe  liefde 
van  daen  gekomen  was.  Wat  moeyten  dat 
ick  doe ,  antwoorde  Lucinia ,  ick  kan  dat 
fpoockfel  van  Ambrofio  niet  uyt  mij  d  ge- 

dach- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 
Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 
28C44 


ARCADIA.  77 
dachten  krijgen  ,  maer ,  hoe  ick  het  foeck 
af  te  leyden ,  my  dunckt  evcnftaegh  ,  dat 
ick  foo  een  voor  mijn  oogen  lie.    Ick  heb 
van  al  het  werek  van  dcfe  Colonnen  foo 
veel  als  niet  verftaen ,  om  dat  mijn  linnen 
foogeduurigh  met  dat  gelicht  befigh  zijn. 
En  dit  is  de  oorfaek,  dat  ick  nergens  foeck 
alleen  te  zijn:  want  my  dunckt  cven- 
Iraegh ,  dat  ick  het  een  of  het  ander  achter 
mijn  hielen  heb.  wie  u  veriaetot  niet, 
vervolghdefy ,  ick  meenudefen  avondt 
getrouwelijck  by  te  blijven.    Een  yeder 
lachte  om  de  vrees  vanLucinia,  dieoock 
van  de  andere  jongkvrouwen  gevolght 
wiert.  Ick  voor  ray  ,  feyde  Lydamas ,  ick 
iladaer  het  feeckerfte  geloof  nietaen,  en 
geloof  eerder  dat  den  goeden  Heer  in  lijn 
minneflaep  gelegen,  en gedroomt heeft, 
Ten  zijn  evenwel  al  geen  droomen  ,  be- 
rechte daer  Polymythus  weder  op ,  het 
geen  de  ondervinding  van  diergeüjcke 
verfchijningen  leert. Een  vriendin  van  my 
heeft  by  klaren  dagh  ,  foo  als  fy  in  den  Hof 
achter  haer  huys  was ,  een  geeft  gefien  ,  de 
welcke  geheel  in  't  wit  ftond ,  met  een 
langen  witten  baert ,  en  wit  hayr ,  die  met 
beyde  fijn  handen  een  gallery  beilagen 
had,  daer  de  jonge  Maeght  door  moft 
gaen»    Onfe  dienftmaeght,  berechte  daer 
Lydamas  weder  op,  des  avor.dts  lullen- 
de uytgaen ,  quam  terftondt  weder  met 
verbaeltheydt    ingeloopen  ,  leggende  , 
niet  vorder  te  derven  gaen ,  alfoo  fy  een 

D  3  geeft 


78  DORTSCHE 

eeft  gefien  had,  die  daer  noch  ftondt ,  van 
et  hooft  tot  de  voeten  in  het  wit.  Wy , 
het  hooft  buyten  ftckcnde,fagen  inder  daet 
yets,  hetgeen,  alfoo  de  Maen  tamelijck 
Ichccn ,  fich  wit  vertoonde  *  ick ,  terwijl  I 
niemandt  naerderen  dorlt ,  begeef  my  na 
de  verfchijningtoe,  en  nierdcr  komende , 
fagh  dat  het  de  koocker  van  een  Boom 
was ,  die  nieuw ,  en  dien  felven  dagh  daer 
om  gemaeckt  was ,  en,  door  de  witte  van 
het  vuuren  hout,  fulck  een  lchijnfel  gaf. 
Enfoodanfge  vicfevafen,  geloof  ick,  dat 
meeft ,  of  wel  al  defe  fpoockerijen ,  en 
duyvelerijcn  zijn.    Dat  ghy  gelooven 
foudt ,  berechte  daer  op  Lyfander ,  dat  'er 
geen  Duyvels  voor  u zijn ,  fou de  kracht 
van  een  goet  geloof  mogen  toegefchreven 
werden  ;  maer  in  het  algemeen  te  geloo- 
yen  dat  'er  geen  zijn ,  fou  een  weynigh  na 
Atheiftery  Imaecken,  en  een  groote  brefle 
aen  de  heylige  bladeren  gegeven  zijn. 
Maer ,  alfoo  ick  u  meermaels  foodanigen 
tacl  heb  hooren  voeren,  ben  ick  niet  onge- 
negen, daer  nu  een  weynigh  van  te  fprecc- 
ken.  Brengt  ons  dan  eerft  in  huys ,  by  het 
ander  gefelfchap,  viel  daer  Luciniaop  in , 
want  wy  zijn  gantfehniet  genegen  daet 
na  te  luyfteren.    Neen  ,  fcyde  Polymy- 
thus ,  gny  moet  hier  blij  ven ,  en  hooren  , 
miflehien  of  delaetfte  fchrick  de  eerfte 
verdrijft;  ghy  hebt  immer  geen  noodt, 
fchoone  Lucinia,  terwijl  wy  by  uzijn. 
Ondertuflchen  ,  vervolghde  Lyfander, 

wan- 


ARCADIA.  79 

wanneermen  halfterrigh  aen  het  looche- 
nen fou  willen  blijven,  en  alle  gefagh  ver- 
werpen, ook  felf  die  van  de  Schriftuur,  fou 
het  haetelijck  zijn  foodanige  redenen  te 
voeren,  ofte  hooré  voeren;  maer  fich  daer 
aen  gedragcnde,daer  fich  een  yeder  aenge- 
dragen  moet,  zijn  fodanige  dingen  licht  te 
bewijfen  Maer  of ik,antwoorde Lydamas, 
nueenmaeldatgefag  niet  loofeer  looche- 
nen ,  of  verwerpen  ,  als  ter  zijden  ftcllen 
wilde,  waer  bleven  wy  dan  met  het  be- 
wijs ?  Als  dan  ,  antwoorde  Lylandcr , 
moeiten  wy  de  ondervinding  plaets  geven, 
gelijck  defelvein  veel  dingen  het  hooglte 
cn  krachtighfte  bewijs  heeft  j  gelijck  ,  of 
yemantniet  wilde  gelooven ,  dat'er  een 
toren  van  Babel ,  of  foodanige  graf  nael- 
den  in  Egypten ,  of  diergelijcke  wonderen 
meer  ,  te  vinden  waren  ,  en  het  geen  daer 
van  gefchreven  is  verwerpen  wilde,moeft 
men  ten  mintlen  dele  aennemen  ,  die  de 
felvc  gelien   hebben.    Soo  oock,  indien 
men  het  hoögegefagh  van  de  Schriltuur 
afüaen  wil(cn  zijnde  fulcks  uy  t  de  natuur 
niet  als  een  nootfakclijcke^  eygenfehap 
goet  te  maken)  moet  men  lich  ten  min- 
ften  aen  de  getuygenis  van  geloofwaerdi  - 
ge, en  veel  tij  ts  oogh-getuy  gen,  gedragen. 
Laetonsdie  hooren  ,  lieve Ly finder ,  laet 
ons  die  hooren,  viel  daer  Pulymythus  op 
in,  dicfe  niet  aennemen  wil,  maghfc  laten 
varen.  Her  geen  Hthfitatm  (na  de  getuy- 
eenisvan  tudm)  in  het  leven  van  Apol- 
B  D  4  lo- 


Vcr- 
hande- 
ling 
van  de 
gec- 
ften, 
en  hun 
vcr- 
lchij- 
ning. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Mc 


tus. 


So  DORTSCHE 
Jonius vertelt,  vervolghdeLyfander ,  fal| 
voor  eerft  te  pas  komen.  Menippus  f  feehd 
hy)  was  een  Jongeling  van  Lycia,  viiFenl 
twintigh  Jaren  out,  met  een  goet  ver-1 
ftant,  een  wel  geftelt  lichaem,  en  een 
fchoonegedaentebegaeft.  Defen  Menip- 
pus eenmael  na  Cenchrea  alleenighrey- 
lende,  wiert  door  een  fchijnfel,  dat  de 
gedaente  van  een  fecr  fchoone  vrouw  had  , 
rippus  ontmoet    Defc  neemt  hem  bv  de  handt , 

iBfe"  Cr !fiÖSt5 :  datl>  al  ovcr  W  door 
» lijn  liefde  bevangen  was  geweeft  ,  en 

Philo-  ü**Ly  een  Pnceniciacnfche  Vrouwe  van 
ftra-    geboorte  was ,  dat  fy  in  een  van  de  voor- 
beden van  Corint  hen,  die  fy  hem  noem- 
de, haerwoon-plaetshad.  Alwaerfver- 
volghdefy)Menippe,  indien  ghy  gene- 
gen  zijt  by  my  te  komen  ,  hebt  ghy  met 
my  niet  anders  als  een  geneughlijck  leven 
te  verwachten.  Den  Jongelingk  ,  door  de- 
le verleydende  woorden  aengelockt,  be- 
geeft fich  omtrent  den  avont  na  defe  vrou- 
we ,  en  Ieght  fich  by  haer.    Defe  onder- 
linge handeling  duurde  een  goede  wijl- 
zijnde  ondertuflehen  in  eens  yeder  mont 
dat  Menippus  van  een  vreemde  vrouw  be- 
mint wiert     Eyndelijck  Appollonius 
daer  eenmael  gekomen  zijnde,  en  Me- 
nippus fcherp  onder  de  oogen  fiende ,  fey- 
de  tegenshem  :zijtghydie  fchoone  Ion- 
gelingk  daer  de  vrouwen  op  verheven? 
Weet  dat  ghy  een  flange  in  uwen  boefem 
voedt,  en  van  een  flange  gevoctwort. 

Me- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


-  -8?i 


I 


' 

M 

Hl 


ARCADIA.  8t 

Menippus  fich  over  dele  woorden  verwon- 
derende, vervolghde  Apollonius :  Het  is 
evenwel  maer  uw  by  (laepfter ,  en  niet 
uw  huys vrouw ;  hoe  weet  ghy  datfe  u  foo 
bemint  ?  Waerlijck ,  antwoorde  Menip- 
pus, fy  toont  haer  leer  door  m  ijn  liefde  be- 
vangen te  zijn.  Het  is  dan  wonder,  ver- 
volgde Apollonius,  dat  gy  haer  niet  troutj 
of  meent  ghy  evenwel  fulcks  met  den  eer- 
ften  te  doen  ?  Mifichien  wel  morgen , 
antwoorde  Menippus.    Eyndelijck  den 
dagh  van  de  Bruyloft  vaft  geftelt ,  en  van 
Apollonius  waergenomen  zijnde,  komt 
hy,  terwijl  de  gatten  nu  acngefetcn  wa- 
ren, mede;  in  de  zael,  en  vraeghde  Me- 
nippus, waer  die  fc  hoone  was ,  waerom  fy 
nu  dus  vroli  jck  waren  ?  Sict  daer  iffe ,  ant- 
woorde defe ,  en  ftaet  met  eenen  fchaem- 
root  op.    Apollonius  vervolghde:  dit 
gout ,  zilver ,  en  al  defe  koftelijcke  vaten , 
waer  mede  defe  kamer  verciert  is,  zijn 
dan  de  uwe  ?  Sy  hooren  mijn  vrouwe  toe , 
antwoorde  Menippus,  en  dit  is  alleen  dat 
my  behoort,  toomndc  fijn'  Philofophi- 
fchen  Mantel.    Hebt  ghy  niet  wel  van  de 
hoven  van  Tantalus  gelefen  die  nergens 
zi  jn ,  vervolghde  Apollonius  ?  by  Homerus 
zijnfe  ,  antwoorde  Menippus  ,  vorders 
weten  wy  daernict  van ,  als  die  noch  noyt 
den  wegh  ter  hellen  gevonden  hebben. 
Maer  al  het  gene  ghy-lieden  hier  liet ,  fcy- 
de  Apollonius ,  ioudt  ghy  wel  gelooven , 
dat  het  foodanige  hoven  waren,  die  wat 

D  f  fchijr 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


,1 


Sz  DORTSCHE 

fchijncn,  cn  niet  zijn?  miffchien  neen 
maer  op  dat  ghy  gelooft  dat  ick  waerheydt 
fpreecke,foo  weet,dat  uw  vrouwe  een  van  ] 
de  Empufen  (een  naem  beteeckencnde  ee-  * 
nen  been ,  alfoo  men  feght  dat  foodanige  $ 
fpoocken  en  gedrochten  maer  een  men-  i 
fchelijck  been»  en  het  ander  vaneenighl 
gediert  of  Metael  vertoonen)  of  fpoock--; 
gedrochten  is.  De  Bruy  t ,  fulcks  hooren- 4 
de,  beftondt  Apollonius  hevigh  tebefchel- 1 
den ,  en  te  gebieden  van  daer  te  gaen  ,  niet 
fonder  bittere  fcheldtwoorden  tegen  al  de 
fuffjnde  Wijfen  of  neufwijfen  te  gebruyc- 
ken.    Maer  ondertuflehen  verdween  al 
den  kottel  ij  eken  huyfraet,  beneffens  al  het  J 
gefnor  der  knechten  en  dienaren ,  de  fpij-  I 
le ,  en  al  den  anderen  voorraedt ;  en  de 
vrouwe  felf  beftond  Apollonius  al  fchrey- 
ende  te  bidden  ,  haer  niet  meerder  te  wil- 
len quellenj  die  haer  niet  wilde  fpiren, 
maer  ten  laetften  drong  te  bekennen,  dat 
fy  foodanigen  Empnfa  was ,  en  van  mee- 
niog   geweeft  ,  van  Menippus  verfa- 
di^ht  zijnde,  hem  te  verflinden.  Alfoo 
wierdt  defe  van  dit  gedrocht  verloft.  Ick 
hoope,  berechte  daer  Lydamas  op,  dat  Ly- 
fander  wel  weet,  dat  Phihjïratus  daer  voor 
bekent  is ,  dit  het  meefte gedeelte  van  fijn 
werek  Mjth,(!orifcb ,  of  fabelgefchichtigh  , 
dat  is,onder  fabelachtige  vertellingen,  een 
verborgen  waerhey  t  beteeckencnde  is ,  en 
dat  dienvolgens  defe  gefchiedenis  niet 
volkomcntlijck  behoort  aengenomen  te 

wor- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  9$ 
jworden.  Indien  ghy,  antwoorde  Lyfan- 
i  der ,  al  de  fchriftèn  'der  Philofophcn  met 
:i  dat  fop  overgieten  wilt,  fult  ghy  muTchien 
i  die  verfchijning  dewelcke  Brutus,  by  j^*1 
*la  Plutarchus ,  geichicde,  mede  niet  hooger  van 
J  willen  aennemen.    Mier  tegen  (al  ick  al-  Bru- 
"5  leen  de  woorden  van  Cafsius  ielfsgebruyc-  <us. 
x  ken,  ant woordeLydamas , dacr  hy  rnct  dc- 
3 fc  redenen  de  vreefe  van  Brutus  foeckt 
~j  wech  te  nemen :  Laet  ons  niet  oordeelen,  6 
Brute,  dat  vvy  in  der  daet  altoos  die  dingen 
iien,devvelcke  wy  Tien.  Want  onfe  finnen 
zijn  feer  beweegelijck  ,  en  worden  lichte- 
Kjck  bedrogen ,  en  de  felve  wecken  fich 
felvenmenighmaelop,  fonderdoorceni- 
\  ge  andere  oorlaeck  bewogen  te  zijn  ,  en 
•  )  drucken  fich  felven  aldcrhandegcdaentcn 
1  in:  want  ly  zijn  het  walcheenigh  fins  ge- 
|  lijck,iichtelijck  een  dinck  de  gedaente  ge- 
vende ,  en  wederom  benemende.  Voorts , 
uw  lichaem  aireets  gequelt  zijnde ,  quclc 
cock  te  gelijck  het  gemoct,cn  maeckt  het 
felve  fijns  feifs  onmachtigh  :  oock  is  het 
niet  geiooflijck  dat  'er  geeiten  z.ijn ,  of  dat 
dele  een  menfeheiijekegedaente  konnen 
aennemen, of  woorden  fmeden,  zijnde  van 
die  werck-miduelen  berooft.  En  dierge- 
lijcke  woorden  meer,  die  my  als  nu  niet 
voorkomen.  Indien  ghy  roet  Caisius,  ant- 
woordc Lyfar.der  ,  valt  ftelt ,  dat  die  din- 
gen die  wy  fchijnen  teilen ,  altoos  foo- 
W{C     danighniet  zijn,  ftemme ick u toe i  maer 
Zê*    dat'er  noyt  verfchijning  van  geeiten  fou 
I  D  6  zijn,, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


$4  DORTSCHE 
zijn  |  kan  in  my ,  die  in  een  goede  fchoo!# 
gelecrt  hen,  niet  komen.  En  wat  belangt 
haer  fpreken  tegen  ons,  daer  van  fou  ick  u 
foo  verre  in  volgen ,  dat  haer  fpreken  cy- 
gentlijck  geen  fpreken  is,  maer  een  on-  | 
ftoffelijcke  mededeelinge  van  indruckfe-  I 
Jen  en  denck-beelden  in  onfe  ziel ,  even  1 
gelijck  wy  droomende  ons  dickmael  in*  I 
beelden  geroepen  te  worden,  en  daer  over 
uyt  den  üaep  ontfpringen ,  het  geen  even-  1 
wel  in  der  daedt  foo  niet  is.  Indien  fulcks  I 
plaets  heeft  aen  het  gehoor,  berechte  Ly-  1 
damas  daer  op,  waerom  oock  niet  aen  het 
gelicht  ?  Dit  foude  ick  mede  konnen  toe- 
ftaen ,  antwoorde  Lyfander ,  dat  het  gene 
fich  ons  vertoont,  niet  foodanigh  is  als  het 
ons  vertoont ,  maer  door  de  felve  Ideas  en 
denck-beelden  ons  geficht  yets  ais  ftofFc- 
lijck  voorftelt ,  en  indruckt,  voor  foo  veel 
de  onftoffeli  jeke  voorftelling  geen  lijden- 
de hoedanigheyt,of  Patibilis  qualitas  heeft. 
Maer  waerblij  venwy  met  het  gevoel,  al- 
foo  fich  foodanige  vertooningen  niet  fel- 
den  laten  gevoelen ,  flaende ,  ftootende,  of 
nijpende  defen  of  geenen.  AlexancUrde 
AUxandro ,  een  man  van  goet  geloof,  ge- 
tuyght ,  tot  Romen  fieck  leggende ,  een 
fchoone  vrouw  voor  fijn  bedde  gefiente 
hebben,  dewelcke  hemaenlachte,  en  al 
fijn  woorden  na  fprack,  en  ten  laetften 
verdwenen  is.  maer  Theodorus  Eraftus&n 
feer  geleert  man ,  getuygt  van  een  vertoo- 
ning ,  onder  den  Keyfer  Maximiliaen  de 

cerfte, 




Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  8? 
eerfte,  omtrent  het  Iaer  ifo$.  by  Augf- 
burgh ,  in  de  gedaente  van  Margaret  van 
Rots,Abdifle  van  Eiftet,  die  fich  niet  al- 
leen lien  en  hooren ,  maer  oock  handelen 
liet.  Gy  fult  my  te  gemoet  voeren,  dat  het 
gevoel  mede  kan  bedrogen  worden.  Dat 
is  oock  foo,antwoorde  Lydamas,  het  geen 
ons  in  onfen  droom  maer  al  te  dickmaels 
gefchiet;  ick  hebwelgedroomt  mijn  hant 
vol  goudt  en  lil  ver  te  hebben ,  en  vandtfe , 
wacker  zijnde,ledig.  TulTchen  droomen, 
het  geen  llapende,  of  iulck  verfchijnen, 
het  geen  waeckendc  gefchiet ,  is  groot  on- 
derfcheyt,  antwoorde  Lyfander.  Wakende 
fal  uw  gevoel  oock  bedrogen  worden, ver- 
volgde Lydamasj  want  neemt  een  balleken 
in  uw'  handt ,  en  flaet  uw'  vinger  kruys- 
weegs  over  malkander,  beweeght  het  bal- 
leken tuflehen  beyden ,  en  ghy  fult  u 
inbeelden  twee  te  gevoelen.    Dat  is  geen 
bedrogh  van  het  gevoelen,  antwoorde  Ly- 
fander ,  maer  een  wefentlijcke  wereking  , 
daer  u  des  Cartes  wel  goede  redenen  van 
geven  kan  ;  maer  even  wei,  het  zy  hoe  het 
zy ,  wort  ons  gelicht ,  ons  gehoor  ,  jae  ons 
gevoel  bedrogen,  foo  moet  dat  gefchie- 
denof  door  ons  felf,  ofdoory  ets  buy  ten 
ons  felf;  door  ons  felvé  worde  fy  bedrogen 
flapende :  maer  of  ons  geficht  al  door  eeni- 
gevalfchedenck-bceldcn,van  binnen  fich 
aenonfephantalie  verroonende,  felf  wa- 
kende konde  bedrogen  worden  ;  wie  fal 
evenwel  gclooven ,  dat  wy  buy  ten  flaep 

D  7  en 


I 


S<5  DORTSCHE 

en  gefondt  zijnde,hoorende  onderfcheyde- 
lijck ,  niet  fouden  hooren ,  en  voelende 
niet  fouden  voelen?  Ick  wil  hier  niet  ver- 
wachten datghy  my  bewijs  foudtaf-ey- 
fchen  van  mijn  waecken ,  alfoo  fulcks  uy  t 
yemandts  geregeleerde  en  wel  bepaelde 
daden  te  bewijfen  ftaet.  Daerom  dan,  om 
het  kort  te  maken ,  wil  ick  befluyten  ,  dat 
het  noodt wendigh  yets  buy  ten  ons  is ,  het 
geen  onfe  finnen ,  defe  dingen  voorfteldt  j 
is  het  nu  buy  ten  ons  felven ,  foo  is  het  een 
ftoffelijck,  of  onftoffdijk  ding ;  is  het  ftof- 
felijck ,  het  kan  van  yder  foo  wel  als  u  gc- 
fïen ofonderfcheyden  worden;  maerghy 
fult  feggë  neen  j  foo  is  het  dan  yets  onftof- 
felijcks.  Dit  onftoffelijcksdanisofZiel, 
of  Engel,  of  Duyvel  :  ghy  kent  defe  al 
niet.    Dat  het  eenige  ziel  buy  ten  onfe 
ziele  fou  zijn  die  met  de  onfe  Vfamen- 
Ipeelt ,  is  buy  ten  eenigh  bedencken  ,  alfoo 
die  noyt  de  macht  gegeven  is,  yets  buyten 
aïma-  cen  a  uy tvloeyende  kracht  te  wereken  ; 
nativa.  want  de  bewegingen  in  de  andere  dcelen 
b       vanonslichaem  ,  buyten  het  genoemde  £ 
Glans  pingelachtigh  klier,  dat  inde  harflenen 
inca-  gevonden  wordt,  gefchieden  door  de  ftof- 
Felijcke  geeften ,  die  de  Artzen  Naiurael, 
Vitael%  en  AnimaeU  of  natuurlijck  ,  leeve- 
lijck ,  en  ziellijck  noemen ,  die  dienftbaer 
acn  de  ziele  zijn,  en  van  defelve  haer 
wereking  ontfangen ,  en  hacr  weder  die 
mede-deelen,  voor  foo  veel  fy  van  defelve 
afhangen.   Soo  moet  dit  dan  Engel,  of 

Duy- 


lis. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  g7 

.uyvel,of  ycts  diergclijcx  zijn. Welk  van 
beyden  het  nu  zy,  kan  uytde  uytwereking 
cn  heteyndegenoeghfaem,nadat  dicgoet 
of  quaet  zijn,  afgemeten  worden.  Volght 
dan,dat  defe  fchepfelcn  in  wefen  zijn,  die, 
of  door  foodanigc  indruckingen  ,  of  oock 
wel  door  ftoffelijcke  lichamen  (gelijck  dc 
voorbeelden  ovcrvloedigh  zijn)  gelijck 
van  die  Dan  {fereiTe,  daer  my  gedenckt  van 
gelefen  tc  hebben,  die  een  wijl  op  een 
openbier  fpeel-tooncel  de  oogen  der  toe- 
fïenders  vermacckt  hebbende ,  cyndelijck 
dooreen  wijs  man  ontdekt  wiert,  en  dacr 
op  het fpeelen  latende,  vooreen  danfende 
fchoonheydt ,  een  Itinckend  acs ,  cn  doodt 
verrot  lichaem  ,  achter  gelaten  heeft ;  het 
relcke,  nablijck,  den  Duy  vel  hier  of  daer 
opgenomen ,  en  ald  us ,  om  de  ydelc  men-' 
fchen  te  bedriegen,  om  her  gevoert  heeft, 
fich  vertoonen.Ik  fil  alieenig  (om  dat  wy 
alreedrs  over  defe  facck  te  langk ,  om  ver- 
m^kilijck  te  zijn,  gefproocken  hebben) 
een  voorbeeldt  van  dc  openbare  quelling 
der  Duyvelen  voortbrengen  ;  daer  uyt 
SigebertrtSyQn  VincentmuWierus^^n  fchrijft. 
in  het  laer  1 5-3  5 .  feght  hy,  heeft  fich  een  Vsn  ^ 
quaden  geelt  in  de  Stadt  Schildack ,  in  het  5*|£ 
Vorftcndom  Wirtenbergh,  vertoont.  Dc-  tot 
fe  heeft  meeft  al  de  Borgeren  ,  cn  voorna-  Schil- 
ment  üjck  den  Waert  op  de  M  arekt,  in  de  in 
goude  fterre  ,  door  grouweiijck  geroep ,  jjjjjjj" 
en   afgrijffelijck  getier,  (eer    groote  its*ct 
fchrick  aengejaegt ,  ja  is  endelijck  foo  ver  Uajt, 


88 


DORTSCHE 


Vrccm. 
de 

cjuel- 

ling 

van  de 

Duy 

vel aen 

fcker 

man 

pleegt. 


gekomen,  dat  hy  het  huys  van  defen' 
waerdt  (die  fijn  dienftmaeght,  diemenj 
oordeelde  kennifle  met  dcfé  geelt  te  heb- 
ben, had  doen  verhuyfen)  in  brandt  gefte- 
ken  heeft,  het  welcke  binnen  den  tijdt  van  Ir;;- 
twee  uuren,  alföo  alle  hulp  daer  tegen  on- 
nut was  ,  tot  de  grondt  toe  afgebrandt  is 
geworden*  Maer  voornamentlijck  is  ge- 
denckwaerdigh  geweeft ,  dat  de  brant  v  an 
dit  felve  huys,  in  wijfe  van  brandende 
klooten ,  tot  andere  huyfen  overgevlogen 
is ,  invoegen  de  Borgers,terwi  jl  iy  befigh 
waren  hun  gebuurente  helpen,  terftont 
gedwongen  waren  na  hun  eygene  huy- 
fen ,  die  in  lichten  brandt  ftonden ,  om  te 
fien .  Ia  foo  groot  was  defen  duy  velichen 
brandt ,  dat  het  flot ,  Landtf  kroon  ge- 
noemt  ,  het  geen  een  goet  ftuck  weeghs 
daer  van  daen  ,  op  een  hoogen  bergh ,  ge- 
bouwt  ftaet,  nauwelijcks  vanhetgewelt 
der  vlammen  konde  bewaert  worden. 
Noch  een  voegh  ick  hier  by ,  van  een  die 
my  niet  vreemt  is,  namentlijck  dat  defen , 
een  oudt  man,  en  meteen  wonderlijcke 
beroering  of  Catalepjis  aengetaft  zijnde, 
menighmael  over  de  maeltijdt ,  by  klaren 
dagh,  in  fijn  aengeficht  geflagen  is  gewor- 
den ,  foo  dat  al  fijn  kinderen,  en  kindts- 
kinderen  niet  alleen  de  klets  hoorden , 
maer  oock  het  ontfteecken  van  de  wang, 
daer  hy  den  flagh  op  ontfangen  had,  en 
die  hy  met  de  handt  toonde  (alfoo  hy  niet 
konde  fpreken,)  met  oogen  aenfagen ,  als 

oock 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  89 
)ck  dat  dc  voor-deur  op  en  toe  gedaen 
ierdt,  fonder  yemandt  te  fien .  Gemel- 
«dcn  ouden  man  verhaelde  menighmael, 
Is  hem  de  ftommighey  t  verliet,  (want  die 
uam  hem  by  pofcn  aen,  gelijk  ick  tot  een 
onder  terftondt  mede  verhalen  fal)dat 
^  ymetcenige  jonge  gelei lert  in  fijn  jeugt 
*n  gefelfchap  zijnde,  eenmaei  met  hen 
oegeftaen  had ,  Rijnfchcn  Wijn  van  Keu- 
len te  laten  brengen,  wacrop  terftontde 
«Vijn-kanne  onder  de  Tafel  gefet  wierdt , 
icn  terftondt  door  eenigh  mans  perfoon , 
nmet  een  roode  mutfe  op  het  hooft ,  of  den 
/duyvel  in  fijnfehijn,  weder  ingebraght , 
icn  wel  harde  op  de  tafel  gefet  wierdt ,  en 
dat  het  die  felvefchijnduyvel  was  (alfoo 
die  voor  hem  alleen  fichtbaer  was)  die 
hem  als  nu  defe  quclling  aen  dede.  Stom 
zijnde,  fchreef  hy  menighmael  meteen 
griffe ,  dat  hem  den  Engel  des  lichts  was 
'geopenbaert  (of  miflbhien  die  gene ,  die , 
:<om  ons  te  verleyden ,  fich  in  die  gedaente 
>:doet  erkennen ,)  dewelcke  hem  had  t* 
;kennen  gegeven ,  hy  moefte  na  foo  een 
[<plaets  reyfen,en  het  reyf-gelt  daer  toe  lce- 
nen,  en  hy  foude  aldaer  fijn  verloren 
fpraeck  weder  krijgen;  het  welcke  eenige 
reyfen  door  de  kinderen  ,  diefulckshun 
vader  niet  wilden  wey geren  ,  gedaen  en 
'Waer  bevonden  wierdt;  doch  foo  haeft  was 
ihy  niet  weder  in  fijn  huys,of  hy  was  (lom 
'als  te  voren.   Maer  de  huylgenooten , 
i  fiende  dat  het  maer  bcdriegeryen  waren  > 

wil- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


po  DÖRTSCHE 

wilden  daer  na  tot  iulcke  tochten  nic% 
meer  verftacn ,  niet  foeckende  (daerhe 
de  vermaningen  der  Godts-geleerden  fee 
in  fterekten)  dien  opgeblalene  (die  fic 
gaerne  laet  gehoorfamen  en  dienen)meer 
der  in  te  volgen.    De  waerheydt  daer  vai: 
kan  noch  door  verfchey de  levende  oogh 
getuygen  beveftight  worden.  Vandier-| 

felijcke  dingen  zijn  de  Hiftorien  vol ,  fonH 
er  dat  ick  meerder  van  nooden  heb  by  tej 
brengen.  Wat  dit  nu  alles  fy  geweeft,  laetl 
ick  een  yeder  oordeelen.    lek  wenfcht 
wel  te  hooren ,  antwoorde  Lydamas ,  in4 
dien  ghydan  den  Duyvel  niet  alleen  vaft 
ftelt,  maer  hem  oock  die  werekingenj 
toefchrijft,  of  ghy  oock  gelooft  dat  h 
eenige  waerheyt ,  omtrent  de  voorieggin^ 
van  toekomende  dingen  ,  heeft.  Daer  in , 
antwoorde  Lyfander ,  fbu  ick  hem  wey-' 
nigh  gelooven  ,  alfoo  hem  de  logen  eyge 
is ,  hoewel  hy  menighmael ,  om  een  goe 
Van  de  den  naem  te  maecken,  en  die  fchantvleclc 
fez-1'  a^ te  w*flchen j  de  waerhey t  van  de  voorge- 
ging   fpelde«lingen  welgetroffen  heeft :  want* 
des     hy,  zijnde  een  oudt  konftenaer,  en  die 
Duy-  groote  kenniffe  van  natuurlijcke  en  we- 
vels.    reltli|cke  dingen  heeft ,  kan  fomwijlen 
uyt  de  voorgaende  dingen  het  gevolgh 
raemen:  of,  wanneer  hem  Godt  tot  een 
werck-tuygh  van  fijn  tooren  en  gram- 
fchap  wil  gebruyeken  ,  de  menfehen 
te  voren  feggen  ,  wat  hen  te  naken  ftaet , 
voor  foo  veel  hy  het  felve  alrcedts  in  man- 

drttis 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  9» 

ydatU  of  laft  heeft.    Soo  konde  hy  Saul  te 
Toren  fcggen,  dat  hy  op  dien  tijdt  by  hem 
fou  zijn;  als  die  hem  ongetwijfelt  al- 
freedts  van  Godt  in  handen  was  ge- 
geven; gelijck  hy  oock  den  goeden  Job 
Ifou  hebben  konncn  al  fijn  onghevallen 
'fvoorieggen  die  hem  bevallen  zijn ;  vor- 
4der  ftaet  hy  in  mijn  credijt  of  geloof  niet. 
Indien  ghy  loo  ongevoeligh  omtrent  fpo- 
kerijen,  en  diergelijckeduyvels  lillen  zijt, 
viel  daer  Polymythus  op  in,  fult  ghy  niet 
veel  beter  voor  die  zijn  ,  die  men  ieght 
hardt  voor  ftael  of  loot  te  wefen.  Indien 
ick  foo  een  voor  had  ,  ick  fou  hem  ,  ant- 
vwoordeLydamas ,  foo  wcynigh  ontfien  , 
'  als  een  Periiacn ,  die  wy  flus  gchoort  heb- 
ben wceck  gebacken  te  zijn,  Hymoght 
foodanigh  zijn ,  antwoorde  Polymythus, 
hy  fou  u  al  menigen  fteeck  en  loodt  te  ver- 
geefs doen  fpillen,  gelijck  dien  Spangi- 
aert  daer  Picrre  Matthiett ,  en  Molanus  ge-  vati 
wagh  van  maken ,  die  van  den  Prins  van  het 
Orangien,  als  hy  de  Maes  by  Maeftricht,  Hardt- 
in  het  Jacr  1 5-63.  door  trock,  gevangenen  m&é* 
van  het  krijghs-volck  aen  een  boom  ge- 
bonden wiert  om  hem  (gelijck  fy  het  noe- 
men) te  herquebuferen.  Maer  het  krijgs- 
'  volck  fpilde  hun  kruyt  en  loot  te  vergeefs , 
.alfoofy  hem  daer  mede  niet  befchadigen 
3  konden.    Sy  hierdoor  verwondert,  ont- 
;kleedcn  hem,  en  vinden  een  zAgtiusDei 
I (gelijck  het  dc  Roomfchc  noemen)  om 
\«t  i  lij n  hals  hangen ,  het  welcke  af- genomen 

zijn- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


■ 


9i  DORTSCHE 
zijnde,  wierthy  door  de  'eerfte  kogel ' 
neder gevelt.    Évenwei,  dit  vinde  ick. 
nietgoet,  dat  defe  fchrijvers  defebewa 
rende  kracht  het  Agnm  Dei  toefchrijven 
Ick  fou  hier  in,  vervolghde  Lyfander 
het  gevoelen  van  den  geleerden  G edelman 
ttus  liever  geloof  geven  jdefen,  na  dat  hi 
alle  natuurlijckeen  redelijckegenees-mia 
delen  toe  geftaen  heeft,  feght  vervolgens 
nademael  dat  alle  natuurlijcke  dingen  ,  alsl; 
kruyden  op  feeckere  byfondere  tijdenfct 
gepluckt ,  vreemde  teeckenen ,  woorden,k 
verfen,  S.IansEuangely  ;  noch  door  hun 
Elementarifche  of  hooft-ftoffelijke  kracht, 
noch  door  ecnige  byfondeve  eygenfehap 
wereken  konnen,  wanneer  fy  om  dei* 
hals  of  andere  deelen  gehangen  zijn,  niet 
meerders  als  het  Hypericon  ,  of  S.  lans- 
kruy t ,  of  By voet ,  in  huys  opgehangen  r 
den  Duy vel  verjacght ,  of  S.  lans  Euange- 
ly,  aen  den  hals  gehangen ,  yemant  tegen 
den  fchoot  of  fteeck  hardt  maeckt  $  foo  is  | 
fekerlijcktegelooven  dat  foodanige  din- 
gen Sacramenten  of  verbonden  des  Duy-  • 
veis  zijn,  en  dat,  wanneer  eenige  dingen 
daerdoorgefchieden,  eenige  fieckten  ge- 
nefen  of  de  lieden  hardt  gemaeckt  wor-  I 
den  (indien  fulcks  anders  waer  is)  fulcks 
niet  door  de  kracht  van  foodanige  din- 
gen ,  maer  door  tuflehen-wereking  van 
den  Duy  vel  felf  gefchiet ,  volgens  het  ver- 
bondt  met  fulke  verblinde  zielen  of  opent- 
lijck  of  heymelijck  gemaeckt  j  die  even- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


■  ui! 


ARCADIA.  ^5 

el  de  foodanige  noch  ten  laetften  inde 
ekel  bet  (leken ,  gelijck  bleeck  aen  defen 
pangiacrt.    Dat'er  evenwel  dingen  zijn, 
ie  door  een  verborgen  eygenfchap  (met 
erlof  van  onie  moderne  of  hedendaeghfe 
^ilofophen)  of  door  haer  fubftantialc  ge- 
aente ,  of  door  een  medelijdentheydt  of 
tympatkia,  of  door  een  ftnjdigheydt  of 
Antipathia ,  of  fulcks  als  hen  van  Godt  in 
hun  eerfte  fchepping ,  als  een  byfondere 
deught,  is  mede  gedeelt ,  byfonderlijck , 
felf  metaenhangen ,  op  ons  lichaem  werc- 
ken;  gelijck  daer  zijn  de  wortelen  van 
Peonia,  het  root  Corael .  het  een  tegen 
de  ftuypen ,  en  het  ander  tegen  een  fwacke 
mage  der  kinderen;  willen  de  genees- 
meefters  met  gevrelt  winnen,  fednonego 
credufas  iïïis.    Wy  fouden  hier  noch  wat 
van  hetneftel-knoopen  ,enfrigiditate  quoad 
hanc  ,  beneffens  het  voorbeelt  van  den 
Graef  van  Eflex,  onder  Koningk  Iacob, 
konnen  aenknoopen ,  maer  dele  Iongk- 
vrouwen ,  aireets  genoeghfaem  door  al 
defe  duyvclerijen  vervaert,  fouden  ten 
laetften  wel  verftoort  worden.  Seker- 
lijck,  vervolghdc  Euphemia,  ghy  hebt 
my  het  hooft  daer  foo  vol  van  geblafen  , 
dat  ick  van  nu  af  aen  ftaet  macck ,  mijn 
Nichten  den  geheelen  nacht  gefelfchap  te 
houden,  en  het  gantfche  getinby  ons  te 
laten  blijven.    Soo  ben  ick  oock  van  fin, 
feyde  Clyric.  Het  is  dan  goet,  berechte  Lu- 
cinia,  dat  ick  gefelfchap  gekregen  heb, 

en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


94  DORTSCHE 
cn  zekerlijck  mijn  fchrick  is  foogrootl 
dat  ick  het  hart  niet  heb  een  voet  te  ver* 
fetren  :  het  fou  wel  noodigh  zijn  door  een» 
andere  ftoffe  onfe  gedachten  wat  af  te  wen-] 
den  ,  indien'er  anders  foo  veel  gunft  van 
defe  hooge  Naturalirten  magh  vcrwaght 
worden,    Sekerlijckick,  antwoordePo- 
lymythus,  die  de  minfte  fchult  daeraen 
heb,  fal  oock  nu  toonen  de  befte  te  zijn, 
en,  indeplaets  van  fulck  een  onluftige  en 
vcrvaerlijcke  ftof,  wat  vermaeckelijcks 
voor  den  dagh  brengen ;  doch  om  niet 
geheel  van  de  fwier  der  onlïchtbare  geeften 
af  te  dwalen,  Tal  ick  oock  van  wat  oniicht- 
baers  fpreken.   Als  het  maer  van  geen 
fpoockery  of  toovery ,  of  fulckefnuyflery 
is,  antwoordeClytie,  is  het  ons  al  even- 
eens.   Dat  bclove  ick  u ,  zeyde  Polymy- 
thus,  en  begejft  daer  medelijn  verhael. 


Gefchhdenü  van  de  Onzichtbare  Mi». 
nares. 

£)°n  Carlos  van  Arragon  was  een  jongk 
Edelman,  van  het  huys  daer  hyden 
naem  van  droegh.  Hy  deed  wonder  met 
fijn  perfoon  ,  in  de  openbare  lchouwfpee- 
lenen  ridderlijcke  oefeningen  ,  die  den 
Onderkoningk  van  Napels,opde  Bruyloft 
van  den  Koningk  Philips  de  tweede  de 
darde  of  de  vierde,  daer  wil  ick  afzijn,  aen 
het  volck  gaf.    Des  anderen  daeghs ,  na 

een 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  9; 
•3cen  Ridderlijck  ringkfteecken  ,  daer  hy 
aden  prijs  behaelt  had  ,  gaf  den  Onder-ko- 
iiningk  verlof,  aen  de*  Vrouwen  van  dc 
liStadt,  onbekent  over  al  te  mogen  gaen, 
f  dragende  haer  momtuygh  na  de  Franfche 
•Kwijte  i  totgunfl:  van  de  vreemdelingen, 
£  daer  de  Stadt  voor  als  doe  vol  af  was.  Op 
i  dien  dagh  kleedcfich  don  Carlos  foo  cier- 
iJ  lij ck  al?  hem  mooglijck  was ,  en  bevand 
f)  fich ,  beneffens  vericheyden  hart-tyran- 
n  ncn,  in  de  voorn  aemiie  kcrck;  gel  ij  ck  men 
b  daer  mede  gewoon  is  de  kercken  met  fulo 
I  keby  ecn-komften, daer  men  den  ract  van 
1  fotternyenflaet,  teontheyligen,  Hy  was 
daer  bcfigh  met  eenige  voorname  Edellie- 
den ,  foo  Italianen  als  Spangiaenkn  ,  mif- 
fchienom  de  Napelfche  fchoon  heden  op 
het  nroille  te  bediilclen ,  en  met  de  Spaen- 
fche  te  vergelijcken ,  wanneer  dry  aen- 
fienlijcke  vrouwen,  gelijck  al  dc  reit 
vermomt  zijnde ,  hem  aen  Iprakcn  ,  in 
het  midden  van  al  defe  ontbonden  dwin- 
gelanden van  de  min.    Een  van  defe  ,  ge- 
bruyektctcgens  hem  diergelijcke  woor- 
den-. Heer  Don  Carlos,  daer  is  een  Me- 
vrouw in  defe  Stadr,  aen  de  welcke  gy  feer 
gehouden  zijt,  in  al  de  ridJer-lijcke  fpe- 
len  ,  dewelcke  ghy  uytgevoert  hebt,  heeft 
fy  u  den  prijs  toegewcnlcht,  gelijck  ghy  de 
felve  verkregen  hebt.    Het  geen  dat  my 
hier  het  meeiïe  geloof  daer  van  geeft ,  ant- 
woorde  Don  Carlos,  is, dat  ick  iulcks  hoo- 
rc  van  een  vrouw  van  aenlicn ,  gelijck  ghy 

zijt, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


9f  DORTSCHE 
zijt ,  en  ick  verfekere  u ,  indien  ick  roj 
had  konnen  beloven  van  de  gunft  van  eeni-, 
ge  vrouw  te  mogen  verdienen ,  dat  ick 
meerder  y ver  fou  hebben  aengewent ,  om 
haer  lof  te  verdienen.    De  onbekende 
Iongkvrouw  feyde  hem  ,  dat  hy  niet  ver- 
geten had,  van  al  het  gene  hem  fou  mogen 
hebben  doen  blijcken,  een  van  de  han- 
dighfte  Edellieden  ter  werelt  te  zijn }  doch 
dat  hy  door  fijn  Livreyen  van  fwart  en  wit 
wel  had  getoont ,  niet  verlieft  te  zijn.  Ick 
heb  noyt  wel  geweten ,  antwoorde  Dop 
Carlos  ,  wat  defe  verwen  beduyden , 
maer  ick  kan  u  foo  veel  van  mijn  fel  ven 
feggen ,  dat  het  minder  is  door  ongevoe- 
lijckheydt,  dat  ick  niet  bwnin ,  als  door 
de  kenniffe  die  ick  van  mijn  felvcn  heb,dat 
ick  yemants  gunft  waerdigh  ben. Hondert 
fraye  redenen  vielender  noch  meer  tuf- 
fchen  hen  beyden  voor,  daer  ick  u-lieden 
met  mede  ophouden  lal ,  omnietteta> 
nen  dat  ickfe  uyt  mijn  poot  fuygh  om  daer 
door  mijn  verftant  te  toonen:  foo  veel  is'er 
van,  dat  de  vermomde  Iongk- vrouw 
Don  Carlos  verklaerde,  dat  fy  die  gene 
was,  daer  fy  van  fprack.  hy  verfochthaer 
temogen  fien  :  maer  fy  antwoorde  hem, 
dat  het  noch  geen  tijt  was ,  dat  fy  beter  ee- 
legentheytdaer  toe  vinden  foy ;  en  om  te 
toonen  dat  fy  niet  vreefde  hem  alken  on- 
der oogen  te  komen ,  gaf  fy  hem  een  pant, 
ontdeckende  te  gelijck  een  van  de  fchoon- 
tte  handen  ter  werelt,  met  dewclcke  fy 

hem 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  97 

hem  een  koftelijcken  ringk  vereerde ,  de- 
weleke  hy  ontfïng,  foo  verwondert  van 
!  dit  vreemde  voorval ,  dat  hy  bykans  ver- 
[geeten  fou  hebben,  haer  fijn  behoorlijcke 
i  eerbiedigheden  te  doen ,  wanneer  fy  hem 
verliet.  De  andere  Edel-lieden ,  diefich, 
luyt  beleeftheyt,  wat  aen  een  kant  ge- 
imacckt  hadden  ,  quamen  hier  op  weder 
;  by  hem .    Hy  vertelde  hen  het  geen  hem 
r gebeurt  was,  en  toonde  hen  den  ringk,  die 
:  van  een  aenmerckelijcke  prijs  was.  Een 
weder  feyde  daerop  dat  hem  goet  dacht; 
len  Don  Carlos  bleef  foo  verheft  op  fijn 
(onbekende,  als  of  hy  haer  in  het  aenge- 
'ïcht  gefien  had  *  foodanigh  was  de  geeft 
lie  hy  in  haer  woorden  had  gefpeurt ,  die 
liet  laet  fomwijlen  meer  kracht,  alsde 
lermeefte  fchoonheydt ,  te  baren.  Hy 
pas  wel  acht  dagen ,  fonder  eenige  tij- 
kling van  lijn  Urgande,  d'onbekcnde,  te 
ihooren ,  ondertufifchen  gingk  hy  vaft  da- 
>gelijcks  fijn  vcrmaeck  Ibecken  by  een 
IHopman  te  voet ,  die  hy  voor  een  van  lijn 
tgrootfte  vrienden  achte,  of  yemant  anders 
ran  fijn  bekende,  daer  mede  hy  dien  moe- 
relijckentijdt  overbraght.  Opfekeren 
ivont,  gaende|  vroeger  als  na  gewoonte 
ia  huys ,  wiert  hy  by  fijn  naem  geroepen  , 
een  onderzaci  van  een  groot  huy?. 
ly  vocghde  fich  aen  de  veynfter ,  die  wel 
iet  traliën  voorfien  was ,  en  kende  tcr- 
tondt  aen  de  ftemme  dat  het  fijn  onbe- 
:nde  en  onfichtbarc  minnarcfle  was , 

E  de- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


98 


DORTSCHE 


de  wclckc  hem  terftondt  feyde :  komt  hc 
waerts  Don  Carlos ,  ick  heb  u  hier  v 
wacht ,  om  ons  gefchil ,  het  welcke  wy  fl 
famen  hebben,  te  beflechten.  Ghyzii 
maer  een  Fanfaronne,  of  grootfpreeckfterj 
antwoorde  Don  Carlos ,  ghy  ontfeght  myj 
met  fulck  een  trotsheydt ,  cn  verberght  m 
acht  dagen  langk ,  om  acn  een  wel  gel 
tml  ij  de  veyniter  te  verfchijnen,  Wy  fulleifi 
malkander  nader  ficn,  antwoorde  £yA 
wanneer  hettijdt  falzijn.    Het  is  gecn# 
fintsgebreck  van  moet,  dat  ick  foolangi  , 
heb  uytgeftelt ,  my  by  u  te  laten  vinden.f: 
Ghy  weet ,  dat  men  in  alle  kamp- vechteq 
met  gelijcke  wapenen  ftrijden  moeti 
indien  uw  hart  niet  ioo  vry  was  als  het 
mijn ,  fout  ghy  te  grooten  voordeel  op  my\ 
hebben ,  en  het  is  daerom  dat  ick  wat  na-l 
der  na  u  heb  willen  vernemen.    En  watl 
hebt  ghy  van  my  gchoort,  vraeghde  Don 
Carlos  ?  Dat  wy  malkander  goet  genoegh' 
zijn,  antwoorde  de  onftchtbare.  De  faeck 
isgecnlintsgelijck,  berechte  Don  Carlos 
dacr  weder  op,  want  ghy  fiet  my,  en  weet 
wie  ick  ben ,  en  foo  doe  ick  niet ;  wat  ooi« 
deel  meent  ghy  dat  ick  hebben  kan  van! 
de  forgh  die  ghy  draeght ,  om  u  te  verber- 
gen ?  men  behoeft  fich  niet  feer  te  verber- 
gen ,  wanncermen  een  goet  voornemen 
heeft ,  en  men  kan  lichtehjck  yemant  be- 
driegen ,  dieniet  op  lijn  hoede  is ;  maer 
evenwel  fwaerlijck  tweemacl.  Indien 
ghy  u  van  my  dient  om  min-y  ver  ineen 

ander 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i 


ARCADIA.  99 

I  ander  te  verwecken ,  foo  verfeeckere  ick 
mdat  ghy  my  verongelijckt.  Hebt  ghy 
al  lang  genoegh  lbo  onbedachtelijck  van 
my  geoordeelt ,  vraeghde  de  onnchtbare. 
Het  is  niet  buytenfchijn  van  wacrheyt, 
antwoorde  Don  Carlos.  Gelooft  eerder, 
vervolgde  de  onbekende ,  dat  ick  feer  op- 
recht ben  ,  en  dat  ghy  my  voor  foodanigh 
kennen  fult ,  in  al  hetgeen  wy  te  (amen 
te  verhandelen  fullen  hebben ,  gelijck  ick 
begeere  dat  ghy  oock  fult  zijn.  Dat  is 
niet  meer  als  rechten  billijck  ,  antwoorde 
Don  Carlos;  raaer  foo  billijck  is  het  oock » 
dat  ick  u  fie,enwect  wie  ghy  zijt.  Ghy 
fult  dat  wel  haeft  weten ,  antwoorde  dc 
oniichtbare ,  en  ondertuflehen  hoopt 
fonder  verdriet ,  en  dat  is  den  wegh  waer 
door  ghy ,  het  geene  ghy  van  my  ver- 
wacht, verdienen  kondt-.want  ick  ver- 
feeckere u  ,  opdat  uw  doen  niet  fonder 
grondt,  en  fonder  hoope  van  vergelding 
zy ,  dat  ick  u  in  ftact  wel  gelijck  ben  ;  dat 
ick  middelen  genoegh  heb ,  om  hecrlijck 
te  leven  ,  foo  wel  als  de  grootfte  Prins  van 
het  Rijck  ;  dat  ick  jongk,  en  meer  i'choon 
als  mifmaeckt  ben ,  en  wat  mijn  geeft 
belangt,  dc  uwe  is  te  goct ,  omnietont- 
deckt  te  hebben  ,  dat  ick  niet  heel  fot  ben. 
Metdefe  woorden  nam  fy  hacr  aficheyt, 
latende  Don  Carlos  met  de  mondt  open 
ftaen  ,  foo  als  hy  vaerdigh  was  haer  te 
antwoorden  :  foo  opgetogen  door  een  lbo 
fchiclijcke  verklaring  ,  en  foo  verlieft  op 

E  z  een 


loo  DORTSCHE 
een  perfoon  die  hy  noyt  gefien  had,  en  fod 
verwondert  van  defen  vreemden  handel  J 
dat  hy  meer  als  een  vierendeel  van>en  uud 
op  een  plaets  bleef  ftaen ,  om  over  td 
leggen,wathy  hiervan  dencken  fou.|  Hy* 
wift  wel  dat  'er  veel  Princeflen  en  vrou^ 
wen  van  hoogeftaet  binnen  Napels  zijn 
maerhy  wiftoock  wel  dat 'er  menig ht 
van  Courtifanen  en  fnollen  gevonde 
worden ,  die  machtigh  genoegh  zijn ,  or 
een  vreemdelingk  te  verftricken ,  en  te 
fchoonder  fy  zijn,  te gevaerlijcker  zijn  fy.1  &  - 
Dien  nacht  had  hy  genoegh  te  dencken  fl(*,'J' 
op  fijn  voorval}  den  naeften  avondtbevanfc™ 
fich  Don  Carlos  weder  op  fijn  oude 
plaets ,  van  den  voorgaende ,  en  de  on- 
fichtbare  op  de  hare.  Sy  vraeghde  hem,  of 
hy  fich  niet  wel  in  den  dut  gevonden  had , 
over  hun  laetfte  by  een  komft  ?  en  of  het 
niet  wei  waer  was,  dat  hy  alles  wat  fy  hem 
gefeght  had,  in  twijfel  had  getrocken?! 
Don  Carlos ,  fonder  op  haer  vragen  te1 
antwoorden,  badt  haer,  hem  te  willen 
feggen,  wat  gevaer  fyte  gemoetfagh  , 
waerom  fy  fich  tegens  hem  niet  wilde 
ontdecken ,  nademaei  de  faecken ,  gelijck 
fy  gefeght  had,  malkander  foo  gelijck 
waren ,  en  dat  hun  verkeering  niet  ftreck- 1 
te  als  tot  fulck  een  goet  eynde.  Het  gevaer 
is  voorfcecker ,  antwoorde  de  onfichtba- 
re,  gelijck  ghy  met 'er  tijdt  weten  fult; 
vergenoeght  u  noch  eens  met  defe  ver- 
fekering ,  dat  ick  u  de  waerhey t  fpreeck  , 

en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


küüi 


■ 


s 


I 


ARCADIA.  roi 

en  dat  ick ,  in  het  voorftellen  van  mijn  ge- 
legenthey t,  feer  fedigh  ben  gcweeft.  Don 
Carlos  wilde  haer  niet  verder  dringen,  en 
liet  fich  met  het  tegenwoordige  genoegen. 
Dele  hun  verkeering  duurde  noch  ceni- 
gentijdt  op  de  felve  maniere,  en  met  de 
'fclve  bedccktheydt,  hoewel  met  grocte 
gemeenfaemheydt  en  liefde,  ionder  dat 
Don  Carlos  een  avondt  liet  voorby  gaen , 
fonder  fichaende  gefette  plaets  te  laten 
vinden,  't Gebeurde,  dat'cr een  treffelijck 
Ballet  in  het  Hof  van  den  Onder-koningk 
gegeven  wierdt.  Don  Carlos  liet  fich  daer 
vinden ,  hoopende  fijn  onbekende  daer  te 
fien,  of  ten  minften  te  hooren,  en  door  het 
gehoor  te  kennen  ;    ondertulïchen  ten 
nauften  onderfoeckende ,  wiens  huys  het 
was,  daer  hemfoo  gunftigh  gehoor  ver- 
gunt wierdt.  Hy  hoorde  dat  het  de  woo- 
ning van  een  leer  ftüle  bedaegde  Vrouw 
was,  Weduwe  van  een  Spaenfch  Hop- 
man ,  endatdefelve  noch  Dochter  noch 
Nichten  had.  Hy  verfocht  haer  te  mogen 
fien  ,  fy  liet  hem  acnfeggen  ,  dat  fy  federt 
haersmans  doodt  ,  niernandt  had  wille 
te  fpraeck  ftaen  ,  het  wclcke  hem  noch 
meer  verwarde.  Don  Carlos  dan,  bcvandt 
fich  des  avondts  op  het  Ballet  van  den 
Ondcr-koningk.  Ghy-liedcn  kondt  wel 
oordeelen  dat  'er  een  treftelijcke  vergade- 
ring gewecil  is.    Hy  nam  nauwe  acht  op 
al  de  Jongk vrouwen  ,  die  daer  tegen  woor- 
dieh  waren,  cm  uytte  vinden  wie  fijn 
S  E  3  on- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ioft  DORTSCHE 
onbekende  was,  hy  fprack  die  aen,  daer  hy 
kondeby  komen,  fonder  evenwel  te  vin- 
den die  hy  fochr.  Eyndelijck  geraeckt 
hy  bydc  Dochter  vaneen  Marquis,  ick 
weer  niet  van  wat  Marcquifaet,  defe  dacht 
hemjongk  enfehoon  te  zijn,  oock  wel 
eenighfins  de  klanck  vandeftemme  van 
fijn  onbekende  te  hebben ;  maer  hy  vant 
defelveover-een-komft  inde  geeft  niet. 
Sy  danftenmenighmaeltefamen,  en  het 
balet  ge-eyndight  zijnde,met  weynigh  ge- 
noegen van  Don  Carlos ,  begaf  fich  defen 
wederom  na  fijn  oude  rende vous,  nadat 
hy  fich  te  huys  van  geweer  voorfien  had. 
Sijn  Meeftrefle,  fichaldaer  latende  vinden, 
vraeghde  hem ,  hoe  het  met  den  dans 
afgeloopen  was,  alhoewel  iy  daer  mede 
geweeft  was.  Hy  feyde  haer ,  dat  hy  mc- 
nighmael  met  een  fecr  fchoone  jongk- 
vrouw  gedanft ,  en  haer  tot  het  eynde  van 
den  dans  onderhouden  had.  Sy  maecktc 
daer  over  verfcheyde  vragen ,  en  voorfla- 
gen ,  dewelcke  genoeghfaem  te  kennen 
gaven ,  dat  fy  min-yverde;  Don  Carlos 
daer  op,  gaf  haer  te  kennen ,  dat  hy  eenige 
twijfelmoedigheydt  in  fichbevandt,  om 
dat  fy  fich  op  het  Balet  niet  had  laten  vin- 
den, en  dat  hem  fulcksaen  haer  l  tact  en 
gelegentheydt  deed  wantrouwen.  Sy, 
ine  re  kende  fijn  mifver  trouwen ,  toonde 
hem  de  mceftc  liefde  en  genegentheydt 
van  de  werelt ,  ƒ00  veel  alsd«  traliën  wil- 
den toelaten ,  hem  eyndelijck  beloovende 

fich 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  io? 

iïch  haeft  te  laten  ficn.    Hier  op  icheyden 
fy  ten  léetftenj  hy  zijnde  in  grootetwijfel- 
moedigheyt,  of  hy  haer  moght  geloovcn  , 
en  fy  een  weynigh  min-yverigh ,  over  die 
eene  daer  hy  mede  gedanft  had.  Don 
arlos ,  zijnde  des  morgens  gegacn  om  de 
mifle  te  hooren,  boodt  het  wy- water  twee 
gemafkerde  Iongkvrouwen  aen ,  die  op 
defelve  tijdtacn  het  wy-water-vat  qua- 
men»  De  beft  gekleede  van  de  twee,  feyde 
hem  ,  dat  fy  geen  dienft  wilde  ontfangen 
van  cenperfoon  ,  aen  de  welcke  fy  ec- 
nige  verklaring  had  te  doen.  Indien  ghy 
haeftigh  zijt,  antwoorde  Don  Garlos , 
kondt  ghy  het  felve  nu  terftont  wel  doen. 
Volght  my  dan  in  defc  naefte  Capelle , 
antwoorde  fy  ,  gaende  met  eenen  voor. 
Don  Carlos  was  Teer  in  twijfel  of  defe  fijn 
onlichtbare  was  j  hoewel  haer  geftalte 
wel  eenighfints  dacr  mede  over  een 
quam  ,  vandt  hy  evenwel  onderfcheyt  in 
de  fpraeck,  alfoodefe  een  weynigh  grover 
t  luyde.  Wanneer  fy  te  famen  in  de  Capellc 
r  waren  ,  begoft  de  vermomde  longkvrou 
•  j  aldus :  De  geheele  ftadt  Napels,  Heer  Don 
I  Carios.is  beiich  met  het  hoogegcfagh  dat 
ghy  verkregen  hebt,  houdende  u  een  yder 
voor  den  cerlijckften  man  van  de  wereldt. 
Menvint  evenwel  vreemt ,  dat  ghy  geen 
acht  neemt ,  dat  'er  in  dele  Stadt  lbo  veel 
Vrouwen  van  aeniien  zijn ,  dewelckc  een 
byfondcre  achting  van  u  hebben.  Sy 
hebben  u  het  felve  getoont ,  lbo  veel  ais 

E  4  hacr 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


V 


■ 

to4  t>ORTSCtfft 

haereerbaerheyt  heeft konncn  toelaten! 
en  hoewel  fy  van  gantfcher  herten  wen? 
fchen  om  u  het  felve  te  doen  gelooven , 
foo  hebben  fy  evenwel  liever  dat  ghy  haeil 
niet  voor  ongevoeligh  acht,  als  dat  ghyl 
fulcks  foo  ononderfcheydelijck  in  de  wint 
flact.  Daeris'er  een,  onder  anderen,  vanl 
mijn  bekende,  die  ufeerhooge  acht,  jael 
foo  verre ,  dat  fy  u  fou  konnen  te  kennen! 
cevcn,dat  uw  nacht-avontuuren  fijn  ont- 1 
deckt ,  en  wat  ge  vaer  ghy  loopt ,  met  dus  j 
onvoorfichtelijck  een  te  beminnen,  diea 

f hyniet  kent,  en  nademael  defelvefich] 
edeckt  houdt ,  dat  fe  fich  felven  fchaemt  ] 
ute  beminnen,  of  vrees  heeft,  van  niet] 
minnclijck  genoegh  bevonden  te  fulien  j 
worden.    Ick  twijfele  geenfins  of  uw  f 
liefde  van  aenmereking  of  contemplatie , 
heeft  tot  een  voorwerp ,  een  vrouw  van  < 
hooge  ftaet ,  en  een  hooge  geeft ,  en  dat  I 
fich  defelve  een  ten  hooghften  beminne-  ! 
lijckeMeefterffe  tevooren  ftelt.  Maer, 
Heer  Don  Carlos ,  gelooft  uw  inbeelding 
niet  tot  verkorting  van  uw  oordeelj  macr 
ontflaet  u  eerder  van  een  perfoon ,  diejiich 
foeckt  te  verbergen,  fonder  u  vorder  door 
defe  nacht-rainneryen  in  gevaer  te  ftellen* 
Macr  waerom  langer  bedeckt  gegaen,  ick 
ben  het  die  over  u  onfichtbare  geeft  min- 
y verigh  ben ,  die  feer  qualijck  neme  dat 
ghy  met  haer  fpreeckt ,  en  die  my  fterek 
maeck  foo  wel  haer  voornemen  ar  te  fnij- 
den ,  dat  ick  niet  twijfele  de  overwinning 

over 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  rof 
over  haer  te  behalen  te  meer ,  dewijl  ick 
recht  heb  die  tegen  haer  te  betwiften , 
zijnde  geenfins  minder  als  fy,  noch  in 
fchoonheyt,  noch  Rijckdom,  noch  in 
ftact ,  noch  in  yets  dat  een  perfoon  bemin- 
nelijck  maken  magh.  Doet  uw  voordeel  * 
zijtghy  wijs,  met  mijn  onderrechting. 
Defe  woorden  gefproken  hebbende,  begaf 
fich  defe  tweede  onfichtbare  uytde  Cap- 
peJ,fondernade  antwoort  van  Don  Carlos 
te  wachten.  Hy  wilde  haer  wel  volgen , 
a  maer  hy  vandt  aen  de  Kcrck-deur  een 
V  Man  van  aenfien  ,  die  hem  in  een  aen- 
fpraeck  inwickelde,  dewelcke  lang  ge- 
noeg h  duurde ,  fonder  dat  hy  fich  met  fat- 
foen  van  hem  konde  ontflaen.  Hydeed 
het  overige  van  den  dagh  niet  als  op  dele 
voorvallen  tedencken,  en  vermoede  ten 
laetftcn  dat  dejongkvrouw  van  het  Bal- 
let, defe  laetfte  was.  Maer  bedenckende 
dat  defe  meer  geeft  getoont  had  als  de 
voorgaende ,  wift  hy  niet  wat  hy  vorders 
denckcn  fou,  en  wenfchte  wel,  dat  hy  met 
fijn  onlichtbarc  foo  verre  niet  ingezeylt 
was ,  om  fich  t'eenemael  aen  defe  laetfte 
te  geven.  Maer  eyndelijck  bedencken- 
de, dat  hem  defe  fooweynighjbekcnt  was 
als  de  eerfte ,  welcks  geeft  hem  foo  fcer 
ingenomen  had,  viel  hy  weder  na  die 
zijde,  fonder  veel  op  de  dreygcmcntcn  te 
I  paften  ,  diemcn  hem  gedacn  had ,  als  zijn- 
■  de  geen  man  diemen  daer  mede  vervaren 
!  kondc.    Dien  ielven  avondt  bleef  hy  in 


1 


geen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


,06  DORTSCHE 
geen  gebreecke ,  iïc  h  aen  de  tralie  te  laten 
vinden.    Maer  wanneer  (yin het  diepfte 
van  hun  onderhoudt  waren»  vandt  hy  fich 
wel  verbaeft ,  wanneer  hyfich  door  vier 
vermomde  Mannen  aengegrepen  fagh  * 
die  fterek  genoegh  waren  om  hem  te  ont- 
wapenen ,  en  met  gewelt  na  een  Caros 
te  fleepen,  die  hen  aen  de  hoeck  van  de 
ftraet  verwachte,   lek  laet  u  oordeelen 
offer  fpinragh  voor  lijn  mondt  gewaflèa 
was ,  of  hy  tierde  en  baerde ,  en  hen  ver- 
weet datfe  hem  door  hun  getal  overmee» 
fterden  :    En  nende  dat  alfulcks  niet 
.  helpen  wilde,  hen  door  beloften  poogde 
te  winnen  :  maer  het  wasvoor  een  doof 
mans  deur  geklopt ,  en  hy  werekte  niet 
anders  uyt >  als  datfe  te  meerder  forgh 
voor  hem  droegen.  Soo  haeft  was  hy  niet 
in  de  Caros,  of  men  ftoegh  voort ,  foo  veel 
de  vier  paerden konden  ftappen ,  ter  ftadt 
uyt :  maer  teneynde  van  een  uur  hielt  men 
ftil ,  op  de  nederhof  van  een  treffelijck 
Puley  s,  dacr  men  terftondt  de  poort  achter 
hem  toe  floot.  Op  het  uyt-treden  uyt  de 
Caros ,  vatten  de  bewaerders ,  met  hen 
vieren  Don  Carlos  weder  by  de  armen , 
en  leyden  hem  al  foo  naer  boven ,  ge  1  ij  c k  - 
men  de  gefanten  voor  den  grooten  Turck 
brengt.   Wanneer  hy  in  de  voor-zael 
gekomen  was ,  wierdt  hy  aen  de  deur  van 
een  andere  trcffelijcke  zael ,  door  twee 
vermomde  Iongkvrouwen,hebbende  elck 
een  ül v  ere  kandelacr  met  waiTe  kacrflen 

in 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  107 
inde  handt, onthngen.  Als  doe  was  het  dat 
de  vermomde  mannen  weder  heen  gin- 
gen ,  na  dat  iy  een  diepe  ecrbiedigheydt 
gedaen  hadden.  Het  is  wel  te  geloovcn , 
dat  fy  hem  noch  degen,  noch  piftool  ge- 
laten hebben  ,  en  dat  hy ,  hoe  beleeft  hy 
oock  moght  zijn,  niet  eens  foo  veel  ge- 
dacht heeft ,  als  hen  te  bedancken  voor  de 
moc-yten  dieie  genomen  hadden ,  om  hem 
lbo  ver  tegelcyden.  Hy  binnen  dczael 
gekomen  zijnde,  fagh  defclve  de  heer- 
lijeklle  toegemaeckt  van  de  wereldt. 
Oordeelt  eens  of  onlen  Spangiaert  ver- 
wondert was ,  lïcnde  iich  in  defe  heerlijc- 
kcplaets,  en  alleen  met  twee  vermomde 
Jongkvrouwen  verfeit ,  die  niet  een  woort 
fpraken ,  en  hem  alleen  in  een  aengelegen 
I  kamer  brachten ,  die  noch  koitelijcker 
was  toegemaeckt  als  de  zael,  daerfyhem 
alleen  lieten.  Indien  hy  een  weynigh  van 
den  aert  van  Don  Quixot  had  gehadt ,  hy 
iou  fich  ten  minlten  hebben  konnen  in- 
beelden een  Amadis,  of  een  Efplandiaen  te 
zijn,{ïende  defe  wonderlijckeavontuuren: 
maer  hy,  in  tegendeel ,  wasdaer  niet  meer 
over  bewecght,  dan  of  hy  in  iïjn  Herberg h 
was  gewcelt.  Het  is  waer,  dat  hy  al  fom- 
wijlenom  lijn  oniichtbarc  dacht ,  en  dat 1 
hy  door  het  verlangen  om  by  haer  te  mo- 
gen zijn  ,defe  ilhoone  kamer  achte  als  de 
donckerite  cn  llinckendlle  gevanckenis 
terwerclt,  die  nimmermeer  fchoonzijn 
als  van  buvten.   Ondcrtufifchen  dacht  hy 

E  6  wei 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


io8  DORTSCHE 
wel,  dat  men  hem  geen  quaet  Cou  doen  > 
diemen  foo  wel  geherberght  had,  en  twij- 
felde niet,  of  die  vrouw,  dewelckehem 
des  daeghs  te  vooren  in  de  Kerck  gefpro- 
ken  had ,  was  de  toovereffe  van  al  dcfc 
befweeringen  en  tooveryen ,  en  verwon- 
derde fich  in  haer  over  den  aerdt  der  vrou- 
wen ,  evenwel  beüoot  hy  het  cynde  van 
het  werck  af  te  fien ,  en ,  in  fpijt  van  alles , 
fijnMeefterflc  van  de  traliën  getrouw  te 
blijven,  wat  beloften  of  dreygementen 
men  hem  oockfou  mogen  doen.  Eenigcn 
tijdt  daer  na ,  quamen  eenige  vermomde  * 
doch  wei  gekleede  dienaers,  de  tafel 
decken,  en  het  avond tmael  aenrechten, 
alles  met  de  groot  ft  cheerlijckheyt  van  de 
werelt.    DeMufijck  en  andere  tijdtkor- 
tingen  waren  daer  niet  vergeten,  be- 
neffens  feerkoftelijck  reuck-werck.  Ghy 
mooght  vry  geloovcn  dat  Don  Carlos  een 
hartige  mneltijdt  deed ,  want  wat  kan  een 
moedigh  hart  niet  te  boven  komen.  Het 
gefpeel  duurde  noch  eenigen  tijdt  na  de 
maeltijdt,  en  daer  op  al  den  hoop  ver- 
trocken  zijnde,  gingk  Don  Carlos  een 
wijl  de  kamer  op  en  neder  wandelen , 
niet  wetende  wat  hy  van  al  defe  tooveryen 
dencken  fou.   Daer  op  quamen  twee 
vermomde  Iongkvrouwcn ,  met  een  ver- 
momden dwergh ,  die,  na  dat  fy  een  heer- 
lijck  Ledekant  hadden  toegemaeckr,  hem 
quamen  ontkleeden,  Tonder  hem  eens  te 
vragen,  ofhyoock  luft  had  om  te  flap  ea 

te 


Ml 


ARCADIA.  109 
tc  gaen.  Evenwel  hy  liet  het  hem  doen. 
De  Jongkvrouwen  {locgen  het  bedde  op  , 
cn  vertrockcn  iich daer  mede,  terwijl  den 
dwergh  hem  voorts  ontklecde.  Don 
Carlos  begaf  lich  tc  bedde,  alles  ionder  het 
mi.nfte  woort  tegen  malkander  te  ge- 
bruyeken.  Hy  fliep  al  heel  wel ,  voor  een 
minnaer»  als  hy  was,  foo  lang  tot  dat  het 
gevogelte  van  een  fchoone  vlucht  hem 
wacker  maeckte-  Den  vermomden 
dwergh  quam  weder  binnen  ,  om  hem  tc 
dienen,  biedende  hem  het  IchoonltcLy- 
waet  ter  wereidt  aen  ,  dat  lbo  ecl  geftee- 
vcn ,  en  gereuckwerekt  was ,  dat  hy  ficfe 
daer  over  verwonderde.  Hy  braght  voorts 
den  rijdt  door  foo  als  hy  kondc  tot  acn  het 
middaghmael  ,  het  wclekc  voor  het 
avondrmael  niet  te  wijeken  had.  Ten 
laerfton  wierdt  de  ftilte  gebroocken  ;  En 
door  wie  anders ,  als  door  een  vermomde 
Iongkvrouw.  Defc  liet  vragen  hem,of  het 
hem  aengenaem  fou  zijn  dc  MccftcriTc 
van  dit  berooverde  Paleys  tc  ficn?  Hy 
antwoordc ,  dat  fy  hem  welkom  fou  zijn, 
Daer  opveifchijnt  fyfelf,  gevolght  van 
vier  longkvrouwen,  rijckelijck  geklect* 

Soo  fchoonis  Venttsniet,  ivamieer  door  nieuwe 
brandt 

HtiT  Goddchjck^chet  vajigloejt  aen  alle  kant, 
Ot>  't  ahierbeereltjckfï  'veraert  en  nyteeftrekett. 
Om 't akicrkoclfle  hart  inlicht:  brandt te  Jie- 
km. 

E  7  Noyt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


iio  DORTSCHE 

Noyt  had  onicn  Spangiaert  behaegh«l 
lijcker  gelaet  in  eenige    Iongk vrouw 
gefien ,  als  in  defe  toverende  Urgande. 
Hywiertop  eenenfelven  tijdt  tegelijck  1 
verwondert  en  verbaeft ,  in  voegen  dat  al  ] 
de  hoffelijckheden  en  eerbiedingen ,  de-  | 
welcke  hy  liaer  deed ,  als  fy  hem  de  handt  I 
reyekte,  en  in  de  naefte  kamer  braght,  foo 
veel  rtruyckelingcn ,  en  Bronchadtn  wa- 
ren.   A 1  defchoonheyt  en  heerlijckheyt 
dewclcke  hy  irf  defe  fijn  eerfte  kamer ,  en 
in  de  zacl  gefien  had ,  waren  niet  te  ver- 
gelijcken,  met  de  koftelijckheydt  en 
pracht  van  defe  laetfte ,  en  de  groote  prael 
en  luyfter  van  de  gemafkerde  Iongk- 
vrouw.  Sy  gingen  over  de  rijekfte  Tapijt- 
feryendiemen  kondebedencken,  of  ge- 
fien heeft,  foo  lang'er  in  de  wereldt  zijn 
geweeft.    Daer  wierdt  den  Spangiaert  in 
een  koftelijcken  zetel  neer  gefet,  hoewel 
hy  lïch  focht  te  verfchoonen ,  fettende 
fich  de  fchoone  vermomde  tegen  hem 
over.  Sy  uyterde  eyndelijck  defe  woorden 
tegens  hem  :    lek  twijfel  niet ,  Heer 
Don  Carlos,  of  ghy  zijt  ten  hooghften 
verwondert ,  over  al  het  geenc  u  zedert 
gifteren  gebeurt  is }  en  indien  fulcks  geen 
groote  kracht  op  u  heeft  konnen  baren  , 
hebt  ghy  ten  minften  bevonden ,  dat  ick 
mijn  woordt  heb  konnen  nakomen; 
gelijck  ghy ,  uyt  het  geenc  ick  tot  noch 
toe  gedaen  heb,  kondt  oordeclen ,  wat  ick 
vorders  foa  konnen  doen.   Het  fou  kon- 
nen 


■k-3 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


AR  CA  DIA.  ui 
jiïen  zijn,  dat  mijn  mede-vryerflb  door 
ihaer  konften ,  en  het  geluck  dat  fy  heeft , 
ïvan  u  tot  haer  genegenthcyt  getrocken  te 
•jhebben ,  fich  alrcedts  Meetterfle  van  u 
rgemaeckt  heeft  :  maer  een  vrouwe  laet 
tifich  door  den  eerften  floot  niet  affettem 
;]  En  indien  mijn  ftaet,  die  geen  fins  tever- 
^ werpen  is,  en  al  het  geene  men  in  my 
aen  te  mcrcken  heeft»  u  nietkonnen be- 
1  wegen  om  my  te  beminnen  ,  fal  ick  ten 
miniten  dat  genoegen  hebben ,  dat  ick  my 
uyt  ichaemte  niet  fal  hebben  foecken  te 
verbergen,  en  beter  gemint  te  hebben, 
i  als  y  emandt  anders ,  fondcr  my  door  mijn 
;gebreecken  te  behoeven  te  bedecken. 
:  Sprekende  defe  woorden ,  deed  fy  haer 
imafquer  af,  en  toonde  Pon  Carlos  den 
I  Hemel  open  ,  of,  foo  ghy  liever  wilt ,  den 
!  Hemel  in  het  kleyn ,  in  het  fchoonfte 
hooft  ter  wcrelt ,  geftut  door  een  lichaem 
van  debevallijckftegeftaltenis ,  die  hy  oyt 
gclien  had  :  invoegen  fy  een  t'eenemael 
uytftekende  perionagie  vertoonde.  Aen 
de  frifcheyt  van  haer  gedaentc,  foumen 
haer  niet  boven  de  feftien  Jaren  geacht 
i  hebben  te  zijn  ;  ma;r  ten  aenfien  van  een 
aerdigheyt  en  deftigheyt,  diemen  noch 
foo  leer  in  de  jonge  niet  vindt,  moghtmen 
oordeclen,  dat  fy  omtrent  de  twintigh 
was.  Don  Carlos  was  eenigen  tijdt  fonder 
haer  te  antwoorden,  lich  fel  ven  gelijck  als 
tegen  fijn  onfichtbare  mifnocgende,  die 
hem  verhinderde ,  iich  iel  ven  geheel  aen 

defe 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Ut  DORTSCHE 

defe  op  te  offeren ,  die  hy  oordeelde  de 
fchoonfte  te  zijn  ,van  die  hy  oyt  gefié  had» 
Ondertuflfchen,  bedcnckende  wat  hy  wil- 
de antwoorden,  of  doen ,  bleef  hy  een  goe- 
de wijl  in  een  groote  felf-ftrijdt ,  die  lang 
genoegh  duurde  voor  defe  Iongk  vrouw 
van  het  betooverde  Paleys.  Eyndelijck 
nam  hy  een  kloeck  voornemen ,  om  haer 
niette  verbergen,  hetgeene  hy  in  fijn  ziel 
beflooten  had ,  en  dit  was  ongetwijfelt 
een  van  debraeffte  daden ,  diehy  oyt  ge- 
dacn  had:  lek  kan  niet  loochenen ,  Me- 
vrouw, dat  ick  ten  hooghften  geluckigh 
fou  zijn ,  u  te  behagen,  indien  ick  foo 
geluckigh  kunde  zijn ,  als  u  te  konnen 
beminnen.  Ick  fie  wel  dat  ick  de  fchoon- 
fte perfonagie  van  de  wereldt  verlaet ,  en 
dat  om  een  die  miflchten  alleen  bevallijck 
in  mijn  inbeelding  is.  Maer  Me-  vrouw , 
foudtghy  myoyt  uw  genegentheydt  ge- 
waerdight  hebben ,  indien  ghy  my  on- 
trouw Tiad  konnen  toe  vertrouwen ,  en 
fou  ick  konnen  getrouw  zijn ,  indien  ick 
u  konde  beminnen?  beklaeght  my  dan 
Me- vrouw,  fonder  my  te  laecken,  of 
eerder  laet  ons  malkander  beklagen, 
ghy,  van  niet  te  konnen  verkrijgen  het 
geen  ghy  begeert ,  en  ick ,  die  het  geene 
ick  beminne  niet  iïen  magh.  Dit  fprack 
hy  met  iulck  een  bedroeft  gelaet ,  dat  de 
Iongkvrouw  lichtelijck  kon  bemereken 
dat  hy  fulcks  van  harten  meende.  Sy 
vergat  niet  van  het  geen  hem  fou  konnen 


-1 

t 

■t 

D 

1 


L 

■l 
h 

•n 

| 

1 


I 


ARCADIA.  u3 

bewegen  :  maer  hy  was  doof  voorhaer 
fmeecken ,  en  onbeweeghlijck  voor  haer 
tranen.  Tot  meermaels  hervatte  fy  den 
florm  ,  en  tot  meermaels  wierdt  fy  afge- 
flagen;  wel  befprongen,  wel  verweert. 
Eyndclijck  lietie  lich  vervoeren  tot  ver- 
wijt ,  en  daer  mede  verlietfe  Don  Carlos , 
die  wel  hondcrt  mael  fijn  ongeluck  be- 
fchuldighde,  het  welcke  hem  alleen  uyt 
te  veel  geluck  voortquam  j  wanneer  hem 
een  Jongkvrouw  quam  aenfcggen ,  d3t  hy 
de  vryhey  t  wel  moght  nemen ,  om  fich  in 
den  Hof  te  gaen  vermaken.  Hy  gingk  al 
die  koftelijcke  kamers  door,  fonderye- 
mant  te  vinden  ,  als  alleen  aen  de  trap  van 
den  Hof,  daer  hy  tien  vermomde  Mannen 
fagh ,  die  de  poort  bewaerden ,  gewapcnt 
met  Pertifanen,  en  Carabijncn.  Wan- 
neer hy  over  de  plaets  gingk  om  in  den 
Hof  te  gaen ,  quam  een  van  defe  wachters 
hem  aen  de  zijde  gaen  dewelcke  ,fonder 
hem  aentefien,  tegenshcm  ftillekcns, 
uytvreefe  vangehoort  te  worden  feyde: 
dat  een  oudt  Edelman  hem  met  een 
briefken  aen  hem  belaft  had ,  en  dat  hy 
defen  belooft  had,  hem  defelvein  eygen 
handen  te  leveren ,  hoewel  fijn  leven  daer 
aen  hing  indien  hy  ontdeckt  wierdt, 
bewogen  door  een  vereering  van  twintigh 
Piftoletten ,  en  een  belofte  van  noch  foo 
veel ,  wanneer  hy  de  overlevering  ibu  ge- 
daen  hebben.  Don  Carlos  beloofde  hem 
gehcym  te  fullen  zijn ,  en  begaf  fich  daer 

op 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ui  DORTSCHE 

op  vaerdighli  jck  na  den  Hof,  om  den  Brief  1 
te  lefen,  zijnde  van  defen  inhoudt. 

Zedert  dat  ick  u  verloren  hebbe ,  kondt  ghy  '\ 
oordeelenwat  queÜtng  demijneisgevjeejl ,  by  ;< 
diegeenein  de  voelckeghy  behoort  te  zijn,  indien '[ 
ghy  my  foo  feer  bemint  ah  ick  u  bemime*  Maer 
ten  laetjlen  bevindeick  my  een  weynigh  ver- 
troojï ,  devoijltckde  plaets  ontdeckt  heb  daer 
ghy  zijt  't  het  is  de  PrinceJJè  Porcia ,  dewekke  tt 
vervoert  heeft.  Deje  acht geen  fake ,  wanneer 
het  dient  om  haer  te  genoegen ,  en  ghy  zijt  geen- 
Jints  den  eerfien  Reyneuldvan  dejegevaerlijcke 
Ar nv.  de  :  maer  ick  falalhaer  betooveringen 
breecken,  en  u  wel  haejivan  uyt  haer  armen 
verloffen ,  om  u  weder  in  de  mijne  te  brengen , 
het  wekheghy  verdient,  indien  ghy  foogetroim 
zijt  ah  van  harten  wenfcht 

De  onfichtbare  Iongk  vrouw. 

DonCarlos  was  foo  verblijdt,  tijding 
van  fijn  beminde  ontfangen  te  hebben,  dat 
hy  den  brief  wel  hondert  mael  kufte ,  en 
gingk  weder  te  rugge  na  de  poort  van  den 
Hof,  om  den  Bode  diefe  hem  gegeven 
had ,  de  vereering  te  doen ,  van  een 
Diamant,  dewekke  hy  aen  fijn  vinger 
had*  Daer  na  wandelde  hy  nocheenigen 
tijdt  in  den  Hof ,  niet  konnende  fich  ver- 
wonderen over  defe  Princefle  Porcia , 
daer  hy  menighmael  van  had  hooren 
fpreecken ,  als  van  een  feer  Rijcke  Iongk- 
vrouw  ,  van  een  van  de  befte  huyfenvan 
hetRijck,  en  gelijck  hy  t'eenemael  een 

be- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Mém 
Mn 

tstk 
I  ■ 


arcadia:  ïi^ 

bemindervandedeughtwas,  kreeghhy 
fulck  een  afkeer  van  haer,  dat  hy  voor  fich 
nam,  felf  metgevaervan fijn  leven  ,  üch 
uyt  dele  fijne  gevangkenis  te  redderen. 
Gaendc  weder  uyt  den  Hof ,  vandt  hy  een 
Iongkvrouw  ongemafquert,  want  het 
mafqueren  was  nu  gedaen ,  dewelckc  hem 
vraeghdc,  of  het  hem  aengenaem  ibu 
zijn,  dat  haer  Meellerlfe  dien  dagh  by 
hem  ter  tafel  quam  ?  hy  antwoorde  dat  ly 
-.n  welkom  lou  zijn.  Ecnigentijdt  daerna 
"wierdt  demaeltijdt  vaerdigh  gemaeckt. 
Porcia  verfcheen  daer ,  fchoondcr  als  het 
fchoonfte  dat  men  bedencken  m3gh.  Sy 
toonde  fichheel  geeftig  overdcmaeltijt , 
en  van  foo  veel  verftandts  dat  den  Span- 
giaert  in  fich  fel  ven  een  groot  mifnoegen 
kreeg h ,  fiende  in  een  vrouw  van  fulck  een 
ftaet , '  fulcke  gaven  foo  qualijck  befteedt. 
Hy  toonde  fich  foo  bekommert  als  hem 
mooghlijck  was,  om  niet  wrevel  igh  te 
fchijnen,  alhoewel  lijn  gedachten  geduu- 
righlijck  met  lijn  onbekende  befich  wa- 
ren, en  van  verlangen  brande ,  om  by  haer 
\  voor  de  tralie  te  zijn .  Soo  haeft  als  de  tafel 
c  op  genomen  was ,  liet  men  hen  beyde 
i  alleenigh ,  f  onder  dat  Don  Carlos  fprack , 
c  of  uyt  eerbiedigheyt,  of  om  de  Iongk  vrou 
]  te  bewegen  eerlt  te  fpreken,  fy  dan  brack 
3  de  ftilte  met  dcfe  woorden :  lek  weet 
i  niet,  feyde  fy  ,  of  ick  yetsderf  hoopen  van 
i  de  vrolijckheyt  dewelcke  ick  in  uw  aenge- 
ficht  fie,  en  of  de  mijne ,  die  ick  u  getoont 

nebbe , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


n6*  DORTSCHE 
hebbe  ,  u  nu  fchoonder  dunckt  als  vooi 
heen ,  of  foodanigh  datfe  u  magh  doei 
twijfelen,  of  defe  dewelcke  fich  voor  i 
verberght  ,bequamer  is,  om  uw'  liefde  t 
verwecken,  als  de  mijne.  Ick  heb  nic 
willen  verbergen  het  geen  ick  u  voor  hj 
te  geven  ,  omdat  ick  niet  begeerde,  ói 
het  u  foude  hebben  mogen  berouwen,  hel 
felve  fonder  fien  aen  genomen  te  hebben. 
En  alhoewel  een  perioon ,  die  gewoon  ii 

febeden  te  ontfangen ,  fich  fou  moger 
eigen  geweygert  en  ontfeght  te  worden  j 
lbo  fal  my  het  felve  evenwel  geenfinsl 
fmarten,  behoudens  dat  ghy  fulcke  ver-I 
achting  verbetert ,  met  my  fulcks  te  ge4 
ven  ,  als  ick  vertrouw  beter  als  uw  on- ] 
fich t bare  te  verdienen.   Laet  my  dan  uwj 
uyterfte  goct  vinden  weten,  op  dat,  indien 
het  felve  niet  tot  mijn  voordeel  is ,  ick  byj 
mijn  felven  genoeghfame  redenen  maghj 
vinden,  om  het  mijne,  het  welckeickj 
genomen  hebbe,  om  u  te  beminnen ,  voor 
te  ftaen*    Don  Carlos  wachte  eenigen 
tijdt,  of  Cy  voort  varen  fou ;  maer  hendel 
dat  fy  niet  meer  fprack ,  en,  met  deoogen 
na  de  grondt  geflagen ,  het  vonnis  van 
haer  leven  of  doodt  verwachte ,  volghde 
hy  fijn  eens  voorgenomen  befluyt,  om 
haer  vrymoedighlijck  te  antwoorden ,  en 
alle  hoope  te  benemen .  Me-  vrouw  (fey de 
hy)  eer  ick  u  antwoorde  op  het  geen  ghy 
van  my  begeert  te  weten ,  verfoecke  ick 
dat  ghy ,  met  defelve  vry mocdighey t , 

met 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  ny 

imet  dewelcke  ghy  wilt  dat  ick  fpreeck , 
ïjjmy  uw  gevoelen  ontdeckt  over  een  faeck , 
Öewelcke  ick  u  gae  voordragen.  Indien 
•^hyeen  perfoonhad  verbonden  u  tebe- 
iininnen  (vervolghde  hy)  en  dat  door  al 
sde  deughden,  die  een  eerbare  vrouw  kan 
Ktooncn  ,  ghy  hem  had  doen  fweeren,  u 
<|voor  altoos  getrouw  te  zijn,  foudt  ghy 
"  emniet  houden  voorde  fnoodtfte  ver- 
ader van  de  werelt ,  indien  hy  in  gebreke 
leef,  omtrent  het  geene  hy  u  belooft 
&had  ?  en  fou  ick  nu  dien  fnooden  verrader 
iinictzijn,  indien  ick u verkoor  vooreen 
iiperfoon ,  die  gelooven  moet,  dat  ick  haer 
k bemin.  Hynamdaer  opdekrachtighfte 
nbewijs  redenen,  in  forma,  tot  fijn  voor- 
al deel,  diehykonde,  om  haer  te  overwin- 
nen, maer  fy  wilde  hem  foo  veeltij  dts  niet 
geven.  Maer  haeftelijck  van  hem  opftaen- 
dc,  voerde  hem  tegemoet, dat  fy  wel  fagh 
waerhy  heen  wilde.    Dat  fy  niet  minder 
konde ,  als  fich  over  fijn  ftantvaftigheydt 
te  verwonderen  ,  al  hoe  wel  defelve  foo 
fcer  tot  haer  ongenoegen  itreckte  :  datfe 
hem  eyndeüjck  in  vryheyt  ftelde  ;  maer 
indien  hy  haer  wilde  verbinden,  dat  hy 
foude  wachten  met  lijn  vertreck ,  tot  dat 
den  nacht  fou  gekomen  zijn  ,  om  te  kce- 
ren ,  op  de  fel  ve  wijfe ,  als  hy  dacr  gebraght 
was.    Sy  hielt  hacrncufdoeck  voor  haer 
oogen,  terwijl  iyfprack,  gelijck  alsum 
(I  haer  tranen  te  verbergen,  en  liet  allboden 
:  Spangiaert  een  weynigh  ontitelt ,  hoewel 

vol 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


n8  DORTSCHE 

vol  blij  dtfchap,  omdathy  fichfelventL 
vryhcy t  fagh ,  dewelcke  foo  aen  alle  kan- 
ten  uytbrack,  dat  het  hem  niet  mooglijck 
wasdefelve  te  verbergen.  Ick  geloof  inJ 
dien  de  Iongkvrouw  fulcks  gefien  had  J 
dat  fy  niet  minder  fou  hebben  konner_ 
doen,  als  hem  weder  in  fijn  fchildt  te  va- 
ren. Den  nacht  komt  eyndelijck  aen,] 
wanneer  hy  fich  in  eengcflooten  Carosj 
begaf ,  die  hem ,  na  een  tamelijcke  lange 
reyfe,  in  fijn  herbergh  bracht.  Gelijck 
hy  den  beften  Meeftervande  wereltwas^ 
meenden  lijndienaers  van  blijdtfehap  te 
fterven,  en  hem  te  verft icken  door  hun 
omhelfen.  Maer  dit  duurde  niet  lang: 
want  hy  nam  terftont  fijn  wapenen,  en  met 
twee  van  de  fijne  vergeleHchapt ,  dat 
geen  katten  waren  om  fonder  handtfehoe- 
nen  aen  te  vatten ,  begaf  fich  na  fijn  trae- 
lien ,  en  dat  met  fulck  een  haeft,  dat  hem 
fijn  volck  qualijck  genoegh  konde  vol- 
gen. Hy  had  foo  haeft  het  gewoonelij  cke 
teecken  niet  gegeven ,  of  fijn  onfichtbare 
quam  voor  den  dagh»  Sy  bejegenden 
malkander  met  de  meefte  liefde  en  de 
foetfte  woorden,  datmyde  tranen  in  de 
oogen  komen  als  ick'er  noch  om  denck. 
Eyndelijck  feyde  hem  de  onfichtbare ,  dat 
fy  een  overgroot  mifnoegen  had  in  het 
huys  daer  fy  was ;  dat  fy  om  een  Caros  ge- 
fonden  had,  om  daer  uyttegaen  j  maer 
om  dat  het  te  lang  duuren  fou  eer  defelve 
konde  komen ,  en  dat  de  fijne  mifichien 

eer- 


mm 

fSÊ 

IéÉ 


IE  ff 

foerg 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  II9 

(eerder  vacrdigh  fou  konnen  zijn,  ver- 
Kocht  fy  hem  ,  defelve  te  laten  halen ,  om 
ihaerin  een  plaets  te  brengen,  daeriy  hem 
ahaer  aengelicht  niet  meerder  verbergen 
Ifou     Don  Carlos  liet  haer  fulcks  geen 
tweemael  feggen.  Hy  liep  als  een  fot  om 
ifiijn  volck  te  roepen ,  dat  hy  aen  het  eynde 
ij  van  de  ftraet  gelaten  had ,  om  hen  om  fij  n 
"Caroste  (enden.    Defe  gekomen  zijnde, 
!j  hielt  deonfichtbare  hacr  woort ,  en  begaf 
>i  fich  met  hem  daer  in.    Sy  beftierde  de 
-Caros  felve,  wijfende  den  Coetlicr  den 
*  wegh ,  die  hy  fou  hebben  te  nemen ,  en 
l  deed  defelve  ten  laetften  voor  een  groot 
d  huys  (Hl  ftaen ,  daer  fy  in  gingen ,  van  veel 
5.ttas3  fackelen  gelicht  zijnde,  die  al  vacrdigh 
f]  (tonden.    Den  Ridder  gingk  op ,  met  de 
:  1  Iongk vrouw ,  langs  een  groote  trap ,  tot 
i  in  een  hooge  zael ,  daer  hy  niet  fonder  on- 
3  geruftheydt  was ,  fiendedat  fy  fich  noch 
i  niet  ontmafquerde.  Eyndelijck  verfchey- 
;  b  de  Iongkvrouwen  ,  rijckelijck  gekleet, 
-  {  hen  zijnde  met  wafle  kaedfen  in  de  handt 
1  komen  ontfangen,  maecktcde  onfichtba- 
i  re  fich  lichtbaer ,  en  nam  haer  mafquer  af, 
doende  Don  Carlos  fien ,  dat  de  Iongk- 
'  vrouw  van  de  tralie ,  en  de  Princefle  Por- 
>  cia  een  en  de  felve  perfoon  waren.  De 
k  fchoone  Napolitane  feyde  hem,  dat  fy 
I  hem  nu  voor  de  tweedemacl  ontfehacckt 
»  en  wech  gevoert  had,  om  fijn  uyterftc 
'  voornemen  te  weten ,  alfoo  de  Iongk  vrou 
van  de  traücni  haer  recht  aen  haer  overge- 
geven 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


uo  DORTSCHE 
geven  had,  voegende  hondertaerdigheir1 
den  daer  noch  by.  Don  Carlos  wierp  iicfo 
aen  haer  voeten  néér,  omhelfde  haeo 
knien ,  en  fcheen  haer  de  handen  te  willen 
op  eten,  door  ge  welt  van  kuflen,  daer  me«9 
deontgaende  duyfentfottcrnyen,  diehyr 
fou  hebben  willen  voor  den  dagh  halend 
Na  dat  defe  eerfte  bewegingen  overwa-r 
Ten,  diende  hyficheerft  van  fijn  groote 
geeft,  om  het  foete  bedrogh  van  fijn  Mee- 
fterfle  te  verheffen ,  en  dat  met  fulcke  aer- 
digheden  van  vonden ,  dat  fy  nu  minder 
berouw  had  als  oyt ,  van  defe  haer  verkie-. 
fing.    Sy  feyde  hem ,  dat  fy  fich  aen  geen 
ander  als  aen  lïch  felf  had  willen  vertrou- 
wen ,  in  een  faeck ,  fonder  dewelcke  fy 
hem  noyt  fou  hebben  konnen  beminnen , 
te  onderfoecken,  alfoo  fy  fich  noyt  aen  een 
onftandtvaftigerals  hy  fou  hebben  willen 
overgeven .  De  vrienden  van  de  Princefle 
Porcia ,  van  haer  voornemen  verwittight 
zijnde,  quamen  daer,  en  gelijckfy  een 
van  de  aenfienlijckfte  Me-vrouwen  van 
dat  Rijck,  en  Don  Carlos  een  uytfteeckent 
Ridder,  en  vangoedeftaetwas,hadmen 
niet  veel  moeyten ,  om  de  toelating  van 
den  Eerts-BifTchop  over  hun  houwelijck 
te  verkrijgen ,  gelijck  fy  noch  dien  felven 
nacht  door  den  Priefter  van  hun  wijck  ge- 
trouwt  wierden»   Het  nieuws  van  dit 
houwelijck,  quam  den  Onder-Koningk 
wel  haeft  ter  ooren ,  die  daer  over ,  als 
zijnde  een  bloedtver  want  van  Don  Car- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  t*, 
A  los,  fich  fcer  verheugde,  en  beval  dat  men 
\  de  openbare  vreugde-teeckencn  binnen 
H  Napels  wederom  vernieuwen  fou  ,  dacr 
f  men  noch  langen  tijdt  fprack,  van  Do. 
c  Carlos  vanArragon,  en  fijn  onfichtbare 
Minnareflè. 

Hier  fouden  defe  veerfen  wel  op  paffen. 

u.ien  bedrogen , 
Het  ou:  ié  doemen  tot  de  logen , 
HMérymUnin  de  wbubttflaem 
De  min  vangt  hier  wat  wonders  aen , 
En,  m  de  plaetfe  van  de  oogen  , 
Door  d'ooren  is  in h.irtgegaen. 

Dus  eyndigde  Polymythus  fijn  verhacl, 
en  Lylander  vraegdedaer  op  de  Jongk- 
vrouwen  ,  wat  haer  van  foodanigen  ge- 
fpoock  dacht?  Voor  my,  mtwoorde  Cly- 
tie,  ick  neem  de  waerheydt  dacr  van  in 
mijn  bcdencken  ,  en  geloof  nauwelijcks 
dat'er  fulcke  dwafe  verliefde,  of  vérliefde 
dwafe  longkvrouwen  fouden  konnen  ge- 
vonden worden  ,  die  hun  acniien  om  een 
man  foo  veel  fouden  willen  verkorten-,  dat 
is  'er  van ,  dat  ick  meer  vermacck  in  foo- 
danige  vertellingen  fchep ,  als  in  dat  nare 
gefpuoek.  Het  een  heeft  foo  veel  als  bet 
ander  te  beduren,  antvvoorde  Lydamas , 
en  is  den  m cellen  tijdt  niet  anders  als  enc- 
kel  bedrogh  en  vonden.  Docronfe  ftadt 
voor  al  niet  vry  van  is,  gclijck  Etafim 
getuyght  in  het  22  Boeck  van  fijn  Latijn* 

F  fche 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


uyt 
Etaf- 


ïïfc  DORTSCHE 
fche  brieven ;  ick  moet  de  Jofferen  dit 
evenwel  mededeelen.    Dacr  was  binnen 
Dordrecht  een  Priefter,  die  do  luydett 
met  een  loofe  vundt  een  groote  benauwt- 
heyt,  en  fijn  beurs  daer door  een  guldea 
regen  wiftaen  te  jagen.    Defe  had  hey- 
Dor-   melijck  eenige  krabben  op  het  Kerckhof 
dtezts  gCfet,  daerhywafle  kaersjesaen  vaftge- 
«acht  maecict  0f  gCplackt  had  ,als  defe  akius  dei 
fjpook,  nachts  met  de  brandende  lichten  gins  en 
harwraerts  door  de  graven  kroopen,gaf  het 
door  de  duylternis  een  verfchrickelijc 
aenfien ,  jafoodat'erniemant  gevond 
wiert,  die  het  felve  genaecken  dorff.  Het 
volck  hier  over  feerontftelt  zijnde,  en 
de  Priefter  fulcks  vermerekende ,  liet  hl 
niet  na  fijn  voordeel  daer  mede  te  doen, 
predikende  vandenftoel,  dat  het  zi' 
van  de  afgeftorvene  waren  ,  dewelckeal 
dus  wacrden ,  om  door  ziel- miffen  en  ac 
moeflfen  van  haer  pijn  verloft  te  wordeflj 
Ditjoegh  beminnet  eerfte  veel geldts i 
de  beurs ,  tot  dat  het  bedrogh  eyndelijc! 
uytquam  ,  en  twee  of  dry  krabben  ondet| 
de  ruyghtc  gevonden  wierden ,  die  d 
Priefter  had  vergeten  op  te  nemen.  Defil 
leyde  het  daer  na  weder  over  een  andere 
boegh.    Hy  woonde by  een  van  fijn  nich 
ten,  die  veel  goets  had.    By  defe  quam  b 
des  middernachts  in  haer  kamer ,  hebben- 
de een  wit  laecken  omgeflagen,  om  alfa 
fich  voor  een  geeft  uyt  te  geven ,  mom 
malende  eenige  woorden  binnensmonts 

wae 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


KJ. 

M 

■ 


ARCADIA.  u| 
jjwaer  door  hy  meende  tc  wege  te  bren- 
*gen ,  dat  de  nicht  een  befweerder  ontbie- 
Tidenfou,of  hem felf acnfpreecken.  Maer 
tadefe.alreets  eenigh  vermoeden  krijgende , 
■verfoeckt  heymclijck  een  anderen  Neef, 
"een  nacht  in  haer  kamer  te  willen  op- 
achten.    Defe  tegen  defpoockery  wel 
gewapent  zijnde,  eneenglaesje  vanvry- 
imoedigheydt  opgenomen  hebbende ,  om 
niet  verfchrickt  te  zijn,  verberghtfich  in 
het  bedde  van  fijn  Nicht.  De  geeft  quam 
>p  de  gewoone  wijle,  en  ftcende  en 
akermde,  dat  het  te  byfter  was.    De  be- 
zweerder wort  wacker ,  hebbende  fij  nen 
vwijn  noch  niet  ten  vollen  uytgellapcn , 
cfpringt  uyt  het  bedde ,  en  packt  het 
ppoockfel  aen,    Defen  meent  hem  met 
huylen  en  grimmen  een  fchrick  aen  te 
jagen,  maer  den  anderen  daer  op:  zijt  ghy 
den  duyvel  ick  ben  fijn  moer,  en  rofte 
hem  wacker  meteen  eyndt  houtsaf,  en 
fou  hem  afgemaeckt  hebben,  ten  waer  hy , 
fijn  ftcm  veranderende,  geroepen  had: 
houd  op ,  Uk  ben  geen  geeft ,  uk  ben  Heer  Lm. 
Opdicbekcndc  item,  fprangk  de  vrouw 
ten  bedden  uyt,  en  fcheyde  defe  twee.  Ick 
heb,  vervolgde  Lydamas ,  poch  een  ande- 
re faeck  hooien  verhalen.  Een  vlcefhou- 
vwers  knecht ,  die  noots  weten  wilde  wie 
■fijn  vrijlterfou  zijn  ,  gaet  by  ecu  toove- 
inaerftcr,  of  die  haer  daer  voor  nvt  gaf. 
CDefe  brengt  hem  ineen  duyltre  kamer, 
}fet  hem  op  een  bande  neer,  met  bevel, 

F  z  niet 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Een 

vleyf- 

hou- 

wet 

wacgt 

fijn 

hont 

tegen 


n4  DORTSCHE 

niet  vervaert  te  zijn, noch  te  iprekcn ,w< 
hy  oock  &gh.  Den  vleefhouwer  had juy 
een  kloecken  engelfchen  dogh  by  hem? 
daer  de  toovenaerfter  niet  opgelet  had 
defen  gaet  onder  een  banck  aen  fijn  mee-| 
fters  voeten  leggen.  Het  wijf  eenigjl 
trecken  en  wisjeswasjes  gemaeckt ,  en 
eenige  malen  gedampt  hebbende ,  komfl 
'er  ten  laetften  door  de  folder  een  gelj 
maeckten  duyvel  voorden  dagh ,  die  'en 
al  heel  leelijck  uytfagh ,  den  hont  hem 
liende ,  begoft  te  herren  en  te  ferren ,  ge«e 
lijckfegemeenlijck  doen  wanneerfe  wil» 
len  aenvallen  ;  de  vrouw  dat  hoorendejj 
beval  den  vleefhouwer  dat  hy  den  reeckel 1 
foudoen  fwijgen,  of  hyen  lijnen  hont 
fouden  beyde  om  dë  hals  raken.  Den  hont» 
niet  af  latende,  maer  meer  en  meer  be4| 
ftaende  te  grimmen  hoe  hooger  den  duyJj 
vel  voor  den  dagh  quam,  en  denVleefhou*M 
wcr  hem  niet  konnende  wederhoudend 
fey  ten  laetften  op  het  dreygen  van  de  tooi 
veres  :  ick  weet  geen  wechmet  mijneif 
hont ,  hy  valtme  te  machtigh ,  maer  geen 
fwarigheyt,waegtgy  der  uw*  duyvel  aen,| 
ick  wagerden  hont  aen,  die  met  eenen 
voortfprong,  en  den  duyvel  by  dc  kladden! 
krccgh,die  hy,boven  Duyvel  boven  al,fou| 
afgemaeckt  nebben,  ten  waer  iich  defeq 
weder  in  fijn  gat  gemaeckt ,  en  het  luyck 
waer  door  hy  gekomen  was,  toe  laten  val-; 
len  had.  De  vrouw  begoft  te  tieren  en  tej 
fteenen ,  maer  den  vleefhouwer,  wel  lien- 
de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1^1 


ARCADIA.  tlf 

ïde  dat  het  al  fchclmery  was ,  gaet  met  fijn 
ïhont  ten  huyfen  uyt.  Om  u  toe  tc  ftaen  , 
%  ntwoordc  Lyiander,  dat'er  veel  bedrogh 
cider  fchuylt ,  fal  ick  u  verhalen  het  geen 
ier  onlangs  in  uw  af- lijn  tot  Dordrecht 
voorgevallen  is.  •  i 

Sceckerc  dienftmaeght  woonde  binnen 
defe  Stadt  bytwec  oude  vrouwen,  de- 
wclcke  niet  langverleden  een  Broeder 
iverlooren  hadden.    Defe  deerne ,  iïende ,  verfch 
en  bemerekende  dat  haer  vrouwen  by-ge-  jpor- 
"oovigh  genoegh  waren  ,  en  het  minite  j^ï3 
gerucht  datfy  hoorden  voor  fpoockcry  fce. 
aennamen,beflootdefelve  in  dat  gevoelen  drogh, 
te  houden ,  en  verder  te  voeden.  Sy  wiit ,  on- 
nu  met  kloppen  tegen  het  befchot  ,  als lon^ 
men  meende  dat  fy  daer  niet  omtrent  KCvaj" 
was ,  dan  met  een  gefleep ,  en  dicrgelijc-  ien. 
ken  gerucht,  foodanigh  haer  rol  te  ipee- 
len,  dat  de  goede  oude  lieden  niet  alleen 
geloofden ,  maer  oock  openbacrlijck  fey- 
den,  en  fich  beklaegden  hoe  fwaerlijck  Cf 
met  ioodanigen  befoccking  verfoeht  wier- 
den.   Dit  gevoelen  prentefynict  alleen 
haer  vrouwen  ,  maer  oock  een  andere  ou- 
de gebuur  in  ,  ftootende  defel  ve ,  foo  als  fy 
met  haer  vrouwen  fprack,ecn  deur ,  daer 
fy  tegen  fat ,  foo  hardt  tegen  het  lijf,  fon- 
der  genen  of  vernomen  tc  zijn ,  dat  de  ar- 
me Oude,by  nadoot  van  fchrick,het  huys 
verliet, ibnder  daer  oyt  weder  te  derven  in 
komen-,  niet  latende  ondertuflehen  het 
geen  haer  bej  egent  was ,  ten  alderbreedt- 

F  3  ften 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


1*6  DORTSCHË 

ften  uyt  te  meeten.  De  dienftmaeght  vew 
telde  op  feeckercn  tijdt  tegen  een  anden 
Iongk  wijf,  al  lachende,  dat  het  tot  harent! 
fpoockte,  en  gaf  genoeghfaem  te  kennen^ 
dat  fulcks  haer  beitel  was.  Defe,in  de 
placts  van  haer  te  beftraffen ,  verfterekte 
haer  daerte  meerder  in,  feggende,  het . 
fel  ve  voor  defen  mede  Wel  geaaen  te  heb«f« 
ben  ,  als  fy  by  feeckere  oude  lieden  woon-l» 
den ,  die  fy  door  een  haeckfken ,  dat  (y  aen 
een  dun  koordeken  vaft  gemaeckt,  eii 
door  den  folder  neder  gelaten  had ,  het 
deck  des  nachts  van  hettijf  wift  te  halen  », 
en  diergel  i  j  cke  vonden  meer.  Defe  eerfte  I 
dienftmaeght   dan  aldus  gemoedight, 
neemt  voor  het  fpel  uyt  te  fpeelen ,  en  in  1 
haer  bedriegery  voort  te  gaen.  Behalven  1 
nu  dit,  dan  dat  gerucht ,  het  wel  cke  fy  wift  | 
te  maecken ,  liet  fy  fomwijlen  een  feer 
holle  en  als  klaeghlijcke  ft  cm  hooren , 
hetgeen  de  oude  lieden  in  het  eerfte  feer 
rer&hrickte ,  en  ten  Iaetften  deed  geloo- 
ven ,  dit  de  geeft  van  hun  overleden  broe* 
der  te  zijn,  in  welck. gevoelen  haer  de 
deerne  beveftiehde  en  ttijfde.  Veel  dwafe 
lieden ,  en  dele  maeght  felve ,  rieden  de 
oude  lieden  by  de  eene  of  de  andere 
waerfegfter  te  gaen,  om  te  vernemen  wat 
al  dit  werek  te  beduyden  had;  maer  de 
goede  oude  lieden  hadden  daer  noch  te 
veel  gemoets  en  wijfheyt  toe,  en  wilden , 
gelijckfe  feyden ,  noyt  foo  verre  komen , 
datfe  den  duyvd  om  raedt  fouden  gaen 

vra* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


HU 


ARCADIA.  127 

! vragen.  Maer  wanneerledcfe  ftem  bego* 
I  ften  tc  hooren  ,  namen  fy  wel  foo  veel 
'ftoutheyt  als  de  iel  vc  te  beantwoorden,en 
1  te  vragen, wie  hy  en  wat  fijn  begeerte  wat? 
defe  gemaeckte  ilern  liet  niet  na  te  liegen, 
leggende »  de  geeft  van  haer  Broeder  te 
zijn,  die  fichfecrongeruft  bcvand,  om  dat 
hy  in  gebreke  was  gebleven,ecnige  eerli  jc- 
ke  vrome  lieden  behulpfaem  te  zijn  ,  be- 
laftende,  indien  fijn  Sufters  fijn  ruit  be- 
geerden ,  de  Sufters  en  Broeders  van  de 
deerne  die  haer  diende,  ydereen  nieuw 
kleet  te  maecken ,  en  dat  met  den  eerften  g 
het  welck  de  goede  flechthoofden  niet 
nalieten  in  het  werek  te  ftellen.    Daer  na 
was  het  al  wederom  te  doen,  en  dan  moften 
de  ouders  van  defe  deerne  van  een  beter 
Wooning  voorfien  worden.    Maer  defe 
ouden  als  doe  geen  huyfen  ledigh  hebben- 
de ,  begoftcn  met  den  geeft  te  parlemente- 
ren, en  te  verfoecken  ,  hy  wilde  haer  noch 
wattijdts  daer  toe  vergunnen  ,  totdat  fy 
gelegentheyt  hidden  fijn  wil  tc  voldoen. 
Daer  na  eylchtc  de  ftcm  een  mcrckclijc- 
ke  vercering  voor  de  dienftmaeght ,  voor- 
gevende, dat  hy  hacrby  fijn  leven  leer  lief 
en  altoos  een  voornemen  gehadt  had  , 
haer  wel  tc  doen ,  maer  dat  hy  ,  door  de 
doodt  overrompelt  zijnde,  fijn  beft uyt 
niet  had  konnen  uyt  voeren  ,  wacr  over  hy 
nu  fijn  Sufters  verfocht,  niet  tracgh  to 
zijn  om  wel  te  doen  ,  en  hem  fijn  ruftte 
helpen  bevorderen,  alfoo  hy,  nochfy, 

F  4  ten- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


is5  DORTSCHE 

ten  waer  fy  dit  na  quamen,geen  ruft  heb-l 
hen  fbuden.  Maeralfoodefe  cudefoo  he 
vaerdigh  niet  waren  om  van  het  geldt  t 
fcheyden ,  ftelde  fichdedeerne  aen.als  o 
iy  feer  van  den  geeft  gequelt  wiert,  ja  foo,  - 
dat  hy  haergeduurighlijck  verfcheen ,  en; 
haer  cn  haer  vrouwen  feer  dreygde ,  foo 
dat  fy  menighmael  fich  geliet  van  haer 
fel  ven  te  vallen  van  fchrick ,  en  fulck 
een  gebaer  wift  te  maecken ,  als  of  haer  <Je 
doot  cverquam  ,  cn  fy  niet  wift  waer  fich 
te  verbergen  5  waer  door  haer  vrouwen 
menighmael  gen ootfaeckt  waren  debuu- 
ren  te  hulp  té  roepen ,  die,  in  komende , 
defe  twee  bedrogen  Sufters ,  en  de  loofê 
dienftmaeght  in  de  meefte  ontfteltenis 
van  de  werelt  vonden;  Dit  wierdt  in  het 
kort  over  al  verfprey t ,  den  eenen  fcy  dit , 
den  ander  dat ;  dees  gaf  voor,  den  Broeder 
had  een  belofte  gedaen  ,  en  wilden  fy  ruft 
hebben ,  fy  moften  die  na  komen j  een  an- 
der feyde ,  het  was  hun  groote  gierigheyt : 
een  darde  onrecht  vaerdigh  goet  dat  fy  oe- 
faten ,  het  geen  de  oorfaeck  daer  van  was j 
den  een  riedt  hen  het  verfoeck  van  den 
geeft  te  voldoen}  een  ander,  een  ftuckgelts 
aen  den  armen  te  geven;  een  darde,  buyten 
gemeenc  weldadigheyt  te  plegen ;  en  foo 
fong  yder  vogel  na  dat  hy  gebeckt  was. 
Men  fprack  een  Siecke-befoecker ,  in 
de  buurt  woonende ,  daer  over  aen ,  de- 
welke fijn  beft  deed,  hen  defe  grille  uyt  het 
hooft  te  praten ,  cn  die  hen  vertoonde  dat 

defe 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  129 

J  defe  dingen,  dewelcke  fy  vcrhaelden ,  te- 
™Jgcn  dc  natuur  van  den  duyvel  ftreden: 
niaer  al  vergeefs ,  fy  waren  foo  geweldigh 
van  dat  gevoelen  ingenomen,  datfeniet 
alleen  daer  in  volharden,  maer  oock  defen 
ecrlijckcn  Man  voor  hart  en  ongcvoeligh 
uyt  maeckten.  Hydan,  om  dc  goede  lie- 
den tevreden  te  (lellen ,  befoeckthen  in 
hun  wooning ,  vindt  daer  twee  verflagen 
tn  te  recht  bedroefde  en  verfufte  oude  lie- 
den ,  en  een  loofe  feex  van  een  dienft- 
maeght,  die  al  veel  verflagender  lcheen 
als  een  vanbeyden,  behalven  een  wolek 
van  menfehen,  die,  den  een  om  hen  te 
l  trooiten,  den  ander  uyt  nieuwfgierigheyt , 
daer  tocgcloopcn  waren,    Hy  riep  de  lie- 
den alleen,  en  vraeghde  hen  ten  ,  naeuftcn 
na  de  gelegentheydt  vandcfacck,  diefy 
hem  in  het  lang  enbrect  verhaelt  hebben  j 
hy  daer  mede  weghgaende ,  en  hen  bcvee- 
l  lende Godt  vierighlijck  tebidden  ,  wacr 
I   door  fy  ten  laetften  de  rechte  oorfaeck 
f  wcl  fouden  komen  uyt  te  vinden,  ver,- 
:    fochthen,  fy  wilden  hem  ecnmael ,  het 
waer  hy  nacht  of  by  daegh ,  ontbieden , 
wanneer  het  gefpoock  fich  weder  hooren 
liet,  gelijckfy  hem  des  anderen  dacghs 
wel  vijf  of  les  mael  lieten  halen  t  maer  hy, 
daer  komende  ,  vandt  wel  twee  verflagen 
oude  lieden  en  een  loofe  vey  nfendc  dicnft- 
maeght,maer  vernam  geen  gefpoock ,  ge- 
lijcfc  hy  wel  gewenfeht  had,  met  meening, 
indien  het  gebeurde ,  de  rechte  grondt  van 
0  F  ƒ  het 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


130  DORTSCHE 
iet  werck  wel  te  lullen  uy  t  vinden .  Hy 
volharde  noch  ecni ge  dagen  in  hen  te  bc- 
Jbccken ,  lettende  wel  op  alle  omftandig- 
heden ,  maer  vernam  niet  als  een  grootc 
fchrick  inde  twee  ouden ,  en  een  diepe 
veynfery  in  de  jonge  fpoockmacckfter. 
Hy,  die  wel  meer  fulck  Werck  gefien ,  en 
het  bedrogh  helpen  ondervinden  had , 
begint  vermoeden  te  krijgen,  om  dat  de 
handelingen  fichaen  hem  wat  meer  ge- 
maecktheyt,  als  hy  voorheen  had  konnen 
bemereken  ,  vertoonden ,  evenwel,  niet 
dervende  yemant  rondt  uytbefchuldigen  , 
beftondt  van  verre  eenige  voorbeelden  vaa 
diergelijcke  bedriegeryen  op  te  halen,  en, 
onder  anderen ,  dat  van  een  ftoute  jonge 
mey  t  van  1 5  Jaren ,  die  mede  by  na  fooda- 
nigengebaergemaeckt ,  enhaerperfona- 
gie  wel  meefterlijck  gefpeelt  had,  en  daer 
na  even  wei  bevonden  was  ,  alles  geveynft 
te  hebben ,  en  diergelijke  voorftellingen 
meer,  daer  haer  dedienftmaeght  feer  over 
ontfchuldighde,  leggende,  daer  wilde 
haer  den  Heer  voor  bewaren,  endatiy 
fulcks  doende,  nietweerdigh  was  dat  (j 
leefde.   OndertulTchen  gingk  fy  ai  met 
Jlaer  fpoocken  voort,  fich  houdende,als  of 
fy  den  geeft  noch  alle  oogenblicken  voor 
haer  oogen  fagh,  haer  met  een  vreefTehjck 
gclaet  dreygende ,  en  hch  langs  hoe  yfle- 
lijcker  vertoonende.   De  Siecke-beioec- 
ker,  fiende haer. volharding,  en  evenwel 
kst  bedrogh  hoe  langs  hoe  meer  vermerc- 

kende , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


!  kende,  nam  een  voornemen ,  hier ,  fonder 
jacnfien  van  haer  vrienden  of  yemandtan- 
:.  I ders ,  daer  hy  lichtelijck  moeyel ijckheydt 
J  van  fou  mogen  te  verwachten  hebben  , 
Kftoutelijck  aentcgaen.    Hy  dan  begeeft 

>  fich  tegen  den  avondt ,  met  een  groot  ge- 

>  volgh  van  menfehen  daer na toe ,  tafl  haer 
ï  wat  harder  aen  ,  en  befchuldight  haer 
I  opentlijck.  Sy  daer  op ,  veroordeelt  fich 
3  fel  ven  >  leggende ,  indien  fy  fulcks  deede , 
;i  datfy  waerdighwas  geftraftte  werden, 
c  jae  dat  men  haer  het  hooft  voor  de  voeten 
*  behoorde  te  leggen  ,  en  veel  anderepro- 
5  tellenen  verklaringen  meer.  DenSiecke- 
i  befoecker  heur  fwaerlijck  met  Gods  oor- 

deelen  gedreyght  hebbende,  isfoo  heen 
gegaen.   Op  defe  wijfe  heeft  hy  haer 
lomwijlen,,  en  hoe  langer  hoe  fcherper 
ondergacn,  nu  haer  Godts  verfchricke- 
lijck  oordeel.en  dan  de  wereltlijcke  macht 
voor  oogen  (lellende ,  en  fich  gelatende  , 
als  of  men  haer  al  lang  na  gegaen ,  en  het 
werek  felf  buyten  haer  wetc  verfpiet  had. 
Meent  ghy ,  ieyde  hy ,  dat  wy  nict'gefien-; 
hebben  ,  of  door  een  folder  of  door  een 
fplect ,  wat  werek  gy  al  acngerecht  hebt , 
hoe  ghy  uw'  handt  achter  dc  half  blinde 
.    oude  lieden  will  om  te  ftceeken ,  en  haer 
de  kap  van  het  houft  te  rucken  ;  hoe  ghy 
uw  voet  wift  te  gebruyeken  om  van  onder 
de  tafel  op  te  lichten ,  en  diergelijcke 
woorden  meer:  waerdoordemacghtbe- 
eoft  vertelt  tc  ftaen,  te  meer,  wanneer  hy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCHE 


niet  een  moedighey  t  haer  het  werck  aen- 1 
tecgh,  feggende  fy  had  het  gedaen,  en  wil- 
de  iy  niet  bekennen »  hy  ibu  haer  met  een > 
hougcr  macht  aenboort  komen.   Sy  dan  j 
droop  ten  laetften  door  de  mandt,  feggen-  i 
de,  cc  rit ,  dat  iy  het  niet  al  gedaen  had ,  het  ] 
welck  genoegh  was ,  om  al  de  reft  uy  t  ha-  1 
ren  hals  teknjgen,gclijckdaernagefchie-« 
den ,  wanneer  fy  met  een  menighte  van  | 
tranen  al  het  gantfche  werck  bekende,  1 
met  al  de  omftandigheden ,  en  al  wat'er  \ 
acn  vaft  was ,  latende  oock  den  galm  hoo-  1 
ren  die  fy  gemaeckt  had.  Hier  mede  was  ' 
al  het  fpoocken  gedaen ,  en  den  warenden 
geeft  verdreven  ,  de  menighte,  die  nacht 
en  dagh  het  huys  van  buy ten  bewaeckte ,  , 
vertrock  oock ,  en  de  arme  bedrogen  oude 
lieden  waren  blijde  hen  dus  van  dat  ver- 
driet verloft  te  fien.    De  meyt  geraeckte 
itillekens  hier  of  daer  na  toe,  het  welcke  j  j 
voor  haer  niet  ongeraden  was.  Sooda- 
nigh ,  mijn  Heeren  en  Iongkvrouwen ,  is 
het  meeft  al  dat  voor  fpoockery  en  Eunje- 
ïy  doorgaet. 

Eyndt  van  bef  tweede  Boeck 


om1 


HET 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Het  III.  Boeck. 


Ndertuflchen  quam  Perian- 
der,  die  met  ^mbrolio  (na 
dat  fy  hetverbandt  van  Eu- 
ftacchio  genen  hadden)  een 
ftuck  wceghs  den  dijck  op 
had  wefen  wandelen ,  wederom  in  den 
Hof,  en  vindende  de  Jonge  lieden  by  mal- 
kanderen, voeghde  iich  daer  weder  by  : 
maeralfoode  keucken-maeght  hen  quam 
aenfeggen,  dat  het  avondtmacl  gereedt 
was ,  ftond  een  yder  op  ,  en  begaf  iich  na 
de  wooning:    De  tafel  was  nu  indeordi- 
nare  eetzael ,  en  niet  voor  het  bedde  van 
den  gewonden,gedeckt ,  om  hem  te  beter 
gelegentheyt  tot  ruften  te  geven ,  gelijck 
den  wontheelder  op  het  aldernaufte  bevo- 
len had.    Een  yder  aengcferen  zijnde, 
begintmen  den  honger,  met  de  toebereyde 
,fpijfe,  foodanigh  als  het  landt,  of  de  koye , 
of  de  renne  konde  befchicken ,  te  vcrfadi- 
gen.  Demeefte  hevigheyt  over  zij nde.be- 
goft  Lyiandervande  fchrickte  fpreken, 
dicLuciniavande  vertelling  van  Ambro- 
fio  behouden  had,  en  te  vragen,  of  die 
door  de  vermaeckelijcke  gefchiedenis  van 
Polymythus  niet  al  geweecken  was.  Al 
ten  deelen,  antwoorde  Lucinia,  maerghy 
fchiint,  door  myde  fclvc  weder  inge- 
J  F  7  dach- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i54  DORTSCHE 

dachten  te  brengen,  my  daer  op  nieuw 
mede  te  dreygen  :  maerfooghymy  ce- 
nighfins  foo  veel  liefde  draeght,  lbo  bidde 
ick  u  niet  weder  van  fulcke  dingen  te 
foreecken .   Ick  beloo ve  het  u ,  fey de  Ly- 
fanderj  en  ick  neem  oock  aen,  begaefde 
Lucinia,  vervolghde  Ambrofio,  daer  geen. 
oorfaeck  toe  te  geven.  Voor  my ,  iulck 
gedroghtfoumy  minder  ontftellen,  be- 
rechte daer  Periander  op,  als  dat,  daermen 
de  galgen  mede  verciert,  dat  felden  ergens 
verfchijnt,  of  daer  vol ght  ongeluck  en 
Terlies  na.  Voornamentlijck  fulcke  als 
met  hooge  macht ,  en  in  het  openbaer  fte~ 
len ,  en  alfo  voor  dieven  van  fatfoen  gaen , 
gelijck  'er  noch  een  onfen  oort  verciert  t 
die  fijn  ontfegh- brieven,  de  geltkas  van  de 
boeren  dorft  te  huys  fenden.  Ditrgelijc- 
ken  zijnder  oock  onlangs  in  een  van  onfe 
Hooft- fteden  gevonden, die  niet  minder 
als  met  duyfent  piftoletten,  of  met  bloedt 
tepaycn  waren,  maer  na  het  blijckt  foo 
hebben  fy  het  eene  noch  het  ander  gekre- 
gen ,  en  vinden  wereks  genoegh  hun  ey- 
gen  hals  te  bewaren,  voor  yemant  die  om* 
duyfènt  ducatons  verlegen  is.  Parijs  is  vol 
van  fulcke  fchelmen ,  vervolghde  Lyda- 
mas;  Italienoock,  feyde  Amorofio ,  ea 
Spangien,  is  *er  niet  vry  van.  Een  aerdige 
treek  fchiet  my  daer  binnen,  vervolghde 
hy,die ick  nootfacckei ijck  verhalen  moet. 


Gd 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  ttf 

Gefcbiedcnis  van  de  Stbijn- 
bcylïgen* 

p^Et  was  inde  tijdt  wanneer  de  velden 
met  haer  aengenaemfte  toeftel  verciert 
worden,  cn  het  Jaer  iich  felven  kroont 
met  haer  edellte  cieraden ,  en ,  door  gege- 
ven  hoop,  de  verwachting  van  rijcke 
vruchten  toelaet.    Wanneer  een  vrouwe 
binnen  de  oudeen  vermaerde  StadtTole- 
do  quara ,  die  fchoon  ,  jongk,  en  konftigh 
was,  maer  fulck  een  vyandin  van  de  waer- 
heyt ,  dat  'ermenighmalen  geheele  (aren 
doorgingen  ,  fonder  dat  defe  deughteen- 
r  mael  de  eer  had,  het  uyterfte  van  haer  lip— 
)  pen  te  raecken ,  en  'tgeen  het  meefte  te 
'  Verwonderen  ttaet,  was  datfy  daerniet 
>:  een  fier  te  quaderom  voer.  Behalvendat 
/  was  fy  feer  geluckigh  in  het  liegen ,  na- 
l  demael  haer  lodens  meeft  voor  waerhcydt 
c  opgenomen  wierden.    Iaefyhadftof  ge- 
t  noeghom  de  Poëten  en  Aftrologiften  ge- 
[!  hecle  Cargefocnen  over  te  doen.  Eynde- 
Üjck  defe  natuurlijcke  bevallijckheydt 
3  was  in  haerfoodanigh  ,  datfe,  gevoeght 
i  met  de  fchoonheydt  van  haer  aengeficht , 
i  en  bevallijckheyt  van  manieren,  haer 
:  binnen  weynigh  tijds  een  goet  getal  pifto- 
1  letten  in  de  beurs  joegh.    Haer  oogen  wa- 
i  ren  fwart ,  wackcr ,  loet,  cn  tamclijck  van 
\  groote ,  gceltigh  met  de  hooghlte  gceftig- 
heyt ,  hoewel  overwonnen  van  vier  of  vijf 

moor* 


Early  European  Books,  Copyright©  20 1  l  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i)6  DORTSCHE 
moorden  dicfe  gedaen  hadden ,  en  in  ver- 
moeden van  meer  als  vijftigh,  die  norf 
niet  wel  bcwefen  konden  werden  j  ei 
wat  aengaet  de  gequctften,dat  getal  is  niet 
te  noemen.   Een  yder  laghte  om  de  be-j 
fchrij  ving  die  Ambrofio  van  defe  oogenj 
deed ,  daer  hy  wel  lbo  veel  op  fou  hebben! 
weten  te  feggen ,  als  of  het  die  van  Rofe- 1 
lijn  waren  geweeft  ,  maer  die  dus  voort- j 
gingk:  in  kleeding  was  defe  fchoontJ 
moorderefle  foodanigh ,  dat  felf  yder  fpel-j 
leken  dat  van  haer  hant  gefteecken  wiert  >} 
een  byfondere  bevallijckheyt  had.   Sy » 
vracghde  noyt  yemandt  lijn  goetduncken 
over  haer  hulflêlals  haer  fpiegel  alleen  » 
daerfe  geduurigh  mede  belïgh  was ,  als 
haer  Ractsheer  van  ftaet ,  van  oorlogh,  en 
finantie.  Defe  vrouwe,  gemaeckt  op  defe 
gevaerlijcke  en  doodeli jeke  wijfe ,  quam 
dan  binnen  Toledo,  opecnavont,  wan- 
neer al  de  Ridders  en  Edel- lieden  van  de 
Stadt  befigh  waren  met  een  Mafqueradc  > 
of  Mommefpel,  door  de  Stadt  te  doen  ,  ter 
eeré  van  de  Bruy  loft  van  een  vreemt  Heer, 
de  wclcke  met  een  Iongkvrouw  van  de 
Stadt  trouwde ,  zijnde  van  de  PJjckfteen 
Edelftc  van  dat  gehecle  geweft.   Ai  de 
vcynfters  ftonden  vol  luchters,  en  lagen 
vol  Iongkvrouwcn ,  in,vocgen ,  door  de 
menighte  der  lichten ,  al  de  ftraten  ver- 
licht waren ,  die  vaft  vol  volck  en  Iongk- 
vrouwen  van  minder  flagh  krielden ,  die , 
bedeckt  met  hun  ralyen ,  niet  lieten  fien  , 

als 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


A  R  C  A  D  I  A.  137 

ps  het  geen  fy  juyftgelien  wilden  hebben. 
Menighte  va'}  thaet-ilijpers,  enleeg-gan- 
gers ,  en  fulck  volck  als  met  een  lemmer 
op  de  zy,meenen  recht  over  leven  cn  doot 
te  hebben,  vervulden  de  wegen.  Dc 
pluymlrrijckerscn  hovelingen  hadden  als 
doe  openhof ,  om  haer  konïl  in  het  werek 
te  /tellen  ,  en  de  panleckcrs  vonden  over 
al  de  deuren  foo  open  als  hun  hongerige 
magen.  In  *t  kort,  net  was 'er  alm 
vreught.  Een  longman,  onder  anderen , 
ran  een  bedorven  ichoolicr  onlangs  pagie 
geworden,  gingkaliijn  vcrlhndt  tebuy- 
ten,  en  repeteerde  al  lijn  fchool-leflen  5  hy 
gebruyekte  wel  foo  veel  Logifchc  argu- 
menten in  forma,  foo  veel  Retorifchc 
plactfen  in  Gcnere  demonftrativo ,  en  foo 
veel  goct  flecht  fchool  Latijns,  als  dc 
fchalcklte  Lofcilt  in  fes  maenden  fou  kon- 
nen  voor  den  dagh  brengen,  alleen  om  de- 
fe  nieuwe  fchoonc  te  doen  eeloovendit 
hy  haer  dienaer  was.  Hy  had  hacrjuyll 
geilen ,  foo  als  fy  uy  t  de  huur-  karofl'e  trat , 
en  wiert  terltondt  door  h  ier  oogen  in  het 
verftandt  gefhgen.  Hy  volghrie  haer  tot 
aen  de  poort  van  haer  wooning,  daer  fy 
een  kamer  gebuurt  had  ,  cn  van  daer  over 
al ,  daer  de  begeerte,  om  v/at  nicus  re  licn , 
haer  drijven  moght ,  totdat  fy  eyndelijck 
ftil  bleef  op  een  placts ,  (kerft  de  Momme- 
rijen  bi'quamelijck  konde  fien  .  Dc 
pagie,  die  lichdien  dagh  met  fchoonlij- 
waet  opgepronckt  had  •  en  voor  dc  relt. 

buyr 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i;8  DORTSCHE 

buyten  ordinaer  tocgetaeckelt  was ,  hadti 
haer  wel  haeft  aengeklampt ,  en  met  eens 
dofijn  bafelos  manos  aen  de  kamp  ge- : 
braght.    Sy  was  de  looft e  feex  van  dê  we-  ] 
relt,  die  met  de  meefte  g.iu  wigheydt  de- 
ratten  aen  her  fpeck  wiftte  krijgen,  en 
derhalven  defen  jongen  tuereluur  wel) 
haeft  in  de  knip  had.  Oordeelt  of  fy ,  vin*j 
dende  defen  pagie  fulck  een  prater  te  zijn^ 
hem  niet  wel  Haeft  aen  geen  zijde  van  de 
Cabo  de  Buona  Efperanca  had ,  en  meer 
deed  feggen  a^s hy  wift .  Sy maeckte hem 
d  run  eken  met  veel  lof- redenen  >  en  deed 
daer  na  met  hem  al  dat  iy  wilde.   Sy  ver* 
nam  wel  .haeft  van  hem,  dat  hy  een  oudt 
Ridder  van  Andaio ufie diende,  oom  van 
del  e  die  nu  trou  wde,en  om  de  welcke  nu 
aldus  dè  gcheele  Stadtin  vreughde  was» 
Dat  dele  een  van  de  R i  j ckile  Edellieden* 
Tan  de  Stadt  was ,  dat  hy  geen  ander  Erf* 
genaem  als  defen  Neef  had  ,  de  welcke  hy 
met  allen  feer  beminde ;  alhoewel  hy  een- 
van  de  grootfte  lichtvincken  van  Span- 
gien  was ,  die  al  de  vrouwen  die  hy  iagh 
naliep ,  jae  in  fulcker  voegen ,  dat  hy ,  be- 
halvenal  fijn  hoeren  cn  Courtifanen,  üch 
niet  ontfagh  eerbare  dochters  fomwijlen 
met  gewelt  aen  te  vallen.    Hy  voeghde 
daer  by ,  dat  fijn  fotternijen  fijn  oom  on- 
eyndel  ijck  veel  gekoft  hadden ,  en  dat  het 
defe  was,  dewelcke  hemaidermeeft  tot 
hou welij eken  bewogen  had,  om  tellen 
of  het  veranderen  van  ftaet ,  fijn  aert  oock 


r 

■Ml 
•> 

mI 


ARCADIA.  139 

fou  willen  veranderen.    Terwijl  de  pagic 
aldus  flecht  by  lijn  neus  neer  praten  ,  wift 
fy  hem  foo  nu  foo  dan,  van  alle  na  bcdeno 
ken  at*  te  trecken  ,  lich  verwonderende 
over  de  minfte  dingen  die  hy  voort- 
braght,  als  of  het  groote  Paradoxen  waren 
geweeft.    Mengende daer  ibm wijlen cc- 
nigc  lor-  redenen  tuflehen  beyden ,  foo  dat 
onlen  gaft  nauwelijcks  van  blijdtlchap 
iïch  fel  ven  wift  te  bellieren.    Den  armen 
pagie  had  foo  haeft  niet  gefeght ,  dat  hy 
van  Valladolit  was,  of  fy  begoft  met  groo- 
telof van  die  Stadt  te  fpreecken,  en  defel- 
Te  te  roemen  boven  al  de  Steden  van 
Spangien  ,  rondt  uyt  feggende ,  dat  men 
daer  de  geeftighfteen  wclgemae^  ktfte  lie- 
den vandt ,  maer  dat  fy  door  de  waerheyt 
gedrongen  was  te  bekennen ,  dat  hy  al  van 
de  aerdighfte jonge  borlten  was  die  fy  oyt 
geficn  had ,  en  dit  woordt  was  Colophnem 
adder e  ,  de  laetfte  handt  aen  het  wc  rek  van 
lijn betoo vering ftcecken.  Ondcrtufïchen 
wiert  hettijdt  om  weder  na  huys  te  gacn. 
Sy  noodighde  hem  felf,  om  haer  te  huys  te 
brengen,  die  van  blijdtlchap  uyt  fijn  vel 
meende  te  fpringen  ,  foo  dat  hy  fich  nu  en 
dan  als  een  lot  aenftclde,  by  lich  felvcn  be- 
fluytende ,  dat  men  noy t  van  fijn  goet  ge- 
luck  fou  behoeven  te  wanhoopen ,  hoe 
flecht  men  oock  is.    Helena  (foo  was  den 
nacm  van  dcfe  fc hoone)  in  haer  kamer 
gekomen  zijnde,boodt  haren  pagie  de  acn- 
ficnli jekfte  ftoel  aen,  die  daer  ltondt;maer 

delen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i4o  DORTSCHE 

defen  was  foo  ontfet  en  van  fijn  ftuck,doorj 
lijn  opgetoogen  gedachtê,dat  hy  willende,  \ 
na  een  groot  Complement  gaen  fitten,  en  ■ 
de  maet  van  fijn  reculades  niet  wel  geno- 
men hebbende,  te  kort  neder  boogh  en  de 
floel  mirte,  foo  dat  hy  met  fijn  hinderfte 
op  de  vloer  neêr  viel ,  de  mantel  van  den 
hals ,  den  hoet  ginder  heen,en  den  pongi- 
aert  uyt  fijn  fchee  vloogh,  tot  duyfent  ge- 
lucken ,  dat  hem  defelve  niet  in  de  lende- 
nen bleef  ftcecken.  Helena  boodt  hem  de 
handt ,  om  hem  op  te  helpen ,  toonende 
den  meeften  y  ver  van  de  werelt;  het  eerftt 
dat  fy  dced.was  fijn  pongiaert  op  rapen,als 
vreefende  vooreenigh  ongeval,  feggende, 
datfy  niet  verdragen  moght,  dat  hy  dat 
geweer  voor  dien  dagh  dragen  fou,  als  het 
geen  hem  in  fulck  een  gevaergeftclt  had. 
OndertmTchen  vergaderde  hyal  deftuc- 
ken  weer  by  een,  en  nueckte  een  deel 
Hechte  complimenten,  om  fijnbottighcyt 
te  ontfchuldigen.  Ondertuflehen  hielt 
fich  Helena  feer  verbaeft  over  het  oogh- 
fchijnelijck  ongeval ,  houdende  ondertuf- 
fchen  den  pongiaert  in  de  handt.  De 
pagie  feyde  haer  datfe  van  fijn  oudé  mee- 
fter  gekomen  was ,  diefe  eertijdts  aen  fijn 
neef  had  gegeven ,  beneffen  den  deegen 
en  draeghbant  van  het  fclve  werek.  Dat 
hy  den  fel  ven  van  uyt  veel  anderen ,  die  in 
fijns  meefters  kleer-kamer  waren,gekoren 
had,  om  voor  dien  dagh  te  dragen.  Helena 
gaf  hem  hoop ,  dat  iy  wel  eens  vermomt 

fou 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28  C  44 


t 


ARCADIA.  141 

fou  t'fijnent  komen  willen ,  om  te  fien  op 
wat  wijfe  dc  lieden  van  ftaetaldaer  met 
malkander  trouwden.  De  pagie  feydc  dat 
de  omftandelijckhcden  niet  eerder  als  om- 
trent ter  middernacht  fouden  geichieden, 
en  boodt  haef  de  Collation  aen  inde  kar 
mcr  van  den  Hof-meefter ,  dat  lijn  byfon- 
dere  vriendt  was,  hy  flormde  en  tierde  op 
fijn  ongeluck  ,dat  hy  voor  als  nu  gedron- 
gen was ,  het  aengenaemfte  gelelfchip  dat 
hy  oy t  gehadt  had  te  laten ,  om  fich  felven 
byfijn  moeyelijcken  ouden  Heer  te  laten 
vinden,  die  door  de  gicht  in  het  bedde  ge- 
bannen was,  Om  welcke  oorfaeck  hy 
oock  dc  bruyloft  niet  fou  konncn  by 
woonen,  dewclcke  in  een  ander  huys,ver 
van  lijn  M  ceder,  fou  gehouden  worden. 
Hier  op  bedacht  hy  wat  vooreen  Compli- 
ment hy  maecken  fou ,  om  met  fatfoen  tc 
fcheyden,  wanneerdcr  feer  hart  aen  de 
deur  geklopt  wierdt.  Hclena  Ichcenten 
hooghften  dacr  over  ontltclt ,  en  verfocht 
den  pagie  fich  in  een  klcyn  Cabinet  te  be- 
geven ,  daer  fy  hem  infloot ,  vooreen  lan- 
ger tijdt,  als  hy  felf  wel  gemeent  had. 
Hy  die  foo  rouwelijck  aen  de  poort  klop- 
te, was  een  bravo  of  ftract-ichuymcr,  de 
pol  van  Hclena,  die  ly  om  wel  liaens  wil 
voor  haer  Broeder  lietdoorgacn.  Hy  was 
medc-ftander  van  al  haer  lelie  liru  rijen,  en 
deuytvoerder  van  haer  vcrmaeekelijek- 
heden.  Sy  feyde  hem  ftillckens  hocfe den 
pagie  opgellooten  had ,  en  van  het  geen  fy 

be- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


X4i  DORTSCHE 

beflotèn  had  te  doen ,  om  achter  de  pifto- 
letren  van  fijn  Meeftertegeraecken  ,  onflp 
het  welck  uyt  te  voeren,  foo  veel  (poet  alfl 
loolbey t  molt  gebruyckt  worden.  In  eenji  k  - 
oogenblick  wievden  de  muylen ,  alhoewel!!  if' 
alreedts  genoegh  vcrmoeyt,  weder  in  geil  w  : 
fpannen  in  dc  Carofle ,  dewelcke  hen  vanK  i»« 
Madrid  daer  gebraght  had.  En  HelenaTII 
bcne&ns  haer  gefelfchap,  beftaende  uy til  wr 
defen  Montufar,  en  een  oude  vrouwe  ,]<  Vi* , 
Mendcz  genoemt ,  acnfienJijck  door  haerl] 
paternofter,  en  haer  kleet  van  devotie ,  en|4  » 
eenkleynen  lacquay,  begeven  fichmdelW 
Carofle ,  en  laten  fich  brengen  in  de  ftraetll  «av 
van  de  nieuwe  Chriftenen,  wekkers  ge»l« 
Joof  veel  nieuwer  is ,  als  de  kleederen  die- !•  wrt 
fe  verkoopen.    De  mommerijen  liepen  li  wfc 
noch  even  feer  langsjde  ftraet ,  gelijck  het  |2  bv. 
gebeurde  dat  d  en  Bruydegom,  zijnde  ver-  ï-  k  • 
momt  gelijck  al  de  anderen,de Carofle  van 
Hclena  ontmoete.daer  hy  defe  gevaerlijke 
fchoone  geracckte  te  fien,  die  hem  dacht  |j  faltit 
een  Venus  in  de  Caros  ,  of  een  fon  die  lan-  II  er, 
ges  de  ftraet  rijdt ,  te  zijn.  Hy  wierdt  foo 
verheft  op  haer,  dathyom  eenkleyntje  \ 
fijn  Vieele  bruyloft  fou  hebben  laten  varen,   []  ri 
om  fich  fel  ven  plomp  verloren  in  de  ar-  |L 
men  van  defe  onbekende  te  werpen.  Maer  I  r 
de  voorfichtigheyt  hielt  hem  voor  als  doe 
noch  te  rugge.    Hy  volghde  dan  fijnen 
troep,  en  liet  Hclena  voortrijden,  na  de 
oude  k  leerkoopery ,  daer  fy  in  een  oogen-    I  tr 
bliek  tijdts ,  en  fonder  veel  te  leggen  din- 
gen. 


'  "(3 


c 

Ü 

d 

ui 

I 
b 

m 


ARCADIA:  145 

gen ,  fich  fel  ven  in  den  rouw  (lick , 
van  het  hooft  tot  de  voeten  toe,  gelijck 
oock  Mendez,  Montufar,  en  haer  kleynen 
lacquay,  en  terftondt  weder  inde  Caros 
klimmende ,  reden  of  vlogen  na  het  huys 
vandenGraef  deFuenlalido,  het  wclcke 
dat  van  den  ouden  man  was.  Den  kley- 
nen jong- n  liep  vooruyt,  en  onderfocht 
waer  de  kamer  van  den  ouden  Marquis  de 
Villefagnan  was,  en  die*hem  eewefen 
zijnde,  gingk  hem  verlof  verloecken, 
voor  een  vreemde  longkvrouw,  uyt  de 
geberghten  van  Leon ,  om  hem  aen  te 
mogen  fprcecken,  om  te  handelen  van  een 
facck  van  belang.  Den  goeden  Heer  was 
over  dit  belbcck  feer  verbaeft,  van  foo 
een  Me-  vrouw ,  en  op  fulck  een  uur.  Hy 
fchiekte  fich  in  fijn  bedde  ten  beften  dat 
hy  konde,  en  ftelde  fijn  gekreuckt  nacht- 
tuygh  inde  befte  ploy,  deed  twee  goede 
oorkufTens  achter  fijn  lenden  leggen  ,  om 
fulck  een  gewichrigh  belbeck  ,  op  de  al- 
derbctamelijckfte  wijle  te  ontfangen.  In 
fulck  een  ftaet  hielt  hy  fich ,  hebbende 
fijn  oogen  na  de  deur  toe ,  wachtende  met 
verlangen  ,  wanneer  hy  eyndelijck  den 
doodelijcken  Montufar  voor  uyt  iagh  ko- 
men ,  t'eenemael  in  den  rouw  geklecdt , 
gcvoh'ht  van  twee  vrouwen  van  de  felve 
verwe,  van  de  welcke  de  jongfte,die  hy  by 
de  handt  lcyde  ,  en  een  gedeelte  van  haer 
aengeficht  door  haer  falie  bcdeckt  hielt, 
<ie  alderdroevighftc  en  de  acnfienlijckfte 

fcheen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


144  DORTSCHE 
fcbeen  te  z  ij  n .   Een  lacqjiay  droegh  haeq 
fulckeen  langen  fleep  na,  daer  foo  veeli 
ftof  aen  was ,  dat 'er  by  na  de  heele  kamerf 
mede  bedeckt  was,  wanneerfe  uytgeftrecktj 
wierdt.   Van  de  deur  af  deden  iy  hun  be 
leefde  groet,  met  dry  diepe  eeroiedighe 
den ,  ionder  die  van  den  kleynen  jon- 
gen daer  onder  te  reeckenen,  di«van 
de  fijnen  niet  maecktc  dat  doght :  in. 
het  midden  van  de  kamer  wederom  dry 
anderen ,  in  goede  order ,  en  dry  ande- 
ren ,  wanneer  fy  gingen  neder  fitten  op 
(loeien ,  dewelcke  hen  door  een  jonge 
pagic,  gefel  van  die  geene  die  Helenain 
haer  kamer  befloten  hielt ,  gefetwierdt. 
Het  hart  van  den  ouden  Heer  wiert  t'eene- 1  taa 
mael  beroert  over  dit  trcurigh  gefelfchap, 
terwijl  hy  ikh  fel  ven  vermoorde  doarlat.fr 
gewelt  van  Complimenten,  vindende  iïch  I 
iel  ven  daer  door  genoodtfaeckt  fich  fom- 1  f  ?  ? 
wijlente  bewegen,  het  welcke  hem  in  I  ^ 
fijnkrancke  beenen  foo facht deed ,  als  In  / 
een  vuyft  in  lijn oogh, en menighmael een  I b;.  ? 
ach  !  ten  monde  uyt  deed  breecken,even  wpr- 
al  eens,  als  of  hy  de  rou  van  defe  treurende  I 
perfonagicn  beklaeght  had.    Wanneer  Ij»?- 
fy  gefetcn  waren, yraeghde  hy  haer,  na  p  • 
veel  Hoffeüjckheden  ,  de  oorfaeck  waer  1«. 
uyt  hem  defe  eer  van  hun  verlbeck  ge-  |wtr 
fchiet  was,  op  ecnuure,  dewelcke  voor  Ito:? 
lieden  van  hun  itaet,  foo  ongelegen  was;  jp.u 
Helena,diemaeralte  feer  de  genegenthe-  Jfc  * 
den  will  te  tivcken,  nam  noch  twcejï*r> 

fchoones 


f  ARCADIA.  Mf 

ï  fchoone  oogen  te  hulp,  daerfe  een  eeheele 
f  rivier  van  traenen  uytdeed  vloeycn,  en 
■i  haer  mondt,om  een  dofijn  of  twee  hicken 
t  en  fuchten  voor  den  dagh  te brengen,  op 
1  een  toon ,  diefe  wift  te  verhoogen  en  te 
iv  verlagen  ,  trots  de  befte  fingcr  van  de  wc- 
■t  reltj  fonder  te  vergeten'  haer  fchoone 
■■s  handen  nu  en  dan  tetoonen,  met  het  af- 
ï  droogen  van  haer  tranen,  't  welck  haer  te 
a  gehjek  diende  om  haer  fchoon  aengeficht 
s  te  laten  fien,  om  te  bewij fen  datfyfoo 
Ichoon  als  bedroeft  was.  Den  ouden  man 
wachte  met  'onlijdtfaemheyt  watter  eyn- 
-aelijckfouuytkomen,  en  begoft  te  hoo- 
ien, aen  het  eynde  te  geraecken,a!foo  dele 
-ivloet  van  bracke  ftroomen  alreedts  een 
vweynighbegoft  tedroogen  :  wanneer  de 
ooudeMendez  (die  goet  dachtdat  treur- 
gefang  weder  op  te  heffen ,  daer  het  de  an- 
dere gelaten  had,  om  haer  te  laten  uyt 
j>auleren)  met  fulck  een  gewelt  begoft 
te  hicken  en  tefchreyen,  tot  fpijt  van  He- 
kna,  als  of  fy  haer  plicht  nietgenoegh 
tgedaen  had ,  dat  den  ouden  Heer  fijn  lijdt- 
ofaemheyt  verloor.    Maer  het  was  de  oude 
nietgenoegh  dat  voordeel  opHclena  te 
thebben  behaelt ,  maer  het  mort  haer  noch 
i;en  handtvol  hayrof  twee  korten,  om  het 
werek  fijn  volle  1'wier  tc  geven.  Soo ge- 
dacht foo  gedacn ,  en  daer  mee  acn  het 
blonderen  van  haer  grijfe  locken  geval- 
aen ,  maer  het  befte  daer  van  was ,  dat  het 
inaer  geleent  goet  was ,  alfoo  fy  van  haer 

G  fel. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


i4<5  DORT  S  CH  E 
fclven  niet  een  hayr  (fey  kaclkop)  had  bjr  1 
te  fetten.  Aldus  kreeten  Helena  en  Men- 1 
dez  om  fkri)dr,  en  Montufar  en  den  jongen! 
toonden  mede  hun  deel  te  willen  hebben  ,1 
die,alshaddenfemilkander  het  teeckenj 

fegeven ,  loo  by  de  deur  van  de  kamer  j 
eftondente  balcken,  dit  het  gejammer! 
▼an  de  twee  bedroefde  vrouwen  maerj' 
kinderwerek  daer  by  fcheen  te  zijn.  Denf 
ouden  Heer  meende  dol  te  worden  over f 
al  dit  jancken ,  en  dat  hy  niet  wift  waer-3 
om  ,  fonder  daf  hy  mede  koft  laten ,  den'| 
echo  van  dit  treur- liet  te  houden ,  en  foof 
wel  als  de  befte  te  beginnen ;  befweerende 
ondertuflehen  by  Hemel  en  Aerdedebey 
droefde  vrouwen,  haer  droefhey  t  te  matt-i 
gen  ,  en  hem  de  oorfaeck  daer  van  te  ken- 
nen te  geven  :  verklarende  dat  fijn  eygen 
leven  het  minfte  ding  fou  zijn,  het  welcke 
iiy  voor  haer  fou  willen  wagen ,  bekla- 
gende fijn  verloren  jeught ,  om  haer  dé 
uytwerckfels  van  fijn  genegentheyt  te 
doen  gevoelen.    Sy  fetten  fich  cenwey- 
nigh  op  fijn  woorden  ter  neder ,  ftelden 
hun  gedaenten  weder  in  't  net ,  te  meer 
alibo  al  de  provifie  van  tranen  op  was,  be- 
halven  dat  iy  fuynigh  op  hun  tijdt  wraren , 
die  fy  wel  wiften,  gebruyekt  te  moeten 
worden .  De  oude  dan  nemende  haer  falie 
yan  haer  hooft ,  op  dat  haer  eer  waerdigh  j 
aenfien  haer  al  het  gefach  fou  geven  ,  het 
geene  fy  vannooden  had,  begofteynde- 
fiick  alibo  te  fpreccken :   Den  Hemel  be- 
*  ware 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


arcadia:  i47 

ware  mijn  Heer  den  Marquis  de  ViJle- 
fagnan  voor  alle  quaet ,  en  geve  hem  al  de 
gefontheydt  dewelcke  hem  noodigh  is , 
alhoewel  de  tijding  dewelcke  wy  brengen, 
nietfeer  dicnltigh  is  om  hem  defelve  te 
vermeerderen,n<;ch  om  vrcught,  dewelc- 
ke de  blom  van  de  gefontheydt  is ,  toe  te 
brengen.  Macr  onsongeluckis  foodanigh, 
dat  wy  het  noodt wendigh  andere  moeten 
mededeclen.    Den  Marquis  llaende  met 
fijn  platte  handt  op  het  dicke  van  fijn 
been,  een  diepe  fucht  ophalende,  begoft  te 
leggen :  Den  Hemel  geve,  dat  ick  my  be- 
drogen vindc,  hier  fal  weder  mijn  Neef 
eenige  fotternije  aengerecht  hebben. 
•)  Gaet  voort  Me-vrouw  ,  gaet  voort,  en 
vergeeft  my  dat  ick  u  in  uw  redenen  gc- 
•  ü  ftoorthebbe.    De  oude  begaf  fich  weder 
tot  fchreyen  ,  in  de  plaets  van  te  antwoor- 
den,waer  over  Helena  het  woort  nam .  Na- 
demael  ghymijn  Heer,  feyde  fy,  door 

ondervinding  weet.dat  uw  Neef  fulck  een 
;  flaef  van  fijn  genegentheden  en  driften 
is  ,  en  dat  gy  menighmael  moeyte  genogh 
>   gehadt  hebt,  fijn  ichande  rebcdeckcn.fult 
]  ghy  geenfins  i'warigheydt  maecken.te 
^  gelooven  het  geene  hy  my  gedaen  heeft. 
'  Wanneer  ghy  hem  den  voorleden  herfft  na 
J  Leon  fchickte ,  quam  hy  my  in  een  kerek 
3  te  zien,  en  bedondt  my  terftonr  lboJanige 
:  dingen  te  feggen ,  dat,  indienfe  waer  ge- 
»  weeft  hadden ,  wy  bcydeniet  anders  had- 
:  den  behoeven  te  doen ,  als  dacr  tc  blij  ven , 

G  2  ick 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i43        DORT  S  C  H  E 
ick  als  lijn  moordereffe,  uytvreefe  van 
het  gerecht,  en  hy  als  de  gemoorde ,  om 
met  eenen  begraven  te  worden.    Hy  ver- 
weet my  wel  hondert  mael ,  dat  mijn  oo- 
gen  hem  gedoot  hadden ,  en  liet  geen  van 
de  alderminftc  vlcyingen  na ,  waer  mede 
fich  de  minnaers  gewoon  zijn  te  behel- 
pen y  om  de  eenvoudigheyt  van  een  jonge 
dochter  te  bedriegen ,  hy  volghde  my  tot 
in  mijn  wooning,reedt  alle  dagen  te  paerde 
voorby  mijn  veynfters,  en  liet  my  alle 
nacht  gefpeel  en  gefang  hooren:  Maer 
eyndelijck,  liende  dat  al  fijn  poogenniet 
konde  te  wege  brengen,  wift  hy  door  fijn 
%  ereeringen  een  fwartin ,  die  my  diende , 
te  winnen ,  dewelcke  mijn  moeder  haer 
vry heyt  belooft  had  ;  en  wift  fijn  tijdt  foo 
wel  waer  te  nemen  ,  dat  hy  my  aentrefte 
inden  Hof,  dewelcke  wy  hebben  inde 
voorftadt  van  Leon.Ik  had  ntcmantby  my 
als  defe  trouwloofe  uaevin ,  maer  hy  was 
vergefelfchapt  met  een  ander,foo  fchelm- 
achtigh  als  hy ,  hebbende  den  tuyn-man 
met  geit  omgekocht ,  en  na  een  ander  ge- 
deelte vande  Stadt  verfonden,onder  fchijn 
van  een  faek  van  belang.  Wat  fal  ik  u  meer 
feggé,hy  fette  my  dé  pongiaert  op  de  keel» 
en  evenwel ,  fiende  dat  mijn  eer  my  liever 
was  als  het  leven,  heeft  hy  door  fijn  mcde- 
ftanders  hulp  fijn  fchelmftuck  uitge voert, 
en  my  met  gewelt  ontnomen ,  het  geen 
hy  noyt  door  al  fijn  liften  fou  van  my  ge- 
kregen hebben.  De  flacvin  tierde  en  baer- 

de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  i49 

de  of  fy  dol  waer  gc weeft ,  en  om  te  beter 
haertrouwloofheyt  te  bedeckcn ,  liet  ach 
een  kleyne  wonde  in  de  handt  geven ,  en, 
hielt  haer  ten  laetften  of  fyin  fwijn  viel. 
Den  Hovenier  komt  eyndelijck  weder- 
om,maer  uw  neef,wetende  wat  hy  gedaen 
had ,  begeeft  fich  over  den  muur  van  den 
Hof,  endatmet  fulckeen  haeft,  dat  hy 
fij n  pongiaert  liet  vallen,  dewelcke  ick  op- 
nam. Defen  onbedachten  had  evenwel 
niet  veel  te  vreefen  ,  alfoo  ick  foo  wel  be- 
dacht was,  dat  ick  mijn  eygen  fchande 
eerder  focht  te  verbergen  als  te  openbaren. 
Ick  deed  al  wat  ick  konde,  ommy  niet 
droeviger  te  toonen ,  als  ick  gewoon  was. 
De  fnoode  flaevin,  geraeckteeenigen  tijde 
daer  na  wech,  en  ick  verloor  daer  op  mijn 
moeder ,  en  mach  wel  feggen ,  dat  ick  het 
al  met  haer  verloren  had,  ten  waer  mijn 
moeye.hier  tegenwoordigh.de  goedertie- 
renhey  t  gepleeght  had ,  my  by  haer  te  ne- 
men,makendegeen  onderlcheyt  tuflchen 
my  ,  en  haer  twee minnclijcke dochters. 
Het  is  in  haer  huys  dat  ick  vcrftaen  hebbe , 
dat  uw  Neve  foo  verre  was,  van  het  onge- 
lijck  dar  hy  my  acngedaenhad  te  verbe- 
teren ,  dat  hy  in  tegendeel  h>h  begaf  om 
een  ander  tc  trouwen.  Tck  ben  hier  geko- 
men met  de  meefte  lpoet ,  die  het  my 
mooghlijck  was,  ten  cyndc  dat  ghy ,  mijn 
Heer, aleer  ik  uyt  uw  kamer  gac,  of  in  geit 
of  Juweelcn,  de  waerde  van  tweeduyfent 
goudc  kroonen  doet  geven,  ommy  daer 

G  5  mede 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ij-o  DORTSCHE 
mede  in  een  kloofter  te  begeven :  want  na 
dat  ick  door  ondervinding  de  aert  van  uw 
Neef  geilen  en  verftaen  hebbc  ,  fou  ick 
geenfins  konnenbelluyten  ,  hem  te  trou- 
wen ,  al  focht  hy  en  al  de  lij  ne ,  met  de  al- 
dermeefte  aenbiedingen ,  my  daer  toe  te 
bewegen.    Ick  weet  dat  hy  defen  nacht 
trouwen  fal ;  maer  ick  fal  der  my  tegen 
ftellen  ,  en  fijn  doen  in  fulcker  voegen  aen 
den  dagh  brengen  ,  dat  het  hem  al  lijn  le- 
ven fchaden  en  hinderen  fal ,  indien  ghy 
daerdefe  voorgeftagen  order  niet  in  wilt 
(lellen.   En  om  u  te  toonen  dat  het  geene 
ick  fegge  waerachtigh  is,  foo  liet  daer  den 
pongiaert ,  die  hy  my  op  de  keel  gcfet 
lieert ,  en  of  het  den  Hemel  gewilt  had , 
dat  hy  meer  als  dreygen  had  gedaen.  Sy 
begoft  wederom  op  een  nieuw  te  fchreyen, 
als  fy  met  fpreecken  gedaen  had ,  wanneer 
Mendez  een  hooger  toon  als  fy  beftondt 
aen  te  vangen ,  gelijck  oock  het  tweede 
Choor  aen  de  deur,  daer  den  Jongen  lac- 
«juay  de  bovenfang  en  Montufar  den  bas 
fong.  Den  ouden,  die  niet  dan  te  veel  ge- 
loot gaf ,  aen  het  geen  defe  loofe  feex  hem 
had  voorgehouden,  faghden  pongiaert 
foo  haeft  niet,  of  hy  kendefe  terftont  voor 
die  geene ,  die  hy  voor  defen  fijn  Neef  ge- 
geven had.    Hy  focht  dan  anders  niet ,  als 
alleen  te  verhinderen,  dat  het  houv^elijck 
geen  beletfel  moght  krijgen.  Hy  fou  hem 
wel by hem  ontboden  hebben,  maerhy 
vrcefdedat  ycmandt  daer  door  defaeck 
1  fou 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  15-1 

fbu  komen  te  vernemen.  Siende  dan  dat 
1  de  vrouwen  het  gelaet  maeckten  om  tc 
vertrecken,  maecktehy  van  de  noodt  een 
deu^ht ,  endeed  fich  door  fijn  pagie  een 
kafken  brengen  ,  uyt  het  welcke  hy  haer 
|  in  vier  dubbele  pilïoletten  de  vereyfehte 
fommc  deed  aen  teilen.  Montufar  ontfing 
het  geit,  en  teldefe  een  vooreen  ,  enden 
ouden  Marquis,  hen  hebbende  doen  be- 
I  loeven ,  dat  fy  hem  des  morgens  weder 
fouden  by  komen, deed  duyfent  verfchoo- 
t  ningen  aen  defe  eerbare  Dames ,  dat  hy 
i  haer  niet  tot  aen  hun  Caros  konde  geley- 

>  den  ,  en  liet  hen  foo  met  de  felve  itaetfie 
'  weder  heen  gaen.  Sy  gingen  in  de  Caros  , 
!  feer  wel  te  vreden  van  hun  verrichting,  en 

>  deden  den  koetfier  weder  den  wech  nae 
I  Madrid  nemen,  fich  wel  inbeeldende ,  dat 
:  men  haer  op  die  van  Leon  fou  vervolgen  . 

indien  men  de  fchelmery  gewacr  wierdt. 
OndertuflTchen  haer  waerdinne,  verne- 
mende dat  haer  gaften  niet  wederom  qua- 
men  ,  gingk  in  hun  kamer  ,  al  waer  fy  den 
armen  pagie  in  het  Cabinet  gefloten  vant , 
fy  liet  hem  gaen ,  als  diefe  wel  kende ,  te 
meer  om  dat  fy  al  haer  huyfraet  in  defelvc 
geftaltenis  fagh.  Terwijl  verhaefte  onfe 
brigade  haer  reys  nut  de  meefte  fpoet  van 
de  werelr ,  heloovcnde  haren  Coeriier 
dubbelde  vncht,  op  dat  hy  te  beter  fou 
aenflaen,  het  welcke  hy  dede,  met  de 
meefte  ncerftighcydt  van  de  wcrelt ,  en 
men  mach  wel  gclooven  dat  nimmer 

G  4  huyr- 


ifi  DORTSCKE 
huyr-wagen  fulck  een  fpoet  gemaeckt 
heeft.  Sy  hadden  niet  veel  genegentheyt 
om  te  flapen ,  en  Montufar  boven  allen 
wasfeerongeruft,  toonende  door  fijn  ge- 
duurigh  luchten,  meer  berouw  als  genoe- 
gen ,  van  defen  aen  vang.  Helena ,  die  fijn 
gedachten  wel  befefte,  wilde  hem  een 
weynigh  van  fijn  treurigheyt  afleyden,en 
hem  eenige  byionderheden  van  haer  leven 
verhalen,  van  hetwelckefy  hem  tot  noch 
toe  weynigh  kennis  had  gedaen.  Nade- 
mael  ick  u  foo  ongefint  fie ,  feyde  ly ,  wit 
ick  u  nu  eenmael  het  genoegen  geven,  het 
geen  ghy  altoos  foo  ernftigh  van  my  hebt 
begeert,  namentlijck,  u  verhalen  het  gene 
my  voor  detijdt,  dat  ick  kennhTemetu 
gekregen  heb,  bejegent  is;  Ick  fou  u  dan 
leggen  dat  ick  van  goeden  huyfe  was,  en 
het  fel  vc  noch  wel  den  naem  van  door- 
hichtigh  toevoegen ,  gelijck  nu  ter  tijdt 
een  yder  by  nadoet ,  maer  ick  wil  met  u 
foo  oprecht  gaen ,  dat  ick  felf  de  minde 
gebreecken  voor  u  niet  verfwijeen  wil. 
Mijn  vader  dan  was  van  Gallicien ,  een 
Lacquay  van  beroeps  wegen ,  of  om  beter 
te  fegge  n  een  Efilafier of. lijfknecht,  mijn 
moeder  was  van  Granada,  een  llavinne, 
om  ront  te  gaen;  maer  niemant  heeft  fich 
felven  gemaeckt.  Sy  droegh  den  naem 
van  Marie ,  die  haer  in  haer  doop  gegeven 
was ,  maer  fy  hoorde  evenwel  liever ,  dat 
men  haer  Z ara  noemde,  hetwelck  haer 
Morifquc  en  Mahumetaenfche  naem 

was : 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 

-Hl 

A 


ARCADIA;  ir5 

was;  want  om  de  waerhey  t  te  feggen ,  fy 
was  een  Chriltinne  om  't  welitaens  wil , 
maer  Moorin  in  der  daet.    Sy  liet  daerom 
niet  menighmael  lich  te  biechten,  maer 
meermaels  de  fonden  van  haer  Meefter 
en  vrouw,  als  haer  eygen.  Hoebruynfy 
was, waren  evenwel  haergedaente  en  gc- 
ftalte  niet  fonder  be vallij ckheyt ,  en  meer 
als  fes  PJdders ,  Commandeurs  van  het 
roode  en  groene  kruys ,  hebben  getracht 
haer  goede  gunft  te  winnen.    Sy  was  ibo 
goedertieren  ,  dat  het  haer  niet  moogh- 
lijck  wasyemandt  te  ontleggen,  en  fco 
danckbaer  aen  haer  Heer  en  Vrouw ,  dat , 
in  vergelding  van  de  moeytcn  die  fy  geno- 
men hadden ,  met  haer  van  haer  jeught  at 
aen  op  te  voeden  ,  fy  haer  uyterfte  beft 
deed  hen  alle  jaren  een  jonge  (laef  of  fla- 
vinne  voor  den  dagh  te  brengen:  maer  het 
geluckte  haerfoo  wel  niet  alsfy  gewilt 
had  ,  alfoo  al  de  kley  ne  fwarten  van  haren 
aertjongquamen  tefterven.    Sy  wasge- 
luckiger  in  het  opvoeden  van  die  van  een 
ander.    Haer  Heer  en  Vrouw  gaven  haer 
een  op  te  voeden ,  het  wekkc  alreedts  van 
de  gencefmeefters  verlaten  was,  het  wek- 
ke  evenwel  in  korten  tijdt ,  tcroorfaeck 
van  de  goeden  aerdt  van  mi  jns  moeders, 
melck,  weder  becjuam ,  en  teeckens  van 
volkomen  geibndtheydt  en  hoop  van  een 
1  mg  leven  begoft  te  geven ,  daer  in  teren- 
deel  al  de  andére.die  ty  haer  gewonnë  bad, 
in  de  wiegh  geftorvcn  waren.  Dit  geluefc 

G  $  was 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


15*4 


DORTSCHE 


.j  oorfaeck  dat  haer  Meeft\  r£U; ,  foo  als 
fy  op  hacr  doodt  bedde  lagh  ,  heur  haer 
vryheydt  fchonck.    Sy  nu  vry  gemacckt 
zijnde,  voeghde  lich  om  linnen  te  waf- 
fchen  en  te  ftijven,  en  voer  daerfoowel 
by ,  dat'erinweynigh  tijdtsnauwelijcks 
een  hovelingk  binnen  Madrid  «ras ,  die  ge- 
loofde dat  fijn  linnen  wel  gehandclt  was  , 
indien  het  niet  door  haer  handen  was  ge- 
gacn.  Toen  was  het  dat  fy  de  voorfchrif- 
ten  van  haer  moeder  begoft  in  het  werek 
te  (tellen,  om  gemeenfehap  met  die  van  de 
andere  werelt  te  hebben,  Sy  had  die  oefe- 
ning meer  uyt  ledigheydt  nagelaten ,  om 
datfy  fich  vermoeyde  over  al  de  lof  die 
men  haer  gaf,  als  feer  uytfteeckende  in  die 
konlt  zijnde,  als  dat  fy  voor  het  gerecht 
vreefdc    Mier  eyndelijck  begaf  fy  lich 
daer  weder  t'eenemacl  toe ,  alleenigh  om 
Jiaer  goede  vrienden  te  vergenoegen,  en 
binnen  weynigh  tijdts  kreegh  fy  weder 
fulcke^oede  intclligenrie  in  het  hof  dier 
beneden ,  dat'ergeenNicker van aenfien 
was,  die  geen  vriendtfehap  met  haer  focht 
te  m  aeck'en.  Sy  moght  omtrent  veert  igh 
jaren  oudt  zijn ,  wanneer  fy  met  mijn  Va- 
der q nam  e  trouwen  ,  de  goede  Rodrigo, 
wel  moet  hy  varen,  waer  hy  is.  Men  ver- 
wonderde fich  wel  in  onfe  wijck  ,  dat  een 
man  die  nergens  geen  treek  toe  hadt ,  als 
tot  de  wijn,  meteen  vrouw  gingk  trou- 
wen, diefe  niet  drincken  moght ,  gelijck 
een  getrouwe  Mohoraetane ,  alsfe  was ,  en 

die 


'Ml 

Él 


ARCADIA.  \fï 

die  altoos  de  handen  jd  het  water  had ,  als 
een  wafll-riche.  Maer  mijn  vader  gafdacr 
tutantwoortop  ,  dat  de  liefde  alle  dingen 
licht  en  gemackelijck  maeckte ,  en  dat  hy 
Jiacr  van  die  quade  wegen  ,  op  de  fijne  wel 
meende  te  brengen.  Sy  wiert  fwanger  een 
kleynentijdt  na  hun  houwelijck,  en  be- 
viel geluckighlijck  van  my.  Defe  vreug- 
de duurde  evenwel  niet  lang  inons  huys. 
Ick  moght  omtrent  fes  jaré  out  zijn,  wan- 
neer feecker  Prins  hondert  lacquayen  het 
toeruften,  om  een  ftier-gevecht  acn  te 
3  gacn.  Mijn  Vader  was  een  van  den  hoop, 
die  dien  daghdronck  als  een  Tempelier , 
en.wanneer  het  op  een  vechten  quam,foo 
onbeluyttaen  gingk ,  dit  hy  hch  in  de 
weeh  vaneen  ralcndefticr  ging  werpen, 
die  hem  hacit  in  ftucken  vernielt  had. 
Mijn  moeder  bedroefde  fich  feer  over  de 
doodt  van  mijn  vader,  ick  mede  na  het 
veraandt  dat  ick  had .  maer  ten  laetlten, 
fy  moft  fich  vertrooftcn ,  en  ick  molt  my 
vertrooftcn.  Met  de  jaren  feit  wiesmun 
fchoonheyt  foo  merekchjek  aen ,  dat  men 
van  my  begoll  tc  1  preken  een  yder  wilde 
met  my  op  de  been ,  nu  na  de  t  ooneel- ipec- 
len,  nu  hier  nudacr,  iomw.jlen  op den 
o,  ver  van  de  M.mfanares ,  om  te  bancket- 
teren.  Mijn  moeder  evenwel  hielt  my  ge- 
duurigh.nhct  OOgh,  endatloodamgh, 
dat  ic^erfeltvcrdnet,ghoverw.evt  macr 

kk  bevanddaer  na  beter,  datfulckstot 
a.ijneygenvoordeelAreckt.  Haernau- 


'\\\ 
U 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCHE 

we  oplicht  en  dehooge  prijs  daerfe  my 
opfete ,  deed  haer  koopmanfchap  in  ach- 
ting blijven,  en  min-y  ver  ontfteecken,on- 
der  die  gene  die  my  aen-fochten.  Eynde- 
lijck  een  rijcken  Genevoys,  die  fich  onder 
de  anderen  niet  wilde  gereeckent  hebben , 
liet  foo  veel  gouts  aen  de  oogen  van  mijn 
moeder  blincken ,  en  toonde  fulck  een 
Edelmoedigheyt  in  fijn ommegangk ,  dat 
fy  fijn  goede  meeningh  bcgunftighde,  en 
hem  de  eerfte  plaets  in  mijn  genegentheyt 
fchonck.  Maer  dat  voor- recht  ftond  hem 
dier  genoegh. "  Men  was  hem  getrouwer 
als  hy  vermoede ,  maer  wanneer  hy  mede 
vertrouwen  begoft  te  krijgen ,  vielen  wy 
hem  af. 

Mijn  moeder  was  veel  tegevoeligh  van 
eens  anders  fmert,  om  geen  medelijden 
met  hen  te  hebben ,  die  geduurighlijck 
niet  deden ,  als  haer  hun  klachten  te  ge- 
moet  te  voeren.  Te  meer ,  dewijl  het  de 
voornaemfte  van  het  hof  en  alle  leer 
machtige  lieden  waren.  Het  is  wel  waer, 
datfe  foo  diep  in  het  geldt  niet  taften ,  als 
wel  den  Genevoys ,  maer  mijn  moeder 
kon  het  grootje  wel  waer  nemen ,  fonder 
het  kleyntje  te  laten  varen.  Den  Gene- 
voys ten  laetften  fpeelde  banckeroet ,  en 
ick  weet  niet ,  of  wy  'er  de  oorfaeck  niet 
Van  waren.  Hy  had ,  behalven  dat, gefchil 
om  onfent  wil,  waer  door  ons  het  gerecht 
quam  befoecken,  meeruyt  beleeftheydt 
ajs  anderfins.   Maer  mijn  moeder  had 

ec/i 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  in 

•leen  natuurlij  cke  afkeer  van  diefoovt  van 
rvolck,  en  ha  te  niet  m  inder  de  Braven  en 
PNarchTen ,  die  ons  begoften  te  belegeren. 
[  Sy  oordeeldcdangeraetfaemtezijn,  op  te 
!'  breecken ,  en  ons  na  Sevilla  te  begeven , 
fy  Verkocht  dan  haer  huyfraet ,  en  gingk 
met  my  in  een  Huer-karos.    Wy  wierden 
door  onfen  koetfier  verkocht  en  verra- 
K  den  ,  en  alfoo  berooft  van  al  wat  wy  in  de 
I  werelt  hadden ,  en  mijn  moeder ,  die  met 
I:  al  haer  macht  het  harefocht  te  befcher- 
t  men,  foodanigh  geflagen ,  dat  fy ,  aleer  wy 
c  byeenigeplaets  konden  komen,  aende 
1  voet  van  een  bergh  ftierf.    Ick  wapende 
t  mijn  felven  met  een  kloeckmoedigh 
d  hart»  hoejongkdatick  was.ick  doorfocht 
i  al  de  vouwen  van  haer  kleedercn ,  maer 
:t  daer  was  niet  te  vinden  ,  nademael  de  Ro- 
i  ï  vers  die  al  fchoon  gemaeckt  hadden.  Ick 
;  i  liet  haer  daer  aen  de  liefde  van  de  reyfende 
1  lieden,  wel  oordeelende  dat  den  vaerwceh 
i  vao  Madrid  en  Seville  haer  lichaem  wel 
•  j  een  graf  foubeftellen.   Ick  quain  dan  we- 
\  der  tot  Madrid,  daer  mijn  Minnaerswel 
jrl  haert  mijn  ongcluck  vernamen  ,  die  daer 
'  wel  hacll  in  verlagen ,  en  al  mijn  fchade 
i  herftelden ,  foo  dat  ick  binnen  weynigh 
)  tijdts  weder  van  kleedercn  en  huyfraet 
A  voorfienwas.  Op  die  tijdt  was  het  dat  ick 
'  ufagh  byecn  van  mijn  vriendinnen,  en 
•  wierdt  terftondt  door  uw  bevallijckheyt 
bekoort.  Dit  is  al  het  gene  ick  u  van  mijn 
leven  wiet  tc  vertellen  ,  nademael ghy  al 

G  7  het 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


15*  DORTSCHE 

het  andere  fclf  by  gewoont  hebt.  Dh 
heeft  ten  minften  gedient ,  om  u  een  wey- 
nigh  uw  fchrick  te  benemen,  daer  ick  fagh 
datghy  mede  bevangen  waert  :  maerweed 
dat  de  vrees  en  fchrick  goet  en  vorderlijclr 
is,  eer  men  een  mifdaet  begaen  heeft,  maei 
gevaerlijck  en  quaet ,  wanneer  het  werckl 
gedaenis.    M et  defe  woorden  geraecktel 
Montufar  in  flaep,  en  Hclena  aen  het  fwij-I 
gen    Ondertuffchen  Don  Sanche,  denk* 
Neef  van  den  Marquis  de  Villefagnan ,  |  k  • 
hebbende  de  gedachten  meerder  opli^H 
Helena ,  die  hy  in  de  Caros  gefien  had , 1  w*x. 
als op  fijn bruyt,  begaf  fich  het  bruyloft*  1  tefl  • 
bedde  uyt.  Waerlijck  een  gebreck  dat  niet  ■  I»  « 
genocghfaem  kan  vervloeckt  worden, 
dat  menigh  in  fonde  en  fchande  foeckt by 
anderen ,  daer  hy  in  vrede  en  ruit  het  befit 
by  fijneygen  van  hceftj  vindende  meerder 
vermaeck  by  de  een  of  de  andere  vuyle 
fnol ,  als  in  het  echte  bedde  by  een  eerbare 
vrouw, foo  ver  is  het  dat  menigh  defmaek 
verdorven  en  verbaftert  heeft,  dat  fy  voor 
een  oprechte  foetigheyt ,  fulck  een  bitte- 
ren nafmaeck  verkiefen.  Hy  was  nauwe- 
lijcks  uyt  fijn  bedde  g  er  efen,  wanneer  den 
Hofmeefier  van  fijn  Oom  hem  een  brief 
braghr,  in  dewelcke  hy  hem  wel  fpitsovcr 
haelde,  van  wegen  lijn  daet  me  de  Iongk- 
vrou w  van  Leon .    Hy  begaf  iich  t erftont 
na  fijn  Oom  ,  hoorde  lijn  befchuldiging , 
maer  toonde  foo  veel  blijck  van  fijn  on- 
fchult ,  dat  den  goeden  ouden  man  wet 

haeft  : 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  jff 

aeft  f igh  dat  hy  bedrogen  was ;  het  foco 
"iken  in  alle  herbergen  was  vergeefs  ,  alfoo 
«jfijn  Oom  lulcks  ondertuflehen  al  gedaen 
<(om  haer  in  fijn  tegen woordigheyt  te  ftel- 
«:len)maer  niet  gevonden  h\ó.  Men  befluyt 
Titerltondt  volckop  alle  we^en  te  poll  te 
'  ïfenden ,  om  te  tien  of  men  hacr  lou  kon- 
■jncn  achterhalen.    Don  Sanche  ielven 
•  wilde  op  de  been,  fonder  fich  door  fijn 
vrouwe  of  vrienden  te  willen  laten  op- 
houden j  hy  ftack  een  ftuckin  de  mondt, 
hebbende  van  den  pagie,  die  haer  in  fijn 
ooms  kamer  gebr3ght  had,verftaen ,  hoe- 
danigh  haer  Caros  was,  hoefterek  fyin 
haer  gefelfchap  waren,  en  aen  wat  teecken 
men  hen  ibu  mogen  kennen.    Hy  begaf 
fich  met  twee  van  fijn  dicnaers ,  welckers 
moet  hy  wel  kende,  te  poll  na  Madrid, 
terwijl  eenigen  andere  wegen  in  flocgen, 
geduurigh  de  gedachren  vol  hebbende 
\  van  fijn  fchoone  onbekende,  die  hy  foo 
wel  gemeent  had    dien  dagh  op  te  foec- 
>  ken  ,  en  vervloeckte  de  fchelmcn  die  fijn 
J  Oom  foolchendigh  uytgeftreecken  had- 
.[  den,  des  te  meer,  om  dat  i'y  hem  foo 
ichoonen  gelegent  heyt  benomen  hadden: 
i  hetgeen  hem  dickmaels  inluyde  woor- 
,\  den  deed  uytbarrtcn,  als  een  fot  als  hy 
,  «  was  waerdoor  fijn  dienaers  die  voor  hem 
■  i  reden,  menighmael  (til  bk  ven  llaen  ,  ofte 
.1  rugt'e  quamen,  meenende  dat  hun  Heer 
I  ha-r  nep.    Ben  ick  niet  ren  grooten 
j  dwaes ,  riep  hy  menighmael  foo  luyde , 

dat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i6o  DORTSCHE 
dat  de  Echo  hem  met  fijn  eygen  nae 
antwoorde,  dat  ick  fulck  een  goetjga 
verlaten,  om  ick  weet  niet  wie  op  te  foec 
ken, en  een  leur  of  een  fcur  te  achterhalen! 
waerom  begeef  ick  my  niet  weder  te  rug- 
ge  ,  en  laet  den  dief  met  fijn  diefeggen  aen 
de  galgh  loopen?  Maer ,  herhaelde  hy  dai 
weerom,  wat  foumen  feggen ,  dat  ick  f( 
flecht wederquam  ,  fonder meer y verg 
toont  te  hebben,  om  die  dieven  te  ftrafren, 
die  het  geit  van  mijn  Oom  gerooft  hebbêf 
In  defe  gedachten  reedt  hy  vaft  voort, 
wanneer  fy  by  Xetafte ,  niet  verre  van 
Madrid,  qua  men  ,  daer  fijn  dienaers  de 
Caros  van  Helena  in  het  ooge  kregen,  die, 
ter  oorfaeck  dat  de  muylen  by  na  afgejae_ 
waren,  niet  meer foo hart  voortiloegh.| 
Sy  riepen  dan  gel  ij  cker  handt  hun  meeftet 
toe ,  datfe  de  dieven  in  het  ooge  hadden , 
en,iönder  hem  te  wachten,  renden  daer  na 
toe ,  met  den  degen  in  de  handt.  Den 
Coetfier,fiende  dit  volck  naerderen,hieldt 
ftille,  feerverbaeft  zijnde,  en'Montufar 
noch  meer  als  hy.   Helena  deed  hem  uyt 
het  portier  gaen ,  en  gingk  felve  daer 
in  fitten,  omtefien,  offy  hetaenftaende 
quaet  verhoeden  kon.  SydanfaghDon 
Sanche  na  hen  toe  komen ,  hebbende  den 
degen  in  de  vuyft ,  en  roet  een  gelaet ,  het 
welcke  haer  niets  goets  te  vooren  fpelde : 
maer  den  betooverden  Edelman  had  niet 
foo  haeft  fijn  geficht  op  haer  geflagen ,  of 
fijn  wonden  diefy  hem  gemaeckt  had, 

be- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  161 
heftenden  te  bloeden,  en  hykonde  niet 
Hnders  gelooven,of  fijndienaers  waren  in 
aun  meening  bedrogen  ,  gehjek  men  al- 
toos een  goet  gevoelen  heeft ,  van  het  ge- 
le  men  bemint  j  hy  dan,gelijck  of  hy  He- 
renavan  kindts  been  af  voor  een  vrouw 
fonderopfpraeck  gekent  had ,  begint  met 
'iet  plat  van  fijn  degen  fijn  dienaerswac- 
:er  af  te  touwen .  Schelmen  ,  fielen ,  riep 
ly,  hebbe  ick  u  niet  gefeght,  dat  ghy  wel 
•>roe  foudt  fien,geen  verkeerde  aen  te  flaen? 
Verdient  ghy  niet  dat  menu  armen  en 
^oeenen  inftuckenfmijt,  dicdeCaros  van 
ieen  foodanigen  vrouw  foo  onbefchaem- 
sdelijck  hebt  derven  ftil  doen  ftaen  ,  en  op- 
bouwden ,  die  men  hondert  duy  fent  macl 
•oneereer  fchuldlgh  is  als  ghy  haer  tegen- 
woordigh  fchande  hebt  aengedaen  ?  De 
•arme  halfen,die  maer  op  de  teeckenen,  die 
rmen  hen  gegeven  had ,  acngegaen  waren  , 
ien  nu  fulck  een  fchoon  aengcficht  fagen  , 
hetwelcke  inde  aldcrftraftte  harten  aen- 
fien  en  eerbiedigheyt  macckte,  deden  an- 
ders niet  als  de  Hagen  van  hun  Skelter 
rontwijeken ,  en  geloofden  dat  hy  het  mee- 
lftegelijck  van  de  werclt  had,  endathy 
u  hen  de  grootlte  genade  betoonde,  die  men 
.  betoonen  moght ,  dat  hy  hen  den  hals  niet 
|brack.    Don  Sanche  ginck  Helena  ver- 
giffenis bidden,  en  vertelde  haerdeoor- 
;  iaeckvan  hun  beftacn  ,  al  het  wclcke  fy 
-ij  beter  wift  als  hy,    Hy  befwoer  haer  ,  aen 
tc  willen  mereken,  hoe  licht  menden  een 

voor 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


*6i  DORTSCHE 

Toor  den  ander  neemt,  wanneer  men  doo&l, 

framfchap  verblindt  is.    Siet  doch  eens 
iddc  ick  u,  vervolgde  hy ,  in  wat  moeye«l 
lijckheydt  fulcke  domme  fchelmen  hunJ 
Meelters  brengen.  Indien  ick  hier  by  on»tI 
geluck  niet  tegen woordigh  was  geweeft  m 
wacrlijck  defc  onbefchofte  guyten  fou-  $ 
den  het  geheele  landt  in  roer  geftelt ,  en  u  fl 
lichtelijck,alsecn diefegge,  te  ruggena 
Toledo  gebraght  hebben ;  niet  dat  ghy 
het  niet  zijt ,  vervolgde  hy  met  een  foetei  i 
gelaet,  maer  het  is  eerder  van  harten  ala 
piftoletten.  Helenadanckteden  hemel  by 
haer  felven ,  dat  fy  een  gedaente  had ,  die 
al  haer  fnoode  aenflaeen  foo  geluck  igh 
deeddoorgaen  jen  fich  herftellende  van  de 
vreefe  dewelcke  fy  gehad  had ,  antwoorde 
Don  Sanche  met  groote  fedigheydt ,  en 
met  weynigh  woorden ,  wel  wetende  dat 
fich  veel  van  een  faeck  waer  mede  meir 
befchuldight  wort,  te  ondchuldigen ,  niet 
anders  als  fich  befchuldigen  is.  Do» 
Sanche  verwonderde  fich ,  100  geluck igh- 
lijck  op  den  wegh  gevonden  te  hebben, 
het  geen  hy  meende  dat  hy  verloren  had  , 
en,  fot  alshy  was,  derfte  wel  foo  verre 
gaen  als  te  gelooven ,  dat  den  Hemel  fijn 
liefde  begunftighde.Hy  verfocht  haer  met 
groote  beleeftheyt.datfe hem  haren  naem 
en  wojnplaets  tot  Madrid  wilde  feggë.en 
bad  haer  met  eenen  goet  te  willen  vinden, 
dat  hy  by  haer  in  pcribon  quam  ,  om  haer 
de  aenbiedinge,  van  fijn  dienft  te  doen;  de. 

wek- 


ARCADIA.  \6% 

•jvclcke  hem  foo  wel  het  een  als  het  ander 
itrerkeerdelijck  feyde,  daer  by  voegende 
Jatfc  fich  feer  geluckig  fou  achté,indienfe 

•  ie  eer  van  fijn  verfock  genieten  mogt.  Hy 
iboodtfichaen  ,  om  haerte  vergefelichap- 
"pen,  maer  fy  verfchoonde  fich,  met  te  fcg- 

•  gen  dat  fy  getrouwr  was ,  en  dat  haer  man 
•haer  met  de  CarolTe  tegen  komen  fou, 

-i -  voegende  daer ftillekens  by,  dat  fy  mifver- 
trouwen  op  haer  eygen  huylgenootcn 
had,  en  noch  meer  opden  moeyelijcken 
aerdt  van  haer  man.    Defe  kleyne  vryig- 

•  heyt  deedt  Don  Sanchegelooven ,  dat  hy 

-  geen  fins  van  haer  gehaetwas.  Hynam 
:  t  dan  oorlof  van  haer ,  meer  gedreven  door 

hoop,  als  door  fijn  poftpaert,  en  begaf  fich 
'h  foo  na  Madrid ,  hy  was  daer  foo  hacft  niet 

•  gekomen ,  of  hy  vernam  na  Hclcna ,  en  na 

•  haer  woonplaets ,  op  de  teeckenen  de- 
welckefy  hem  gegeven  bad,  fijn  dienaerf 

•  liepen  geduurigh  de  ftratcn  op  en  neêr,  en 
'  Ajn  goede  vrienden  wierden  mede  niet 

gefpaert,  maer  alles  te  vergeefs.  Maer 
i  Heltna,  Montufar,  en  de  eerwaerde  Men- 
tüdüN  dez ,  quamen  foo  hacft  niet  te  Madrid  ,  of 

-  fy  dachten  hoe  fy  daer  weder  op  het  be- 
J|  quaemfteuytfouden  geraecken.  Sy  wiften 
.  wel  datfy  daer  den  Twledaen  lichtelijck 

-  ■  fouden  inden  mom  loopm  ,  i-n dat,  indien 
\  fy  hem  nauwer  blijf  k  van  hat  r  perfoonen 

•  deden  nemen ,  fy  hem  foo  (honden  vyandt 
fouden  bevinden  te  zijn ,  als  hy  nufcheen 

H  Helcnasvierighfteminnaertezijn.  Hclc- 


na 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


16*4  DORTSCHE 
na  dan  ,  (lelde  al  haer  gereedtfte  goeden 
in  fekerheyt,  en,  hebbende  fich  des  ande 
daeghs  alle  ais  Pillegrims  gekleedt ,  begalj, 
ven  fich  terftont  na  Burgos,  vergefèlfchapKU 
met  noch  een  Sufter  van  hun  ambachtL- 
Ondertuflchen  Don  Sanche  verloor  alllt  - 
hope  van  Helena  te  konnen  opfoecken,  eik..;, 
keerde  derhal  ven  weder  naer  Toledo,foc|  ] . . 
befchacmten  gemoeyt,  dat  men  hem  o*  . 
de  gantfche  reys  geen  woort  hoorde  fpreïf  f 
ken.    Ondertuflchen  was  defe  brigade  oav . 
den  wegh  naer  Burgos.van  waer  fy  fich  nl 
Se  villa  begaven,  Tonder  dat  fy  onderwefi 
gen  eenigh  ftael  van  hun  konft  haddet  ij! 
konnen  toon  en.   Maertot  Sevillameen 
den  fy  groote  dingen uyt  te  voeren,  de  i 
welcke  ick  mede  fou  verhalen,  maer  alfoc  . 
ickmy  alreedtsin  mijn  belofte  gequeter 
heb ,  met  dit  konft-ftuckte  vertellen ,  en  ' 
dit  volgende  van  een  heel  anderen  aert  is ,  •  * 
fal  het  geraden  zijn  op  te  houden ,  en  een  . 
ipelleken  by  defe  ftoffe  te  fteecken.  Ly- 
iander,  en  de  Jongk  vrouwen ,  die  van  aert  f*1 
gemcenlijck  nicufgierigh  nadiergelijcke ï\ '■ 
quackenzijn,  wilden  fich  met  defe  ver-r* 
fchooning  geenfins  laten  afletten  ,  maer 
verfochten  Amhrofio  vriendelijck ,  met 
de  reft  voort  te  willen  varen,  die ,  hun  be- 
leeft heyt  fulcks  niet  konnende  wcygeren  ,1 
aldus  vervolghde.    Wanneer  defen  troepl 
tot  Seville  gekomen  was ,  begaven  fy  ficnl 
in  een  van  de  voornaemfte  herbergen:  ter-| 
wijl  Montufar  een  huys  gingk  huyren, 

het 


ARCADIA.  i6f 

Jact   wclcke  hy  feer  eenvoudighlijck 
Jngk  ftofferen.   Hy  liet  fich  een  fwart 
itleet ,  een  fwarten  over- rock,  en  een  lan- 
en fwarten  mantel  maecken.  Helena 
leede  fich  oock  als  een  devotaris ,  leyde 
jhaer  hayv  in  een  kovel  ge  vangen,  het  geen 
jtfoo  menigh  fot  gevangen  had;  en  Mendez 
'jftclde  fich  toe  als  een  oude  devotaris,  bela- 
jden  met  een  grooten  paternofter,  yder 
<fcol  foo  groot  als  een  kaetsbal.  Wanneer 
tfynu  aldus  op  hun  ftel  waren  ,  liet  fich 
'Montufar  op  de  ftraet  vinden,  gaende 
met  de  armen  kruysweeghs  over  mal- 
kander ,  en  fijn  oogen ,  op  het  ontmoeten 
>der]vrouwen ,  ter  aerden  nederflaende, 
. r riep  by  wijlen  met  een  bcweeghlijcken 
>toonuyt:  gezegent  ly  het  Sacrament  des 
\  Autaers ,  en  de  hey lige  Maget  Maria ,  en 
I  dicrgelijcke  aendachtigheden  meer,  Hy 
I  dcedt  de  kinderen,  dewelcke  hy  op  de  ftra- 
\  ten  vandt,  dcfelve  dingen  herhalen  en  van 
:  buyten  leeren, en  leemefe  oock  fom wijlen 
loffingen  en  andere  geeftelijcke  langen 
fin  gen  ,  hy  leerdefe  hun  Catechifmus, 
hun  ceiifitebor ;  Regina  Celi ,  en  duy  lent  an- 
dere dingen  meer.    Hy  was  geduurigh- 
lijck  in  de  gevangen-huyien ,  prcdickte 
voor  de  gevangens ,  vertrootte  den  een , 
diende  den  ander ,  gaende  hen  te  ecten 
halen,  en  doende  wel  ticnmael  den  wegh 
van  bet  gevangen  nuvs  nae  demarekt, 
van  de  marekt  na  het  gcvangen-huys,met 
cenfwaren  korf  op  den  hils.    Helena  en 

Mendez 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i66        DORT  JCHE 

Mendez  van  haer  zijde  deden  oock  hui 
beft  ,  den  een  noemde  fich  de  moeder ,  cm 
den  an  Ier  de  Sulter  van  den  vromen  broe-; 
der  Martijnj  fy  gingen  alle  dagen  in  de 
gatthuyfen ,  dienden  daer  de  krancken II 
maeckten  hun  bedden,  wie  fiche  n  hun 
linden  en  deden  hun  veelgoets.  Siet  aldus 
de  dry  fnoodtfte  ftucken  van  geheel  Spanifj 
gien.de  verwondering  vanSeville.  Onder-ai 
tuflchen  gebeurde  het,  dat  een  Edel-man'fl 
van  Madrid  om  eenige  faecken  alhier  ge«& 
komen  was.    Defè  was  een  van  de  oude  i 
mirinaers  van  Helena.    Dcfe  fiende  Men-./ 
dez  wiert  haer  terftont  kennende  voor  hetj 
geene  fy  was ,  en  Montufar  voor  een  ge-j 
vaerlijcken  dief.  Op  feeckeren  dagh  als  fy! 
te  famen  uytde  kerckquamen,  omcin- 
gelt  van  een  groote  menighte  lieden ,  die 
niet  declen  als  hun  klcederen  kuffên ,  en  r< 
bidden,  datfe  hunner  in  hun  gebeden 
wilden  gedencken,  wierden  fy  door  den 
Edelman  bekent,  daer  ick  of  gelproocken 
heb,  dewelcke  door  een  Chriftelijcken 
yver  gedreven  zijnde,  niet  langer  verdra- 
gen konde ,  dat  defe  boof wichten  de  men« 
lchenin  iulcker  voegen  by  den  neus  ley- 
den  j  hy  dan  begeeft  fich  door  het  ge 
drang,  en  gaf  Montufar  en  flagh  met  de 
vuy ft,  feggende,  verfoeyde  fchelm ,  vrceft 
ghy  noch  Godt  noch  demenfehen?  hy 
wilde  voortgacn  ,  maer  fijn  goede  mee- 
ning ,  om  de  waerhey  t  te  openbaren ,  had 
fulck  cengoet  gerolgh  met,  als  hy  wel 

rei 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  167 

verhoopt  en  verwacht  had  :  want  al  het 
iv.olck  wierp  fich  met  gewelt  op  den  armen 
delman,  die  fy  achten  een  kercklchennis 
edaen  te  hebben,  verongelijkende  aldus 
hunnen  Heyligh    Sy  wierpen  hem  met 
gewelt  ter  aerden ,  zijnde  by  na  plat  gefla- 
gcn  ,  enfou  ongetwijfclt  daer  het  leven 
gelaten  hebben,  indien  Montufar,  door 
een  wondcrlijckegauwigheyt ,  hem  niet 
befchermt  had ,  bedeckende  hem  met  fijn 
eygen  lichaem ,  en  (ich  fel  ven  alfoo  voor 
de  flagenopen  (tellende.    Mijn  broeders 
(riep  hy  foo  veel  als  hy  roepen  moght) 
lact  hem  toch  in  v  reden  ,  ter  lief  Je  van  de 
Maget  Maria.    Defe  weynigh  woorden 
deden  terftondt  defen  geweldigen  ftorm 
bedaren,  en  het  volck  maeckte  plaets  voor 
broeder  Martijn,  dewelcke  den  armen 
Edelman  naerderende,  met  goet  genoegen 
evenwel  in  fijn  gemoedt ,  om  dat  hy  hem 
foo  wel  onthaelt  fagh ,  hem  van  der  aer- 
den ophielp ,  omhelfde ,  en  kufte ,  foo  als 
hy  bebloedt  enbeflijekt  was ,  gevende  het 
volck  een  harde  beftraffing,  van  dat  fy  figh 
foo  qu  al  ij  ck  gedragen  hadden;  ickben, 
feyde  hy ,  diefnoodc ,  dien  fchelm ,  dien 
fondaer ,  die  noy t  yets  gedaen  heb,  dat  den 
Heer  behaeghlijck  is  geweeft.  Meent 
ghy ,  vcrvolghdc  hy ,  om  dat  ghy  my  fiet 
gekleedt  gelijck  eenecrlijck  man  ,  dat  ick 
niet  al  mijn  leven  een  dief  en  den  aenftoot 
van  alle  anderen,  en  het  verderf  van  mijn 
fclvenbcn  geweeft?  ghy  xijt  bedrogen 

mijn 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


itö  DORTSCHE 
mijn  broeders,  maeckt  my  het  doelen  wit  i 
van  uw  gramfchap ,  fteenight  my ,  trcckfi 
uw  geweer  op  my.  Nadat  hydefe  wooNM 
den  met  een  valfche  fchijnheyligheydt  enu 
eenigc  bedrieghlijcke  tranen  ge (proocken 
had,  begeeft  hy  fich  aen  de  voeten  van  fijn 
vyantjdewelckehy  kufte,  hem  bidden- 
de vergiffenis ,  van  hetgeen  hy  om  fijnent 
wil  had  moeten  lijden :  hy  raepte  fijn 
degen,  fijn  mantel,  en  fijn  hoet  weder  op, 
die  hy  anders  in  het  gedrang  fou  quijt 
geraeckt  hebben.  Hy  voeghde  hemde- 
fclve  weder  aen,  en  hem  hebbende  met  de 
handt  aen  het  eynde  van  de  ftraet  ge- 
braght,  liet  hem  gaen ,  na  dat  hy  hem  me- 
nighmael  omhelft,  en  duyfent  lègeningen 
gegeven  had.  Den  Armen  Edelman  wift 
niet  hoe  hy  het  met  fich  fel  ven  hadt ,  en 
was  foovol  fchrick,  over  dit  quaetont- 
hael,  dathy  fich  zedertnietmeeropde 
ftraet  dorf  vertoonen.  Aldus  wift  Mob- 
tufar  vaft  de  harten  te  winnen  ,  foo  dat  hy 
vaneenyder  vooreen  heyligh  gehouden 
Wiert.  De  groote  Heeren  en  Vrouwen 
fonden  hen  dagelijcks  fpijs  te  huys  in 
oyervloet,  daer  wierden  geen  aelmoflen 
binnen  Scvillc  gedaen  ,  die  niet  door  fijn 
handen  ,  of  die  van  Helena  gingen ,  die  op 
die  wijfe  niet  flechteli  jek  hun  perfonagie 
wiften  te  fpeelcn}  alhoewel  hun  namen  re- 
gel-recht  naden  Atmanack  gingen,  om 
daer  mede  een  plaets  te  krijgen.  Hun 
huys  wierdtte  kleyn  vooral  degefchenc- 

ken 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  ufo 

ken  die  fy  dagelijcks  kregen,  en  de  Me- 
vrouwen die  hen  quamen  befoecken ;  den 
een  die  garen  fwanger  wasgcweelt,  gat' 
J  hen  haerverfoeck  in  handen;  fy  die  een 
fl-  fbon  in  Indien  had,  een  ander  die  in  het 
I  kinder  bedde  fou,  een  darde  die  ee  i  kranc- 
A  kehad,  deden  van  gelijckcn.    De  arme 
8  weduw ,  die  vooreen  onwetend  rechter, 
1  tegeneen  machtige  tegen-party  te  plcy- 
.3  ten  had  ,  twijfelde  niet  aen  de  goede  uyt- 
i  komft  van  haer  laeck,  wanneer  iydele 
I  heyligeneengefchenckgedaenhad.  Den 
s  eenen  gaf  hen  Coniïtuuren  en  gefuyeker- 
i  de  drogen,  den  ander  fchildery  enen  beel- 
'  den  voor  hun  bede-kamer ,  een  darde  gaf 
hen  fchoón   Iijnwaet ,   klccdcren,  be- 
han^kfelen,  lommen  gcldts,  en  foo  voort, 
iaeniemant  quam  hen  met  ledige  handen 
:  befoecken.   jae  men  begolt  hen  van  toe- 
komende dingen  aen  te  fpreecken ,  daerfe 
fich  mecfterlijck  mede  willen  te  behel- 
pen .gebruyekende  twijfelachtige  woor- 
den, die  men  tweefins  verftaen  konde. 
Hun  flechte  eenvoudige bed'leden,  waren 
over  dagh  met  flechte  bultiackcn,  maei 
|  des  nachts  met  fchoone  bedden  voorlïen , 
dacrHclena  en  Montufar  malkander  ge- 
iélfchap  ophielden  ,  macr  Mendcz  had 
Ihaer  vertrcek  alleen.    Haer  deur  floot 
des  iomers  ten  fevenen,  en  des  winters  ten 
vijven ,  cn  als  dan  was  het  dat  dit  ichiin- 
iheylige  triumviraet  at  en  drónck  foo  veel 
^  de  lepel  goyen  kon,  cn  dat  al  op  hun  eygen 

ï  J  H  fiC* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i7o  DORTSCHE 
gcfondtheydt.    Menmaghwel  denckenl 
of  fy  lieden,  levende  fulck  een  goet  leven  J 
oock  wel  in  hun  vleefch  waren,  daer  vootT 
yder  den  Hemel  prees,  om  dat  lieden  did 
fulck  een  rouw  en  ftreng  leven  leyden,  foo 
wel  gedaen  waren.    Binnen  den  tijdt  van 
dry  jaren  ,  dat  fy  aldus  binnen  Seville  leef- 
den ,  en  de  oogen  der  menfehen  begoo- 
chelden ,  ontfangende  van  al  de  wcrelt ,  en 
niemandt  gevende,  vergaderden  fy  een 
fchoonen  hoop  piftoletten  by  een  ,  tot  dat 
den  Heer  eyndelijck  ,  defe  fnoode  bedric- 
gery  moede  zijnde,  daer  ceneynde  van 
wilde  maccken.  Montufar  feer  oploopen- 
dc  zijnde ,  floegh  menighmael  fijnen  jon- 
gen ,  die  het  feer  qualijck  verdragen  kon , 
en  hen  foo  menighmael  fou  verlaten  heb» 
ben  ,  indien  Helena,  dieloofer  envoor- 
fichtiger  was  als  hy,  hem  met  gaven  en 
gefchencken  niet  gehouden  had.  Op  feeo 
keren  dagh  floegh  hy  hem  te  ongenae- 
dighlijck ,  den  jongen  geraeckt  de  deur 
uyt,en  genocghfaem  ontfint  zijnde, 
brengt  al  den  handel  van  lijn  volck  de 
Overighcyt  aen.  De  looiheyt  van  Helena 
vreefde  daer  al  voor ,  die  daerom  Montu- 
far  ried ,  al  het  belle  dat  fy  als  doe  by  een 
hadden  famen  te  packen,  en  ikh  ergens  te 
verbergen.   Soogefeght  foo  gedaen.  Sy 
voerden  al  hun  fchat  uyt  den  huys ,  toon- 
den een  goet  gelaet  op  de  ftraet,  en  gingen 
een  poort  van  de  Stadt  uyt ,  om  door  een 
ander  wéér  in  te  komen.   Montufar  had 

de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


J  ARCADIA.  ift 

I  de  goede  gunft  van  een  Weduwe,  alfoo 
d  fnood  en  geveynft  als  hy  was ,  gekregen  , 
d  hetwelckc  hyHelena  te  kennen  had  ge- 
I  geven,  die fichhetfelve  weynigh kreun- 
de, gelijck  Montufar  oock  niet  over  ey- 
mant,  diehaercjuam  befoeken,  die  maer 
dienltigh  wasaen  hun  gemecne beft,  fou 
gedacn  hebben.  By  dei?  weduwe  was  het 
dat  fy  weder  ingingen  ,  dacrfe  heymelijck 
genoegh  gehouden  en  wel  onthaelt  wier- 
den, beminnende  de  wcduw  Montufar  om 
hemfelf,  en  Helcna  om  fijnent  wil.  On- 
dertuflchen  het  Gerecht,  door  den  wraek- 
gierigen  jongen  geleydr,  had  fich  ten  huy- 
ie  van  onfe  fchijn-heyligcn  begeven, 
foeckende  aldaer  hetgeluckigh  kindt  van 
d  haer  beroemde  moeder  :  maer  haer  niet 
vindende,  en  dedienftmaeght,diefy  daer 
gelaten  hadden, niet  wetende  v/aer  fy  ver- 
varen waren,  deed  men  vaft  al  de  kuffcrs  en 
kaflen  verzegelen ,  en  maeckten  inventa- 
ris van  het  geen  fy  daer  vonden.    De  ge- 
rechts dienaers  vonden  daer  indekooo 
ken  genoegh ,  om  meer  als  cenen  dagh  op 
vrolijck  te  zijn,  het  geen  fy  niet  verloren 
lieten  gaen,  gelijck  oock  niet  na  hen  te 
f  nemen  al  watfe  achterom  halen  konden. 
C  De  goede  Mendcz ,  die  by  ongeluck  uyt 
J  was  gegaen,  wanneer  dit  werek  voor  viel , 
;  komt  ondertuffchen  te  huys ,  wel  anderi 
•  I  denckende  als  het  geen  daer  gebeurt  was , 
I die  terftondt  by  de  kop  gevat ,  en  meteen 
Igrootcn  toeloop  van  volck  na,  het^evan- 

H  2  gen 


1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i7*  DORTSCHE 
gen-huys  gcbraght  wierdt.   De  dienaar  j 
en  de  dienft-maeght  wierden  daer  by  hen 
gehouden ,  en  hebbende  een  weynigh  te  ? 
veel  gelproocken ,  gelijck  Mendez  oock 
gedaen  hadt ,  wierden  benefïèns  defe  oude 
verwelen  tot  twee  hondert  roey-flagen. 
Mendez  ftief  f  dry  dagen  daer  na ,  als  te  out 
zijnde  omfulck  eenlware  proeve  uytte 
ftaen.maer  den  jongen  en  dedienft-maegt 
wierden  uytScvil le  voor  al  hun  leven  ge- 
bannen. Aldus  had  de  voorfichtige  Helena 
fich  felven  en  haren  Montufar  uyt  de 
handen  van  het  Gerecht  gereddert ,  dat 
hen  te  vergeefs  binnen  en  buyten  de  Stadt 
liet  foecken.    Ondertuflchen  fchaemde 
fich  het  volck  doot ,  van  dus  fchandelijck 
bedrogen  te  zijn.  En  de  fangers  op  de  ftra- 
tenen  marekten  ,  die  voor  heen  niet  an- 
ders als  hun  lof- langen  plegen  te  fingen , 
ftelden  hun  liede-maeckers  weder  in  het 
werek,  om  nu  tegen  defe  ge veynfden  al 
hun  gal  uyt  te  braeckenj  welcke  liedekens 
noch  over  al  binnen  Sevillegefongen  wor- 
den. Ondertuffehen  begaven  lich  Montu- 
far en  Helena  bedccktelijck  na  Madrid, 
lbo  haeft  als  fy  daer  gelegentheyt  toe  vin- 
den konden ,  daer  fy  rijck  en  te  famen  ge- 
trouwt  aenquamen    Sy  deden  terllondt 
hun  beft,  om  tijding  van  Don  Sanche 
de  Villefagnan  te  hooren,  en  verno- 
men hebbende  dat  hy  niet  tot  Madrid 
was,  ontfagen  niet,  fich  daer  opent- 
lijckte  vertoonen,  hy  loo  welgeklecdt 


zijn- 


tIK 

PI 


■  « I 


ARCADIA:  175 

zijnde  als  yemant  aen  het  Hof,en  fy  met  de 
toeftel  van  een  vrouw  van  ftaet,  en  fchoon 
gelijck  een  Engel.  Sy  was  aen  Montufar 
niet  getrouwt,  als  op  voorwaerde,  dat  hy, 
als  een  goet  man,  en  vcrftandigh  man,  en 
een  lijdtfaem  man ,  tegen  de  befoeckin- 
gen,  en  aenfpraeck ,  die  haer  fchoonheyt 
haer  veroorfaekte,  niet  een  woort  fou  kic- 
ken Gelijck  ïy  fich  wederom  van  haer 
zijde  verbandt,geen  als  nutte  en  voordee- 
lige  aen  te  nemen.  Sy  was  daer  niet  lang 
of  de  midJeJacrlters,  anders  koppelaerfters 
gefeght,  begonden  haer  wel  nau  op  te  paf- 
fen. Sy  deden  haer  over  al  in  de  Comedie 
en  fpcelhuyfen  verfchijncn  ,  fomwijlen  in 
de  ftraet-rennin^en,  in  her  portier ,  alwaer 
fy,  lonckendeop  den  een,  lachende  op  den 
ander,  en  niemandt  als  vriendelijck  acn- 
iiende,  in  het  korte  een  geheel  leger  Min- 
naers  aen  haer  fnoer  kreegh ,  genocgh 
om  een  gintfche  galeye  te  voorfim.  Haer 
wacrde  man  hielt  fich  befettclijck  en 
precijiclijck  binnen  debeftccken  van  hun 
voorvvaerden.  Hy  gaf  de  bevrcefde 
minnaers  felve  moet  ,  door  het  goet  ge- 
laet  het  welckc  hyie  toonde,  en  leyde- 
fe  gelijck  als  met  de  handt  by  fijn 
vrouw  ,  hebbende  altoos  fieckcn  van  be- 
lang te  doen  ,  dewelcke  hem  drongen  uyt 
tepaen.  Hy  maecktegeen  kennis  als  met 
rijeke  lieden  ,  en  die  macht  en  wil  hadden 
omtequiften.  Hy  quam  noyt  in  fijn  huys, 
als  wanneer  hy  aen  feecker  teecken ,  in  de 

H  3  ven- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


174  DORTSCHE 

yenfter,fagh  verfekcrt  was ,  dat  fijn  huys- 
vrouw  geen  verhindering  bad ,  en  dat  hy 
moghtin  gaen ,  fonderecnighbeletfelby  | 
te  brengen.  Hy  braght  fijn  tij  dt  door  in  het 
een  of  het  ander  gefelfchap ,  daer  men 
fpeelde ,  alwaer  hem  de  gantfche  werelt , 
ter  oorfaeck  van  fijn  vrouw  ,  vrientfchap 
toonde.  Onder  de  flavcn  van  Helena  was 
een  Edelman  van  Granade ,  die  ai  lijn  me- 
de-vryers  in  liefde  en  miltheydt  te  boven 
gingk:  Hy  was  van  fulckeen  treffelijck 
geflacht ,  dat  de  tijtels  van  fijn  adel  te  vin- 
den waren ,  felf  in  de  Archiven  en  fchrift- 
kamer  van  de  hooft- ftadt  van  J  udea.  De 
liefde  dewelcke  hy  Helena  droegh ,  deden 
hem  binnen  korten  tij  dt  een  groot  getal 
piftoletten  uyt  dc  donckere  gevanckenis , 
daer  fy  foo  lange  in  gelegen  hadden ,  te 
voorfchijn  brengen.  Binnen  korten  tijdt 
was  het  huys  van  Helena  het  befte  gemeu- 
bleert  of  behuyfraet ,  dat'er  binnen  Ma- 
drid was.  EenCaros,  daer  fyde  paerden 
niet  van  behoefde  te  onderhouden ,  ftondt 
alle  morgen  voor  haer  poort ,  daerfe  haer 
bevel  ontfing, enden  geheelcn dagh  rolde 
daer  het  haer  beliefde.  Defen  minnaer 
huurde  haer  een  kamer  in  de  ichouw- 
burgh  vooreen  geheel  jaer,  ennauwe- 
lijcks  ginck'ereen  dagh  voor  by,  dat  hy 
niet  een  heerlijck  Collation  aenrechte,  foo 
▼oor  haer ,  als  fijn  andere  vrienden  ,  in  de 
huyfen  vanvermaeck  dierondtfom  Ma- 
drid zijn  :  daer  Montufar  fijn  natuurlijcke 

fwelgh- 


p  ■ 

Hj 

pil 

imv. 


■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  17? 

fwelghfuchtten  vollen  vergenoegen  kon- 
de  ,gaendeondertuflchengekleet  als  een 
Prins ,  en  met  de  beurs  vol  geldt,  als  een 
financier.  Hy  at  alle  dagen  als  een  Fran- 
cois.cn  dronck  als  een  Duy  tfer.Hy  toonda 
defen  Granadin  grootc  gunft,en  was  niet 
gierigh  in  danckleggingen  tegen  de  goede 
Luck- vrouw.  Maer dit  fchoone  weêr  ver- 
keerde haeltin  een  gevaerlijckenftorm. 
Helena  verdroegh  het  befoeck  van  een 
Jongkman  ,  een  van  defe  Braven  van  de 
Stadt,  dat  maer  bloodaerts  in  het  velt  zij  n, 
die  op  de  koften  van  den  een  of  den  ande- 
ren lichtekoy  leven ,  die  fy  meer  als  tyran- 
niferen.  Die  alle  dagen  in  denScfiDuw- 
burgh  gaen  om  daer  den  dief  te  ftcllen  ;  en 
die  alle  nachten  hun  geweer  tegen  de 
muuren  proeven,  en  des  morgens  zweeren 
dat  fycen  hart  gevecht  gehadt  hebben, 
daer  fy  de  helft  niet  aen  liegen.  Montufar 
deed  Helena  menighmael  weten  dat  dele 
kennifle  haer  t'cenemael  onnut  en  on- 
voordeeligh  was,  en  datfe  hemgcenfins 
behaeghde.  Sy  evenwel  wilde  lich  daer 
niet  van  ontflaen.  Dit  quelde  Montufar , 
die,  om  fich  fel  ven  te  voldoen ,  haercen- 
mael  naeckt  ontkleede,  en  dapper  met  rijs 
de  rugge  fchuurde.  Dit  fmarte  Helena 
weder  op  haer  beurt,  evenwel  fchcen  fy 
fich  te  laten  verfoenen ;  maer  befloot  ech- 
ter fich  te  wreecken.  En  om  te  beter  tot 
haer  voornemen  te  geraccken ,  deed  fy 
hem  acht  dagen  nae  malkander  meer  als 

H  4  ge- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i76  DORTSCHE 

gewoone  vrientfchap,  foo  dat  Montufar 
niet  t  wijfelde.of  fy  was  een  van  die  vrou- 
wen, die  hun  dwinglanden  en  tyrannen 
aenbidden  ,  en  bun  aenbidders  mifhande-l 
len.  Secckeren  dagh, wanneer  den  Grana-j 
din  met  hcn-liedcn  het  avondtmael  fou 
houden,  maer  dat  hy,tcr  oorfaeck  van  een 
onverwacht  voorval,  niet  konde  komen , 
droncken  Montufar  en  Helena  kop  tegen 
kop,  op  de  gefondthey  t  van  hun  weldader. 
Hy  wiert  droncken,gelijck  fijn  gewoonte 
was,  evenwel  wilde  hy  ten  eyn  de  van  de 
maelttjdc  de  proef  nemen  van  eenboutei- 
legeamherde  Hypocras,  die  hen  den  Gra- 
nadin  had  toegefonden.  Men  weet  niet 
watter  van  is ,  of  Helena ,  die  voor  de 
maeltijd  defelve  geopent  had,  daer  eenigh 
fchadelijck  kruytin  moght  gedaen  heb- 
ben ;  altoos  foo  veel  is'er  af,  foo  haeft  had 
hyfe  niet  geleeght ,  of  hy  gevoelde  een 
ongewoone  brant  in  fijn  ingewandt,  en  in 
gevolgh  onverdraeghlijcke  fmart.  Hy 
twijfelde  terftont  dat  hy  vergeven  was,  en 
liep  daetlijck  na  fijn  degen,terwijl  Helena 
na  de  deur  liep ,  om  fich  te  bergen  ;  hy  be- 
gaf fich  na  haer  kamer,  daer  hy  haer 
meende  te  vinden ,  en  terwijl  hy  haer 
vaft  focht,  vandt  hy,in  haer  plaets,de  jon- 
ge minnaer  van  Helena,  achtereen  tapijt 
die  hem  fijn  degen  dwars  door  het  lichaem 
liep.  Montufar  evenwel  had  noch  foo 
veel  machts,  dat  hy  hem  by  de  keel  greep. 
Op  het  geroep  van  het  huyfgefin  quam 

het 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  177 

het  Gerecht,  dat  daer  by  geval  voorby 
quam,in,juift  als  den  moorder  fich  meen- 
de te  bergen,  nadat  hyMontufar  voort 
met  fijn  pongiaert  afgemaeckt  had.  Heie- 
ra ondertuflehen  geraeckt  op  de  ftraet,  en 
liep.fonder  te  weten  waer  heen;  fy  wierdt 
ten  laetften  eenigh  licht  in  een  onder-zael 
gewaer,  begaf  fich  daer  na  toe,  en  fagh 
een  R iddcr  d ie  daer  gingk  wandelen,  Sy 
wierp  fich  voor  fijn  voeten  neer,  hem 
biddende;  haerby  te  willen  ftaen  ,  maerfy 
vondt  fich  nietweynigh  verbaeft,  wan- 
neer fy  fagdat  het  Don  Sanche  de  Villefa- 
gnan  was,  die  niet  minder  verbaeft  was 
als  fy  ,  de  afgod inne  van  fijn  hart  daer  te 
fien.  Hy  was  voor  eenigen  tijdt  in  gefchil 
rou  fijn  vrouw  geraeckt ,  en  ten  laetften- 
met  lichaem  en  goederen  van  haer  ge- 
fchcyden,  ter  ooriaeck  van  fijn  mifhande- 
ling  tegens  haer,  en  fijn  byfonder quaet 
leven .  Hy  had  van  het  Hof  laft  verwor- 
ven ,  om  ergens  in  Indien  een  nieuwe  Co- 
lonie  op  te  rechten  ,  of  een  Lindtfchap  te 
bevolcken ,  waer  heenen  hy  fich  haeft  tot 
Sevillete  fcheep  begeven  molt.  Helena 
wift  hem  wel  haeft  een  deel  logens  in  de- 
handt  te  fteecken,  die  den  goeden  Don 
Sanche  al  voor  waer  aen  nam.foo  verblint 
maeckte  hem  de  liefde.  Hy  fprong  by  na 
recht  op  van  blijdtfehap ,  wanneer  hy 
hoorde  dat  Helena  genegen  was  hem  te 
volgen,  fyvertrocken  haeft  van  daer  na 
Seville,  en  vervolgens  na  de  lndlcs ,  daer 

H  s  ken 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i78  DORTSCKE 

hen  noch  veel  vreemdigheden  gebeur- 
den »  en  daer  fy  ten  laetften ,  gelijck  my 
van  eenige  berecht  is .  noch  van  haer  ey- 
gen  by  fit  vermoort  is  geworden,  alfoo  fy , 
niet  minder  als  den  Exter  fijn  hippelen , 
haer  fnoode  hoerery  laten  konde.  Ónder- 
tuÜchen  maeckte  fich  de  Overigheydt 
sneefter  van  al  haer  goederen  ,  maerden- 
moorder  van  den  alreedts  vermoorden 
Montufar,  raoft  dienen  om  een  galgete 
vercieren. 

Aldus  eyndighde  Ambrofio  fijn  vertel- 
ling ,  dewclcke  met  goet  genotgen  en 
vermaeck  van  het  gefelfchap  aengehoort 
wierdt.   Onder  den  Mantel  van  Godts- 
dienfl: ,  feyde  Periander,  fchuylt  menigh- 
jnael  veel  boof hey t ,  dcwelcke  de  alder- 
gevaerlijckfte  is ,  om  datle  den  menfeh 
geen  gelegentheyt  toelaet  lich  daer  tegen 
te  wapenen.    En  waerlijck  ick  kan  my 
niet  genoegh  verwonderen ,  hoe  der  foo- 
danige  menfehen  konnen  gevonden  wor- 
den ,  die  de  hooge  waerde  derven  mif- 
bruyeken,  als  een  hulp,  om  hun  godde- 
loos befluyt  uytte  voeren  en  te  bekrach- 
tigen, en  niet  vreefen,  dat  de  Goddclijcke 
Majefteyt  de  fchending  van  fijn  hoogh- 
waerde  naem  op  hun  boofhey t  fal  komen 
te  verhalen.  Dat  men  fulcke  uy tgelatene 
dievcry  daer  onder  verberght ,  antwoordt 
Lydamas,  is  wat  ongemeender,  als  dat  men 
onder  dien  fchoonen  fchijn  hoerery 
plceght  >  van  het  welcke  de  voorbeelden 

snoef 


1 


ARCADIA.  ij9 
mteral  te  gemeen  zijn.  Een  gedencktmy 

onder  de  Spaenfche  vertellingen  gelefen 
te  hebben ,  die  met  loofe  treecken  van  be- 
drogh  vermenght ,  en  u  liederaenhooring 
wel  waedigh  is ;  maer  wy  fullen  die  tot  dc 
naefte gelegen theyt  fparen.  Wy  fullen, 
berechte Lylanderdaer op ,  niet  nalaten  u 
daer  over  te  manen  ,  en  gedenckt  dan  on» 
uwe  beloften  niet  lchuldigh  te  blijven, 
het  welckc  dan  fal  zijn,  wanneer  wy  of 
geen  geit  te  tellen,  of  geen  gewichtiger 
laecken  te  verhandelen  hebben.  Ick  fal  in 
geen  gebreecke  blijven,  antwoordc  Lyda- 
mas  ,  en  miilchien  begeeriger  lijn  om  tc 
vertellen,  als  ghy  lieden  aen  te  hooren. 
Geduurende  de  vertelling  van  Ambrofio , 
fagh  men  dat  Polymythus  altemet  beligh 
was  met  een  koordeken ,  een  ftucksken 
houten  een  mes  tefutfelen,  flaendc  het 
koordeken  om  het  mes ,  dat  in  het  houdt 
ftack  ,  en  lbo  voorts  om  het  hout  feit* ,  dat 
dan  opgetrocken  zijnde,  van  lelt  los 
gingk,  als  was  het  door  het  hout  getogen. 
Wat  macckt  gy  Polymythus,  vraegde  Ly- 
damas.begintgy  kints  tc  wordê?lk  befock 
antwoordc  hy,of  ik  diefchoonc  kond  noch 
ken.die  my  in  mijn  cerlte  leerjaré  lbo  veel 
gelts  van  leeren  gekott  heeft.  Wat  konft , 
vraegden  de  andere,  altefamé  na  hem  om 
fiende?  die  konft  daer  ick  mede  belich 
ben ,  antwoorde  hy  wederom.  Die  treek, 
fcyde  Lyfander,  hebbe  ick  in  de  fchool  al 
geleert.  Ick  moet  dan  gcweldigh  plomp 

II  6  stijra 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


,Öo  DORTSCHE 

zijn ,  feyde  Polymythus ,  fy  heeft  my  een- 
mael  mijn  beurs  doen  uytfehudden ,  en  na 
ick  het  merk  «diende  ick.  daer  noch  wel  op 
fchool  te  gaen.  Lact  hooi  en  op  wat  wijfe, 
berechte  Lydamas.  Indien  gy  my  belooven 
wilt ,  vervolghde  Polymythus ,  dat  ghy 
mijn  fotheyt  niet  uytlachen  fult,fal  ick  het 
verhalen.  Dat  belooven  wy  onder  ver- 
bandt  van  perfoon  en  goederen,  antwoor- 
de Lyfander ,  begint  flechts. 

Ick  was ,  begolt  Polymythus ,  eerft  tot 
Londen  gekomen »  enjuiftbefich,  gelijck 
de  nieuwelingen  gemeenlijck  zijn ,  met 
open  mondt  alles  te  begapen  ,  wanneer 
my  t  daer  ick  op  de  Konincklijcke  Beurs 
fat,  en  de  beelden  der  Koningen ,  die  daer 
rondtfom  in  ordere  ftaen ,  befagh  ,  een 
jonck  gaftaen  mijn  zijde  quam  fitten, 
die  aen  fijn  gewaeten  gelacteen  eerlijck 
Tngel  gefel  fcheen  te  zijn.  Hy  fprack  my  eerft 
fche  aen  met  defe  woorden  :  Na  my  dunckt 
Monfieur.zijt  gy  geen  Engelfman.  Neen 
ick  in  trouwen,  antwoorde  ick  hem:  noch 
ghy  oock  niet,na  ick  uw  fpraeck  hoor.Soo 
ben  ick  oock  niet, vervolgde  hy  .Maer  van 
wat  geweft>indien  men  het  weten  magh , 
uyt  Hollandt,  antwoorde  ick,  en  noemde 
hem  met  een  de  pkets  van  mijn  geboor- 
te, daer  hy  fich  liet  duncken ,  ai  wel  be- 
kent te  z i j  n ,en  my  wel  mijn  Ouders  huys 
afvraeghde ,  fonder  dat  ick  weygerigh 
was  hem  het  aldernaufte  bericht  te  doen. 
Hy  vraegde  my,of  ick  al  eeuige  byfonder- 

hc- 


diep 
ofdup 
aiacc- 
kcry. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 
Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 
28C44 


A  R  C  A  D  I  A.  ,8I 
heden  van  die  Konincklijcke  Stadt  gefien 
had,  biedende  my  te  gelijck  fijnonder- 
ftandt  en  gefellchap beleefdehjck  aen  ,  het 
welcke  ick  goetwilligh  aennam.  Wy  be- 
geven onsalibo  door  en  buyten  de  Stadt 
e  te  wandelen ,  tot  dat  wy,  vermoeyt  zijnde 
ons  begaven  een  Comedie  te  Men  ,  om  te 
gelijck  te  ruften  ,  en  dat  vermaeck  mede 
te  nemen.  -Hy  vertelde  my ,  terwijl  wy 
noch  vroejh  genoegt]  quamen,  op  die 
fclve  placts  gefien  te  hebben,  dat  een 
Edelman  fijn  beurs  onder  het  ipeelen  , 
door  een  die  achter  hem  lat ,  uy  t  fijn  fack 
genomen  wierf,  den  dienacr  van  den  Edel- 
man, dat  een  Ycr  was, en  noch  v erder  ach- 
ter den  dief  fat,  den  treek  van  den  linckert 
gewaer  wordende,hadt  een  fcherp  mefken 
uyt  fijn  fack  getrocken ,  en  vloyde  den 
gauwdief  fijn  lincker  oor  af,  defe  fich  daer 
over  wel  qualijck  houdende,  gelijck  hy 
wel  reden  had  ,  en  met  recht  mo^ht  oor- 
deelen  dat  dit  de  plaets  niet  was ,  daer  hy 
fijn  oorichuldigh  was,  wildeden  Yerf- 
man  aen,  maer  defe  het  mes  met  het  oor  in 
fijn  handen  houdende,  fey  anders  niet,  in 
quaet  Engels,  als,  geef  mijn  Meefterfijn 
beurs,en  ik  fal  u  uw  oor  weêr  geven,  mee- 
nende  geen  onbillijcke  voorllagh  ge- 
maecktte  hebben.  Den  Meeftcr  kreegh 
de  beurs ,  maer  den  dief  had  haeft  genoegh 
om  fonder  oor  uyt  het  huys  te  geraecken  , 
alfoo  hy  vreefde  dat  het  licht  lijn  ander 
oor  oock  koften  fou.  Die  Edelman  had  at 

H  7  goet 


ÏSi  DORTSCHE 
goet  gcluck,  fprack  Ly  fan  der  dier  tuf- 
fen en .  Dat  geluck  had  noch  een  ander  vant 
mijn  kennis ,  daer  ick  u  terftont  Tan  ver- 
halen fal  i  antwoorde  Polymy thus ,  maer 
nu  moeten  wy  eerft  van  mijn  ongelucki 
handelen.  Ick  fal  u  niet  verhalen  wat  het' 
voor  een  Comedie  was  die  ick  fagh »  alfoo 
ick'ermaer  quam  om  de  lieden  te  ficn 
fpreecken ,  en  niet  te  hoorenAick beken, 
datick'er  foowijs  uytgingkflis  icker  in- 
quam.  Mijn  nieuwe  vriendt  bracht  my 
te  huys,en  ick  befchonek  hem  danckbaer- 
lijck  meteen  glas  wijn.  Een  wijl  daer  na 
quam  hymy  in  feeckere  bocckwinckel 
aenfpreccken ,  daer  hy  my  ter  zijden 
treckende,  feyde,  dat  hy  aen  mijn  herberg 
was  gewecit,daermen  hem  had  verfocht, 
indien  hy  my  fagh,my  te  feggen,  datfeec- 
kerjongkman  uytonfe  gebuurte,  wiens 
ouders  hy  my  ten  naeften  by  (alfoo  hy  my 
voorheen  het  huys  van  de  mijne  wel  nau 
afgevraeghthad)  wilt  te  noemen,  daer 
gekomen  was ,  die  een  brief  met  eenigh 
geit  aen  my  hadt ,  dat  defen  fijn  herbergh 
aengewefen  had, (die  hy  feyde  wel  te  ken- 
nen) en  verfocht,alfoo  hy  noch  dien  avont 
meende  na  Doevrcs  te  verrevfen,  dat  ick, 
foo  haeft  als  ick  te  huys  fou  gekomen 
xijn ,  by  hem  wilde  komen,  lek  verfocht 
hem,my  aenwijlingh  te  doen ,  gelijck  hy 
my  aenboodt  gaerne  met  my  darwaerts  te 
gaen.  Hy  braght  my  in  een  van  de  voor- 
naemfte  wijnhuyfen,  wiens  nacm  het 

paerts- 


BK 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  igj 

•ypacrtshooft  was,  hymaeckte  het  wefen 
i  na  yemant  te  vragen,  maer  alfoo  ick  geen 
:.  tael  verttondt ,  konde  hy  my  wijfmaecken 
«!  wathy  wilde.  Altijdthy  deed  my  berecht, 
x  datdenjongkman  niette  huys  was,  maer 
ï  verwacht  wierdt.  Het  naclle  was,cen  kan 
r  wijn  te  laten  tappen, en  lïch  in  een  van  de 
^kamerkens  in  de  zacl  neder  te  fettcn. 
Terwijl  wyaldaer  inonle  tael  met  mal- 
v.  kander  kouten  ,  hoorden  wy  een  darde, 
v  uyt  een  ander  celleken ,  die  ons  inde  felf- 
do  fpraeck  feyde ,  dat  hem  docht  dat  hy 
landtfliedcn  hoorde,  en,  lbo  het  ons  ge- 
liefde ,  dat  hy  gaerne  ons  gcfelfchap  wilde 
genieten,  mijn  macker  en  ick  toonden 
onsdaer  toegenegen,  enallbo  braghten 
wy  onfc  {pillen  te  facm.    Hy  wift  ons 
^wonder  te  verhalen  van  fijnreyfen,  en 
andere  vreemd igheden  ,  (eggende ,  dat  hy 
een  Vlaming  van  Duynkerken  was.  Dit 
laetfte  gaf  my  al  cenigen  fchrick  ,  alfoo 
r  my  de  naemop  zeeal  vreeflelijck  inde 
..c  ooren  gcluythad.  Mijn  macker,met  hem 
i  in  onder] inge  praet  vallende,vertcldc  hem 
-:  foo  het  een  en  het  ander,en  onder  anderen, 
1  dathy  een  Meerkat  gcficn  had,  die  heel 
i  aerdige  kunlten  op  dc  koort  .enanderiins 
konde  doen  ,  die  oock  met  een  koordeken 
door  een  mes  en  ltockskcn  te  halen  ,(evcn 
5J  alfoo  gclijck  ghy  my  llrax  hebt  lien  doen) 
i  het  volck  frer  had  doen  verwonderen , 
v  wijlende  te  gclijck  aen,  op  vat  wijfefulex 
tc  doen  was.  Den  Duynkerckcrmede  het 

Öocks» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


iÖ4  DORTSCHE 

ftocksken  cn  koordeken  nemende,  meen* 
de  te  ontfinnen,dat  een  aep  hier  in  gauwer 
was  als  een  menfch  ,  en  dat  noch  een  Vla- 
ming. Dan  fcheen  hy  het  te  hebben  ,  dati 
Weder  quijtte  zijn  ,  willende gedutirigh 
met  mijn  macker  aen  het  wedden ,  dat  h/ 
het  nu  gevonden  had :  gelijckfe  oock  en* 
delijck  om  het  gelagh  deden ,  dat  dea 
Duynkercker  verloor  j  dieevenwel  wey- 
nighfwarigheydtdaer  in  fcheen  tcmaec» 
ken ,  alfoo  hy  feyde  gelts  genoegh  by  hch 
te  hebben,  gelijck  hyoock  in  derdaedt 
had,  alfoo  hygeheele  handen  volgoude 
Jacobifen  en  Carolifcn  te  voorfchijn 
braght ;  doende  ondertuflchen  wacker  op 
vullen,  en  wijn  in  het  vierfetten  ,om,foo 
hy  feyde ,  eens  ter  degen  vrolijck  te  zijn ; 
fonder  dat  ick  docht  dat  het  mijn  arme 
beurs  gelden  fou.  lek  ondertuflchen  liet 
evenwel  niet  na  mijn  vriendt  na  het  volck 
te  fenden,om  te  vragen  of  mijn  bode  noch 
niet  te  huys  gekomen  was ,  alfoo  mijn 
brief,  en  voornamentlijck  het  geldt ,  my 
geduurigh  deden  om  iien ;  die  my  eynde- 
lijck  befcheyt  braghten  ,  d  at  hy  elders  te- 
gaft  gehouden  was,  dat  het  miflehien  laet 
fou  zijn,  eer  hy  te  huys  komen,  en  eynde- 
lijck  niet  voor  morgen  avondt  vertrecken 
fou,  inwelcken  tijdt ick.  hemgenoegh- 
faem  fou  konnen  fpreken.  Dit  nam  ick  al 
foo  voor  courant  aen,en  leende  het  oor  aen 
mijn  macker ,  die  my  foetelijck  toebeet : 
DefeDuynkerckers  en  fchelmfchc  rovers, 

heb- 


I  ARCADIA.  ity 

jliebbcn  mijn,  en  m  iflchien  oockuweOu- 
idcrs,  almenigh  duyfent guldens  fchade 
gedaen  ,  indien  ghy  met  my  wüt  aenfpan- 
men  ,  ick  fie  kans  om  defen  Dtiynkcrcker 
aen  te  packen  ,  en  een  veer  te  onttrecken. 
Ick  vraeghde  hem,wat  hy  dan  doen  wilde, 
enfeyde.  dat  i<  k  nier  hoopte,  dat  hy  hem 
,beftelen  of  pionderen  wilde-.  Hy  ieyde, 
|bylooneen,  maerdatde  V4aminggcduu- 
irigh  met  het  hout  en  en  koordeken  be- 
fighwas,  dat  hy  het  doen  wilde,  cn  niet 
konde ,  en  evenwel  geduurigh  gelr  wilde 
by  letten  ,  dat  men  eens  voer  by  het  ltuck 
rooft  fetten,  en  hem  atfooeen  lacobus  tien 
of  twaelf  uyt  de  fack  kloppen  Ick  toonde 
mydaer  feer ongenegen  toe,  maermoft 
my  ichamen,  als  mijn  macker  mijn  kintf- 
heyt  beftondt  uyt  te  lachen,  en  te  vragen, 
Wat  ick  dan  in  de  werelt  deed,  of  ick  al 
meê  vreemde  landen  wilde  gacn  beften, 
dat  het  macr  van  de  vyanden  gehaelt 
was ,  en  beiloor,  ick  ibu  het  maer  op  hem 
laten  aenkomen,  hy  fou  wel  toelien,  of  de 
flagh  wel  ofquali'jck  was.  Her  punt  van 
eer,  en  om  te  toonen  dar  ick  geen  klryntjc 
vreefde ,  en  mede  geldt  ifi  de  beurs  h«dt , 
deed  my  {chcor voerende  dacr  roe  ver- 
ftaen.  Wy  komen  weder  by  malkander, 
en  fpreecken  van  alderhandc  iaecken, 
ondertuflehen,  als  hy  het  glas  niet  had, 
deed  den  Dtiynkcrcker  niet  anders  als  met 
het  koordeken  futlelcn,  willende  her  telc- 
kens  winnen  dat  het  nu  wel  was  j  gelijck 

het 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i86         DORT  S  C  H  E 
het  oock  fomwijlen  deedt ,  wanneer  hy 
mijn  macker  beftondt  uyt  te  lachen.  Tetr 
laetften  weder  omQaende,  feyde  mijn 
laadtfman ,  dat  de  flagh  weder  niet  go 
was;  hy  daer  op  de  prullen  foeteli  jek  neder 
leggende,  haelde veertien  Iacubifenuyfcï 
en  wierpfe  op  de  tafel  neêr,  vragendé 
mijn  macker,  of  hydcr  foo  veel  wel  onderj 
verfetten  fou  willen ;  die  tot  antwooit; 
gaf ,  hy  had  foo  veel  niet  by  kas ,  macr  in* 
dien  dien  jongen  Heer,  meenende  my,  het 
halfwilde  ftaen ,  dat  hy  te  vreden  was.  Te 
cdclmoedigh  was  ick,  om  mijn  vriendt  in 
de  noot  te  laten,  ick  fie  mijn  fchat  over,  en 
vinde  maerde  waerde  van  omtrent  fe# 
Iacobifen,  die  ick  by  my  gefteecken  hadt ,  : 
om  eenigc  Engel febe  boecken  te  koopen  5 1 
maer  eer  de  party  om  m  i  jnentwille  achter  a 
fou  blijven ,  liet  ick  my  duncken  ,  wilde 
ick  liever  doen,  dat  ick  niet  gaerne  deedt , 
haelende  met  een  een  diamant-ringk  van 
den  vinger,  die  al  een  goede  ftuy  ver  waer« 
digh  was,  en  boodt  die ,  voor  het  geen  ick 
te  kort  quam ,  by  te  fetten ,  met  verfocck, 
indien  wy  het  verloren,  dat  ickfe  voor  het| 
fclve  weder  moghtlofTen;  dat  ick  hem 
vooreen  eerlijck  man  hielt, die  het  mijne  I 
niet  van  my  vervreemden  fou;  en  veeli 
andere  wisjes  wasjes  meer.    Altoos  hyj 
hielt  figh  te  vreden ,  en  nam  mijfn  aenbie-l 
ding  aen  ,  en  daer  op  moft  het  glas  cerft  1 
eens  omgaen,om  het  hart  van  den  verlie- 1 
fer  te  ftereken ,  gevende  my  mijn  macker  I 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  187 

ndertuflchen  een  dou  met  de  knien ,  als 
iliende  te  kennen  geven,  hy  wift  den  man 
el ,  fonder  dat  ick  wift  dat  hy  hem  my  te 
voelen  gaf.  Ten  laetfttn ,  het  glas  om  ge- 
weeft  zijnde,  fouhetftuekaengaen  ,den 
|  Duynkercker  nam  het  tuygh  op  ,  en  wy 
fagen  met  hondert  oogen  toe,  en  ick  voor 
my ,  was  al  beiigh  met  het  geit  te  deelen  , 
en  hy  milfchien  met  het  mijne  re  tellen. 
■(Eyndelijck  gingkhet  koordeken  los,  en 
'/met  dat  lofgaen  floot  mijn  hart  toe ,  alfoo 
>idicht  als  mijn  buydel  korts  te  vooren  wijt 
egaepthadt.    De  Vlaming  fleepte  zijn 
Jen  ons  geit,  te  lansen  met  mijnen  ringk  , 
ina  figh,  enhaclde  een  heelc  Ichelle  van 
f  jnijn  oogen ;  ick  fagh  mijn  macker  aen , 
!f  mijn  macker  my,  en  vervolgens  wy  beyde 
.den  loofen  Vlaming,  die  met  den  buyt 
1  ftrijeken  gingk.  Toen  begon:  ick  met  be« 
lter  ernft  en  meening  te  veiioekcn.hy  wilde 
my  mijnen  ringk  laten  lolTen.alio  ick  hem 
des  morgens  ,  in  lijn  her  berge ,  die  hy  my 
j  noemde,  lijn  geldt  dacf  voorbdtellen  w  ij- 
lde, het  welckehy  itiy  beloofde.  Ick 
•i.ir.acckte  ondertuflehen  bonne  mine,  en 
".  een  goet  gclaet  ,  matr  mijn  mcdegefel  fut 
als  of  hy  vcrweUn  was ,  willenende  fom- 
\  wijlen,  gclijck  als  fteeifgewijs,  fijn  oogen 
3af,  hem  lufteniet  tedrincken  ,  hem  lufte 
•i  niet  te  praten  ,  hy  was  t'ecnemael  ontftelt , 
')  foo  dat  ick  lelt  deernis  met  den  hils  had. 
j  Ick  nam  hem  eyndelijck  alleen  ,  en  na  dat 
ick  hem  omtfijn  onvoorfichtighcydt  be- 

ftraft, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


83 


DORTSCHE 


ftraft,  en  mijnen  fijn  verlies  geweten^ 
had,  beftondthy  te  weenen,en  te  klagen^ 
het  was  al  dat  hy  in  de  werelt  had ,  en  hf  \ 
fagh  nu  geen  middel  om  met  fatfoen  we*j 
der  in  Hollandtte  komen.    Ick  beloofde 
hem  hulp,  foo  veel  als  mijn  Capitael  lij4 
den  konde,  en  foo  fcheyden  wy  eynde-4 
lijck,  alfoo  het  begoft  laet  te  worden  ,  uytj 
de  herberge ,  en  begaven  ons  elck  met  by- 
iondere  finnen  na  huys.  Dien  nacht  gingk 
foo  gemackelijck  niet  door  als  de  voor- 
gaende ,  door  het  overdencken ,  hoe  ve  * 
ick  dien  dagh  aendic  fchoone  konft  ve 
leert  had,  en  foo  haeft  was  het  geen  dag! 
of  ick  ten  bedden  uy  t,  eer  ft  na  de  herberg 
van  mijn  macker,  die  ick  met  groote 
moeyten  bevragen  konde:  ick  vraeghde 
na  foodanigen  longman  ,  maer  fy  kenden 
hem  niet ,  ickbeduyde  hen  fijn  gedaente , 
kleeding  en  geftalte ,  maer  fy  witten  van 
hem  niet.    lek  begeef  my  van  daernide 
herbergh  van  den  Vlam  ing ,  die  my  al  im- 
mer foo  veel  moeiten  kofte,  hoe  duydelijk 
ickfeoock  opgefchreven  hadtj  daer  ko- 
mende, vraeghick  na  foo  een  perfoon, 
maerhy  was  daer  niet  bekent }  ickbe- 
fchreef  fijn  kleeding,  fijn  gedaente,  fijn 
fwarte  pliefter  op  het  lincker  oogh ,  fijn 
vet  en  druyftighaengeficht,  bruyn  hayr , 
maer  het  was  al  even  veel.    Ick  meende 
fot  te  worden ,  dat  ick,  boven  mijn  geldt , 
mijn  ringk  noch  quijt  was  :  maer  weder 
een  moet  nemende,  en  niet  konnende 

noch 


\ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


m 


#1 


pi 
|i 

§1 


ARCADIA.  189 

ïioch  willende  dencken,  dat  fulck  een  eer- 
Jijck  man  my  het  mijne  onthouden  fou , 
mam  ick  hoop ,  hy  fou  wel  felf  by  my  ko- 
men. Ick  wachteden  eenendagh  voor,den 
landeren  na,  gingk  op  de  beurs  na  hem 
fien,  maer  die  niet  opdonderde  was  hy,  en 
imijn  macker,  die  mede  niet  namy  om- 
ifagh.    lok  konde  noch  evenwel  noytin 
mijn  gedachten  krijgen,  dat  hetfchelmcn 
te  hoop  waren,  ten  waer  fy  my  tot  Amftel- 
dam  te  iamen  tegen  waren  gekomen  ,  al- 
waer  mijn  macker ,  my  eerlf  gewaer  wor- 
dende ,  van  des  Vlamirws  zijde  afvloog h  , 
en  lich  onder  de  kooplieden  op  de  beurs 
verbergen  gingk.  Ick  wiert  hem  daer  na 
noch  wel  eens  of  tweern  iel  gewaer ,  maer 
vand  ongeraden  om  foo  een  geringe  laeck 
veel  gcru'  hts  temaccken,  o;,ck  onwil- 
lig h  zijnde,  fchan  de  by  mijn  verlies  te 
fc)egen  ,  en  van  de  menfehen  uytgchchen 
te  worden,  of  hier  of  daer  in  een  Alma- 
nack  te  raccken     Nu  bidde  ick  11 00c k , 
dat  ghy  my  uw  beloften  houdt ,  ghy  Hee- 
ren,  en  Iongk vrouwen ,  en  faehtelijck 
met  my  handelt ,  u  vcriekerendc,  dat  ick 
nu  foo  welgelccrt  beu,  dat  lulckc  dup- 
maeckers  niet  meer  aen  my  te  vatten  ful- 
len  vinden,  en  om  u  daer  temeer  toe  te 
verbinden ,  1:3 1  ick  U  my  noch  een  macker 
by  voegen  ,  die  mede  al  lachende  lijn  tan- 
den quijt  raeckte,  ma  r  in  het  weder 
krijgen  beter  gcluck  had  als  ick.  Wanneer 
deTcrmSjof  Rechts-tijden ,  die  uytgcfon- 

derde 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


l9o  DORTSCHE 

derde  in  het  jaer  zijn,  aen komen,  komen- 
der  menighte  van  Country  Gentlemen,  of 
lieden  uyt  het  landt,om  hun  rechtfaecken  i 
en  pleydoyen  te  bevorderen.    St.  Pauls*: 
kerek  is  dan  de  beurs  van  advocaten  ,  ar 
pleyters,  diemalkander  aldacr  weten  op 
te  foccken.    Seecker  bedacght  Edelman; 
metmy  ter  tafel  zijnde,  iooals  hy des 
middaeghs  met  ons  over dc  maelti jdt  fat, 
cn  den  tafel- dienaer ,  na  de  gewoonte,  een 
fchoon  tafel-bort  op  de  tafel  lcyde ,  daer 
een  ydcr  fij  n  geit  op  telde,  vandt,  met  ver- 
baeltheyt,  dat  hy  infolvent  was.  Hytaft 
nu  in  de  eene,  dan  in  de  andere  fack ,  maer 
hetfoecken  was  te  vergeefs,  hy  wierdt 
nu  root  dan  weder  blceck  om  lijn  kook' 
nen ,  fat  een  wijl  te  druylen,  ftreelde  fijn  n 
bacrt ,  en  borft  eyndelijck  uyt :  byrnj  trots,  A  < 
fatts  hu ,  I  bafUi  bfl  my  purfi ;  foo  waer  als  ül : 
£"SC'  ickleef ,  ick  heb  mijn' beurs  verloren. 
kcur.  Sommige  van  ons  lachten,  eenige  vraegh- 
ic-fnij  den  waer  hy  dacht  die  verloren  te  heb- 
dery.   ben  ?  Ick  kan  niet  bedencken  waer ,  feyda  i 
hy,  en  ben  heden  nergens  als  in  Pauls-  (• 
kerek  ge  weeft,  of,  vcrvolghde  hy ,  die  k 
wie  ben  ick  wie  ben  ick,  mort  my  de 
huych  gelicht  hebben. Wy  vraegden  hem, 
wie  en  hoe  dat  was.  Ick  gingk  daer,  voer 
hy  voort ,  wandelen  ,  een  die  ick  niet  ken- 
de, quammy  vanachter,  floegh  myde 
mantel  met  de  handt  voor  de  oogen,  vra- 
gende, wie  ben  ick,  wie  ben  ick?  Ick 
noemde  al  die  my  in  de  gedachten  qua- 

men  , 


KMI 


ARCADIA.  ipi 
>mcn,  cn  ey ndelijck  als  het  langh  gcnoegh 
iwas ,  ontflocgh  my  defen  gaft ,  en  my  in 
jhet  aengeficht  ziende  ,  macckte  denver- 
'baefden  ,  feggende  :  by  mijn  waerheydt 
»Heer,  ickbcn  bedrogen,  en  meende  een 
zander  voor  te  hebben.  En  badt  my  dat  ick 
rhem  die  ftoutigheyt  vergeven  wilde  Daer 
lis  niet  aengelegen,  feyde'ick,  en  daer  mede 
igingk  hy  ,  metdnyfent  woorden  van  leet- 
^weien  ,  van  my  af ;  ick  vervolghdc  mijn 
wandeling,  en  nu  vindeick  datickmijn 
tbeurs  met  geldt  quijt  ben.  Wy  vraeghden 
)  hem,  hoe  veel  daer  in  mr-ghtgheweeft 
pijn?  Omtrent  twintigh  ponden  fterlincx , 
.antwoorde  hy.    Vooricecker  faludien 
galt,  antwoorde  een  ander,  dien  treek 
jgefpeelt  hebben  :  wantmy  ghedenckt  in 
Cheapfide,  op  den  klaren  dagh,  een  jon- 
;gen,dieeen  fackmet  geldt  droegh,  foo 
mede  fijn  geldt  te  hebben  Gen  vcrliefen : 
want  twee  gefellcn  vatten  hem  van  ach- 
ter ,  waer  van  den  een  hem  foo  de  oogen 
;verbondt ,  en  den  ander  by  de  krop  varte  , 
'terwijl  die  met  de  andere  handt  de  fack 
•  wech  nam  ,  ondertuflehen  niet  doende  ali 
Jachen  ,  als  of  fy  met  hem  boerten  ,  maer 
den  buyt  wech  hebbende ,  gingen  heen,  al 
i  lachendecn  fpottende,  latende  den  jongen 
•opdertraet  neder  leggen,  genocgbl'aem 
van  fijn  felven ,  alfoo  hem  den  een  de  keel 
wat  te  vaft  toegedruckt  hod,  die  weder  be- 
komende, ftracksna  fijn  geldt  vraeghde  , 
croaer  nicmandt  wiil  daer  yets  af.  Men 

vraegh- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


i9»  DORTSCHE 
vraeghde  hem»  of  hy  die  lieden  kende  •  hy 
antwoordc  neen;  men  fagher  na  om,  mai 
fy  hadden  het  hafe-pat  gekoren,in't  koifl 
hy  was  en  bleef  lijn  geit  quijt.  Mifïchiefljj 
fou  die  gaft,  bt  rechte  een  van  ons,  ofyëT 
mant  van  de  medegefellen ,  noch  wel  ce 
voor  den  dagh  komen ;  ick  fou  u  raden  d< 
vondtte  gebruyeken  ,  die  ick  eens  in  d 
Legende  der  Dieven  gelefen  heb  *  en  gaf 
hem  met  een  tien  raedt,  dieghy  hooreir 
lult.    Den  Edelman  vulde  een  beurs  met 
legh-penningcn ,  en  gingk  weder  nade 
kerek  wandelen  als  te  voren ,  lettende  fijn 
dienaerop  de  fchilt  wacht.  Hy  had  de  ban- 
den of  1'noeren  van  den  buydel  laten  uyt» 
hangen,  om  tot  een  lockaeste  dienen.' 
Hy  had  nauwelijcksfes  keeren  gedaen ,  of 
dacrquam  een acn  fijn  zijde  wandelen  > 
diefichal  kort by  hielt,  enmeteengau- 
wighey t  de  beurs  wech  had,  en  daer  mede 
de  kerek  uy t  ftrijeken  gingk.    Den  die 
naer ,  die  niet  een  oogh  van  lijn  meeftetf 
had  gehouwden  ,  volghdedcfen  lincker 
terftondt  na ,  en  den  meefter  den  dienaer 1 
en  wy  met  ons  tween  ,  die  het  fpel  hadden 
willen aeniien  ,  den  meefter,  fydaelden 
langs  de  naefte  ftraet  af  tot  inTeems-ftraer,  I k 
die  langhs  de  rivier  loopt.    Daer  trat  den  | 
dief  in  een  braders  huys,  den  knecht  klop- 
te hem  ,  in  hetingaen ,  op  den  ichouder, 
en  vraegde  hem ,  of  hy  fijn  meefters  beurs 
wilde  weder  geven  ?  Wat  beurs?  vraeghde  I 
den  ander,  Die  beurs  die  ghy  daer  terftont  I 

ge- j 


mm 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 

fcgeftolen  hebt ,  antwoorde  hy  weêr.  Dc 
9  dief  begoft  te  tieren  en  te  baren ,  als  of  hy 
hem  wilde  vernielen ,  wanneer  fijn  mee- 
fter  en  wy  in  quamen ,  j  uyft  fop  als  'er  een 
;  opfijnroode  muylen,  met  het  wambus 
x  voor  open ,  van  de  trappen  quam ,  vragen- 
de wat  'er  te  doen  was  ?  niet  anders ,  ant- 

0  woorde  den  Edelman ,  die  hem  voor  wie 
nben  ick ,  wie  ben  ick ,  wierd  kennende ,  als 

datghy  my  mijn  buydel  met  het  geldt 

1  weêr  geeft,  die  ghy  my  gifteren  ontnomen 
shebt,  en  foo  ghy  niet  wilt,  fult  gy  hier  ter- 
jftont  de  Sargeanten  in  huys  fien ,  die  u  een 
^anderen  wegh  fullen  wijfen.  De  dief, 
sfiende  defe  verfeeckertheyt ,  en  ai  dit 
cvolck  op  de  vloer ,  luyfterde  den  Edelman 
LWat  in  het  oor ,  gingk  daer  op  na  boven , 
tquam  weder  af,  en  (topte  den  Edelman 
cwat  in  de  handt,  die  daer  op,  na  datfe  mal- 
ükander  weder  wat  toegeluyftert  hadden , 
;met  ons  ftillekens  hcenen  gingk.toonende 
..ons  de  beurs  met  het  geldt  daer  in  ,  daer 
mietvan  vermiftwasi  Blywashy  ,  fijn 
ïgeltfoo  weder  gekregen  te  hebben,  die 
ions  daer  voor  een  vrolijcke  maeltijdt  gaf. 
•Polymythus  wilde  al  meer  van  defe  fnuy- 

Tlerijen  ophaelen,  maer  fiendedat  Pcrian- 
5er ,  die  aen  het  hooge  van  de  tafel  fat , 
'^pegoft  te  knickebollen,  wiert  'er  verlucht 
at  men  de  maeltijdt  wilde  eyndigen  ,  al- 


Maer  de  jonckheydt ,  geenfins  foo  flaep- 
fuchtigh  zijnde,  en  gilling  maeckende, 


19+  DORTSCHE 
hunfchade  in  het  flapenwel  weder  in  tel 
halen,  wilde  figh  noch  een  wijlby  mai-i 
kander  houden,  te  meer,  dewijl  LyfandeJ 
Lydarnas  aireets  over  fijn  beloofde  vertel4| 
ling  gemaent  had  i  die,niet  minder  begce-1 
righ  hetgefelfchap  te  vergenoegen ,  als  fyl 
dele  vergenoeging  te  ontfangen,fichniet» 
lang  bidden  liet,  en  alfoo  fijn  gefchiedenisi 
begofh 

Gefebiedenis  van  Schijn  bedritght. 
De  Stadt  Madrid ,  gemecne  verblijf-l 
plaets  van  het  Hof,  was  de  geboortc-pljets| 
van  Lamie  en  Delie ,  twee ,  foo  wel  in  defe| 
als  oude  tijden,  bekende  namen,  als  zijnde 
de  twee  voornaemfte  perfonagien  van  onfci 
tegenwoordige  gefchiedenis.  Defe  waeren 
twee  gefufters ,  van  een  Edel  gcilacht , 
zijnde  weefen   gebleven  van  vaeder  en 
moeder ,  wanneer  de  eene  1 7 ,  en  de 
ander  18  jaeren  oudt  was,  malkander  feer 
gelijck  in  trecken ,  en  fchoonheydt  van 
aengeficht ,  maer  feer  verfcheyden  van 
aert  en  manieren.  Lamie  was  de  jongfte , 
maer  evenwel  deloofteen  doortraptfte  j 
maer  Delie  was  in  alles  vryborftigh  en 
openhartigh ,  fondcr  eenige  veynfiérijen 
te  plegen,  levende  met  foodanigen  vry- 
heyt,als  haren  aert  enjongkheyt  toelieten. 
Maer  Lamie,  aenmerekende,  dat  men  fieh 
fomwijlen  in  achting  weet  te  brengen , 
wanncermen  een  uytwendigen  fchijn  van 
wijfaeyt  cn]/edigheydt  weet  voor  te  ftel- 

len 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 
Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 
28C44 


ƒ 

i 


1  ARCADIA.  10~ 

f  len,  al  hoewel  ondertuflbhen  in  het  vei - 
4  borgen  de  manieren  juyft  die  rechten 
C  treek    van  de  deught   niet  hebben, 
kleede  figh  gelijck  een  Klop,  of  geo 
ltehjckejiirrer,  over  al  te  kennen  ge- 
vende ,  dat  Cy  in  dele  hacr  eenvoudigheyt 
Wilde  leven  en  lterven.    Moer  defe  wij  Cc 
van  kleeding  pafte  haer  Co  wel,  en  gaf  fuik 
een  luyfteraen  haer  fchoonheyt,dat  Cy  het 
I  aldcrkoftelijckftc  gewaedr,  daer  voorniet 
iou  hebben  mogen  verkieien.  Onder  haer 
iwartLampherj wiftly  haeroogen  met 
4  fulck  een  konlt  in  het  werek  te  ftei  !en,  dat 
{  Cy  machtiger  waren  begeerlijkheden ,  als 
-•  devotie  ot  Godtsdienftigheyt  teverwee- 
.  >;  ken.  Behal  ven  ,  dat  de  poeders  de  Cypres , 
•  den  Ambergris,en  het  riekend  water.ont- 
J  braken  haer  oock  niet,  om  haer  kleedcren 
.i  en  haer  gewaedteen  lietiijeken  reuck  tc 
f  geven.    Sy  behielp  fich  met  het  fpreeck- 
'  woort  het  geen  feght.dat  puntighey t  geen 
heyligheyt  verminderde.  In  heropenbaer 
cfprack  Cy  niet  als  van  gccftclijcke  dingen  , 
en  in  het  heymelijk  niet  als  van  wercltlche 
igenuchten.  Delie  kleede  fich  op  een  heel 
■andere  wijfe,  h  ier  tabbaerts  en  rocken 
\warenhoogh  vanverwe,  den  cenenge- 
'chamarreert  of  gehoon  met  zijde,  den 
randcr  met  goutcn  iilver,  en  alle*  na  de 
inieufte  mode ,  en  op  het  alderg*  eftighfte. 
^Sydroegh  kofteli  joke  kanten  ,  ketenen  , 
^pendanten  aen  de  ooren ,  pecrlen  aen  den 
;hals,   Sy  had  byfonder  vermaeck  in  bloc- 

I  2  men 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


,o<5  DORTSCHE 
men ,  waerom  fy  daer  altoos  van  voorfien 
was,  fy  koften  wat  fy  koften;  j  a  foodanigh 
wasden  yverende  onkoften,  diefydaer 
aen  hing,  dat  fy  fom wijlen  in  het  midden 
van  de  winter  wel  de  fchoonfte  bloemen  I 
wift  te  vertoonen ,  braverende  den  ouden 
kouden  Saturnus,  met  het  kofteiijekft 
vercierfel  van  Flora  om  haer  hooft.  Sy 
had  een  ftemmig  en  braef  vefen,  vergefeï- 
fchapt  met  een  eerbare  ftoutmoedigheyt , 
en  een  gclaet  dat  altoos  even  geneughlijck 
ftondt.  Kortelijck,haer  gelaet  en  wefen 
waren  foomachtigh  om  de  finnen  te  be- 
tooveren ,  als  die  van  Lamie  om  die  te  be- 
driegen. Defe  deedt  niet  anders,  als  Kloo- 
fter  uyt  Kloofter  in,  Kerck  uyt  Kerck  in  te 
gaen ,  fprack  openbaerlijck  metniemandt 
als  met  Predickers  en  Cafuiften.  Delie 
gebruyekte  alderhande  flagh  van  gefel- 
fchap ,  foo  Wel  van  mannen  als  van  vrou- 
wen; verfuymde  niet  een  Ballet,  noch 
Comedie,  maer  ftam  boven  alle  groot 
vermaeck  ,  van  de  jonge  Edel-lieden  on- 
derhouden te  worden,  die  haer  fchoon- 
heyt  voor  haer  voetenbraght*  SyWasfeer 
vry  in  woorden ,  en  feer  ingetogen  in 
wereken :  haer  Sufter,  in  tegendeel  ,'Was 
ingetogen  in  woorden ,  en  vrv  in  haer 
wereken.  Aldus  pooghden  dele  twee  Su- 
ffers ,  door  fulcke  ftrijdige  middelen ,  een 
felfdeoogh-wittebereycken,namcntlijck 

de  rijekfte  van  al  hun  verfoeckers  te  be- 
dingen.  Sy  leefden  te  famen,  en  onder- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  197 

hielden  hun  perfoon ,  hun  huys  1  en  hun 
gevolgh ,  fonder  deunigheydt  of overtol- 
ligheyr.  De  ernftigc  Lamie  had  voor  haer 
M  innaer  een  Proteflbor ,  of  Hoog-Leer- 
meefter,  in  de  Rechten ,  een  man  van  bra- 
ve weten fchappen ,  en  wel  door-lettert : 
wy    fullen    hem   Bartolijn  noemen. 
Delie,  die  van  een  vrolijcken  en  blygeefti- 
gcn  aerdt  was ,  wift  de  minnelijcke  ge- 
dachten van  die  by  haer  quamen  konftigh 
genoegh  te  queecken  en  aen  te  moedigen, 
door  de  t wij  felachtige  hoop ,  dewelcke  fy 
haer  wilt  te  geven,  hebbende  fy  ondertuf- 
fchen  eenige  genegentheyt  tot  een  jongen 
Schat-meerter,  Ferdinand  genoemt.  Defe 
verfocht  haer  niet,  als  om  fijn  vermaeck 
te  voldoen ,  en  fijn  tij dt  door  te  brengen  : 
maer  Delie  deed  hem  geen  goetonthael, 
als  om  hem  te  trouwen ,  en  alfoo  haer  ey- 
gen  nut  te  bevorderen,  dewijl  hy  feer 
rijekwas.  De  genegentheyt  van  Lamie, 
tegens  haren  Rechtfgelecrde ,  duurde  foo 
lang  als  hy  wat  te  geven  hadt,  en  wanneer 
fy  vernam  dat  hem  de  handen  gefloten 
waren  ,  floot  oock  haer  genegentheyt  en  . 
goet  onthael :  gelijek  dc£e ,  die  alleenlijck 
op  het  voordeel  te  hen  gewoon  zijn.  Sy 
wederom  focht  de  genegentheden  van 
Ferdinand  aen  lïch  te  trecken  ,  fchenden- 
dc  alfoo  de  getrouwighcy  t  die  fy  haer  Su- 
fterfchuldigh  was,  om  haer  boofe  begeer- 
lijckheden  te  voldoen.    Om  de  eerfte 
grondt  daer  van  te  leggen ,  verwachte  fy 

I  3  dat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


198  DORTSCHE 
dat  hy  tot  harent  quam ,  om  de  gelegent- 
heyt  te  nemen  hem  aen  te  fprekcn  9  en  fijn 
genegentheyt  te  doen  waggelen.  Dit 
haer  geluckcnde,  gebruyckte  fy  (met 
groote  vrees  evenwel  voor  haer  Sufter) 
defe  redenen  tegen s  hem:  Na  dat  ick  eeni- 
ge  maenden  de  on^cruftigheden ,  van  een 
genegentheyt ,  die  uw  verdicnfkn  in  my 
ontfteecken  hebben  ,  hrb  moeten  verdra- 
gen ,  heb  ick  my  eyndeli  jek  genootfaeckt 
gevonden,  den  toom  aen  mijn beferheyt 
te  lofTen ,  én  de  fchaemre  van  mijn  ge- 
llacht,  als  oock  de  banden  van  plicht,  vaer 
mede  ick  aen  mijn  Suftcr  verbonden  was, 
te  breecken,  om  u  mijn  quael  te  kennen  te 
geven ,  nadematl  de  genefing  van  de  felve 
alleenlijck  aen  u  hangt.  Indien'er  ecnigc 
beleeftheydt  in  uw  ziele  huyfvcft ,  onder 
foo  veel  deugden  waer  mede  ghy  verciert 
zijt ,  fult  ghy  door  defe  mijne  dact  u  niet 
gefchandelifeert  vinden,nademael  het  is 
om  mijn  leven  te  behouden ,  dat  ick  dit 
tegenwoordige  heb  onderftaen ,  het  welc- 
ke  ick  met  veele  redenen ,  die  u  en  my  tot 
onferuft  fullen  dienen  ,  bekrachtigen  fal. 
Ick  fegge  u  dan ,  dat  ghy  hier  geen  ver- 
genoeging  van   uw   minneliijeke  bc- 
gecrlijckheden   te  wachten  hebt ,  als 
alleen  door  den  wegh  van  het  houwe- 
lijck ,  en  voorts  de  Ichoonheyt  van  Delie 
is  al  een  weynigh  machtigh  de  geeft  van 
een  echte  man  tot  min*y  ver  te  verwec- 
ken, ter  oorfacck/an  haer  een  weynigh 

te 


ARCADIA.  199 
ïtevryen  handel  :  fy  is  al  wattekoftelijck 
in  haer  kleeding ,  yder  oogenblick  fit  fy 
aenhet  vcynfter,  om  van  de  Edel-lieden 
die  voorby  gaen  geilen  te  worden.  Sy 
neemt  haer  vermacck  aengciproocken  en 
'■gegroet  te  wordenden  voorwaer  een  doch- 
ter die  vermaeck  in  fulcke  handelingen 
neemt ,  laet  niet  na  haer  aenfien  en  eer  in 
gevaer  te  (lellen.  Het  Hof  heeft  voor  een 
quade  gewoonte »  alles  te  miiduyden  ,  tot 
achterdeel  van  defe  die  fich  laten  fien  ,  en 
te  gemeenlaem  acn  fpreecken  :  macr  in 
tegendeel  heeft  dat  gevaer  geen  placts  in 
defe ,  die  fich  felven  in  hun  huys  befloten 
houden,  gclijck  alsick.  Dit  is  genoeg  h 
I  BcfegkÉ  >  Sny  neDt  verllants genoegh  om 
1  van  de  red  te  oordcelen  ,  en  om  u  van  haer 
I  te  ontflaen ,  die  u  tot  noch  toe  gevangen 
t  houdt ,  indien  ghy  de  onruft  niet  meerder 
j  als  de  ruft  bemint.  Wat  my  aengaet ,  ick 
begeeregecn  andere  getuygenis  van  mijn 
y  eerbaerheyt  als  11  felven  ,  en  geen  andere 
c  blijck  van  mijn  leven  ,  als  het  geen  ghy  in 
r  my  ge  Men  hebt ,  en  op  fulck  een  verfeec- 
>  kering  wil  ick  mijn  eygenlofaendeftil- 
(1  heyt  overgeven,  behalvcn  dat  mijn  eygen 
r  mondt  dcfèlve  vermoedelijckfou  mogen 
r  maccken ;  gclijck  oock  mijn  woorden 
c  ovcrtolligh  Toudcnzijn,  en  dat  by  u,  die 
!  een  volmaeckte  kennis  van  mijn  deugden 
i  hebt.  Het  is  geenfins  om  het  welftaens 
/  wil,nochomfchijntemaecken,  dat  ick 
)  dit  foo  fedigh  gewaedt ,  noch  dit  afgcfon- 

I  4  dert 


4oo  DORTSCHE 
dert  leven  heb  aengenomen  :  het  is  alleen 
de  deugt  die  daer  in  mijn  leermcefterfche 
is,  en  my  daer  langs  den  wegh  wijft ,  na 
den  Tempel  van  eer :  en  uy  t  defe  drift  kan 
men  een  gevolgh  trecken ,  dat  diegene, 
die  fich  felven  kan  beftieren ,  zijnde  in  een 
vryen  ftaet ,  fich  felven  te  lichter  onder 
eehoorfaemheyt  van  een  man,  die  met 
lulcke  gaven  is  voorfien ,  alsghy  zijt ,  fal 
konnen  ftellen.  Mijn  goederen  fijn  kleyn , 
in  der  waerheyt ,  maer  mijn  bloet  is  Edel 
en  van  een  goet  acnfien.  Ghy  zijt  een  be- 
quaem  en  voorfichtigh  man ,  ghy  hebt 
geen  taelman  van  nooden ,  om  my  te  ver- 
ftaen.  Ferdinand  was  ten  hooghften  over 
defe  tael  verwondert ,  hy  bleef  een  goede 
wijl  ftil  ftaen,  om  over  te  leggen ,  wat  ant- 
woort  hy  daer  op  fou  hebbeo  te  geven. 
De  verdienften  die  hy  in  Delie  vandt  troc- 
ken  hem  aen  de  eene ,  en  de  redenen  van 
Lam  ie  aen  de  andere  zijde.  Eyndelijck 
feyde  hy  tot  haer:  Hy,  die  fonder  overlegg 
op  voor- gefielde  iaecken  van  belang 
antwoort,  toont  dat  hy  licht  en  onbedacht 
van  finnen  is.  Delie  is  uw  fufter :  ick  bc- 
kenne ,  daer  fou  wel  yets  op  de  overdadig- 
heydt  van  haer  kleeding  te  feggen  vallen , 
doch  niet  op  het  binnenfte  van  haer  ma- 
nieren. Wat  u  aengaet,  ghy  zijt  in  der  daet 
prijswaerdigh ,  felf  in  het  ooge  van  de  ge- 
heele  werelt ,  gelijck  ghy  achting  treckt  9 
uyt  het  geen  uw  Sufter  verachtelijck 
«naeckt.  De  genegenthey t  der  menfehen 

hangt 


ARCADIA:  ïor 

hangt  aen  den  Hemel  felf ,  want  indien  de 
fterren  niet  dringen ,  ten  minften  geven  fy 
eenige  neyginge.  Ick  heb  Delie  overma- 
tighlief,  en  het  valt  feerfwaer,  op  een 
oogenblick  te  haten,  hetgeen  men  lang 
bemint  heeft  gehadt.  Detijdt  is  een  groot 
konftenaer :  ick  fal  hem  de  beftiering  van 
mijn  affcheyding ,  en  Lamie  de  pooging , 
overlaten  van  te  verdienen,  het  geen  fy 
Delie  foeckt  te  ontnemen  ,  indien  anders 
Delie  haer  niet  voorkomt ,  in  het  verkrij- 
gen van  het  geen  Lamie  begeert.  Alfoo 
liet  Ferdinand  Lamie  tuflehen  hoop  en 
.  reefe :  fy  wilde  wei  daer  op  antwoorden, 
maer  haerSufter  daer  over  inkomende, 
belette  haer  fu leks ,  en  bewoogh  haer  in 
boertery  te  verkeeren  ,  het  gene  fy  in  goe- 
den ernft  gefegt  hadt.Dcn  Minnaer  groete 
fijn  Minnarefle  beleefdelijck,  evenwel 
met  meerder  koelheyt,  als  hyoyt  voor 
defen  gedaen  had.  Sy  deed  hem  de  gewoo- 
ne  vriendelijckheden  ,  maer  hy  Tpeclde 
de  ftatige  en  de  wijfe ,  daer  Delie  fcer  over 
verwondert  was,  alfoo  fy  de  oorfaeck  niet 
wift.  In  defc  geftaltenis  maecktehy  fijn 
befoeck  kort ,  en  nam  oorlof  van  haer. 
Delie  vraeghde  Lamie,  of  fyniet  wift, 
waerom  Ferdinand  fich  foo  koel  tegens 
haer  getoont  had  ,en  wat  het  was  liet  geen 
hem  loo  fwaermoedigh  hadt  gemaeckt, 
daer  fy  hem  met  fuik  eé  blijdfchap  en  ge- 
noegte  onthaelt  had?  Ach  lieve  Delic,ant- 
woordedcloofcLamie ,  de  geeft  der  man- 

l  y  nen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


,o*        DORT  SC  HE 
ncn  tc  willen  in  toom  houden,  is  foo  veel , 
alsof  men  den  windt  in  netten  fbu  willen 
vangen. Sy  zijn  vcranderlijcker  als  de  tijdt 
felf,  en  onftandtvaftij^er  als  het  gcluck,  en 
vryer  als  hun  vrye  wil.  Het  geen  hen  he- 
den behaeght ,  mifhaeght  l^en  morgen , 
en  daer  fy  nu  hun  leven  voor  fouden  wil- 
len wagen ,  fullen  fy  binnen  korten  tijdt 
verachten  en  mifpnjfen.En  van  dcfe  flach 
isFerdinand  oock,  maer  indien  ghy  wilt 
dat  ick  oprechtelij  ck  tejgens  u  fprceck,en 
metfulck  een  openhartigheydt  als  Sufters 
betacmt ,  fal  ick  u  wel  feggen.dat  uw  uyt- 
ftellen  en  lanckwijligheden  mifichien 
fijn  genegentheden  doen  verkoelen.  Het 
is  het  gemeene  werek  van  de  tijdt ,  de  be- 
geerten en  genegentheden  te  doen  veran- 
deren $  en  in  die  tijdt  waer  in  wy  fijn, ver- 
keert fich  gemeenüjck  de  te  feer  verleng- 
de hoop  in  wanhoop.  De  Minnaers  laten 
fich  niet  langer  door  gemeene  gunften 
aenhouden ,  door  arm-ringen  van  hayr , 
door  brieven  of  diergelijcken,  indien  geen 
nauwer  verbintenis    daer  heymelijck 
mede  vermengt  is.  Het  is  geen  tijdt  meer 
figh  foodan  igh  in  te  binden.    Defen  Man 
dan,  door  al  uw  bede  nek  in  gen  afgewefen, 
heeft  my  te  kennen  gegeven ,  dat  hy  eenig 
bcfluyt  voor  my  heeft,  net  welck  my  geen 
kley nebekommernis  macckt;  want  indien 
ick  hem  bcgunftige,fal  ick  onget  wij  feit  u 
mifnoegen,en  indien  ick  hem  afflae,en  hy 
ons  daer  over  t'ccncraacl  verlaet ,  fult  gy 

in 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


BH 


ARCADIA.  205 

in  een  oogenblick  verlicfen ,  het  geen  ghy 
foo  langen  tijdt  voor  u  bewaert  hebt.  In- 
dien ick  hem  aenhoude,  ftlder  yets  te 
wagen  zijn,  of  voor  u,  of  voor  my.  Raet 
ray  wat  ick  te  doen  hebbe ,  of  wat  gy  wilt 
dat  ick  laten  faL  Soodanigh  waren  de 
woorden  van  Lam  ie  tegen  Delie,  toonen- 
dc  wel  dat  fy  in  de  Boeckcn  van  Celeftinc 
uytgeleert  was.  Delie  gaf  haer  niet  een 
eenigh  woort  tot  antwoort ,  foo  veel  is'er 
van ,  dat  fy  geenfins  genegen  was  haer 
voorflagen  aen  te  nemen ,  blijvende  even- 
wel tulTchen  de  liefde  en  gramfchap  han- 
gen; den  eenen  tijdt,  fcheen  fy  het  verlies 
vanFerdinand  weynigh,  enden  anderen 
tijdt,  het  felvcfcer  hoogh  te  achten.  Ter- 
wijl fy  befigh  was  hem  voor  ecuwigh  uyt 
haer  oogen  te  bannen ,  voelde  fy  fich  door 
haer  ey gen  neyging  weder  fpreecken.  Nt 
eenige  verwarde  overleggingen ,  die  de 
arme  Delie  in  haer  gemoet  maeckte ,  (lel- 
de ly  evenwel  het  befluy t  ten  laetften  aen 
Lamie,  gevende  haer  de  gantfche  beftic- 
ring  van  de  faeck  over,  gelijck  fy  meende, 
tot  haren  beften.  Den  nacht  gekomen , 
wierdt  van  Lamie  in  het  gefclfchap  van 
haren  Bartolijn  doorgebraght ,  maervan 
Delie  met  de  droevighfte  gedachten  die 
men  vertinnen  kan.  De  Stadt  was  t'eene- 
mael  in  een  diepe  itiUwijgentheyt',  en  be- 
graven in  een  donckere  ichaduwe,  wan- 
neer een  foeteftem,  vergclelfchapt  met 
eenluyt,  deftilheytbrack,  fingendedefe 
veerfen.  Klagh" 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


204 


DORTSCHE 
Klaghtc  tegen  de  liefde; 


Gy  fyt  niet  min  berooft  van  breyn  als  oogen% 
Ghy  temmer  van  de  Goden  in  den  hoogen , 
Als  ghy niet liefd  als 'tgeenuw f ijlen haet %' 
En  als  een  fnood,  endwaeflijcj^  ongebonnen 
Verwinnaer,  moort  die  ghy  hebt  overwonnen  J 
Bnd'ootmoet  voor  uw  voeten  neder  flaet* 

Verrat  At  is  *t  roer  van  al  uw  Unck  (è  daden, 
Enraferny,  ten  weerwil  van  genade, 
Van  wet ,  van  reen ,  beftiert  uw  boofe  drift , 
Al  wat  gby  fpreeckt  is  niet  alsbuyten  reden\ 
Uw  weten  is  alleen  de  boofheyt  fmeden , 
Uw  voet  fel  niet  als  doodelijckjvergift. 

Als*t  minnend  hart, dat  flaeft  aen  uwe  keete, 
Heets  meent  te  fijn  ten  eynde  van fijn  [wette, 
Om  9t  loon  te  fien  dat  min  te  wachten  ftatt , 
jyanis't  dat  gy, hoof  t-muy  ter  met  u  fcbichtc, 
Jn  flaets  van  loon,voor  wel  verdienaeplichtt 
Hem  nieuwe  fmart  ten  lajfenhalsop  taet. 

Geenmeer  als  icl^erkent  uw  foetigheden , 
Geen  meer  als  icllkeeft  van  uw  hant  gelede  t 
Als  dieickjnin  mijn  bange  fmart veracht , 
En  dien  ihjhaet  my  keurhjl^fchijnt  te  vleye; 
Tot  wat  verdriet  loet  ic £  my  niet  verleyen , 
Soo'tgunfligh  lot  mijn  lijden  niet  verfacbtl 

Óm  fo  veel  quaets  te jlaen  uyt  mijn  gedachte. 
En  't  bitter  leet  van  mijn  bedroefde  nachten, 
lroedicl^mijn%el  nochtans  met  y dele  hoop, 

Maer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


lof 


Matr  laes,ikbouyen  vind  geen  vajle  gronde, 
lk.foef^betgeennoyt  fcbepfel  beeft  gcvondey 
De  jlilty  daer't  breyn  geheel  is  op  de  loop. 

In  fpijt  nochtans  van  al  uw  fchendigh  poogc, 
O  kleyne  beul ,  geflagen  in  uw  oogen , 
lcl^fet  my  fchrap  de ftorm  te  wederfiaen , 
En  foo  de  doot  met  dapperheyt  fontdraven» 
Maerjeyder!  fiet ,  ickjvindmy  in  de  haven, 
En  fie  nochtans  mijn  kiel  te  gronde  gaen. 

Een  yder  die  defe  veerfen  hoorde 
bleef  opgetogen ,  door  de  foetheydt  waer 
mede  iy  gefongen  wierden ,  jae  de  lucht 
felve  fcheen  daer  mede  opgehouden  tc 
zijn,  fooftil  hielt  fich  dat  beweeghlijck 
Element.  Delie  alleen  kende  de  ftem  van 
Florinde,  die  voor  haren  Ferdinand  fong , 
xnaerde  veerfen  vielen  haerte  duyfterte 
verftaen  ,  het  waren  haer  foo  veel  raetfe- 
len  van  de  liefde,  daer  fy  niet  door  moght , 
en  die,  behalven  dat ,  op  alderhande  wijfe 
te  verdrayen  waren .  Sy  gingk  om  haer  de- 
felve  door  den  maecker  te  doen  verkla- 
ren ,  wanneer  fy  geftoort  wierden  door  de 
klanck  van  verfeneyden  andere  ftemmen 
en  fpeel-tuygh,  dewelcke,naerderende  het 
huys  van  Dclie,  fich  kort  ftil  hielden ,  la- 
tende omtrent  tien  treden  te  rugee  een 
troep  lieden,  die  de  donckerheyt  belette  te 
kennen.  Ferdinand  en  Florinde  hierover, 
wierden  gedrongen  haer  plaets,  in  fpijt 
van  de  min-y  ver'van  den  een ,  en  het  mif- 
nocgen  van  den  ander ,  te  verlaten,  om  dat 

X  7  <fc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


10(5  DORTSCHE 
de  partyen  niet  gelijck  waren,  om  weer  te 
bieden .  Het  hoort  van  defe  bende  was  een 
jongk Ridder,  die  t'eencmael  op  Dcliejj 
verheft  was ,  Don  Alonzo  genoemt. 
Maer  foo  hacft  als  hem  Delie  wierdtf 
kennende ,  floot  iy  haer  veynfter ,  latende 
evenwel  opening  genoegh ,  om  te  hooren' 
wat  zijn  aenbrengen  was ,  het  welckein 
defe  veerfen ,  door  een  van  de  befte  (tem- 
men van  geheel  het  Spaenfche  Hof,  voor- 
geftelt  wiert. 

Ccfang  op  de  komft  van  de  Lente. 

De  guere  winter ,  in  het  bondt  beflagen  , 
Heeft  reedt  s  gebraght  ten  endt , 
Op  9t  komen  van  de  Lent , 
Haerongeneughelijcke  en  koude  dagen  ; 
•j  Wout  neemt  haer  keurigh  groen  weer  aen , 
V itnjongey  in plaets  van  dorre  blaen  » 
Degeurge  May ,  die  voor  dedeure  ftaet , 
Nood  ons  tot  vreught  door  haer  verjeugtge* 
laet. 

Siet  beemd  en  wey,  de  bojfchen  en  de  hoornen , 

Zjjn  vol  van  d'overdaet, 

Die  V  harders  kjntbeftaet 

Aen  't  ruvjchen  vanvefwolle  wat  erft  romen , 

Daer  elcl^ ,  geftrengett  hant  aen  hant , 

De  min  den  eerften  Mey -boom  plant, 

Degeurge  May  Ctc, 

Vrouw  Echoën  het  rougebergbtgedoocJten , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA,  207 

Weergalmt  niet  als  de  klagbt 
Van  Tyrfis ,  die,  veracht, 
\$ijn  lijden  klaegt  met  woorden,  afgebrooclyn 
'Door fuchten  en  benaut  gefieen  , 
En  mengt  fijn  tranen  ondereen. 
TH  gcurge  May  &c. 

Acb'.jeyt  hy*tgeen  de  droeve  wint  er-vlagen, 
Van  Sprockel  en  van  L  ohw  , 
En  d'eerfit  en  laetfie  kouw 
Met  lijtjaembeyt  beeft  op  den  rug  gedragen  9 
Voelt  ficb,  0  Lent,  door  uw  geficbt 
En ,  vroeger  fon ,  door  u  verlicbt. 
De  geurge  May  (fc. 

Maericl^  alleen,  eylaes ,  gedoemt  pot  lijden  > 
Die  met  de  dicke  kprjl 
Van  uw  bcvrojen  borfl 
Hebdubble  maenden  langer  moeten  ftrijdm  3 
O  Pbiliis ,  vind  geen  onder flant 
Door  een  vemieude  minne-brant , 
Al  fcboon  de  May,  die  voor  de  deure  flaet , 
Ons  nood  totvreugbt  door  baer  verjeught 
gel  m. 

Soo  ver  hadden  het  defe  fingers  ge- 
braght ,  wanneer  den  morgen-ftondt  aen- 
brack ,  waer  over  lich  Don  Alonzo  ge- 
noodtfaeckt  vandt  te  fcheydcn  ;  gelijck 
oockde  wijfcn  Bartolijn,  (dcnckende  om 
het  fpreuckjen  van  den  haen,  en  dat  de 
wijfen  fichvande  ondervinding  moeten 
dienen)  het  bedde  vandefchijn-heylige 

La  mie 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


2o3  DORTSCHE 

Lamie  verliet ,  uy  t  vreefe  dat  het  goet  ge 
voelen,  dat  men  vanhaerhad,  dooriijn 
reuckelooflieydt  niet  in  quaet  moght  ko- 
men te  veranderen.  Ter  felver  tijdt  bega- 
ven fich  Dclie  en  haer  minnaers  mede  tot 
hun  ruft.  Ferdinand  evenwel  vandt  niet 
veel  ruft  in  fijn  oogen ,  de  aenfpraeck  van 
Lamie  hadt  al  te  veel  krachtsop  zijn  fin- 
nen gehadt,  om  defelve  foo  haeft  te  verga- 
ten :  maer  indien  hy  vol  ongeruftheyt 
was,Delie  hadder  haer  deel  geen  kley  ntjen 
of,invoegen  fy,  hebbende  noch  haer  oogen 
niet  geloocken ,  foo  haeft  den  dagh  aen- 
brack ,  haer  Minnaerdefen  brief  fchreef » 
die  fy  hem  door  een  kleync»  Pagie  deed 
bchandigen. 


Brief  van  Delie  aen  Ferdinand. 

Indien  ic)^  mijn  gedachten  foo  wel  kpndt 
Uvtdyuckjn  als  begrijpen ,  dit  paf  ier  fou  het 
duyfentfie  deel  niet  kpnnen  bevatten. Maer  of 
AÏ  fchoon  den  Hemel  my  met  wetenfehap  en 
jltjl  van  fchrijven  had  voorfien,  by  defegele* 
gentheyt  evenwel  fou  icl^  nalatigh  %ijn  de* 
felve  tegebruyeken:  want  de  ontrouwigheyt , 
en  ondanckbaerheyt  %ijn fulcke  verfoeyelijc- 
ke9  en  een  edel  gemoet  onwaerdige  onÜeugh» 
den ,  dat  defey  die  daer  van  de  uytwerckjng 
en  verongelijking  gevoelt,  eerder  het  fwaert* 
om  fich  daer  over  te  wreecken,  als  de penne , 
•w  fich  daer  over  te  beklagen,  behoorde  te 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  top 

\%tlyuycken :  evenwel ,  al  eer  icj^  my  tot  defe 
\  uy  ter fle  hulp -middelen  wil  hegeven,  begeer 
)  icl^  van  u  een  verklaring  omtrent  de  kpel- 
\\  beyt  diegby  my  ,  of  uwlactfle  befoecl^  hebt 
■isetoont.  En  om  u  tot  defe  voldoening  te  ver» 
vbinden^fal  icl^u feggen,  dat  \edert  die  uure , 
i  icj^  niet  anders  gcdaen  hebbe  ,  als  al  mijn 
~\v> ere ken ,  en  felf  mijn  gedachten  te  onder ~ 
'ifoecken  ,  om  te  ontdecken ,  ofichjwelde  oor- 
fpyongk  van  uw  mifnoegen  fou  mogen  %ijn. 
*  Maericl^  hebdaer  niet  gevonden ,  hetgeen 
.  als  reden ,  van  fulcl^  cenuytwerckjngin  u , 
a  fou  mogen  befchuldight  worden .  Indien  ghy 

>  my  befchuldight  van  te  vry,  en  van  een  te 
v  vrolijcken  aert  te  %ijn,  icl^ jlae  het  toe ,  maer 

ftaet  ghy  oocl^  my  toe ,  dat  defe  werekjngen 
ft  van  de  jeught  mijn  aenfien  niet  quetfen  kon- 
r:  nen.    Mijn  gewiffe  oordeelt  my ,  en  defe  dis 
.  mijn  geheymJU  handelingen  pen ,  gelijcl^ 
Al*ghy->  die  genoegt  faem  weet ,  dat  niemandt 
)  fichte  beroemen  heeft ,  oyt  deminfle  gunft 
ter  werelt  van  my  om  fan  gen  te  hebben.  Het 
is  waer ,  dat ,  na  dat  ghy  my  veel  getuygenif- 
fen  van  uw  genegentheyt  getoont  heb  t\  icl^u 
oocl^  proeven  van  de  achting  dieicf^  uu>  ver- 
dienden drage,  getoont  hebhc;  [onder  dat  ick 
tvenwel  de  palen  van  eerbaerhat  ben  te  buy  - 
t  tengtgaen  ,  noch  yets  gcdaen  heb,  hetgeen 
ten  dochter  van  een  Edele  fïaet  (als  ickjen) 
\  onbetamelijk  fou  mogen        Evenwel  laet 

>  ic}^  geenfins na>  berouw tt hebben,  vanufoo 

vryen 


4Io  DORTSCHE 

vryen  totgangk.  tot  mijn  perfoon  gegeven,  e»  ; 
u  hoven  de  andere ,  die  ghy  wel  kent,gejïelt\ 
te  hebben >  [onder  dat  icl(  bier  eenige  vergen 
lijckjng  foechje  maecken  :  nademael  op  dm 
tijt ,  toen  zc£  meende  dat  mijn  deugddijekf 
genegent beden  de  Palm  deweleh$  Jyvan  U 
verdienen ,  [ouden  verkrijgen ,  icl^my  [oo 
[waerlijc^e  [elf  tot  oen  mijn  evgen  bloet,bele* 
dight  vindt.    Dit  [al  genoegt  fijn ,  ommy 
te  doen  verjlaen,  verwachtende  devertroo- 
fling ,  dewelcke  ick.  van  de  tijdt ,  die  alle 
fiecktengenceft  ,  verboope  :  want  indien  ghy 
uw  kpnflige  treecken  uytvoert ,  [al  my  bet 
felve  tot  een  volkomen  wraecl^  kpnnen  ver* 
firecken.    Alleen  het  gene  icl^  door  de[en 
Brief  van  u  begeer  e,  is,  dat  ghy  my  wilt  buy- 
ten  twijfeling ftellen ,  het  welcke ghy  my  met 
reden  niet  weygeren  kpndt ,  want  een  vry- 
moedigheyt  >  en  een  qiel  die  niet  flaeflijcl^is  , 
moet  niets  ontveynfen. 

Ferdinand  herlasdefen  Brief  menigh- 
mael  *.  hy  wilde  dacr  fchriftelijck  op  ant- 
woorden ,  waer  over  hem  duyfent  ver- 
fcheyden  gedachten  in  den  fin  quamen  » 
het  welcke  hem  het  verftandt  ioo  verwar- 
de ,  dat  hy  niet  wift  wat  eerft  op  het  papier 
te  brengen.  Eyndelijck  befloot  hy ,  dat 
het  beter  was ,  fich  van  fijn  tong  te  die- 
nen, en  Delie ,  omtrent  het  geene  dat  haer 
gemoet  ontrufte,  opening  te  doen.  Hy 
dan  maeckt  fich  vaerdigh  om  nyt  te 

gaen. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  in 

:^aen ,  cn  fendende  fijn  kleynen  bode  voor 
rryt,  om  fijn  Meefterfe  van  fijnkomftte 
"erwittigen  ,  volghthem  wel  kort  op  de 
leien.    Hyquam  tot  harent  opeenfeer 
fcquame  uure,  om  met  haer  te  fpreecken, 
i>m  dat  haerSurter,  volgens  hacr  gewoon- 
'jeke  fchijnheylipheyt.befieh  was ,  met 
de  Kercken  en  Kloofters  te  befoccken. 
Pelie  ontfing  hem  met  een  koel  we- 
en, dat   feer  veel  v?n  haer  gewoon- 
ijeke  vrolijckheyt,<n  bly geeft igheyt  ver- 
cheilde,  het  welcke  hem  een  groote 
Iroefheyt  in  fijn  geeft  veroorfacckte. 
pelie,  fichniet  langer  konnende  onthou- 
Jen,  voerde hern  meteen  tcon  ,  die  haer 
|  >ramfchap  genoeghfaem  te  kennen  gaf, 
:  lefe  worden  in  't  gemoer :  Is  het  moogh- 
i  ijck,  ongetrouwe  alsghy  zijt  ,datghy  foo 
•euckeloos  zijt ,  als  u  voor  my  te  derven 
i'erroonen  ,  nadat  eymy  foo fchendel ijck 
^eledight  hebt ,  fchendendc,  gel  ijck  een 
noode  ziel  als  ghy  zijt,  uw  beloften  en 
ïeden  die  ghy  my  foo  menighmael  gedaen 
aebt,  om  de  genegenthey  t  van  mijn  Sufter 
:e  vryen.    Gaet  voort,  verrader,  gact 
yoort ,  volvoert  vryeÜjck  het  gene  ghy 
,  ^egoft  hebt  :  ick  begeere  geen  andere 
j  ivraeck  als  defe ,  die  het  uytvoeren  van  u 
rrouwloos  voornemen  my  van  u  geven 
fal.  t  AchDelic,  antwoordc  Fcrdinand, 
matight  een  weynighdefe  rechtvaerdige 
gramfchap,  die  u  aldus  vervoert,  en  de 
fchoonc  trecken  van  uw  acngefichtmif- 

maeckt  $ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


iu  DORTSCHE 

maeckt  j  gebruyckt  fuick  een  ftrenghey 1 1 * 
niet ,  tegen  eer.  éemoet  dat  vol  oprechtijkft 
heyt  is ,  gelijck  net  mijne.  Hoort  my ,  en 
ghy  fult  terftondt,  door  mijn  reden ,  mïjm 2 
onnoofelhcyt ,  en  uw  onkunde  verftaetifj 
Men  moet  noyt  tot  foodanige  uyterfte 
middelen  komen ,  fonder  een  vafter  gronW 
te  hebben;  waerlijck  ghy  handelt  my  tM 1 
hart  :  indien  yemandtverradery  tegensfj' 
gepleeght  heeft,  foo  is  het  uw  eygeqi1 
Sufter  :  fy  is  het  die  myfelf  van  trouwen  v 
aengefproocken  heeft ,  en  indien  ghy  wiftf  • 
de  konftige  verwen ,  waer  mede  ly  haer* 
redenen  geweten  heeft  op  teproncken,  en 
3e  twijfelachtige  antwoordt  dieickhaer* 
gegeven  heb ,  terwijl  ick  haer  voorflagenj 
in  mij  n  ey gen  hart  befpotte ,  ghy  £oudt  u  jr 
tegenwoordigh  indefer  voegen  niet  ovcnf 
my  beklagen.  Op  defe  grondt  was  bet  dat 
Florinde  u  defen  nacht  defe  veerfen  ge«| 
fongen  heeft ,  die  ghy  hebt  gehoort.  Sietji 
daer  de  oprechte  waerheyt  van  de  faeck  J> 
en  de  oorfacck  van  onfe  onderlinge  on4 
luft :  oordeelt  nu  wie  den  belediger ,  of  del 
beledighde  is.   Wat  my  «belangt ,  ick 
meen  wel  eenige  reden  te  hebben,  om  mf' 
te  beklagen ,  ter  oorfaeck  van  de  toela.è 
ting,  die  gy  aen  foo  veel  jonge  Edel-lieden; 
geeft ,  om  den  minnaer  voor  u  te  maec- 
kenjen  waerlijck  uwen  aert,  een  weynigh 
te  vry  zijnde,  geeft  oorfaeck  aen  de  quact« 
willigen ,  van  qualij  ck  van  u  te  fpreken , ' 
cnaen  my,om  vanmin-yver  te  ftervcn 


Ë 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  215 

lie,  fiende  haer  geeft  foodanigh  ver- 
icht ,  van  den  valichen  indruck,  die  fy 
ich  van  Ferdinand  gegeven  had ,  wilde 
iem  oockniet  langer  in  lijn  quelling la- 
en,  maer  hem  oock  fijn  genoegen  laten 
oekomen ;  derhal  ven  haer  ftuurs  gelaet 
an  langer  handt  verfachtende,  en  haer 
itter  mifnoegen  in  nieuwe  liefde  veran- 
lerende,  gelijck  onder  deminnaers  ge- 
meenlijck  gefchiet,  konde  niet  laten,  hem 
imeermaels  op  het  vriendelijckfte  teom- 
ihelien ,  en  hem  te  feggen  ,  dat  indien  hy 
haer  een  feecker  teecken  van  fijn  liefde 
uwilde  geven ,  hy  haer  beloften  van'trou- 
Twcn  moft  doen ,  om  haer  alfoo  tegen  alle 
ongeluckige  voorvallen  te  verfeeckeren. 
Ferdinand ,  willende  haer  in  alles  belie- 
ven ,  en  nu  meer  als  oy  t  op  haer  verheft , 
floegh  de  handt  aen  de  penne ,  en  fchreef 
haer  het  geen  fy  begeerde.  Indien  Lamie 
op  het  mat  niet  gekomen  was ,  foo  als 
'Ferdinand  de  beloften  had  ondertceckent, 
hethouwelijck  fou  miflehien  met  eenen 
voltrocken   geworden   zijn;    Dit  dan 
alfoo gedaen  hebbende,  begeeft fich den 
minnaer  weder  na  fijn  huys,  en  de  twee 
Sufters  begoften  een  harde  reden- ftr ij dt 
onder  malkander  aen  te  vanpen  ,  over  de 
verradery  van  Lamie,  die  Ferdinand  nu 
ontdeckt  had  :  cn  ten  eynde  van  den  ftrijdt 
toonde  Delie  Lamie,  als  om  haer  te  bra- 
veeren,  de  houwelijcks  belofte  van  Ferdi- 
nand ï  maer  fy,  die  van  een  loofe  cn  gauwe 

geeft 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


xi4  DORTSCHE 
geeft  was,  vandt  terftondt  een  nieuwe 
loofliey t ,  om  de  oefening  van  haer  boof- 
heyt  voorts  te  plegen  :  iy  dan ,  onder 
andere  woorden,  voer  alfoo  uyt:  HaSuller, 
Sufter,  indien  ick  het  aenfien  niet  betrach- 
te ,  het  geen  ick  u ,  als  mijn  oudtfte  fchul^i 
dighben,  ick  was  u  daer  in  wel  voorkom- 
men. Helacs !  ghy  zijt  wel  onkundigh  van 
de  loofhedenen  bedriegeryen  der  man- 
nen. Sy  weten  over  al  hun  netten  te  fprey- \ 
en ,  om  ons  te  vangen  en  te  verderven. 
Dclie,  Delie,  Ferdinand  bedrieght  onf 
beyde,  u  met  fijn  beloften  en  fchriften,  en 
my  met  fijn  hey  mei  ijk  e  gcmeenfchap,hct 
welcke  hy  veynft  met  my  te  houden.  Hy 
had  my  al  van  te  vooren  het  bedrogh  van 
defe  beloften ,  daer  ghy  foo  veel  werck« 
af  maeckt ,  ontdcckc  j  maer  ick  fegge  het 
u ,  vertrouwt  u  daer  niet  op ,  in  tegendeel 
doet  u  voordeel  met  den  raedt  die  ick  u 

feef.  Weet  dan,  dat,  aleer  hy  u  dit 
andtfehrift  gegeven  heeft ,  hy  van  te  v<K 
ren  een  verklaring  voor  een  Notaris  gc- 
maeckt  heeft ,  waer  in  hy  verklaert ,  ge- 
dwongen te  zijn,  om  defe  belofte  te  doen , 
om  meer  fchandael  te  verhoeden,  en 
protefteert  van  nullireyt  tegen  alle  clau- 
fulen  die  in  het  felve  fouden  mogen  be-, 
grepen  zijn.  Het  is  uyt  fijn  eygen  mondt 
dat  ick  fulex  verftaen  heb,  welck  bedrogh 
hem  ongetwijfelt  den  een  of  den  ander 
bedrieghlijckcnRcchts-geleerde  heeft  ge- 
raden.   Oordeelt  nu,  of  ghy  in  my  niet 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  uf 

gehouden  zijt,  nademael  ick  u  felf ,  tot 
•  i  mijn  achterdeel,  dit  foo  ghewichtigh 
I:  gebeym  ontdeckt  heb.    Maer  doet  wel , 
r  en  vertrout  u  op  my,  en  het  my  het  werek 
1  belcyden,cn  ick  fal  u  vergcnoeght,cn  ont- 
;  duyftert  in  dit  bedrogh  maccken.  Geeft 
|  my  het  handtfehrift,  ick  fal  lbo  veel  doen, 
I  dat  Bartolijn,  die  op  alderh.mde  vonden  af- 
.gerichtis,  den  datum  verandert,  eneen 
-  ander,  dewelckc  voor  het  maecken  van  de 
..:  gefeyde  verklaring  luyden  fal,  in  deplaets 
-ftcllen  fal:  invoegen  dat  Ferdinand  fich 
A  daer  van  willende  dienen  ,  lkh  alfo  bedro- 
'  gen  vinden  fal.  lek  ,  mijn  Sufter ,  dat  ick 
j  fou  foecken  u  oytafgunft  uw  geluclc  te 
verhinderen,  en  uw  goct  voor-nemen  om 
teftootcn,  helaes!  den  Hemel  weet  mijn 
i  genegen  theydt,  ick  ben  in  geen  ftaetom 
te  trouwen,  hebbende  verloren  hetgeen 
s  de  vrouwen  eer  noemen ;  ghy  weet  wel 
:  hoe  ick  geleeft  heb.  Neen  neen  ,  Delie  , 
jdat  voornemen  is  wel  ver  van  mijn  ge- 
idachten.    Het  is  niecte  vergeefs  dut  ick 
opdeie  wijfealle  wereltfche  pracht  ver- 
Worpen  heb,  om  my  met  delen  fackte 
bekkedenien  men  fal  my  binnen  weynigh 
dagen  in  een  Kloofler  gefloten  licn  ,  daer 
ick  hoop  boete  van  mijn  geveynftheyt, 
waermede  ick  mijn  kiundceu  onkuyf- 
heyt ontveynft  heb  , tedoen.  Delie,  hoe 
goet-aerdigh  fy  moght  zijn,  was  evenwel 
wel  foo  loos,  als  het  gefchrift  niet  uyt 
haer  handen  te  ge  ven  >  nucr  antwoorde 

haer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


%l6  DORTSCHE 
haer  Sufter.datBartolijn  tot  harent  fou  ko 
men,  en  daer  haer  brief  onderfoecken2 
Lamie  was  hier  mede  te  vreden ,  en  alfoo  q 
ftelde  men  het  werck  uyt  tot  's  namid-| 
daghs.  Haer  redenen  waren  met  foo  veel  \ 
fchijnbaerheden  verfeit,  datfy  de  geeft  J 
vanDelie  indemeefte  ongemftheydt  ter  \ 
wereltftelden.  Deneenen  tij dt geloofde  1 
fy  haer  Sufter ,  en  den  anderen  tijdt  konde 
fy  Ferdinand  fulckcen  boolheydt  en  be- 
driegery  niet  toe  vertrouwen  :  en  in  defe  t 
ongeruftigheyt  verwachte  fy  den  tijdt  j 
dewelcke  haer  Lamie  geftelthad,  om  dei 
belofte  van  Ferdinand  te  anti-dateren ,  of  I 
te  voor-datemen.   Ondertuflchen  deedt  j 
Lamie  haren  Reghts- geleerden  by  haer  j 
komen ,  en  na  dat  fy  hem  hadt  te  kennen i 

gegeven,  wat  treek  fyvan  meening  wasnj 
aer  Sufter  te  fpeclen ,  vertoonde  fy  hem 
de  uyterfte  noodt  daer  fy  ingebragnt  wa- 
ren. Hy,  als  niet  meer  hebbende  om  by  te 
letten ,  en  fy  fiende  haer  befte  jaren  voor- 
by  te  gaen ,  fonder  te  weten  waer  fich  te 
keeren,  behalven  datfy  gevaer  liep,  by  I 
verloop  van  tijdt ,  den  goeden  naem ,  de-  j 
welcke  fy  door  haer  ge  veynftheyt  verk  re-  i 
gen  hadt,  te  fullen  verliefen.   Dat  het  j 
haer  derhal  ven  wel  noodigh  was,  om  defe  1 
ongevallen  voor  te  komen  ,  te  trouwen ,  | 
hem  ondertufTchen  verfeeckerende',  datj 
defe  verandering  van  ftaet ,  geenfins  haer } 
genegentheydt  t'hemwaerts  fou  docnj 
veranderen.    Dat  fy  vonden  genoeghl 

hadt, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


'Cl 

1 


ARCADIA.  2I? 
had,  om  haerman  trouw  tefchijnen,  Ton- 
der te  zijn,  foo  wel  als  fy  gehadt  had,  voor 
dewereltfuyverte  fchijnen,  en  onder- 
tuflchcn  te  doen  gelijck  fy  deed.    Om  al 
het  welcke  te  bekomen  ,  fy  geen  beter 
tcbedencken  wift,  als  den  Theforier  of 
Schat-mcefter  Ferdinand.  Bartolijn ,  fich 
als  doe  bevindende  meer  gedrongen  door 
fijn  noodtfaeckelijck heden ,  als  bewogen 
door haer vertooning,  keurde  den  voor- 
flagh  van  Lamie  voor  goet.    Sy  befloten 
dan  te  famen  Ferdinand  metgewelt  tot 
het  felve  te  dwingen,  indien  hy,  gelijck 
waerfchijnelijck  was,  fich  weygerigh 
daer  toe  vinden  liet.    Daer  op  gaen  defe 
twee  ftaelenbyDelie,  Bartolijn  cyfehte 
haer  het  gefchrift  af ,  en  het  felve  lang  ge- 
noegh  over  gefien  hebbende,  feyde  : 
Me-Joffrouw,  om  defe  faeck  tot  het  eynde 
te  brengen ,  het  welck  voor  geflagen  is , 
moetmen  op  die  woorden  ,  die  daer  ftaen  , 
i  en  die  wy  veranderen  willen  ,  een  fcecker 
poeder  leggen ,  het  welcke  ick  by  my  te 
huys  hebbe,  het  welcke  deeygenfehap 
heeft,  van  alle  letters, met inétgefch re- 
ven, uyt te  doen,  latende  het  papier  foo 
wit,  alsof'ernoyt  opgefchreven  was ge- 
.  Weeft.  Bcdenckt  u,  of  gy  wilt  dat  ick  het 
ifchrift  met  my  neme.  Brengt  uw  kruy den 
hier ,  antwoorde  Ddie ,  indien  het  u  goet 
dunckt ,  want  dit  papier  fal  uyt  mijn  huys 
niet  gaen.  Bartolijn,  houdende  het  papier 
indeeene  handt,  tafte  met  de  andere  in 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


al3  DORTSCHE 

fijn  fack  ,  en  een  wijl  gevoelt  hebbende , 
nep  als  met  verbaefthey t ,  ha  ha ,  ick  heb ! 
hier  noch  yets  daer  van  by  my ,  en  daetj 
mede  een  kleyn  dooskens  voor  den  dagti  j 
halende ,  ftroyde  (na  dat  hy  eerft  den  d*£ 
turn  of  dagh  van  de  maent ,  om  Dehe  de 
oogen  te  verblinden,  met  verfeben  ma 
uytecdaen  had)  een  poeder  over  hetf 
fchnft ,  en  gaf  het  alfoo  Delie ,  feggendeJ 
dat  het  nergens,  als  opdc  gemerekte  oB 
uytgekiaddc  plaets  wereken  fou.  Sy,  fon-j 
der  verder  gedachten  te  hebben,  nidemael^ 
fy  hem  menighmael  wel  andere  ftrceckeiij 
had  fien  doen ,  nam  het  papier  wech ,  en 
leyde  het  aen  een  kant.    Den  nacht  geko- 
men zijnde  ,  fandt  Lamie  den  kleynen  pa- 
gie  aen  Ferdinand ,  uyt  den  naem  v an  De- 
lie, om  hem  aen  te  feggen  ,  dat  hy  fich 
omtrent  ter  middernacht  aen  de  achter 
poort  van  haer  woning  fou  laten  vinden 
daer  fy  komen  fou,  om  hem  te  vergunne 
het  gene  fy  hem  belooft  had.  Ferdman 
nam  defebootfchap  aen,  en  Delie,  onkun4 
digh  daer  van  zijnde ,  kondeden  aenflaght! 
niet  verhinderen.  De  uur  gekomen  zijn^ 
de,  begaf  fich  Ferdinand  na  de  beftemdea 
plaets.  Lamie  opende  de  poort,  en  dewijl 
de  gunften ,  de  wclcke  ons  onverwachte 
voor  komen,  onfe  opmereking  wechf 
nemen  ,  vandt  fich  defen  Minnaer  foo  op-j 
getogen  ,  dat  hy  niet  fagh  hoe  hy  fich  fel-j 
ven  indeftricken  vandefebedrieghlijcke  'n 
Umie  gingk  werpen.    Nauwelijcks  had ' 

Lami 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Hl 


mi 


'10.. 
M 


W 

*  r  ; 


ARCADIA.  up 

Lamie  dc  poort  weder  gefloten ,  wanneer 
een  troep  van  Am pt-liedcn  van  het  Ge- 
recht, die  Bartolijn  in  een  hocck  verbor- 
gen had,  met  groot  geweltacn  de  poort 
kloppen  quam.  Lamie,  als  wel  onderricht 
aijnde,  opende  terftondt,  enftraexqua- 
men  defc  binnen.    Men   braght  ter- 
ftont  licht,  en  toen  was  het  dat  Ferdinand 
Lamie,  in  de  plaets  van  Delie.by  fich  fagh, 
fonder  te  weten ,  of  hy  Delie  tebcfchul- 
digen  hadt,  uyt  wiens  lafthy  gekomen 
was :  maer  cylaes !  de  elendige  verwachte 
hem  als  doe  met  imarten  acn  haer  kamcr- 
venfter,  fonder  te  weten,  hoe  het  met  hem 
gelegen  was ,  fingende  van  vrcughden  een 
nieuw liedt ,  terwijl Ferdinand niet deedt 
alshjn  ongeval  beklagen,  wanneer  hy, 
beneffens  deihoodeLamie,wech  gebraght 
wiert ,  om  over  de  belchuldiging  van  defe 
geveynfde  ondervraeght  te  worden  :  de- 
Welcke,  voor  gevende ,  dat  hy  hacr  met 
woorden  en  beloften  hadt  bedrogen  ,  om 
haer  eer  te  benemen  ,  nu  niet  anders  deedt 
als ,  tot  vergoeding  van  de  felve ,  hem  tot 
een  man  te  ey fchen.  Hun  klaghten  wier- 
den wederzijts  van  den  Rechter  aenge- 
hoort ,  die  den  armen  Ferdinand  fcer  rou- 
wclijck  handelde ,  als  zijnde  alrecdts  van 
te  voren  door  Bartolijn  ingenomen.  Eyn- 
delijck  de  fchuldigc  vvierdt  vry  geitel  t,  en 
de  ontfchuldige  in  de  gevangkenis  ge* 
braght.Ondertuflchen  Delie,  tiende  dat  de 
uur,  dat  haer  minnaer  komen  moft ,  voor 

Kt  by 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


li 


txo  DORTSCH 

by  was ,  begaf  iich  na  haer  kamer,  zijnde 
wel  verwondert  dat  hy  in  gebreecke 
gebleven  was.  Nauwelijcks  hadiy  fich  te  j 
bedde  gelcght,vol  droeve  gedachten  zijn-  j 
de,  wanneer  fy  haer  Sufter  fagh  inkomen , 
die  fy  geloofde  by  haren  Bartolijn  te  zijn.  j 
Defe  haer  gevouwen  handen  ten  Hemel 
op  heffende,  en  daer  na  kruyfweeghs  over 
baren  bocfem  leggende,  wierp  fich  ter  j 
aerden  neêr,  doende  niet  als  huylenen  t; 
fnicken.  Na  defe  handelingen,  dewelcke  : 
fchenen  uyt  een!  geheel  wanhopigh  ge- 
moet  voort  te  komen ,  borft  fy  in  dele 
woorden  uyt :  Ach  bitter  ongeval !  ó  on-  | 
vergelijckelijck  onheyl  l  elendige  !  wat 
fal  ick  gaen  maecken?  hoe  fal  ick  mijn  eer 
cnaenfien,  tegen  de  Uttering  dewelcke 
haer  dreyght,  konnen  befchermen?  lal  ick 
danfoo  ftraffclijck  van  mijn  noodtlot  ge- 
handelt  worden,  dat  ick  op  een  ftondt ,  op 
een  oogenblick,  fal  moeten  verliefen ,  het 
geen  ick  in  foo  langen  tijdt  byde  werelt 
verkregen  heb  ?  Met  defe  woorden  viel  fy 
gelijck  als  ftijf  van  haer  fel  ven.  Delie,  hier 
over  t'eenernael  ontftelt,  fprangk  inhet 
hembde  van  het  bedde,  en  liep  naehaer 
Sufter ,  om  haer  los  te  maken ,  en  te  hulp 
te  komen.    Wanneer  defe  nu  quanfwijs 
weder  tot  haer  felven  gekomen  was,  be- 
goftfymettuflchen-pofen  aldus  te  fpre- 
ken :  Ach  Delie,  mim  waerde Sufter,  het 
grootfte  ongeval  van  de  werelt  is  ons  he- 
den over-gekomen.  Hoe  dat?  vraeghde 

Dc- 


lttl 


1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  in 

Del  ie  vol  verbaeftheyt.Helaes!  antwoorder 
de  fchijnheyligeLamie ,  ick  was  acn  onfe 
achter-poort ,  wachtende  na  Bartolijn,  en 
dewijl  den  nacht  duyfter  was ,  opende  ick 
de  poort  voor  een,  die  ick  meende  dat  hy 
was,  dewelcke  daer  op  binnen  quam : 
maer  nauwelijcks  was  hy  in  het  huys 
gekomen ,  wanneer  hy  van  de  dienaers 
van  het  Gerecht  gevolght  wierdt,  die 
lich  met  gewelt  in  huys  wierpen  ,  zijn- 
de miflehien  beleyt  of  af-gerecht ,  door 
den  een  of  den  ander  min-yveraer  van 
defe ,  die  ghydoor  uw  geeftigh  gelaet  hebt 
weten  te  trecken  ,  dewelcke  ongetwijrelt 
devoetftappen  van  Bartolijn  meende  na  te 
fpooren.Maer  loo  haeft  als'er  licht  gebragt 
wierdt,  bevandc  ick  dat  ick  uwen  Minnacr 
Ferdinar.d,  in  deplaets  van  de  mijne ,  by 
my  hadt.  Ick.fiende  my  aldus  overvallen  , 
en  in  het  midden  van  de  dienaers  van  het 
Gerecht ,  bcvandt  mijn  geeft  in  fulckcr 
voegen  ontftclt ,  dat  ick  niet  eenen  rondt 
bedencken  konde,  om  my  daer  van  te  die- 
nen ,  als  alleen  te  fcggen ,  dat  Fcrdinand- 
mijn  getrouwde  man  was ,  volgens  de  be- 
loften dewelcke  ick  feydc  dat  hy  my  ge- 
daenhad.    Hy,  in  deplaets  van  hetfclve 
toeteftaen  ,  deedtnict  anders  als  het  te- 
gendeel  te  bcweeren.  Daer,  indien  hy  foo 
voornchtigh  was  gewceft  om  het  fel  ve  toe 
te  ftaen ,  de  geheele  facck  in  foetigheydt 
fou  afgeloopen  hebben.    Maer  dewijl  hy 
vaftby  het  loochenen  bleef,  heeft  hem 

K.  j  den 


I 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ut  DORTSCHE 

den  Rechter  na  de  gevangkenis  gefonden. 
Soo  als  fy  hem  wech  braghten ,  taften  de 
dienaers  juyft  in  fijnen  fack,  daer  fy  by  on- 
gel uck  een  van  uwe  brieven  gevonden 
hebben,  dewelcke  feer  diende ,  om  hem 
noch  te  meer,  aengaende  debeloften,die  ik 
ieydedat  hy  my  gedaen  had,teoverwinnë; 
nademael  ghyhem  in  den  felven  brief  als 
uytmin-yveroverhaelt  ,en  hem  verwijt, 
dat  hy  voor  gehadt  heeft  my  te  trouwen. 
Ghy  prijft  my  daer  in  over  mijn  gefchickt 
leven ,  en  fchijnt  uweygen  vry igheydt  in 
kleeding  en  in  leven  eenighfins  te  bc- 
fchuldigen.  Defen  brief  hebt  ghy  met  uw 
eygen  handt  gefchreven,  dewelcke  als  een 
krachtige  gctuygc  dient,  om  te  bewijfen  , 
het  gene  ick  vanFerdinand  gefeghtheb. 
Hoe  lullen  wy  uy  t  defen  doolhof  geraec- 
ken?  om  mijn  eer  te  behouden  ,  isons 
maer  eenen  wegh  overighj  ghy  zijt  mijne 
Sufter,  wy  zijn  van  ecnbloet,  mijn  fchan- 
de  is  de  uwe ,  de  uwe  de  mijne ,  indien  wy 
dcfe  gelegent heyt  laten  voorby  gaen  ;  ick 
ben  bedorven  in  mijn  eer  en  aenfien,  in 
tegendeel ,  indien  Ferdinand  my  trouwt , 
blijft  alles  in  fijn  geheel.    Wat  u  belangt , 
ghy  hebt  andere  gelegentheden  genoegh , 
en  die  van  beter  aenfienj  don  Alonfo,onder 
anderen,  eenjongk,  braef  en  Edel  Ridder , 
cn  die  het  erfdeel  van  fijn  vader  boven  het 
hooft  ftaet ,  die  alreedts  ftock-  out  is  *  wat 
w  ilt  ghy  dat  ick  doen  fal?  Ick  ben  in  wan- 
hoop. Ghy  brenger  my  verder  in  als  gy 
r  zijt, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 

Jij 


ARCADIA. 


VU 

"«fó 

4/1 


.  ,jt ,  antwoorde  Del  ie  (haer  met  c 
gramt   gelicht  aenfiendc)  Inoode  on- 
befchaemde  als  ghy  zijt,  dieick  van  nu 
voortaen  verloochene  mijn  Suftcr  te  zijn. 
Doch  het  quaet  fal  mijn  verftandt  niet  ver- 
meefteren,  maer  het  fal  beter  zijn,  my 
tegen  uw  boofheyt  te  kanten  ;  packt  u  van 
hier  ,  ick  heb  geen  aenlien  meer  van  bloct 
of  macghfehap  omtrent  u,  uw  eer  is  de 
mijne,noch  uw  fchande  de  mijne ;  ick  heb 
genoegh  om  uwfnoode  liften  voor  te  ko- 
men. Ick  verfceckere  u  ,  dat  al  uw  verra- 
deryen ,  en  trouwloolhedcn,  op  uw  eygen 
kop  fullen  komen.    Met  defe  woorden 
begaf  fy  fich  na  haer  Kabinet,  om  haer 
brief  voorden  dagh  te  halen  ;maer  defelve 
ontvouwende,  vandt  niet  anders  als  een 
onleesbaren  brief,  nadcmael  het  poeder  al 
deletters  ten  deelen  opgegeten ,  en  ten 
deelen  foo  mifmaeckt  hadt ,  dat  het  on- 
mooghlijck  was  ,  eenwoordt  dacrvante 
leien.    Del  ie  meende  uyt  haer  linnen  tc 
varen  ,  en  haer  handt  aen  haer  fnoode  Su- 
ftcr te  Uacn  :    maer  defe ,  pooiende  defe 
haer  rechtvaardige  gramfchap  te  (lillen, 
loogh  logen  op  logen,  en  duyde  het  opon- 
wetenheyt  hetgeen  Bartolijn  door  quact- 
aerdighey  t  gedaen  hadt.  Ten  laetften  ,  na 
dat  DelieLamie  duylcntmacl  haerontrou 
verweten  hadt ,  vcynfde  fy  fich  een  wcy- 
nigh  te  bevredigen ,  vrecfendc  dat  Lam  ie 
weder  de  een  of  de  andere  duyvelfche 
vondt  fou  voor  den  dagh  brengen,  om  hec 

K.  4  voor- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


2i4  DORTSCHE 

voornemë  dat  fy  hadt  te  verhinderé.Dicn 
dagh  aldus  als  in  ftilheyt  doorgebraght 
zijnde,  befloot  Delie  haer  voornemen  uyt 
te  voeren.  Sy  nam  een  kleet  aen,  het  geen 
watfediger  was ,  als  dat  fy  gewoon  was 
te  dragen,  en,alleen  met  een  dienftmaeght 
verfeit,  gaetbyFerdinand  in  de  gevang  - 
-  ken  is',  dieby  na  half  doodt  was ,  door  dit 
overval.  Sy  vertelde  hem  van  ftuck  tot 
ftuck ,  de  verradery  en  geveynftheyt  van 
Lamie ,  en  hoe  al  haer  boosheden  uyt  den 
koocker  Van  den  loofen  Bartolijn  voort- 
quamen,  die  haer  lichaem  foo  wel  als  haer 
geeft  befat ;  wanneer  het  af-zijn  van  ande- 
re, daerfyinhet  heymelijck  medeboe- 
leerde, fulcks  toeliet.  Kortelijck,met  defe 
en  andere  byfor.derheden ,  dewelcke  fy 
Fcrdinand  ontdekte,aengaende  de  onkuis- 
heyt  van  haer  Sufter ,  foo  voeghde  fy  daer 
byde  rechtvaerdige  gramfchap  die  haer 
vervoert  hadt.  Den  gevangen ,  hoorende 
dit  verhael ,  ftondt  t'eenemael  verflagen 
en  verbaeft,  nademael  de  vrienden,  door  de 
welckehy  fijn  verloffing  verhoopte  te  be- 
middelen, t'eenemael  met  het  goet  gevoe- 
len, het  welcke  fy  van  de  fchijnheyligheyt 
van  Lamie  hadden,  ingenomen  waren,  en 
haer  voor  een  wijfe  en  befette  Iongk- 
vrouw  achten ,  en  hooger  als  haer  Sufter , 
wiens  vrye  leven  hen  meerder  oorfaeck 
van  vermoeden  gaf.  Hierdoor  vreefde 
Ferdinand ,  dat  fy  feer  fwaerlijck  van  dat 
gevoelen  foudenaf  te  brengen  zijn,  be- 

hal- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCAfiTA. 


22  f 


hal  ven  dat  fy  doorhunne  redenen,  de- 
welckc  fy  tot  achterdeel  van  Delie  had- 
den by  gebraght,  hem  by  aja  foo  verre  ge- 
braght  hadden,  dat  hy  bykans  hadt  toege- 
ftaen  Lamiete  trouwen!  Hierdoor  was 
hetdatDelie  het  onthacl  van  hem  niet 
kreegh  dat  fy  verwacht  hadt,  foodanigh 
was  fijn  geelt  met  de  valfchc  drcygemen- 
ten  van  de  andere  zijde  ingenomen.  Op 
defe  voorflagen,dewelckc  Delie  hem  deed, 
om  het  voornemen  van  haer  Sufter  te 
ftuyten  ,  vraeghde  haerFerdinand  onder 
anderen,  waer  den  brief  was ,  die  hy  haer 
gegeven  had  ?  fy  ontftak  hierover  in  haer 
aengeficht,  en  gaf  hem  geen  antwoort  op 
fijn  vrage ;doch cyndelijck.als  haerFerdi- 
nand drong  te  ieggen ,  wat  fy  daer  mede 
hadt  gedaen,  bekende  fy  oprechtelij  k,  wat 
van  de  faeck  was ,  en  hoe  haer  Sufter  haer 
bedrogen  hadt,  en  dat,  om  een  verklaring 
die  hy  gedaen  hadt ,  te  anti-dateeren  en  te 
voor-fchrijven  j  Bartolijn  daer  een  poeder 
opgeftroyt  hadt ,  die  hetgchcclc  gefchrift 
te  fchandegemaeckt  hadt:  gelijck  fy  hem, 
met  het  ontvouwen  van  den  brief,  de 
waerheydt  daer  van  toonde.  Ferdinand 
erkende  evenwel,  hoe  feer  de  letters  mif- 
maeckt  waren,  cenigen  treek  van  fijn 
fchrift.  Hy  vertoornde  fich  een  weynigh  , 
om  dat  htm  Delie  lbo  weynigh  hadt  ver- 
trouwt,  als  fich  door  de  bcdricgery  van 
haer  Sufter  te  laten  afleyden:  gevende  haer 
eenige  koele  antwoorden,  wanneer  Delie 

K.  ƒ  hem 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


n6  DORTSCHE 

hem  badt,  haer  een  ander  te  willen  geven; 
evenwel  nam  hy  de  penne  in  de  handt,  en 
gaf  haer  het  gene  dat  fy  van  hem  ver- 
Tocht  ,  op  voor waerde,  dat  fy  hem  de  uure 
foute  kennen  geven,  wanneer  Bartolijn 
gewoon  was  Lamie  te  komen  befoecken. 
Hetwelcke  Delie  gewillighhjck  gedaen 
heeft,  nademael  de  gramfchap  en  wraeck- 
fucht  de  nature  in  haer  overwonnen  had  „ 
om  die  van  Ferdinand  te  voldoen:    Hiet  1 
mede  fcheyden  defe  twee  lievers ,  en  Fer- 
dinand ontboodt  terftont  fijn  geheymfte  t 
en  nacfte  vriendé,en  gat  hen  al  defe  by  fon-  , 
derheden  te  kennen.  Sy,  ten  hooghlkn  I 
overfulcketreecken  verbaeft,  beloorden 
hem,hun  naerftigheyt  te gebruyeken ,  en  | 
op  re  paflen ,  om  Lamie  te  betrappen ,  bc- 
neffens  haer  boel;  het  welck  hen,  door  toe  ■ 
doen  van  Delie ,  geluckte  ->en  alfoo  wierdt 
Ferdinand  van  fijn  gevangkenis ,  en  den 
evfch  van  Delie  ontüagen ,  en  denboolen 
handel  van  dele  geveynfde  bekent  ge- 
maeckt.  Ferdinand  aldus  in  vryheyt  zijn- 
de ,  liet  eenige  dagen  voorby  gaen ,  fonder 
bliicktctoonen ,  veel  wereks  van  Delie  te 
maken,  hoewel  hy  haer  meer  beminde  aft 
oyt.  Onderumchen  veranderde  iy  haer 
prachtigh  gewaedt,om  de  werelt  alle  ge- 
leeentheydt  van  cmaetfpreecken  te  bene- 
men. Ferdinand  ichepte  ten  alderhoogh- 
ften  ÓX2T  fijn  genoegen  in ,  fiende  dat  ij , 
o  tn  hem  te  behaegen,haer  pracht  afley de, 

het  welckc  hem  deedt  befluy ten ,  fij  n  be- 
loften 


ma*? 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA 


217 


r$t:|  Joften  te  volvoeren.  Hy  dan,op  dit  befluyt, 
s  gaf  haer  fijn  trouw  eneedt ,  aen  de  voet 
E  van  den  Altaer ,  met  gemeene  toeftant  van 
ibeyde  hun  verwanten. MaerLamie,fich  al- 
foo  in  hacr  hoop  bedrogenen  het  oogh  van 
de  ganfche  werelt,en  een  fpot  van  de  Stadt 
Madrid  ziende,  geraeckt  door  een  oprecht 
•  *)  leetwefenoverhaerfnoodtbeftaen,  verliet 
lilde  werelt,  om  in  een  vandegeftrengftc 
.  kloofters  te  gaen,diebinncnMadrid  waren, 
•i  daer  fy  het  overige  van  haer  leven  in  alfoo 
veel  droefheyt  en  treuren  over  braght,  als 
fy  het  voorgaende  in  gcveynftheyt,gefto- 
:i:  len  dartelheden  ,  en  fnoode  bedriegcryen 
pegonnen  hadt.    Wanneer  Lydamas  lijn 
verhael  ten  eynde  gebraght  had ,  was  het 
hecht  tijdt  om  llaepen  te    gaen,  een 
ó  yder  dan,  vergenoeght  van  de  voldoening 
van  Lydamas,  en  mifnoegt  tegen  de  fnoo- 
de Lamie ,  begeeft  fich,  na  malkander  de 

fewoonlijcke  toewenfehing  gedaen  te 
ebben,  na  fijn  kamer. 


K  6 


HET 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


>»8 


DORTSCHE 


Het  IIII.Boeck. 

:En  ouden  Periander  liet  fich 
des  anderen  daeghs ,  na  fijn 
gewoonte ,  van  de  Sonne 
op  fijn  bedde  niet  befchij- 
nen,  maer  begaf  fich  al  met 
hetkriecken  vandendagh 
in  fijnen  Hof  ,fondcr  ander  gefelfchap,  als 
een  boecxken ,  en  het  vermaeck  van  fijne 
aendachtigheden.    Hy  had  nauwelijcks 
een  keer  of  dry  door  den  tuyn  gedaen ,  of 
hy  fagh  den  dienaer  van  Euftacchio  uyt 
fijns  Heeren  kamer  komen.Periander  nep 
hem  terftondt  by  fich ,  en  defe  by  hem  ge- 
komen zijnde,  vraeghde  hem  den  ouden 
Heer  na  fijn  Meefter,  hoe  hy  fich  bevandt, 
en  hoe  hy  dien  nacht  geruft  hadt.  De 
dienaer  feyde  dat  het  tamelijck  met  de 
pijnende  wonde  was,  dat  hyden  voor- 
nacht feer  wel  en  geruftelijck  geflapen 
hadt,  tot  drie  uurentoe,  dathy  fich  nu 
over  eynde  in  het  bedde  met  lefen  befigh 
hielt,  alfoofulcks,  oock te huys zijnde, 
zijn  dagelijckfche  gewoonte  was.  Indien 
'kk  verfeeckert  was ,  berechte  Periander 
hem,. geen  ongenoegen  te  fullen  aenbren- 
gen,  ick  fou  my  de  eer  van  fijn  aenfpraeck 
geven.   Ick  twijfel  niet ,  antwoorde  den 
dienaer,  of  fulcksfal  mijn  Heer  feer  aen- 
genaem  zijn ,  nademaei  fijn  flapen  al  lang 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


.  ARC  A  D  I  A.  lip 

gedaen  is.  Periander  begeeft fich  met  ee- 
nen  na  binnen,  en  vindt  Euftacchio,  ge- 
lijck  dendienaergefeght  hadt,  al  lefende. 
Hem  den  goeden  morgen  gewenfcht  heb- 
bende , vraeghde  hy  hem  ,  waer  mede  hy 
foo  vroegh  fich  felven  befigh  hield.  Ick 
hebbe,  antwoorde  Euftacchio  ,  mijn  die- 
naerditboeck  van  die  kafle  doen  langen , 
en  een  goede  wijl  mijn  onderhoudt  daer 
mede  gehadt.  Pcriander  het  fel  ve  inde 
handt  genomen  hebbende,  fagh  dat  het 
een  van  de  deelen  van  het  Treur-tooneel 
was.  De  Schrijver,  vervolghde  Euftac- 
chio, heefteen  groote  miflagh  begaen, 
dathy  onder  al  defe  merckelijcke  voor- 
beelden, dat  vanLodovicoSforza,  Har- 
togh  van  Milaenen,  daer  niet  by  gevoeght 
heeft,  alfoo  detijdt  met  defe  jaren  wel 
over-een-komt ,  te  meer,  dewijl  ick  fie , 
dat  hy  in  de  twee  voorfte  gefchiedenuTen 
al  vry  meer  te  rugge  daelt.  MifTchien 
heeft  hy  geoordeelt  het  fel  ve  met  fijn  pro- 
fefsie  of  ftoffe  van  fchrij  ven  niet  wel  o ver- 
een- tc-komen,antwoorde  Periander  %  alfoo 
ick  geloof  fijn  voornemen  is ,  alleen  van 
die  Vorften  te  fpreecken  ,  die  door  een 
geweldige  doodt  een  eynde  van  hun  leven 
gemaeckt  hebben }  of  dat  mifTchien  de 
ftofïb  niet  omftandelijck  genoegh  is  om 
de  plaets  te  verdienen.  Buy  ten  twijfel, 
antwoorde  Euftacchio,  alfoo  het  een 
van  de  voornaemfte  voor-vallen  van  die 
tijdt  is  geweeft,  al  waer  het  maor  ter 

&  7  oor- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1JO       DORT  SC  HE 

oorfaeck  van  de  over-een-komftdicdiea 
ongel  uckigen  Sforza  roet  Tiberms  ge- 
haat heeft,  daer  de  Schrijver  een  leer 
aerdige  vergelijckingover  gemaccktiou 
konnen  hebben  j  want  voor  eerft :  Augu- 
ftusgeftorvcn  zijnde,  quam  Tiberius  in 
V«gc-  het  Rijck,  die,  om  het  felve  te  verfeecke- 
ren  ,  terftondt  Pofthuraus  Agrippa ,  die  de 
navolging  met  recht  toe  quam,  heeft  laten 
Tibe-  doodcn.  Lodovico  Sforza.  mede  alfoo  m 
rius    het  gebiedt  van  Milaenen  ingedrongen, 
en  Lu-  doet  oock  GiovanGalcazzo,  den  waren 
d?vic0  Erfgenacm ,  ombrengen.    Tiberius  be- 
„      vai^t  fich  in  twijfel,  om  dat  Auguftus 
*     den  jongen  Agrippa  hadt  geweeft  befoec 
tth     ken,  dat  hy  hem  Keyfer  fou  hebben  willen 
ÏÏl    maecken.   Lodovico  van  gel  ij  eken,  orn 
Mal-  datKarel  de  achtfte  Giovan  Galeazzo  hadt 
ferzi.  Defocht,  vreefde  dat  hem  dien  Koningk 
Hartoghvan  Milanenfou  hebben  willen 
maecken.  Tiberius  wilde  toonen  en  voor- 
dellen, als  washy  van  den  Raedt  tot  die 
waerdighcyt  gekooren ,  en  niet  door  fijn 
fchclmery ,  en  loosheydt  van  fijn  moeder  j 
Livia  ingedrongen.  Lodovico,  op  de  felve 
wijfe,  wilde  hetoock  een fchijn geven, 
als  ware  hy  door  het  volck ,  tot  voordeel 
van  den  (tact,  en  niet  door  fijn  rabauwe- 
ryen,  daer  toe  gekomen.  Tiberius  veynl- 
dehet  Rijck  niet  te  willen  aenvaerden; 
lbo  deedt  oock  Lodovico.  In  een  faeck  al- 
leen verfchildcn  fy  te  wijdt,  namenthjek, 
dat  Lodovico  foo  lang  vertoefde  met  het 

om,- 


V 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


•^9 


.JJf 


ARCADIA»  ||| 
ombrengen  van  lijn  Neef  Giovan  Galcaz- 
zo,dat  hy  tot  uytvoering  van  het  fel ve  den 
Koningk  vanVranckrijck  in  de  armen  ne- 
men moft,tot  fijn  uyterlijck  verderf  en  on- 
dergangk  :  daer  in  tegendeel  Tiberius  foo 
haeft  niet  tot  het  Rijck  gekomen  was ,  of 
hyfocht,door  het  ombrengen  van  Agrip- 
pa,  fijn  ftoel  en  ftaet  te  verfeeckeren : «  ant 
foo    leggen  de  woorden  van  Tacitus. 
Prïmum  facinus  novi  principatus fuit  Pojihumi 
Agripp*  Cades  :  quem  ignarum  ,  inermemque 
quamv'u  frrnatus  animo  ce  nturio ,  agreconfe- 
cit.    dat  is :  Het  eer (He  [luck  vjereks  van  Jtjn 
nieu  verkregen  Kejfer-rijckywas  het  dooden  van 
Pofthumus  aAgrïppa  ,  dewekke,  hoe  onhmd'igh 
en  ongewapent ,  een  Hopman  niet  Jortdcr groott 
moe)  ten  heeft  kontien  apnaecken.  Want  Tibe- 
rius liet  fich  fclven  duncken ,  fijn  Rijck , 
foo  lang  Agrippa  leefde ,  niet  geruftelijck 
tefullen  konnen  befitten ,  wetende,  dat 
zijnde  de  rechte  af-komft  van  Tiberius 
naerder  daer  toe  als  hy ,  die  een  woed  en 
bceftachtigh  menfeh  was,  defelve,  foo 
menighmael  als  'er  eenige  onluft  tuffchen 
hem  enden  Raedt  of  hetVolck  ontftondt, 
dien  Jongclingk  terftondt  deneerjftcn  toe- 
vlucht vandenRaedt  en  de  Gemeente  fou 
zijn.  Behalven  dat  Agrippa  ,  zijnde  onbe- 
dacht en  van  weynigh  oordeel ,  te  lichte- 
lijcker  het  een  of  het  ander  fou  hebben 
derven  beftaen ,  ali  die  geen  vrees  voor 
eenigh  gevacr  hebben  fou.  En  wacrhjck 
foodanige  lieden  zijn  het  die,  hoewel 

Èuiy- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


V 


1 JK.- 

1  pG 

ft  i 
i  m 


23i  DORTSCHE 
buytcn  ftaet  en  bediening  zijnde,  evenwel 
moeten  gevreeft  worden,  gelijck  Pompo- 
nius  geen  kleyne  vrees  voor  Titus  Man- 
liushadt:  als  tivius  feght  :  &quodhaud 
minus  timendttm  erat,Jiolide  ferocem  yirïbm 
fuis  cerneret.  dat  is:  En  hetgeen  niet  minder  te 
vree/en flondt,dat  hy  hem fagh  onbedachtelijck 
rwoeji  op Jijn  krachten.  En  fëeckerlijck  defe 
felvevondt  van  Tiberius  wordt  meeften 
tijt  van  foodanigeVorften  gebruyckt,in  al 
diergelijcke  verandering  van  faeckeni 
komende  de  ftaet  van  het  eene  gedacht 
tot  het  ander ,  dat  de  ingedrongenen  ter- 
ftontde  (lamme  van  hun  voorfaten  t'eene- 
maelpoogen  t'onder te  brengen,  gelijck 
als  voor  hen  niet  mogelijck  zijnde,  fonder 
het  felve ,  in  ruft  en  vrede  te  leven.  Ge- 
lijck de  Romeynen,  fob  lange  het  gedacht 
van  deTarquijnen  niet  geheel  uytgeroeyt 
was,  in  geduurige  onruft  en  oorlogh 
moften  blijven.  En  dit  is  een  van  de  rede- 
nen, waeromme  ick  geloof,  dat  het  beftaen 
van  Marcus  Brutus  tegen  Iulius  Caefar, 
fiilck  een  goet  gevolgh  niet  heeft  gehadt , 
als  dat  vanLucius  Brutus  tegen  deTar- 
quijnen, voor  foo  veel  defe  laetfte  niet  al- 
leen een  geflacht,  macr  alles  wat  den  p 
naem  van  Tarquinius  droegh,  trachte  uyt  J  f  - 
te  roeyen  j  daer  Marcus  Brutus ,  de  boom  j  < 
ter  neder  vellende,  den  wortel  over  gela- 
ten  heeft ,  uyt  dewelcke  A uguftus  voort-  J  *t> 
gefproten  is,  dewelcke  fijn voedtfel  foo  j 
welbeftedc dat  hy  in  het  korte  een  foo-  m 

da- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  zu 

damgenboom  wierdt ,  diediegecne,dle  de 
ielveiou  hebben  willen  afhouwen,  mee 
lijn  val  fou  verdruckt  en  verplettert  heb- 
ben. En  daerem  is  het  dat  men  Egypten , 
Cappadocia,  Syria,  Macedonia,Bitmnia  foo 
menighmael  van  Koningen  heeft  fien  vcr- 
i  anderen,  nademael  de  regeerende  rtamme 
!  die  van  fijn  voorfaten  niet  t'ecnemael 
a  heeft  konnen  of  willen  vernietigen  En 
i  daerom  wordt  Bardanus  by  Tacitus  be-  Vcr-e- 
ftrafr,  dewelcke,in  de  plaets  van  Gotarzes,  kjkfng 
•  lijn  voorfaet,  re  dooden ,  fijn  tijdt  met  het tuf- 

belegeren  van  een  Stadt  verliefen  en  door-  ™** 
■  brengen  gingk,  Met  oorlof,  Heer  Euftac-  Z?' 
t  chio,antwoordePeriander,  dat  men  het  en  L. 

quaet  gevolg  van  Marcus  Brutus,  omtrent 
3  het  dooden  van  Caefar,  alleenigh  het  fpa-  Bru* 
ren,  van  fijn  gedacht  fou  toefchrijven , lus' 
:  Jou ,  mijns  oordeel ,  veel  gewichtiger  be- 
i  iangen  voorbygegaen  zijn  : want,  voor 
,  eerft,  hetwerek  dat  Lucius  Brutus  tegen 
deTarquinij  beftont,  wiert  door  dry  voor- 
rende faecken  feer  geftut;  als  eerftclijck  , 
ioorde  inftellingen  van  Romulus  felve, 
lewclcke  in  fich  felven  meer  ftreckten 
>m  de  vryhey t  te  beveiligen  ,  als  de  macht 
ivan  een' alleen,  gelijck  wel  te  bewijfen 
fou  zijn.  Ten  tweeden,  door  de  bcquacm- 
ïeydt  van  de  borgeren  en  den  Staetfelf, 
:dewelcke  nu  foo  ver  in  krachten  en  rtcrek- 
te hadden  toegenomen  (als  zijnde  nu  buy- 
ten  hare  kindtsheydt ,  en  tot  hooger  jaren 
geklommen)  datfynu  machtigh  waren 

fich 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


fich  fel  ven  te  befticren ,  en  die  van  een  an-i 
der  niet  van  nooden  hadden.    En  ten  dar« 
den,  door  de  moetwillighey  t  en  ongebon- 
dentheyt  van  deTarquinij.  Aen  de  andere 
zijde  zijnder  oock  dry  voorgaende  din- 
gen ,  die  de  daedt  van  Marcus  Brutus  ver- 
kentert en  ongeluckigh  gemaeckt  heb- 
ben.   Het  eerfte  is ,  de  Heerfchappy  van  i 
Cinna,SylIa,l>ompeiüs,  enCrauus,de- 
welcke  alrcets  de  Stadt  gewoon  gemaeckt  \ 
hadden  het  gebiedt  van  een  alleen  te  kon-  i 
nen  verdragen.  Het  tweede  was^e  onvol- 
maecktheytder  Borgery  en  de  Stadt ,  de 
welcke  van  fchoon,  gelijck  fy  ecrtn.au 
geweeft  was ,  nu,  door  quade  gewoontei 
en  manieren,  met  allen  afgrijflehick  ge 
worden  was.   Het  darde  was,  de  lacht 
moedighey  t ,  en  uy  tfteeckende  goedertie 
rentheyt  vanGdar  felve,  waerdoorh*  I 
het  eemoet  van  het  gantfche  vo  ck  vol 
komentlijckaen  fich  verbonden  had  lot 
datinplactle  van  Romulus  inftellingen 
ftreckendenadevryheyt,  die  van  Marm 
en  anderen  meerder plaets grepen, ftrec 
kende  na  de  dienftbaerhey  t.  Willen  wy  n> 
vorders  fpreken  van  die  dingen,  dewelck 
mede  gaende  zijn  ge  weeft.    Dry  dingei 
waeren  het  beftaen  van  Lucms  Brutus  te 
gen  Tarquinius  gunftighen  vorderlijck 
eerfteliick  het  fchenden  van  Lucretia,  he 
welcke  alleen  genoegh faern  was ,  als  zijn 
de  een  algemeen  en  publijck  gevaer,  d 
gantfche  menighte  op  de  been  te  helpen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  Jff 

*ehjck  Virginius,  fpreeckende  tegen  Ap- 
>ius  Claudius,  dewelckc  fijn  dochter  hadt 
:  billen  fclicnden ,  defo  woorden  aen  of  te- 
ren het  Volck  gebruyckte.  Mis  quoqueenim 
jJias,forores,  Conjuges  elje.feciquo  impunitior 
it ,  eo  eff'renatiorem  fore  ,  aliena  cahrmitate 

■  locumentum  datum  iflis,  eavenda  fimilhinju- 

dat  is  ,  Sy  hadden  oock  hun  Dochters  , 
'"■u  fiers  en  Huyfvrouiuen ,  tn  hutten  fuif  keen 
-  ■  (ten  ongejlraft  bleef,  fou  het  felve  mier  die- 
'en  om  de  foodanigete  ongeborJener  temaec- 
en  ,  doch  dat  hen  nu  door  eens  anders  ongeval 
lc  lei  ring  gegeven  wasyd<ergelijcke  verovgehje- 

■  •jng  te  ontgaen.  Het  tweede  was,  de  ge- 
Jechtige  vyandtfehap  vanLucius  Brutui 

egen  Tarquinius.  Het  darde  was, de  daet 
iet  volck  bekent gemaeckt  te  hebben  | 
'net  hen  de  redenen  ooriacckaen  te  wij- 
en,  vaeromroe  men  de  faeck  beftondt,  in 
roegcn  het  lel ve  mede  dcclachti^h  aen 
lle  t'famen-fweering  zijnde ,  noot&cke- 
•:  ijck  rooi)  helpen  uytvocren  ,  cn  deel  aen 
iet  gevaer  hebbende  ,  de  hant  tot  het  laet- 
tc  toe  dacr  aen  houden.    Het  ichenden 
ian  van  Lucretia.gaf  de  t'Lmi en i weering 
»ujn  verwe,  het  gerechtigh  mifnoegen 
'anBrutus,  dcedt  den  aenvanger  lof  en 
rijs  verdienen.de  kennirte  van  het  volck, 
•rock  haer  mede  tot  deiacck ,  en  maecktc 
uytvocring  te  lichter.    Maer  omtrent 
faeck  van  Marcus  Urutus  tegen  Ca:far, 
inderden  hen ,  de  geduurige  gunden  en 
Idadcn  van  den  Pi  in;,  bencÖcns  die 

gene 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


*;6  DORTSCHE 

gene  die  Brutusfelf  ontfangen  hadt,  enl,11 
hem  niet  minder  als  met  de  alderhooghftej11 
ondanckbaerheyt  konden  brantmercken.? 
Ten  tweeden  de  onkunde  van  het  volck  J 
zijnde  de  moordt  felf  in  den  Raet,  buytefll 
hun  kennifle  gedaen .   En  daer  de  fchenj ' 
ding  van  Lucretia  het  verdrijven  van  de 
Tarquijnen  een  verwe  gaf,konde  de  gunftf 
en  goedertierentheyt  van  Caefar ,  niet  an4 
ders,  als  de  quade  betrachting  der  t'famenj 
fweerders  ontdecken.  Willen  wy  vorder» 
het  ooge  op  de  gevolgen  flaen,  foo  is  'eij 
geen  twijfel  aenof  wy  lullen  daeroockt 
ftrijdigheden  vinden :  want  voor  eerft,  hei ! 
geen  aenftonts  aen  de doot  der Tarquijner f 
gevolght  is ,  was  het  verlichten  van  het 
volck,  enbetfelve  van  alle  overvloettdo 
beforgen ;  op  dat  het  daer  door  de  nuttig 
heytvan  haervryheyt  moght  bekennen 
Het  tweede  was  het  doodenvande  Ede 
len,  dewelcke  aenhangfelen  vanTarqui 
nius  waren ,  op  datfe  geen  vernieuwing 
foüdcn  komen  te  docn.Het  darde  fou  mer 
het  vernietigen  van  het  gellacht  van  d< 
Tarquijnen  (daer  mijn  Heer  van  gefprok» 
heeft)  mogen  ftellen :  zijnde  de  gevolget 
van  de  doodt  van-Caefar  t'eenemael  ftrijc 
digh  :  want  eerftelijck ,  alhier  Antoniu» ' 
lefende  ineen  feer  heerlijcke'aenfpraecli 
de  Uyterfte  wille  van  Caefar ,  in  de  welckè 
hy  het  volck  een  groot  gefchenck  ghe* 
maeckt  hadt,  deedthet  felveaenftondtó 
Wckennen,  hoe  veel  nutter  hen  dien  Tyrar 

wrm 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  a37 

»ras.  Ten  tweeden ,  wierden  hier  de  acn- 
iiangfclen  in  het  leven  gelaten.  Ten  dar- 
iden,daermcn  in  den  eeriré  aenvang  Heyr- 
gegers  beitelde,  om  hetgehcelcgcflagt  der 
irarquijncnuyttcrocycn,  op  dathetfcl- 
vc  fichnict  weder  meefter  van  Romen  fou 
omen  te  maken ,  wierden  hier  in  tegen- 
eelAuguftus  Oorlogsmachten  befchafr, 
m  fich  des  te  beter  meefter  van  het  Rijck 
konnen  maccken.  Dit  zijn  de  redenen  , 
n  belangen ,  die  my  dunckt  dat  beyde  dc- 
aenvangfelen  foo  vcrfchillende  maken, 
venwel   wat  aengact  het  uyt- roeyen 
n  verwoeden  van  het  gantfehe  gcflacht 
3cr  voorlaten  ,  fou,  in  het  algemeen  geno- 
men, niet  Tonder  1'metto  van  goddeloof- 
eyt konnen  doorgaen.  Indien  wy  lpreec- 
en  vancenighChriftcn  Prins,  die  de  flact  Hoe 
an  eenigh  ander,  die  vyant  van  den  Chri- 
'Itelijckcn  Godtfdicnft  is ,  komt  intcne-  in 
men,  fou  defelve  het  uyterfte,  omtrent  het  over- 
erdelgen  van  dit  gcflacht,  mogen  acn-  win- 
angen   en  beftacn ,  voor  lbo  veel  als  t]l"° 
y  hartneckigh   by  hun  dwaling  blij- 
i  ven,  gclijckGodtdoot  den  Propheet  Sa-  heeft 
muel  Saul  briefte ,  benen  te  gaen  en  Ama-  t  cgcus 
"  :tefiaen,alhetfijnctevern)oej}en,  en  hem  dcn 
iet  te  [paren ,  oock  vtets  <van  fijne  goederen  te  vcr"  - 
egecren  ,  inner  alles  te  doo  ien  tot  de  vrouwen  , 
nderen ,  ja  de  fuygclmgen  toe,  M  ACr  i  ndicn 
y  vaneen  Chriltcn  Prins  willen  hande- 
en,  die  van  een  ander,  die vandcfelvc 
odtiiiienft  is ,  de  flact  met  gewclt  be- 

mach- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


M$  DORTSCHE 
machtight,  dcfe  heeft  geenfins  tedenc 
ken,  door  dc  doodt  hetgeflacht  van  der 
eerftenen  rechten  Eygenacr  te  vernieti 

fenj  het  welcke,  behalven  dat  het  een  on< 
etamelijck  doen  van  een  Chriftcn  foi 
zijn,  eerder  fchijnt  een  vinding  yand( 
foodanige  te  zijn,  die,  willende  in  hun 
fchelmeryen  leven  en  voortgaen,  allee- 
nighpoogen  alle  toom  en  teugel  wecli 
te  nemen.  Daer  en  tegen,  indien  fic  heet 
Vorft  goedertieren  tegen  fijn  onderdanen 
draegt,  hen  als  kinderen,  en  niet  als  flaver 
handelende,  niemandt,wie  hy  oock  zy,  U 
vreefen  heeft.  En  daerom  was  het  dat  den 
Roomfchen  R.act,  hebbende  de  Tarquij- 
nen  verdreven,  fich  voeghde  tc  regeeren 
meer  als  Vaders  van  het  Vaderlandt,  als 
anderfins,  het  welcke  fonder  twijfel  heni 
veel  geholpen  heeft,  gelijck  uyt  het  ge-; 
volghgenoeghfaem  gebleken  is.    Ia  het 
is  menighmael  beter,  defe ,  van  dewelcke 
men  het  Rijck  genomen  heeft ,  te  ceren , 
en  een  gedeelte  van  hun  ftaet  te  laten ,  om 
het  overige  met  geruft heyt  te  befittcn. 
Gelijck  Cyrus  wijflblijck  gedaen  heeft, 
dewelcke,  hebbende  Lydia  bemachtighfi 
enCrefus  daer  van  berooft,  die  daer  te 
vooren  Koningk  van  wasgeweeft,  hem 
voor  al  een  gedeelte  van  fijn  gebiedt  gela- 
ten heeft,  en  een  Stadtom  tebefitten.  Êti 
wacrlijck  indien  hy  andere  wegen  hadt 
ingegaen,  hy  hadt  het  lichtelijck  alle* 
verloren.   Daerom  feght  Iuftinus :  Crtefo 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  239 

ï 0  vita  &  patrimor.ij  panes  & urbs  Baret , 
»  concejja  ƒ  unt,  in  qua  etfi  non  Rjgiam  vitam 
:  ft  tarnen  <ff  proximam  s^eght  Majeflati  degc- 
*nt.  dat  is  :.  Crefus  7(1  jn,  beneffens betle- 

.  ,  n  ve 

%de 


—  j  m     j  j         —  IJ  -  -   -  w      •  m 

ven  ,  fijn  gedeelten  van  fijn  vaderlijcke  U- 
[fittingen,  tn  de  Stadt  Barce  toegeftaen ,  m 
mde  welcke  hy ,  indien  geen  Kpninckli)c\le* 
,0  ven,  ten  minfien  een ,  het  welcke  aen  de  Ko- 
» ninckfijeke  Majefieyt  de  naefte was ,  geleeft 
>nbeeft.  En  vervolgende  toont  hy  de  nut- 
| itigheyt  van  dat  btfluyt ,  feggende :  Hac 
^dementia  non  minus  vitlori  quam  vitlo  utilis 
\\\fuit.  Quippe  ex  univerfa  Gracia ,  cognito 
>WjUod illatum  Crcefobeüum  e/Jet ,  auxilia  vt- 
-.wluti  ad  commune  extinguendum  incendium  , 

•  vconfluebatit.  Tamus  Crafi  amor  apud  om- 
:%ties  urbes  erat ,  ut  paffurus  Cyrus  grave 
:\*beUum  Grxci<efuerit ,  Ji  quid  crudelius  in 
^.Crccfumconfuluiffet.  dat  is:  Defe  facht- 
•^tnoedigbeytis  niet  minderden  ovcrwinnaer > 

•  Xuls  den  overwonnen ,  nut  en  vorderlijcl^  ge- 
M treeft .  Want  bekent  pijnde  dat  Crefus  den 

)Qorlogb  acngcdaen  nuts,  is  van  alle  kanten 
lMderflam,gcltjc}^als  om  eengemeene  brandt 
''•  \tc bluffende  (amen gevloevt :  want  foodanigb 
swas  de  hef  de  die  al  de  Grkckjcbe  fleden 
ICrefus  toedroegen,  dat  Cyrus  een  fwaren 
)oorlogb  foubebben  moeten  u\tf\aen ,  indien 
'hy  wreedelijcl^met  Crefus  gi  b.mdelt  badt. 
1  Indien  de  Koningk  van  Vranckrijckop 
defe  wijfe  gehandelt  hadt ,  wanneer  hem 

Fer- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


140  DORTSCHE 
Ferdinandus  van  Arragon  het  Rijck  vanj 
Napels  wilde  opdragen,  indien  hyheml 
Heer  en  befitter  van  Calabria  hadt  willen! 
laten ,  hy  fou  mifichien  het  een  en  het  an«ty 
der  niet  verloren  hebben.    En  waerlijckï: 
hy  hadt  het  felve  behooren  te  doen ,  tenjii 
minften  foo  lange ,  tot  dat  hy  fich  felvenjt  j 
in  het  Rijck  van  Napels  beveftight  enin 
fterek  gemaeckt  hadt,  hebbende daernfci 
tijdts  genoegh ,  die  van  Arragon  weder;; 
uyt  Calabria  te  helpen.  Als  David  gedaen  J 
heeft ,  dewelcke  nam  de  helft  van  SauM 
goederen,  dewclckehy  Mephibofethge-i 
gegeven  had,  en  gaffe  Siba  fijnen  dienaer,^ 
uyt  vreefe  d3t  de  felve  na  fijns  vaders  I: 
Rijck  ftondt.  Waer  over  Procopius  alfoot 
van  hem  fegt ,  dat  hy  fulcks  gedaen  hadt: 
Vtfubftantiamminuens ,  animumipjius  deji- 
ceret ,  ne  Regnum  nffeBaret ;  alias  enim  iUum\ 
qui  adverfus  dominum  fuum  mendacium  dixe» 
rat ,  quempunire  pot'ms  debebat ,  nequaquam 
participem  cum  eofeciffet .  Op  dat  hy ,  <vermin-\ 
derende  Jijn  middelen ,  Jijnmoet  oockvermin- 
deren  en  ter  neder  werpen  fou ,  op  dat  hy  na  het 
Rijck  niet  fou  trachten }  anders  foude  hy  hem , 
die  alreeats  tegen  Jtjn  Heer  gelogen  hadt ,  en 
dewelcke  hy  eerder  had  behooren  te  jlraffen , 
geenfms  met  hem  declachtigh  gemaeckt  hebben, 
Alexander  de  groote ,  wanneer  hy  tegen 
Koningen  die  verre  vanMacedonia  gele- 
gen waren  oorlooghde ,  pooghde  niet  al- 
leen ,  wanneer  hy  hen  overwonnen  hadt , 
hun  (lam  geheel  uyt  te  roeyen,  maerhet 

geen 


V 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  24, 
i^cen  meer  te  verwonderen  is ,  gaf  de  Ri  jo 
tken  weder  aen  die  hy  defelve  ontnomen 
ttad.  Waerlijck  een  groote  en  alle  Princcn 
-toetamehjeke  Edelmoedighcydt,  die  een 

vderVorft,infoodanigegevallen,behoort 
$.e  gebruyeken ,  wanneer  fy  met  weynigh 
«cnoeyten  ver  afgelegene  volekeren  ,  die  in 
'vijle  van  leven,  in  wetten,taJcn,  en  ander- 
ms  van  hen  verfchillen ,  overwinnen ;  en 
ies  temeer,  wanneer  fy  oorlogen  meer 
uy  t  begeerte  tot  roem ,  als  aertfche  goede- 
en;  altoos  is  het  veel  beter  door  middel 
an  fachtmoedigheyt  te  verfceckeren , 
iet  geen  fwaerlijck  door  gewelt  tcbe- 
oudenis.    Macr  evenwel ,  indien  men 
oght  komen  te  vreeièn ,  dat  defe ,  de- 
elcke  voor-heen  Vorft  van  onfe  over- 
onnen  landen  isgeweeft,  daer  in  blijven- 
e,  eenigemuyteryenmoght  komen  aen 
rechten,  is  het  gevoeghlijck  hem 
feigh  gebiedt  in  andere  geweften  toe  te 
'ggen;  gelijck  Cyrus  medegedacn  heeft, 
:wclcke  de  Meden  overwonnen  ,  cn 
ftiages  van  lijn  Rijck  berooft  hebbende , 
emindat  Rijck  niet  gelaten,  macr  het 
biedt  over  Hyrcania gegeven  heeft;  en 
iewel  luftinus  feght ,  het  fclvegefchiet 
szijn,  om  dat  Aftiages  niet  weder  na 
•leden  wilde  keeren,  is  evenwel  mijns 
jordcels  waerfchijnelijckcr,  dat  Cyru* 
aleks  gedacn  heeft ,  om  dat  hy  v  reefde , 
it  hy,diealreedts  de  doodt  van  fijn  Neef 
Vordert]  hadt,  omiich  in  het  Rijck  te 

L  hou- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


242  DORTSCHE 

houden,  nu,  daer  van  berooft  zijnde,  niet 
ftil  fou  fitten,  wanneer  hem  gelegenthey  t, 
het  felve  weder  te  krijgen,  voorkomer 
fou  Andere  hebben  noch  andere  midd 
len  gebruyckt ,  houdende  de  foodanige  i 
Koningkiijcke eer  by  fich.  Gelijck  Her 
desdegroote  met  Ariftobulus  enHyrca 
nus  foo  lange  gedaen  heeft,  totdat  fiji 
wreedtheyt  hem  eyndclijck  in  defelve  ge 
dachten  van  veel  anderen  deedt  valler 
Voor  al  evenwel  fou  die  wijfe  van  doe 
van  David  plaets  behooren  te  hebben ,  di 
Sauls  goederen  Mephibofeth,  Soon  van 
jonathan,  gelaten,  en  den  fel  ven  by  fich  in 

froote  eer  en  waerdigheyt  gehouden! 
eeft.    Het  welcke  hem  feer  wel  gelucktj 
is.   Maer  wanneer  aldefe  middelen  te 
fwaerfouden  mogen  khijnen ,  of  ten  in- 
licht van  een  ongeruft  gemoet  in  den 
overwonnen ,  of  door  een  ongemeene  ge- 
negentheyt  van  het  volck  tegen  hunnen1 
ouden  Heer,  foudemen  defelve  na  een 
langkduurige  ballingkfchap  konnen  ver- 
lenden ,  gelijck  den  Paus  in  Bolognage- 
dicn  hecfr.  Maer  wy  hebben ,  mijns  oor- 
deels, genoegh  daer  van ;  waer  is  uw  heer- 
iijkhey t  in  het  lefen  mede  befigh  geweeft? 
Met  de  gefchiedenis  van  de  Koningin! 
Ifabellavan  Hongaryen  ,  antwoorde  Eu-i 
ftacchio.   Hebt  ghy  daer  eenige  aenmerc-| 
kingover,  vraeghde  Periander  ?  Eenige, 
tntwoorde  Euftacchio,  en  voornament« 
lijck  dic,aengaendc  de  Regering  der  vrou- 
wen , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  24J 

wen ,  en  haer  fwackheden  en  misflagen  , 
die  defelve  niet  felden  bcgaen,gclijck  defe 
tegen  den  Cardinael  Martinuzius  geen 
kleyneen  geringe  paflie  of  vrouweJijckc 
i!  drift  getoont  heeft.   Gelijck  oock  Tacitus 
S  feght:  accedere  matrem  muhebrïimpotentia  : 
i  ferviendum  famina  j  waer  mede  hy  fch  ij  n  t 
n  het  vrouwelijck  gebiedt  nietfeer  teprij- 
fen:  hierover  hebbe ick  by  mijn  felven 
overeelegt,  voor  hoe  veel  fy  over  de  man-  Vcr. 
neniouden  mogen  heerfchenj  waerom  hande- 
hun heerfchappy  haetelijck  is;en  hoe  veel  ling 
macht  de  Princen  aen  de  vrouwen  fouden  acn" 
%  hebben  toe  te  ftaen.  M  aer  ick  fie  A  m bro-  dc 
■■)]  fio  beneffens  Lyfander  in  komen ,  waer  gerinCcT 
f  over  het  tijdt  hl  zijn  ons  redenen  hier  der  a 
v<  over  te  eyndigen.    Noch  foo  niet,  viel  Vr°u- 
t  daer  Periander  opm,  wy  hopen  hen  eerder  wcn* 
i  s  te  bewegen ,  benefFens  ons ,  hunne  ooren 
w  daer  toe  te  verleenen ,  ftaende  met  eenen 
J{  op  om  Ambrolio  teontfangen.Maeralfoo 
'ihy  in  fijn  wefen  eenigen  fchijn  van  drocf- 
■)heytgaf,  vandthyfich  genoodtfaeckt  te 
i  vragen  wat  hem  lette ,  en  of  hem  in  lijn 
ihuys  eenigh  ongenucht  bejegent  was. 
'■  IHet  geen  my  bejegent  is,  antwoorde  Am- 
nbrolio ,  fou  noch  uw  huys ,  noch  die  daer 
lin  zijn,  mogen  geweten  worden,  en  komt 
:';alleenighuyt  mijnfelf  voort,  hctzyuyt 
^fwaermoedigheyt,  of  anderfins,  bchalven 
radat  de  faeck  in  lich  felven  nauwelijck  de 
rsbefeffiing  van  een  wijs  man  verdient. 
viHet  geen  macht  heeft  een  wijs  man  te  bc- 

L  z  droe- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


droeven ,  heeft  oock  de  waerdy  van  onfe  1 
befcffiing,  antwoorde  Periander.  Daer-J 
om,  waerde  Heer  Ambrofio,  voor  foo  veel»! 
wyuwe  ruft  beminnen,  maeckt  ons  uw  1 
kommer  of  moeyelijckheyt ,  ofwathetl 
fijn  magh ,  deelachtigh ,  op  dat  wy,  is  het  1 
anders  in  onfe  macht ,  daer  middel  tegen  i 
befchaffen.  Het  is  foo  gering ,  berechte  , 
daer  Ambrofio  weder  op ,  dat  ick  het  my 
felffchame  tefeggen,  enniethoogeral^ 
een  droom  te  achten ,  gelijck  my  defen 
nacht  een  gebeurt  is,  die,  ick  doe  oock  wat 
ick  doe ,  my  evenwel  niet  lacteen  wey- 
nigh  te  ontruften  ï  my  dacht,  vervolghde 
hy,  dat  ick  mijn  broeder,  die  uw  heer 
lijckheyt  wel  kent,  feydc  hy,  fich  keeren 
de  na  Euftacchio,  met  veele  wonden  door 
fteecken ,  half  doodt  in  mijn  armen  hadt  J 
het  welcke  my  fulck  een  fchrick  aen- 
braght ,  dat  ick  daer  door  ontwaeckte ,  jae 
fcheen,  wacker  zijnde,  als  noch  fijn  fuch* 
tentehooren.   Opdroomen,  feydeLy- 
fander,  moet  men  geen  acht  fken.  Sy 
zijn,  voer  daer  Periander  op  in,  nietfeer 
te  achten ,  en  oock  niet  t'eenemael  te  ver- 
d<s  achten.  De  meefte  ontftaen  uyt  de  geftal- 
Jroo   tenis  en  hoedanigheydt  van  ons  bloedt ,  of 
toen.   oock  de  fpijfe ,  dcwelcke  wy  genuttight 
hebben  ,maer  evenwel  zijnder  oock  fom- 
mige ,  voornamentlijck  die  ons  tegen  den 
morgen  aenkomen,  wanneer  de  fpijfe  ver- 
teert, en  de  beweging  van  ons  bloedt  een 
weynigh  geftilt  is,  die  al  menighmael 
'  voor- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


mm 


A  R 


■  C  A  D  I  A.  j4S> 

voorfcggers  van  toekomende  dingen  zijn. 
Gelijck  die  vandenKoningktel'abelge, 
wecft  is,als;ook  die  vanl'harno  en  anderen, 
fonderdat'cr  ontallijcke  van  onle  tijden 
ontbreeckcn,  daer  ick  eenige  van  de  mijne 
wel  derf  onder  reeckenen,  die  door  dc  uyt- 
komrt  wel  getoont  hebben  ,  dat  haer 
voorfeggingen  niet  alle  logmachtigh 
zijn.  Ick  beken ,  antwoorde  Euftacchio , 
dat  ick 'er  weynigh  geloof  acn  geef,  mif- 
fchien  is  het  om  dat  ick  de  ware  oorfaeck 
daer  niet  van  verftae ,  noch  op  wat  wij fc 
defeindruckingenin  ons  gefchieden  ,  als 
die  my  met  natuurlijcke  dingen  Weynigh 
bemoeye.  Degceftige  Rabclais ,  berechte 
daerLyfander  op,  ièght  ,  dat  de  ziele  in 
diergehjckegclegcnthcvdt  de  minnen  oi 
'>  voetfters  flacht,  die,  hebbende  haer  voedt- 
I  fter-kinderen  teruft  geleght,  eninflaep 

*  gebraght,  fich  een  weynigh,  of  in  dc  keuc- 
.31  ken  or  elders,  gaet  vermaecken :  dat  alfoo 
ei  oock  de  ziele,  hebbende  haer  bevolen  pant 
P  nu  in  de  ruft ,  oock  op  defe  wijfe  fich  IA 
r  dc  Goddelijcke  aenmereking  van  boven 

natuinli)ckedingen,als buyten  fich  fclven, 
na  de  plaets  van  haer  af  komft  gaet  rer- 
r  maecken,  ficndcaldacr,  of  ontfangende 
f  door  een  ziellijcke  indrucking  foodanige 
f  dingen  ,  die  met  geen  mcnfchclijcke  oo- 
5  gen  konncngefien  worden.  Die  Exofificho- 
ïjts,  of  buyten-  wandeling  van  dc  ziel,  ant- 

*  woorde  Periander ,  fou  weynigh  plaets 
'     my  grijpen ,  maer  wel  dat  cenigh  goct 

L  3  Genius 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i46  DORTSCHE 

Genius  (vergeeft  my,  indien  ick  te  grove- 
lijck  Philolopheer)  r.ietfonder  deGod- 
delijcke  toelating,  door  een  foodanigen 
invloeyingdiede  ftoffeloofe  wefens  eygen  i 
is ,  foodanige  verborgen  dingen ,  onder 
andere  fomwijlen  oockin  hun  eygen  ge-  ; 
daente,  ons  ziele  mede-deelenj  wy  konnen 
vandiefaecke  niet  als  by  raeming  fpreec- 
ken,  maer  wenfchende  dat  den  goeden 
Hemel  fulck  quaet  van  u  afwende ,  fullen 
wy  uw  Edelheyt  verfoecken,  deel  te  wil- 
len nemen  aen  eenige  ftaetfchc  aenmcro 
kingen,  die  ick  al  met  verlangen ,  uyt  den 
mondt  van  den  Edelen  Euftacchio,  ver- 
wacht.  Van  gantfeher  harten,  antwoordr 
Ambrofio,  en  met  eenen  fich  yder  een 
ftoel  hebbende  doen  langen,  fettenfich 
foo  aen  yder  zijde  van  Periander,  die  al 
veerdigh  met  luyfteren  was,  eerEuftac- 
Vcr-    chio  fich  bereydt  vandt  te  fpreecken.  Die 
V°lgH  eyndelijck  aldus  vervolghde.  Ickhebbe 
Sa-  Rcfegnt  waerick  van  meen  te  handelen  , 
fchins  fal  beginnen  met  het  eerfte,  enfeggen, 
der     dat  de  vrouwen  in  dryderhande  manieren 
Vrou-  ijecrfchenj  eerftelijck ,  direételijck  (om 
:n'   met  de  Rechtfgeleerden  te  fpreecken)  al- 
leen; ten  tweede,  indireételijck  alleen  jen 
ten  darden ,  neflfens  haerSoon,  Man,  of 
ander.  De  eerfte  wij  fe  van  regeeren ,  dat 
is  dire<aelijck ,  en  eygentlijck ,  gefchiet  m 
a&ie  van  Iurifdiaie,  gel  ij  ck  dat  van  in 
Rechten  te  oordcelen ,  tot  het  wekke 
groot  verftandt  en  ftandtvaftigheyt  of  on- 

buygh- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


ARCADIA.  j47 

buyghfiemhcyt  vereyfcht  wordt,  wacr 
dooide  vrouwen,  ter  oorfaeckvan  hun 
I  fwack  verftandt ,  daer  toe  niet  bequaem 
•)  konnen  geacht  of  gehouden  worden ,  en 
1  *aer  ovcr  oock  fuleks  in  de  wet  verboden 
,  «.gelijk  men  oock  inderdaedtmaereene 

I  Debora  in  tegendeel  vint,  dewelcke  in  het 
Oude  Tefhmcnt ,  of  Verbondt ,  onder  dc 
Rechters  getelt  wort ,  die  oock  het  volck 
liraels  met  fulck  eenwijfheyt  enbcleydt 
beftiert  en  geregeert  heeft,  dat  fy  ccn  eeu- 

\wige  gedachtenis  van  haer  daer  over  na- 
3  gelaten  heeft;  evenwel  kan  dit  ccnigc 
voor-beeldt  hetgeen  wy  gefeght  hebben 
niet  krachteloos  mtecken,  behalvencat 
menfou  mogen  leggen,  dat  Debora  niet 
uyt  of  na  haer  eygen  hooft  geregeert , 
maer  gclijck  als  een  Propheterfle,  het 
geen,  haer  van  Godt  geopenbaert  is  tot 
antwoort  gegeven  heeft. 

Dc  tweede  wij  fc  van  Regeering,  dewclc- 
kewy  indtre&etijck  noemen,  en  oney- 
gentlijcker  is,  is  niet  anders,  als  de  macht 
van  gebieden  te  hebben,  hetweickc  by 
:  : toeval  een  vrouw  bekomen  magh,  de- 
welcke, zijnde  Dochters  van  Vorftcn, 
hunnen  Vader  in  dc  ftaet  en  befittin» 
konnen  navolgen.  En  al-hoc- wel  het  ge- 
bieden  fchijntde  mannen  alleen  eygente 
zijn,  en  die  het  felvc  met  de  vrouwen 
i  niet  fchijnen  gemeen  te  hebben ,  evenwel 

II  dewijl  het  de  vrouwen  foo  cygen  is  als  de 
mannen,  rijekdommen  te  belitten,  gc- 

L  4  beurt 


:  i 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


248  DORTSCHE 
beurt  het  menighmacl  dat  het  gebiedt  de  I 
rijckdommen  volght,  ter  oorlaeck  van 
het  bent,  waer  door  de  vrouwe,  zijnde 
deelachtigh  aen  de  befitting,  oock  dcel-i 
achtigh  aen  het  gebiedt  is. 

De  darde  wij£  is ,  te beftieren  benefifen*! 
bemannen,  fonder  dat  de  vrouwen  hetl 
gebiedt alleenieh  hebben;  dit  is  dat  men 
menighmaei  net,  dat  de  vrouwen  heer-t. 
fchen  met  de  mannen ,  de  moeders  met  de  , 
'   kinderen ,  en  de  groot-moeders  met  det  1 
neven ,  het  welck  genoeghfaem  gefchiet  I  ~ 
en  gefchieden  magh ,  maer  of  het  vordert  ■ 
wel  of  qualijck  zy,fullen  wy  terftont  fien. 
Het  blijckt  dan  klaerlijck  dat  de  vrou^ 
wen  niet  dire&elijck  of  eygentlijck  kon- 
nen  beftieren  en  regeeren ,  of  om  klaerder  i 
tc  fpreecken,  in  foodanige  heerfchappy  j 
als  wy  noemen  luditare,o{ oordeelen,  maer 
wel  in  foodanige  als  wy  noemen  Cormntn» 
dare ,  of  beveelen ;  en  oock  op  de  darde 
wi  j  fe ,  namentlijck  met  of  beneffens  haer 
foon,  of  andere  mannen.   Wat  nu  het 
tweede  hoof t-ftuck  belangt ,  of  hun  gebict 
hatelyckis,  datkonnen  wy  aldus  onder- 
fcheyden  :  ofwy  fpreecken  van  de  vrou- 
wen alleen  ,  of  van  hen  inhetgefelfchap 
van  de  mannen.  Indien  wy  het  verftaen 
in  de  eerfte  wijfe ,  fco  is'er  geen  faeck  die 
hatelijcker  en  affienlijcker  voor  de  man- 
nen is ,  als  een  vrouwe  te  dienen  j  als  ftrij- 
dendemet  dereden,  en Godts bevelen  te 

eelijck,  beneffens  de  wetten  van  de  natuu- 
*  re. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  249 

krc.  De  Heer  heeft  tegen  de  vrouwen  ge- 
jfeght:  Ghjfult  onder  der  mannen  macht  zij 'n.  Gen. 
ï  Ariftoteles  feght  oock ,  dat  natuurlijcker 2* 
'1  wijfe  het  volmaeckfte  over  het  onvol-  pjj 
\  m3eckfte  moet    heerfchen  ,  en  ,  het 
v  geen  beter  is ,  over  het  m  inder.    Z  ij  nde 
1  dan  de  vrouwe  (gelijckdeielve  duyfènt- 
i  mael  betoont)  foo  veel  onvolmaeckter 
<  als  een  man  ,  en  van  Pithagoras  onder  de 
-tcjuadc  dingen,  gelijckden  man  onder  de 
n  goede,  geftelt;  fou  het  een  monfter  ofmif- 
't:  geflel  in  de  natuur  zijn,  dat  het  volmaeck- 
1  te  hetonvolmaeckte  fou  moeten  dienen, 
1  en  het  goede  het  quaede:  te  meer,dewi  jl 
ndatgeflacht  (ick  iegge  niet  altoos ,  maer 
nten  raeeftendeel)  berooft  is  van  de  bchoor- 
)  lijcke  wijfheyt,  voorlichcigheyt,  endap- 
tperhcyt,  en  in  tegendeel  volhoovaerdig- 
oheydt,  cn  welluft ;  en  by  gcvolgh  onbe- 
uquaem  tot  de  hecrfchappy.Waer  om  oock 
xTacitus  aldus  daer  van  lprceckt  :  Nonfo-Tac: 
fkan  imparem  laboribus  ftxttm  fed fi Ucentia  ad  Ann. 
fit  fievntn ,  ambitiofum  ,  potejlatïs  avidum.  $• 
I  dat  is :  Een  ge/lacht,  niet  alleen  onbectuaem  tot 
v  den  arbeyc,  maer  oock,  indien  hetfulcks  toegela- 
w  ten  is ,  mecdt  ftaetfuchtiph ,  cn  begeerigh  na 
macht»    Soo  fal  dan  de  heerfchappy  der 
4 Trouwen ,  niet  alleen  hatelijck  ,  wanneer 
fy  uyteygen  macht  gebieden ,  maer  oock 
in  fich  felvcn  fchadclijck  zijn.  Men  moet 
h:cr  niet  tegen  voeren ,  het  geen  wy  hier 
voor  van  Debora  lubben  geieght ,  alfoo 
ick  het  felve  eerder  tot  mijn  voordeel 

L  $  fou 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


3C0  DORTSCHE 

foukonnen  trcckcn  :  want  indien  fy  wel 
peregeert  heeft ,  heeft  fy  fulcks  als  een 
Propheterflegedaen,  en  indien  haerbc- 
ftiering  niet  hatelijckzy  geweeft,  was 
het,  om  dat  een  man  voor  haer  geboden 
heeft.    En  Godt  wilde  dat  de  Ifraëliten 
door  een  vrouwe  fouden  beftiert  worden ,  ■ 
en  wetende  dat  fy  door  hun  natuuriijeke  1 
eygenfcbap  daer  toe  onbequaem  waren  ,  ft 
Iud.4.  heeft  hy  een  prophetifche  geeft  in  haer* 
geftort,  en,willendedat  fy  fonder  haet  fou  I 
aengenomen  worden,  alfoo  hy  welwift  I 
iulcks  van  natuuren  tegen  deborft  te  zijn, 
heeft  haer  Barac  toegevoeght,  opdatfy 
door  hem  gebiedende,  fulcks  niet  van  een 
vrouwe  alleen  fou  voortkomen.    Ick  lal 
meniehte  van  Rijcken  en  heerfchappyen 
voor  by  gaen,  die  door  het  gebiedt  der 
vrouwen  tc  gronde  zijn  gegaen,  daer  men 
de  oude  en  hcdendaeghlche  gefchiedenif- 
ien  vol  van  fiet.    En  indien  Tacïtus  feght , 
ferviendum  famvna ,  verftaet  hy  fulcks  niet 
dat  een  vrouwe  fal  hebben  te  gebieden 
alleen,  noch  als  Rechterfche,  noch  Be- 
heerfchter,  maer  op  de  darde  wijfej 
beneffèns  een  man ,  alfoo  hy  van  Livia 
fpreeckt ,  dewelcke  zijnde  de  oorfaeck 
geweeft,  dat  Tiberius  tot  het  Rijck  quam , 
lou  men  mogen  twijfelen,  of  hy  oock  we-  J 
der  in  vergelding  de  oorfaeck  van  haer 
heerfchappy  niet  zy  geweeft.  En  hier  fou- 
den wy  nu  mogen  aenmereken ,  wat  ge- 
iagh  men  de  vrouwen  in  diergelijck  geval 

fou 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28  C  44 


ARCADIA.  25*1 

.  ifou  hebben  te  geven,  en  of  hun  heerfchap- 
jjipy  hatelijck  zy.  Omtrent  het  welcke  te 
beantwoorden,  men  nootfaeckelijck  m  et 
'onderfcheyt  fou  moeten  gaen,  Itellende 
of  heerfchappyen  die  onvaft  ,  of  daer 
mannen  woeft,  en  oorloghs- geiint 
zijn  i  uf  foodanige  Staten  die ,  levende  in 
een  gerufte  vrede  ,  onbekommcrlijck 
beftiert  worden. 

Indien  wy  het  eerfte  vaft  ftellen ,  foo 
.;  veel  de  wederborftigheydt  of  hatelijck- 
heyt  belangt,  fou  ick  volkomentlijck 
gelooven ,  dat  de  lelve  hatelijck  zijn :  het 
welcke  Semiramis  wel  wetende,  heeft 
het  Rijck  niet  opentlijck  derven  aenvaer- 
i  den ,  gelijck  luflinus  feght :  H&c  non  immx- 
turo  puero  au  fa  tradere  imperitcm,  necipfa  im- 
perium palam  tra  ft  are ,  tot  ac  tantisgentibus , 
vixpatienter  uni  viro ,  nedumfcemina  paritu- 
ris.    dat  is  :  Defe  niet  dervende  het  Rijck  een 
cnvolwaffen  kindt  vertrouwen ,  noch  oock feU 
ver  dat  opentlijck  bejlieren ,  alfoo  foo  veel  en  foo 
•  groot e  volckeren  nauwehjeks  met  lijdt faemheyi 
een  eenigh  man ,  ick fwijge  een  vrouxo  ,fouden 
'  '  vjillen  gehoorzamen.    En  de  reden  daer  van 
'  is  niet  anders.alsdatzijndedie  onderdanen 
•  eé  ftraf  oorlogs  volk,fy  fich  van  eé  vrouwe 
;  1  niet  fouden  hebben  willen  laten  beftieren, 
;  indien  fy  hacr  inliet  begin  daer  voor  ge- 
kent  hadden ;  aengemerekt  dat  voor  heen 
■ '  I  de  gefeyde  onderdanen ,  alleenigh  om  dat 
Sardanapalus  den  aerdt  en  weeckhcy  t  van 
-  een  vrouw  hadt,  hem  fuodanigh  veracht , 

L  6  en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


2ft  DORTSCHE 

en  ten  laetften  ter  doodt  gebraght  hadden; 
Dit  is  dan  het  geval  in  het  welcke  Tacitus 
feeht,  ferviendum  fiemina  9  toonende  dat 
het  hateli  jek  voor  een  oorloghs- volck  fou 
zijn ,  als  dat  van  Romen  was ,  en  gevacr- 
lijck  voor  een  nieuw  Prins ,  alsTiberius , 
in  gefelfchap  van  een  vrouw  te  heerfchen. 
Indien  wy  vorders  onderfoecken  wat  ge- 
fagh  men  defelve  infulckeen  gelegent-j 
heyt  heeft  te  geven,  feggeick,  dat  men 
haer  in  de  faecken  van  oordeelen ,  noch 
immediatelijck  of  onbemiddeltlijck  in  die  I 
van  ftaet  moet  inlaten }  niet  alleen  ter  oor-, 
faeck  van  hun  onbequaemheyt,maeroock 
teroorfaeck  van  de  verachting  daerfyin 
fóuden  konnen  vallen,  al-hoe-wel  fy  al  op 
dealderbeftewijfe  regeerden.  Alexander, 
Roomfch  KLeyfer,  een  man  van  groote 
Rechtveerdigheyt ,  en  vol  van  de  omftan- 
delijckheden,die  een  voortreffclijck  Vorft 
mogen  betamen ,  alleenigh  om  dat  hy  fijn 
moeder  eenige  faecken  liet  oordeelen ,  die 
evenwel  met  alle  voorfichtigheydt  en  ge- 
rechtigheyt  regeerde ,  viel  binnen  korten 
tijdt  in  de  hooghfte  verachting ,  en  wierdti 
cyndelijck  van  het  krijghlvolck  ellen-» 
dighlijck  omgebraght.   Waerlijck  een 
l^rachtigh  voorbeelt,  om  tebewijfen ,  dat 
ii  e  gemoederen  van  oorloghs-lieden ,  een 
afkeer  hebben ,  van  vrouwen  beftiert  te 
worden,  keerende  hetfelve  de  overtollige 
eer  ,  die  de  vrouwen  aengedaen  wort ,  tot 
verachting  van  den  Vorft  felf.  Het  wclc- 

ke 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


ARCADIA. 

ke  Tiberius ,  een  verftandigh  en  verfiende 
Vorft ,  dcedt  feggen :  Moderandos  fcemïna- 
rum  bonore s.  Dat  men  de  eer  der  vrouwen  ma- 
tigen mofl.En  Tacitus,n\ct  min  loos  als  hy  , 
verklarende  de  reden  van  dit  feghs-  woort , 
feght :  Muliehre  fafligium  in  fui  deminutio- 
vem  aceipiens:  dat  is  :  Nemende  het  hooge 
gefagh  van  de  vrouw  tot fijn  eygenverminde- 
ring.  Evenwel  moet  men  hen  niet  fonder 
eer  en  achting  laten,  wanneer  fy  de  oor- 
faeckzijn,  dat  de  Vorft  tot  het  gebiedt 
gekomen  is.  Gelijck  men  aen  Salomon 
fiet,  die  door  de  goede  bemiddeling  van 
fijn  moeder  Betfabe ,  by  den  ouden  Ko- 
ningk  David  ,  tot  de  Koningklijckc  waer- 
digheydt  gekomen  was,  haer  niet  alleen 
feer  hooghlijck  gc-cert  heeft ,  maeroock 
begeert  dat  fj  benefTcns  hem  op  den 
Throon  fitten  fou.  Evenwel  hebbe  ick  in 
de  heylige  Schrift  niet  konnen  vinden.dat 
fy  geoordeelt,  of  in  den  Raedt  gefproken 
heeft. 

Het  ghefagh  dan  het  wclcke  men  de 
vrouwen,  ineen  ftaet  die  onfeecker is, te 
geven  heeft,  moet  gcenlins  onbemiddelt, 
of  immediatelijck  ,  maer  wel  met  bemid- 
deling en  uytwereking  van  den  man  zijn. 
Defe  lefle  gaf  David  oock  aen  Salomon  in 
den  4f  Vfalm,  feggende  :  FiJU  Tyri  in  mum- 
r  'ib'ASVultum  tiium  deprecamtvtttr.  De  Dochters 
Van  Tyrus  Jhlienuvo  agn^tfuhte  met  gefehenck 
Jmeeeken.  Scggendc  niet  u  ,  maer  uw  aen- 
geficht,  daer  Theodoretus  en  Bajtlms  den 

L  7  man 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


lf4  DORTSCHE 
man  by  verftaet :  voor  foo  veel  de  eere  de- 
welcke  de  vrouwen  wort  aengedaen ,  door  J 
des  mans  bemiddeling   moet  gefchie-  j 
den.   En  daer  om  feght  men  by  Efaias:  i 
Tantummodo  invocetur  nomen  tuumfupernos.  \ 
dat  is:  Dat  uw  nam alleen over ons aenge-  i 
roepen  worde.    En  defe  wijfc  van  doen 
heeft  fich  Tiberius.  trefïèlijck  aengema- 
tight ,  dewelcke ,  wanneer  fijn  moeder 
gunft  door  fijn  middel  verfocht,  haer  het 
iel ve  lichtelijck  toeftondt  j  jae  hy  heeft  op 
hetverfoeck  vanLivia  menighmael  foo- 
danige  dingen  van  den  Raet  verfocht ,  die 
men  fondcr  fchaemroot  te  worden  niet 
moght  voordellen}  maer  wanneer. men 
handelde'  van  buyten  fijn  bemiddeling 
haer  te  vereeren ,  ftelde  hy  fich  terftondr 
daer  tegen*  feggende :  Moderandos  fcemina* 
rum  hortor  es.    Maer  indien  wy  fpreecken 
van  foodanige  Vorften,  die  in  een  feecke- 
ren  ftaet ,  en  onbekommerde  vrede  zijn , 
alsdan  moet  de  vrouwe,  dewelcke  met 
hem  te  regeeren  heeft ,  ter  oorfaeck  van 
haer  verftandt ,  en  oordeel ,  daer  bequaem 
toe  zijn ,  of  niet :  zijnfe  onbequaem ,  datfc 
fich  bemoeyen  met  haer  huyflèlijcke  din- 
gen; zijnfe  bequaem,  is  het  meer  als  recht 
en  reden,  en  niet  min  nut  voor  een  Prins, 
de  vrouwe  van  fijn  bloet  tot  een  deel  van 
fijnen  arbeydt  te  roepen  om  den  man  of 
door  ondervinding,  of  hun  verftant ,  of 
door  eygen  belang ,  of  byfondere  gene- 
gentiieyt  tegen  Hem  01  de  kinderen, 

by 


1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA;  2~ 
by  tc  ftaen ,  geli)ck  men  geen  perfoon  fou 
f  konnen  vinden  ,  die  in  geheymc  faecken 
beter  te  vertrouwen  fbu  zijn,  als  wiens 
belangen  aen  die  van  den  man  vaft  zijn* 
Gehjck  Auguftus ,  een  Teer  voorfichtigh 
Vorft,  fichmenighmael  met  Li  via,  Numa 
Pompihusmet  Egeria,  Cyrus  met  Afpa- 
al fia.Tarquinius  metTanaquil ,  Iuftinianus 
..:  met  Theodofia  beraden  hebben.  Alsdan 
.3  moeten  de  Vorften  den  raedt  der  Vrou- 
i  wen  van  hun  bloedt  geeniïns  verachten  , 
i  jnaerdaergrooteftaetvanmaecken.  Ge- 
i  Jijckoock  Godt,  omtrent  het  verfenden 

van  Agar,  tot  Abraham  feyde:  Hoort  de  Gen. 
>  femme  van  Sara,  in  alles  wat  Jy  u  feght.  ir» 
t  Gelijck  oockden  Schepper  in  het  begin 
)  der  fcheppinge  feyde  :  Laet  ons  hem  een  hul 
4  pe  maecken.    En  waerom  fouden  wy  dan 
i  andere  hulp  foecken,  als  defe  die  ons  Godt 
;  daertoc  gefchapen  heeft.    En  hier  mede 
.komt,  namijnfeggen  ,  over  een  het  be- 
I  flechten  van  het  geichil  tuffchen  Valerius 
i  cnMeiraiina.byT^i/v^bcauytcnde,  dat 
het  geenfins  gevoeghlijck  was,  devrou-  ,  rrK 
i  wen  ingevaerlijcke  heerfchappyen  in  te 
>wickelen,  maer  wel  in  vreedfamc  en 
:  feeckere ;  daer  ick  by  ibu  derven  voegen , 
■  dat  een  jong  Prins  niet  beter  kan  doen,  als 
fich  niet  alleen  met  fich  felven  te  beraden 
'('twclck  oockccnfghfins  ingevaerlijcke 
;ftaten  plaets  heeft)  maer  fich  ooek  van  de 
•  vrouwen  te  laten  beft  ieren  .Gelijck  Theo  - 
**  datus,  Koningk  der  Oftrogothcn,  fic4 

in 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


te6  DORTSCHE 

in  het  begin  van  fijn  regeer ing,  feerwel 
gedragen  heeft,  fich  niet  tegen  fijn  vrouw 
geilende :  maer  fich  van  de  felve  affcheyi 
dendc,  fijn  geheel  Rijckmet  ongerech- 
tigheden vervult  heeft.    De  Keyler 
Conftantinus  de  fefte  dcedt  noyt  wel ,  als 
wanneer  hy  met  fijn  moeder  Irene  te  rade 
gingk.  En  Salomon  verviel  niet,  voordat  < 
hy  fijn  moeder  Berfabe  quijt  was,dewelc-:] 
ke  levende,  nam  hy  het  voor  geen  onwaer- 1 
digheyt ,  fich  van  haer  te  laten  raden.  En 
wie  weet  niet,dat  fich  Tiberius  noyt  voor, 
maer  na  de  doodt  van  fijn  moeder, tot  fijn 
fchelmeryen  overgegeven  heeft. 

Den  heel-meefter  ondertuffchen  in  ko- 
mende, ftoorde  de  redenen  van  Euftac- 
chio,  en  gaf  Lyfander,  die  defe  lange  praet 
tl  moede  gewordë  was,gelegentheyt  fich 
by  de  jongkvrouwen,  en  fijn  mackers ,  die 
▼aft  te  iamen  in  den  Hof  kortfwijlden ,  na 
dat  hy  de  Heeren  gegroet  hadt,  te  vervoe- 
gen.  Perianderen  Ambrofio  ondertuf- 
fchen na  de  tafel  gaende,  vonden  daer  op 
het  laetfte  deel  van  het  treur- tooneel ,  het 
welck  Ambrofio  opflaende ,  vandt  by  ge- 
val de  gefchiedenis  van  Monfr.  Ie  Grand 
endc  Thou,  en  de  veerfen  van  den  uyt- 
muntcnden  Coriflantijn  Huygens,  Heer  van 
Suilichem ,  op  de  Thou : 

"OU  bier  begraven  light  was  kpndigb  van  een 
Jchennif,  (kennis, 
Maer  hpndighfonder fcbüU,  hy  opgedrongen 

tin 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  2fj 

En  *$  heeft  hem  niet  gebaet  *#  feyt  met  fijn 

vromigheyt  (feyt. 
Te  hebben  weder ftaen:  't  verfwijgen  was  fijn 
f  Verfwijgen  van  een  feyt,  dat  vrienden  hém 

bet  rouwden,'  ( f ouden  ^ 
Dievrienden,  die  hy  fagh,  alsfy't  ontkennen 
Dat  fijn  gebroken  trouw  noch  t' overtuigen  ' 

docht  ,  (mocht. 
Nocht  haren  weder  wil  ten  goeden  buygen 
Scherf  onrecht  van  het  I{echt ,  dat  voorver^ 

raet  kan  fchelden , 
Sijnvrient  nochby  ver  raet,  noch  te  vergeefs 

te  melden. 

Waerlijck,  feydc  Ambrüfio,dien  jongen 
Heer  was  ongeluckigh.  Ongeluckigh 
inder  daet,antwoorde  I'eriander,  cn  onge- 
luckighlijck  fchuldigh:  want  indien  de 
kenniffc  van  ecnigh  verraedt  niet  gevaer- 
lijckwas,  fou  yder  verrader  te  gemaeke- 
lijcker  aenhang  maecken ,  en  alfoo  den 
Vorft  of  het  Rijck  noy  t  feker  zijn.  Maer 
yemant  fulcks  voorkomende ,  antwoorde 
Ambrofio,  een  harte-vrienttefamenmet 
een  man  van  groot  gefagh  ,  als  den  Har- 
togh  van  Orleans,ontdcckcndc  fulck  een  Van 
ftuck,fal  yemant  aen  de  eene  zijde,  het  feyt  liet 
aenbrengende,  die  dooden ,  diens  leven  hy  °ttt' 
loofeer  bemint,  enaende  andere  zijde,  *** n 
die  befchuldigen,  wiens  gefagh  boven  alle  een  ge- 
beichuldiging  is.  Sal  yemandtdan ,  ant-  open- 
I  woorde  Periander,  met  fulcks  te  verfwij  -  haert 
;gé,  en  dooreen  fot medelijden  metanderë  " 


te 


ver- 
ract. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


i5-8  DORTSCHE 
te  bebbé,  fich  fel vé  en  fijn  geheel  gefhehfe 
bederven  ,cn  de  faeck  moght  fodanig  zijn, 
fijnVorft  cn  Heer  in  gevaer  van  het  leven 
brengen?  ick  hebbe,  als  een  loofe  fpichaer 
raetflagh  niet  ondermijnt ,  fy  fijn  van  felf  : 
bymy  gekomen»  hebben  mijn  ruft  ver- m 
Hoort,  en  my  tegen  wil  deelachtigh  acn  4 
hetquaetgemaeckt :  mijn  leven,  de  ruft 
van  mijn  Vaderlandt ,  en  de  behoudenis  1 
van  mijn  Heer  en  Vorft  is  'er  aengelegen  i  I 
Jicvcr  mijn  vriendt  bedorven ,  en,  ter  oor*  i| 
iacck  van  een  machtiger,  die  ick  te  gelijck 
te  befchuldigen  hadt ,  een  vry willige  bal- 
lingkfchap,  trouw  blij  vende ,  verkooren  * 
als  mijn  Vaderlandt  door  mijn  ftilfwijgen 
ontruft ,  mijn  Prins  in  gevaer  (het  welck 
ick  konde  verhoeden)  gebraght ,  en  lich- 
telfjck  daerna  mijn  lel  ven ,  door  het  uy  t- 
brccckcn  van  hetfeyr,  of  oock  felfs  na  het 
volbrengen ,  (gelijck  alle  aenflagen  niet 
het  beoog h de  gevolgh  hebben ,  cn  als  dan 
gemccnlijck  den  aenlcyder  op  den  kop 
komen)m  ij  n  felven  bedorven  met  al  mij n 
gedacht.  Voor  my ,  ick  fouw ,  indien  my 
(het  genewy  Godt  willen  afbidden)  foo- 
danighs  y ets  te  voren  quam ,  fulcks  óé 
hooge  Overigheyt  te  kennen  geven.  Maer 
of  ghy  door  het  aenbrengen  ,  berechte 
Ambrofio,  felf  gevaer  aen  uw  leven  liept! 
de  befchuld ighdc  moght  het  ontkennen  • 
en  indien  hy  mach  tig h  was ,  waertghy  in 
het  uyterfte  gevaer.  Macchiaveüi  vindt  ge- 
raden fulck  een  verfoecker  om  te  bren- 


k 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCAD  I  A,  ïfQ 

'f  gen :  want  her  is  feecker,  indien  ghy  wey- 
•f  gert  fulcks  als  hy  u  verfoeckt  met  hem  te 
•i  ftaen,  dat  hy  het  licht  u  fou  doen.  Sulcks 
<ïfou  ick  geenfins  geraden  vinden,  ant- 
'K  woordc  Periandcr,  om  fich  nietterftondt 
flfchuldigh  aenecn  mifdaedtte  maecken, 
I  daer  men  een  mifdaedt  focckt  te  vlieden. 
I  Ick  fou  my  voor  het  cerft  veynfen  fulcks 
i  aen  re  nemen  ,  en  op  de  ftaende  voet  het 
Oj  ftuck  aenbrengen.  Sou  dat  geen  verradcr- 
.)  lijeke  treek  zijn,vracghde  Ambrofio?  Een 
z  kleyn  en  nootfakelijck  verraet,  antwoordc 
'••  Periander,  om  een  grootte  vlieden  ;  ten 
■:i  waerden  toclegh  was.om  het  verdruckte 
i  Vaderlandt  van  een  dwingclandt  te  bevrij- 
•i  den  ,  en  dc  verloren  vryheyt  tfl  hcrrtcllcn. 
.  In  welcke  gelegeneheydt  dc  Edelmoedig- 
-  •  hcydt  (indien  het  footc  noemen  fy)  van 
r  PhilippoStrozzi,  dien  Brutus  van  fijn  tijt, 
is  het  niet  nae  te  volgen  ,  ten  minften  te 
.  prijfen  fou  zijn.    Een  van  onfc  afgegane 
Borgemeeftcrs,  een  perfonagie  van  een  ge- 
:  leert  en  gcluckigh  onderfoeck  ,  heeft  my 
. ,  defelvcgefchicdenis  onlangs,  fooalswy 
van  defe  iloflè  handelden ,  verhaelr ,  en  in 
Halz  wacngewefen,  gelijck  ick  defelveuv 
Edelheydt  niet  fal  wcygeren  mede  te  dee- 
len,  ten  waer  defelve  daer  alreedts  kennif- 
fe  van  hadt.  macr  Ambrofio  getuygende 
van  neen,  vcrvolghde  Periander  aldus:  Phi- 
lippo  Strozzi;getrout  mctClarice  de  Mcdi- 
cis,  Suftcr  van  den  Paus  Leo,  niet  konncn- 
dc  de  Regeering  van  Alexander  dcMedi- 

cfs 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


fchic- 
denis 
van 
ïhi 


zi 


260  DORTSCHE 

cis  verdragen ,  macndc  Laurens  de  Med i» 
cis,  fijn  Neef,aen,  om  op  het  leven  van  deti[ 
Grooten  Hartogh  toe  te  leggen,en  de  vrJT 
heyt  aen  fijn  Vaderlandt  te  herftellettl 
fippo  Laurens  toonde  alle  genegentheyt  tof 
Stroz-  fulck  een  gevaerlijcken  aen  vang,  maer 
het  geen  hem  wederhieldt ,  was ,  dat  hy 
vreefde ,  dat  twee  dochters ,  dewelcke  hy 
hadt ,  gcvaer  in  haer  eer  fouden  mogen 
komen  te  loopen ,  ter  oorfaeck  van  het 
verbeurt- maecken  van  fijn  goederen ,  het 
welckehy  voorfeeckerte  wachten  hadt. 
Philips  antwoorde  daer  op,  dat  henv 
fulck  bedencken  niet  behoorde  te  weder*; 
houden,en  verfeeckerde  hem, dat,  hoe  het 
werck  oock  raoght  komen  uy  t  te  vallen  i  1 
hy  fijn  twee  Soonen  aen  fijn  twee  Doch- 
ters fou  uyt  houwelijcken :  het  welcke  hy 
oock  ged aen  heeft.  Want  als  Laurens  het  1 
ftuck  wercks  uytgevoert  had,  en  niet  heb- 
bende konnen  de  vruchten  van  fijn  toeleg- 
gen genieten ,  maer  door  een  ontijdige 
vlucht  fich  daer  van  beroovende  ,  wilde 
fich  Philips  evenwel  van  fijn  woort  quij-1 
ten,  en  gaf  fijn  Soon  Pietro  Strozzi,  nadert 
handt  Marfchalck  van  Vranckrijck ,  aen 
Leodamiedc  Medicis,  en  fijn  SoonR.ob« 
berto  Strozzi ,  daer  na  tot  Romen  geftor- 
vcn,  aen  Magdalena  de  Medicis.    Defel  ve 
Philippo ,  nae  dat  Alex  ander  de  Medici* 
omgebracht  was,  wederhielt  de  opvolging 
van  Cofmo  de  Medicis  met  gewelt  van 
wapenen ,  maer  hebbende  tegens  hem  den 

flagh 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


A 


R  C  A  DIA.  26  i 

agh  van  Marone  verloren ,  dicht  by  Flo- 
encen ,  wierdtgevanckelijck  binnen  ge- 
raght.  Maerhy,niet  konnende  verdragen 
nder  het  gcwelt  van  fijn  vyandt  te  zij  n , 
e  welcke  hy  geloofde  dat  hem  fou  doen 
et  vergif,of  anderfins,  een  fchandelijcke 
oodt  fterven,  befloot,fich  felven  met  fijn 
ygen  handen  ,  in  de  gevangkenis,  om  te 
rengen.  Aleer  hy  dit  vreemt  voornemen 
ytvoerde,  maeckte  hy  voor  eerft  fijn 
yterfte-wille(de  welcke  Balzackght  tot 
)Romcn  ,  onder  de  papieren  van  den  Heer 
uPompeio  Frangipane,  geficn  te  hebben) 
/alwaer,  onder  andere  dilpofitien  en  bcftel- 
ingen ,  defen  man  ,  die  de  Oudtheyt  fou 
Jien gebeden  hebben ,  fijn  kinderen  beval , 
ifijn  gebeente,  van  dicplaets,  daermen 
rhem  tot  Florencen  begraven  fou ,  wech  te 
rnemen ,  en  op  te  graven ,  en  na  Venetië 
•over  te  voeren  >  op  dat ,  feydc  hy ,  indien 
-hy  het  geluck  niet  hebben  moght ,  van  in 
^een  Vrye  ftaet  te  fterven  ,  hy  ten  minften 
na  fijn  doodt,  foodanigen  vryeaerdege- 
.  nieten  moght ,  ruftende  fijn  aflehc  in  vre- 
de, en  buyten  de  macht  en  heerfchappy 
Wanden  overwinnaer.    Ditgedaen  heb- 
rbende,  fneedt  hy  met  den  pongiaert ,  waer 
>medc  hy  iich  daer  na  het  hartafitack ,  in 
den  mantel  van  de  Schoorltccn  ,  van  de 
:amer  in  de  welcke  hy  gevangen  ge- 
ihoudcn  wierdt,dit  vers  v\v\Vïrgiluu  3 


Exoriareaïiquis  noflris  r.v  cffibus  ultor. 


Dat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


iC%  DORTSCHE 


Dat  is: 

Vyt  dit  mijn  hut  gebecnt,  naer  tijdt  en  fionit 

verftreecke , 
Ontjiae  m* een  nazaet»  om  mijn  ongeval  u 

«wreecken. 

Na  al  het  wclcke  heeft  hy  fich  meer 
klocckmoedighlijck  alsChriftelijck  met 
dien  pongiard  het  hart  doorboort ,  fijn 
kinderen  hebben  fijnen  laft  getrouwclijck 
uytgevoert,  en  hebben  niet  gelaten ,  ioo 
veel  in  hen  was  »  huns  Vaders  doodt  te 
wreecken »  gacnde  over  in  dienft  van  den 
Koningk  van  V  ranckrijck  tegen  den  Kcy- 
fer  Carel  de  vijfde ,  die  de  heerfchappy 
van  de  Medicis ,  tot  Florenccn  had  opge- 
recht. Ick  kan  hieroock  geenfins  voor 
by  gaen ,  dat  Strozzi  op  het  begin  van  fijn 
uyterfte- wille  getuyght ,  op  de  barmhar- 
tigheydt  van  Godt  te  hoopen ,  en  dat  de 
Heer  hem  defe  fijn  doodt  vergeven  fal , 
nademaelhy  defclveleedt  als  een  eerlij  ck 
Edelman,  tot  betrachting  van  de  vryheyt , 
na  het  verlies  van  de  welckc  hy  geloofde 
dat  een  vry  man  verlof  genoegn  heeft,  om 
te  fterven.  M  aer  de  wetten  van  het  E  van- 
gel i  ftrijden  met  dit  geloof ,  en  het  nieuw 
Roma  noemt  wanhoop,  het  geen  het  oude 
een  grootmoedighey  t  geheeten  heeft ,  en 
defe  is  het  die  nu  verbannen  fou ,  het  geen 
fy  anderfins  Goddelijck  genocmt  fou  heb- 
ben. Dit  is  fijn  graf- fchrift ; 

Dte 


ARCADIA.  26* 

(  Die* 'f  leven  minder  gold:  als'tvrygemoet  te 
hemen ,  (woonen, 

*  En  [taets  belang  verachte  om  eemnaelvryte 
[  Die  't  dapper  onderwindt  opgoet  en  leven  Jlond, 

En  door  eenmm\  voor  Lwgde  moedighjlen 
onthouwen , 
V  De  dapperheyt  verheelt  dervry gejlorvê 'ouwen-, 
i  :>  Geniet  hier ,  na fijn  doodt  en  wenjch ,  een  vrye 
grondt. 

Ondertuflchen  hoorden  fy  dat  den 
|  Wondtheelder,  die  terwijlen  befigh  met 
fijn  verbandt  was,  naaer  paflclijck  over  de 
geftaltenis  van  de  wonde  te  vreden  was , 
alfoo  hy  die  feer  ontfteecken  bevandt.  Hy 
Jeyde  de  fchuldt  daerop,  ditfich  den  ge- 
wonden te  feer  moft  beweeght  heb- 
ben. Dat  fou  wel  konnen  waer  zijn, 
berechte  daer  Periandcr  op ,  want  zijnde 
den  Heer  Euftacchio  foo  voorbarigh  in 
onfe  verhandelde  reden ,  en  tehevigh  in 
lijn  bewegingen,  heeft  het  myraenigh- 
maelgedeert,  datiekhem,  tcroorfacck 
van  mijn  eygen  vermaeck,  en  de  lult  die 
hy  daer  in  fcheen  te  fcheppen ,  defelve 
niet  kon  verfocckenaf  te  breecken.  Eu- 
ftacchio klaeghde  oock  grootepijn  (die 
hem  miiTchien  depraet  hadtdoen  verge- 
el ten)  te  gevoelen  ,  en  dat  hem  den  arm 

•  brande  als  of  hy  in  het  vyer  lagh.  Ambro- 
fio  vracghde  den  wondt-hcclder ,  ofhy 
geen  poeder  van  Vitriool  by  fich  hadt?  #e 
daer  op  ja  antwoorde ,  halende  met  cenen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


»<4  DORTSCHE 
een  papier  vol  uyt  fijn  falf-bus.  Ambroiiol 
geboodt  een  becken  of  fchotel  met  water  i 
te  brengen ,  als  mede  dc  windtfelen ,  daer 
het  eerrte  vcrbandt  mede  was  gedaen ,  die 
hem  ,  foo  bloedigh  alsfe  waren ,  ter  handt 
wierden  geftelt.   Hy  het  poeder  in  heq 
water  werpende  ,  dede  het  terftont  fmel-j 
ten ,  dat  gefmolten  zijnde ,  ftack  hy  de 
bebloede  doecken  daer  in ,  en  tiende  Eu- 
ftacchio  fcherpelijck  aen,  om  fijn  gclaet  tel 
mercken ,  fagh  dat  defelve  vol  verwonde»! 
w  n.  ring,  nu  op  den  wondt-heelder,endan  opl 
5et.    Penander,en  eyndelijck  op  hem  fagh.bav-  i 
lijeke  ftendeten  laetften  in  dele  woorden  uyt: 
w«c-  0f  ick  ben  mijn  ghe  voelen,  of  de  pijn 
l"nS   quij  t,  een  aengename  koelte  komt  my  den 
het     geheelen  arm  over.  En  daer  opdenneel- 
poeder  mcefter  weder  na  de  wonde  fiende,  fagh 
de      dat  de  ontftcecking  alreedts  minder,  en 
sy"J:  ten  laetften,  naeentamelijckeoooiè,ge«  j 

of  me '  ^el  weS^  was-  Ecn  >r(ler  ^onat  verbaeft 
de  lij-  over  dit  toeval,  en  konde  fich  niet  onthou-J 
dent-  den  Ambrofio  te  vragen ,  wat  toover-i 
>icyt.  Woorden  hy  gefproocken  hadt,  waer  doorn 
den  fiecken  foo  fchiclijck  verlicht  was.J 
Geen  toover-woorden ,  noch  befweerin-  j 
gen ,  berechte  defen  daer  op,  maer  dc  ene-: 
kclc  natuur  heeft  mijn  hulpfter  gewccftJ 
Dit  is  een  byfondcrheydt  van  defelve ,  die* 
van  weynigh  menfehen  geweten ,  en  van 
noch  minder  gelooft  wordt.   Ghy  moet 
ons  daer  bericht  van  doen  »  feyde  Ferian-  j 
der,  ai  was  het  maer  om  uws  felfi  wil,  om 

diet 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  20> 
liet  voor  een  fwart-konftenaer  gehouden 
e  worden.  Uyt  vreefe  voor  die  nacm  , 
tntwoorde  Ambrofio ,  hebbe  ick  defe  we- 
en fchap  (want  fulex  is  het  maer)  felde» 
'villen  gebruyeken,  maer  mijn  Heer  en 
!|ment  Euftacchio  heb  ick  defe  plicht  niet 

•  villen  weygeren  :  en  wat  belangt  dier 

•  laerder  ontdecking  van  te  doen,  fulcks 
uilen  wy  tot  den  naeften  verhouden,alfoo 
vy  alreeds  meer  als  te  lang  den  gequetfte» 

xnoeyelijck  zijngeWeeft,  ondertufllhen 
)ieIoove  ick  u  lieden daer  niet fpaeriaem  in 
ezijn.  Perianderen  Euftacchio  namen  de 
)efegging  aen,en  denHeel-meefter  gingk 
laet  fijn  verband t  voort  ,  fonder  meer  als 
■» Irooge  wiecken ,  en  een  heel-plaefter,  na 
iet  bevel  van  Ambrofio  (hoewel  ongaer- 
,ie,  gelijck  die  konftenaers  feer  hart  op 

•  iun  ondervinding,  of  eer  ge  woonte,(laen) 
aer  toe  te  gebruyeken.  Het  verbandt  gc- 

't  aen  zijnde ,  vonden  de  Heeren  goet  Eu- 
::acchio  wat  alleen  inftiltete  laten,  die 
aer  op  fich  na  het  ander  gefelfchap  bega- 
en,  en  den  fiecken  en  den  heelmeefter  vol 
crwondcring ,  den  eencn  met  fijn  hooft , 
>n  den  ander  met  een  goet  glas  wijn  in  de 

•  ant  (daer  hy  miflehien  niet  feer  vervaert 
•»  oor  was)  aldaer  lieten.    Periandcr  cn 

imbroüo  in  den  Hot  komende,  ontmoete 
en  Lyfander  tencerrtcn  opdefewijie: 
•ihy  komt  rechts  te  pas ,  Heer  Vader,  en 
i  *(hy  Heer  Ambrofio,om  een  fwaer  gefchü, 
'  *t  hier gerefen  is  ,  te  beflechten.  Poly- 

M  my- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


j66*  DORTSCHE 
mythus ,  na  fijn  gewoonlijckegefpraeck«ï$ 
faemhcydt,  tegen  de  gauwcen  geeftirflit 
yrouwen  uy  merende,  is  daer  over  ml  \ 
ongenade  van  Sufter  Lucinia  (die  ficffllii 
miflfchien  gaernc  onderdat  getal  gereecg] : 
kent  fagh)  geraeckt,en  willende  fijn  faedBl  < 
door  een  vertelling  goet  maecken  ,  krijgflj  i 
daer  door   het  geheele   vrouwen -ge- 
timmer aen  den  hals.  Uwongeluck  is  my 
Jeet  Polymythe ,  feyde  Periander.  Het  is  1 
wacrlijck  mijn ongeluck ,  antwoorde  hy ; 
want  indien  my  de  Jongk  vrouwen  haddaai  < 
gelieven  uy t  te'  hooren ,  ick  hadt  ten  min?  1 1 
tten  yetstot  voordeel  van  de  geeltige  eif  < 
fnedigeby  eebraght,  nu  hebben  fy  mijn 
verhael  ten  hal  ven  afgebroocken,  en  mijn 
faeck  alfoo  aen  een  ipijeker  gehangen. 
Wy  fullen  u  gunftiger  oorenleenen,  be- 
rechte Ambrofio  daer  op,  foo  het  u  gelieft  1 
ons  uw  vertelling  mede  te  deelen ,  hache-  1 1 
lijekdatfe  onsbeweeght  uwfaetk  op  te  ■ 
nemen.   Van  herten  gaerne ,  antwoorde 
Polymythus ,  en  llaende  daer  op  te  famen 
oen  groene  gaendery  in ,  begoft  Polymy$ 
thus  aldus  fijn 

Vertelling  van  de  onnutte 
Voorforge. 

Een  Edelman  van  Granada,  welckll 
eygennaemwy  onder  die  vanDonPedro  i 
fullen  verbergen ,  aijndcop  fijn  twintigh 
jaren  van  fijn  ouders  berooft ,  en  door  hun 


ARCADIA.  267 

taffterven  fcer  rijck  van  middelen  geble- 
5  ven,  was  foo  verre  van  door  defe  gelegcnt- 
ahcytenongclegentheyttefamen  te  ver- 
iJ  flim  meren  of  te  verergeren  ,  in  fijn  goede 
rmanierédat  hyeeretn  verwondering  van 
9  de  geheele  wcreldt  was ,  teroorfaerk  van 
jifijn  befeten  deughtfacm  leven;  dacrin 
(! tegendeel  gemecnlijck  Jongkheydt  en 
iRijckdom  de  klippen  zijn ,  daer  de  men- 
:  fchen  gemeenlijk  ichip-breuck  op  lijden. 
Hy  wasfeer  welgemaeckt  van  lichaem  , 
en  wel  van  een  kloecke  geeft  voorlien ,  en 
hoe  jongk  hy  oock  was ,  hy  hadt  het  ver- 
1  ftandt  oudr  genoegh.    Daer  was  binnen 
Granadegecn  gelcgcntheyt  van  een  hou- 
i  welijcktedoen  ,  hetgeen  men  boven  fijn 
i  ftaet  fou  hebben  mogen  rceckenen ,  noch 
Vader  foo  hoovaerdigh  op  de  verdienden 
!  van  lijn  Dochter ,  die  niet  gacme  hem  tot 
een  Schoon- foon  fou  ghchadt  hebben. 
Onder  verfcheyde  fchoon  heden  ,  die  als 
l  doe  aldaer  om  de  heerfchappy  over  de 
1  harten  twiften  ,  was  het  alleen  Seraphine 
:  die  dat  van  Don  Pedro  vermeefteren  kon- 
!  de.  Sy  was  fchoon  rijck ,  en  jong  t en  van 
feer  goeden  huyfe ,  en  in  'tkort,  hoewel 
t  niet  foo  rijck  als  hy  ,  evenwel  foo  goedt 
voor  fijn  Vrouw ,  als  hy  voor  haer  Man. 
Hy  maeckte  geen  twijfel ,  of  op  de  cerite 
voorflagh  van  houwclijck  ,  dewelckehy 
:  doen  fou  ,  foufe  hem  t'cffcns  in  de  handt 
vallen,  maer  hy  begeerde  haer  eerder  door 
verdienften  als  gebeden  tc  verkrijgen.  Hy 

M  2  dan 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek/  Den  Haag. 

28C44 


n 


ook' 


a68  DORTSCHE 
dan  begoft  alles  om  harent  wil  in  het 
werck  tc  ftellen,  dat  hem  mooghlijck  j 
was,  om  fich  meefter  van  haer  hert  te^. 
maecken .  Sij  n  voornemen  was  goet  en 
dapper, maer  het  geluck,  het  «rekke  nim- 
mermeer laethaerquadetreecken  aende 
befte  befluyten  te  toonen ,  was  hem  in  de  b 
weegh,  hem  verweckende  een  mede-  | 
vryer ,  die  fich  meefter  van  de  plaets  , 
mieckte,  terwijl  hynoch  maer  flechts  i 
befigh  was  met  approcheren  of  naerde- 
ren.    Sijn  naem  fou  hier  van  weynigh  be- 
lang zijn, alleen  fullen  wy  feggen ,  dat  hy 
heel  nae  van  de  jaren  van  Don  Pedro ,  en 
miflehien  atfoo  beminnelijck  alshy,  en 
ongetwijfelt  beter  bemint  was.Hy  moght 
haer  de  mufijck  op  de  ftraet  vereeren  foo 
hy  wilde,  maer  fijn  macker  inde  min, 
fong  op  een  anderen  toon  in  haer  kamer, 
ontfangende  haer  meefte  genegentheden , 
terwijl  den  armen  Don  Pedro  van  kou 
ftondten  trantelde.  Hy  ten  laetften  wiert 
vermoeyt  van  fijn  kruyt  inde  luchtte 
verfchieten ,  en  foo  veel  ftraet- geruchts  te 
maecken ,  en  niet  meer  te  vorderen  ,  fon- I 
der  dat  evenwel  fijn  liefde  verkoelde,  I 
wefhalven  hy  haer  by  haer  Ouders  opent- 1 
lijck  deedt  ten  houwelijck  verfoecken  ,  j 
die  hem  nu  pant  toeftonden  ,  fonder  lang 
beraet  te  nemen,  alsdiefijn  ftaetengele-j 
gentheyt  wel  kenden.    Sy  lieten  haer 
dochter  Seraphine  weten,  wat  goet  ge- 
luck haer  aenftaende  was,  en  belaften  haer 

het 


I 

c 


ARCADIA.  1*9 

het  aenfoeck  van  Don  Pedro  gunftelijek 
teontfangen,  om  met  hem  binnen  wey- 
nigh  tijdts  getrouwt  te  zijn.  Sy  ontfteldc 
fich  over  defc  tijding  niet  weynigh ,  die 
haer anders hadt  behoorente  verblijden, 
en  niet  konnende  haer  verbaeftheydt  ge- 
noeghlaem  voor  haer  Ouders  verbergen , 
floegh  het  overeen  anderen  boegh,  voor- 
gevende, dat  het  haeronmooghïijck  was 
v  van  haer  Ouders,  die  fy  foo  fcer  beminde, 
i  foovroegh  teicheyden.    Sywifi:  foo  veel 
:  by  te  brengen  ,  en  lbo  het  foete  kindt  te 
fpelen  ,  dat  de  goede  oude  lieden  de  tranen 
over  de  oogen  liepen.    Sy  hult  dan  op  het 
alderyverighfte,  haer  hou  wel  ij  ck  noch 
vier  of  vijf  maenden  uyt  teftellen  j  liaer 
vertoonende ,  dat  iy  wel  al  over  lang 
aen    haer   welen  gefien  konden  heb* 
I  ben,  dat  haer  gcfondtheydt  geenfins  in 
i  de  befte  ftaet  was  ,  en  dat  het  ongeraden 
was ,  anders  als  in  een  volkomen  ge- 
fondtheydt te  trouwen  ,  om  te  beter 
gelegentheytte  hebben,  haren  man  te  be- 
hagen. Haer  Ouders  namen  dit  aen  voor 
courant  geidt ,  en  lieten  fulcks  Don  Pedro 
weten  ,  die  fich  daer  oock  in  te  vreden 
ftelde,  enfulck  een  voorllaghals  eenlUel 
van  groote  voorlichtighey  t  achte.  On- 
dertuflfchen  liet  men  niet  na  de  houwe- 
lijckfche  voarwaerden  te  befchnjven, 
noch    oock  Don  Pedro    haer  dage- 
lijoks  met  fijn  galanteryen  ,  en  minne- 
plichten te  vereeren.    Hy  fchonck  haer 

M  j  me- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


27o  DORTSCHE 
menighmacl  nu  het  een  dan  het  ander,  en 
fant  haer  dagel  ijcks  brieven  en  gedichten. 
Sy  antwoorde  hem ,  ten  minden  feer  be- 
leefdclijck ,  indien  niet  met  foo  veel  liefde 
als  hy  haer  fchrecf.  Ondertuflchenliet 
fy  fich  evenwel  noyt  fien ,  alsby  avondt 
fom  wijlen  aen  de  veynfter,  maer  over 
dagh  was  fy  altoos  fieck ,  het  welcke  Don 
Pedro  een  groote  verwondering  aen 
braght,  zijnde  evenwel  gedwongen  haer 
fedigheydt  hier  over  te  pn jfen.  Hy  hadt 
te  grooten  gevoelen  van  fich  felvcn ,  om 
aen  de  1  iefde  van  fijn  Meefterfle  te  twijfe- 
len, gelijck  oock  tot  daer  en  toe  fijn  faken 
niet  qualijck  gingen.  Eyndelick  gebeurde 
het,dat  hy  fijn  beminde,  vier  of  vijf  dagen 
achtereen,  noch  te  fien  noch  tefpreecken 
konde  komen .  Hy  was  daer  over  feer  be- 
droeft ,  hy  macckte ,  of  kocht  van  andere 
gemaeckte  veerfen ,  en  deedtfe  voor  haer 
veynfter  fingen.  maer  met  al  defe  minne- 
li  jeke  plichten  kon  hynict  meer  als  een 
dienarefie  te  fpreccken  komen ,  die  hem 
te  kennen  gaf»  dat  haer  jongkvrouw  noch 
kranckerals  tevoorenwas.  Hydeedtal 
wat  een  verliefde  doenmoght,  brackge- 
weldighveel  windts  met  veerfen  en  lan- 
gen, m  ieckte  een  Ayr  op  Aminte,  of  Clo- 
ris,  of  Phyllis,  foo  als  hyfe  geliefde  te  noe- 
men >  kranck  zijnde ;  en  bchalven  zijn  of- 
ftnfive  en  defenjive  wapenen  ,  met  een 
Guitarre beladen  zijnde,  gaet  al  fijn  beft, 
om  fijn  beminde  te  doen  fchreyen  van 

mede- 


i 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


■'•!M 


ARCADIA.  m 

ïededogen  ,  of  al  de  honden  van  de  buurt 
tc  doen  baflln.  Het  is  te  gelooven  dat  hy 
licht  het  een  of  het  ander,  ofwel  allebey- 
fde  fou  hebben  gedaenjmaer  ondertuffchen 
tdeedt  hy  geen  van  beyden.    Vijftigh  tre- 
den vandegeluckigc  woonplaets  van  fijn 
longeluckigefchoonheydt  zijnde,  fagh  hy 
:  de  poort  van  haer  huys  openen  ,  en  een 
vrouw  dier  uyt  komen  ,  die  wel  nacfijn 
onlichtbare  Engel  geleeck  i  hy  konde  fich 
niet  bedencken,  waerom  een  vrouwe  dus 
alleen,  cn  op  fulck  een u ure  fich  opdc 
ftraet  begaf.  Nadat  hy  haer  een  weynigh 
ingetreden  had,  fagh  hy,datfe  in  een  groot 
gebouw  gingk,  het  welcke  onbewoont,en 
door  het  vyer  vooreenigen  tijdt  half  ver- 
0 ielt  was.Hy  deedt  de  ronde  om  dat  huys , 
en  beelde  fich  terftondt  in, dat  fijn  minne- 
maetcn  fijn  Meefterfle  malkander  attfttt 
lichtelijck  befcheyden  moghten  hebben  , 
om  dat  tf,  wetende  hoe  fy  met  hem  ftont  s 
hem  tot  narent  niet  fpreecken  dorft,  cn 
dat  fy  foo  gehey  men  faeck  aen  een  derde 
niet  hadt  willen  vertrouwen.    Dit  beelde 
hy  fich  al  in,  gelijck  men  altoo3  het  quaet- 
ftc  denckt;  macr  noyt  denckt  men  het  foo 
quaet,  of  het  kan  noch  quader  zijn.  Dat 
evenwel  was  fijn  voornemen, indien  hy  dc 
faeck  foodanigh  bevandt.als  hy  vermoede, 
fijn  minne-mackcr  den  beek,  en  met 
bittere  fchelt- woorden  fijn  Seraphinc  het 
hart  t  e  breccken.    Hy  begeeft  fich  dan  • 
met  ib?  weynigh  geruchts  als  hem 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


17*  ÖORTSCHË 

mooghlijck  was ,  in  het  vervallen  huys,  i?r 
totaen  eenplaets  daerhy  haer  ghewaer  is 
wierdt :  want  het  was  Seraphine ,  fittende  *ii ; 
op  de  aerde ,  en  kermende  gel  ij  ck  een  per- 1 ! 
foon  die  de  geeft  geeft,  en,  in  een  woordt,  ji 
die  met  verfchrickelijcke  pijn  een  jong  :  <i 
fchepfel  ter  werelt  braght.    Sy  was  foo  I 
hieft  niet  verloft ,  of,  haer  moet  haer  j? 
kracht  verdubbelende,  fy  keerde  weêr  * 
naereen  kleyn  vertoeven ,  van  waerfy  ge-  •  - . 
komen  was,  fonder  fich  vorder  te  bekom- 
meren wat  het  kindt  overkomen  moght, 
hetgeen  fy  aldaer  leggen  liet.  Ick  geef u 
te  bedencken  of  Don  Pedro  verbaeft 
was  of  niet.    Nuvermerckte  hyeerftde 
rechte  oorfaeck  van  haer  fieckte ,  en  ver- 
fchrickte  over  het  gevaerhet  welcke  hy 
geloopen  hadt»  Maer  gelijck  hy  feer  Edel- 
moedigh  was ,  wilde  hy  fich  geenfins  over 
lijn  ongetrouwe  wreecken ,  tot  verlies  van 
haer  eer ,  en  die  van  een  doorluchtigli 
Huys,  noch  oock  in  fijn  gerechtige  gram» 
fchap  ditonnoofel  fchepfel ,  het  welcke 
daer  lagh  ter  genade  van  deneerften  reec- 
kel,die  't  fou  mogen  vinden,dus  ellendigh 
laten  vergaen.  Hy  dan  windt  het  in  fijnen 
neufdoeck ,  by  gebreck  van  yets  anders  , 
en  begeeft  fich  met  de  aldermeefte  fpoet 
na  een  vroedt-vrouw  van  fijn  kennis ,  de- 
wclcke  hy  het  kint  beval,  en  geit  gaf ,  om 
het  geen  het  moght  van  nooden  hebben  tc 
koopen.    De  vrouwe  wel  betaelt  zijnde , 
«leedt  het  befte  omtrent  het  kjndt ,  en  des 

an- 


ï 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


inderen  daeghs  hadt  het  een  voedtfter, 
i  wierdt  gedoopt ,  en  Laura  genoemt,  want 
)hct  was  een  dochter.  Ondertuffchén 
<Don  Pedro  begaf  iich  nae  een  van  fijn 
imaeghlchap  ,  daer  hy  groot  vertrouwen 
>p  hadt ,  tegen  dewelcke  hy  feyde ,  dat  hy 
[fijn  meening  van  foojong  te  trouwen ,  in 
teen  beiluyt,  van  de  landen  te  gaen  befien  , 
^verandert  hadt :  hem  verfoeckende  dat 
Jhy  de  beftiering  van  fijn  goederen  in  han- 
4de n  wilde  nemen,  en  uyt  fijn  naem ,  en  op 
(fijn  korten ,  een  kleyn  kint  by  fich  ontfan- 
ogen,  het  wclcke  hy  ieyde  het  fijne  te  zijn  , 
ren  niet  tc  fparen ,  om  het  heerlijck. 
op  tc  voeden  ,  maer  dat  hy,  wanneer  het 
dry  jaren  out  ibu  zijn  ,  het  iel  ve,  om  feec- 
,'kere  redenen  dewelcke  hem  daer  toe  be- 
I  wogen  ,  ineenkloofter  foubeüellcn ,  en 
boven  allen  order  geven ,  dat  fy  geen  ken- 
niflevande  faecken  des  werclts  kreegh. 
Hy  gaf  aen  fijn  vriendt  al  de  noo^iigc  pro- 
curatien,  en  laftcn,  om  fijn  goederen  te  be- 
llieren ,  voorfagh  fich  wel  met  geldt  ,  en 
juweelen  ,  als  mede  van  een  getrouw  die- 
naer,  en  aleer  hy  uytGranade  fchcyde, 
fchrcef  hy  een  brief  aen  Seraphine.  Defe 
ontfingiy  juyftopdetijdr,  wanneer  fy  haer 
Ouders  te  kennen  gaf,  dat  haer  fieckte  als 
nu  tamflijck  was ,  en  loodanigh  ,  datfe 
haer  houwelijck  niet  ibu  beletten  of  ver- 
hinderen.  Maer  de  brief  van  Don  Pedro, 
dewelcke  haer  wel  blijeken  deedt ,  dat  hy 
van  haer  dingen  wift,  deed  haer  wel  an- 

M  f  der» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


»74  DORTSCHE 
dere  gedachten  nemen  j  defe  waren  alleen 
om  het  houwelijck  met  de  werelt  te  laten 
varen  ,  gelijck  fy  een  koeten  tijdt  daer na 
fich  ineen  kloofter  begaf,  om  daer  noyt 
weder  uy  t  te  komen ,  ionder  dat  de  gebe- 
den o£  traenen  van  haer  ouders ,  die  alles 
deden  watfy  konden,  om  haer  van  dit  be- 
fluyt  af  te  trecken ,  haer  voornemen  kon- 
den doen  veranderen  \  het  welcke  fy  daer- 
om  te  wonderlijcker  achten, om  dat  fy  de 
reden  daer  van  niet  begrijpen  konden, 
Laet  ons  hen  laten  hun  dochter  befchrey- 
cn  i  die  van  haer  zijde  haer  beklagh  over 
haer  fonden  deedt ;  en  oock  haer  Dochter 
Laura  in  alle  fchoonhey  t  op  groeyen  ,  en 
PonPedro  op  den  wech  van  Sevillevin» 
den  *daer  hy  voor  eerit  na tce  rey fde ,  vol 
van  verwondering  over  het  gene  hem 
gebeurt  was,  endelchierlijcke  verande- 
ring van  fijn  voornemen,  hebbende  nu  foo 
grooten  arkeer  van  het  houwelijck,  als  hy 
daer  voor  defen  treek  en  genegentheyt  toe 
gehadt  hadt.  Al  de  vrouwen  maeckten 
hem  fchrick,  en  Tonder  aente  niereken 
dat'er  goede  en  quade  vrouwen ,  foo  wel 
als  mannen  zijn,  nam  een  vaft  befluyt»iich 
wel  voor  dat  geflacht  te  wachten,  en  noch 
meer  voor  de  gauwe  of  fnedige,.  als  voor 
de  flechte  en  eenvoudige ,  vallende  in  het 
ghevoeien  vandefe,  dewelcke  gelooven 
dat  een  vrouw  meer  weet  als  ff  behoort 
te  weten  ,  wanneer,  fy  meer  verftaet  als 
iuer  hujChouding,  en  de  opvoeding  van 

haer 


ARCADIA, 
hacr  kinderen. 


*7* 


(Dit  vers  van  Jttvtnalü  lagh  hem  geduu» 
righlijck  op  de  tong. 

Vxorem  Pefthume  dueis 
\Dic  quaTifiphoneï  qnibus  exagitarecolttbusï 
\  Ferrc  por  es  Dominam  fahis  tot  reftibus  ullam  ? 
imCum pateant  alt* ,  caligantesque  fenejlra  ? 
wCum  tibi  vïcinumfeprabeat  Mmiïms  pons  ? 

Ghy  trouwt  dan  Pofthumus',vjat  vyer,*wat  ra- 
fernyen  (lyen , 

I  Ont ft  ellen  uw  'tver(lant?kondtghyeenvrouwe 
Daer  foo  veel fir oppen  zijn?  daerghy  van  toom 
of  wal 

Mïebt  kans  genoeghden  hals  te  broeken  doof 
den  val? 

X  Daer  u  Emilitts  febijnt  met  fijn  brugh  te  wenc- 
ken, 

I  Ombeer  ghy  fulcks  bejlaet,u  felven  te verdrent- 
ken} 

Ingenomen  met  dcfe  kettcry ,  komt  hy 
binnen  Seville,  en  begeeft  lichbyeenen 
Don  Jan  van  ik  weet  nu  t  wacr.by  gtnaemt 
3  ick  weet  niet  hoe  (doe  h  dat  is  al  even  eens) 
3  ter  herberg,  zijnde  dcfe  een  rijck  man  van 
iftact,  ennauM.jedtverwant  van  DonPe- 
<i  dro,  die  geenlins  wiUie  toe  laten  dat  hy  el- 
|  dersfou  opgaen.  De  Cc  hoon  heyt  van  defe 
Stadt  maeckte  hem  lud  om  fich  daer  een 
wiil  op  te  houden ,  geduurende  welckcn 

M  6  tijdt. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


%1S  DORTSCHE 

tijdt ,  fijn  Neef  Don  Jan  niet  anders  focht, 
als  hem  alle  vermaeck  van  de  wereldt  aen 
te  doen.    Op  feeckeren  dagh  ,  foo  als  fy 
met  malkander  door  een  van  de  voor- 
naemfte  {traeten  der  Stadt  tc  paert  reden , 
fagen  fyin  een  Caros,  die  in  eengrootj 
huys  inreedt,  een  jonge  vrouw,  in  de  kleey 
ding  van  een  wed  uw :  maer  foo  fchoosï'en 
aerdigh,dat  Don  Pedrodaer  over  verbaeft 
ftondt ,  en  Don  Ian  aen  het  lachen  hielp, 
door  al  fijn  fotte  exclamatien  enuyt-roe- 
pingen  die  hy  maeckte ,  beneffens  lijn  ee- 
den  die  hy  deed  van  noyt  fchoonder  ge- 
fien  te  hebben.    Defe  Engelachtige  we- 
duw  herftelde  al  het  vrouwelijck  ghe- 
flachte  op  nieuw  in  fijn  goede  gunft ,  die 
dé  lichtveerdigheydt  van  Seraphine  daer 
uyt  verftooten  en  verdreven  hadt.  Hy  badt 
Don  Ian  defelveftract  weder  deur  tegaen, 
en  verfeeckerde  hem ,  dat  het  weynigh 
fcheelde ,  of  hy  was  ter  doodt  toegewont. 
Heeft  het  niet  veel  ghefcheelt  ?  berechte 
daer  Don  Ian  op,  ickbedriegh  my  wel 
dapper ,  of  ghy  hebt  het  fpeck  al  wech. 
Waerlijck,antwoordeDon  Pedro,  ick  wil 
u  de  waerheyt  niet  verbergen ,  ick  fou  my 
tenhooghften  geluckigh  achten,  indien 
Ickmijn  tijdt  metfulckeen  fchoonheydt 
moght  doorbrengen.  Door  defe  wegh,  en 
een  wijl  aenhoudens,  foudtgy  miflchien , 
antwoordeDon  lan,wel  tot  uw  voornemen 
konnen  komen  Evenwel  Elvire, vervolg- 
de hy,  is  vangroote  ftact,  en  feerrijek, 

baer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


arcadia.  a77 

thaer  fchoonhcydt  isfuodanigh  als  ghyfc 
igefien  hebt ,  en  haer  deught  niet  minder, 
ren  zedert  twee  jaren  ,  datfy  wed  uw  is  ge- 
*  weert ,  bebben  de  befte  houwelijckcn  van 
i  Andalouzia  hier  niet  konncn  bckooren  ; 
.imaereen  Edelman  als  ghyzijr,  fou  mif- 
l  fchien  konncn  doen,  datandcre  moeten 
1.  laten.  Sy  is  een  na  bloet  verwant  van  mijn 
W*V  huyl vrouw,  waer  door  ick  fom wijlen  ge- 
j:legentheyt  heb  baer  teiïen.Ick  fal  haer  uw 

0  voornemen  voordragen,indien  ghy  fulcks 
-  begeert,  en  heb  goede  hoop  van  een  geluc- 

kigen  uytflagh ,  nademael  ick  haer  nu  we- 
der op  de  galdery  fie ,  van  daer  fy  op  ons 
ihet  oogh  heeft,  her  welckgeen  kleyne 
gunftvan  een  foo  befette  jongkvrouw  is ; 
fy  fou  wel  binnen  konncn  blijven  en  haer 
venftersiluyten  ,  en  macckenallbo  onfen 
koorby  g3ngk  vruchteloos.    Op  het  eyn- 
jidigen  van  defe  woorden  ,  maecktcn  defe 
'twee  Edel  lieden  haer  een  diepe  eerbie- 

1  digheydt  v  die  hen  niet  wcynigh  mocyte 
kofte  ,  om  wel  uyt  te  wereken.  Bo- 

Jven  alle  Don  Pedro  deedtde  fijne  met 
fulcke  fwieren,  dar  hy  fchcen  fijn  lichacm 
tefullen  verdraeyen.  De  jongkvrouw  van 
de  galdery  decdr  benoock  Ctfl  die  niet 
flecht  was,  die  Don  Pedro  en  Don  Ian  clck 
^  Jnoch  op  twee  andere  quam  te  Itaen. 

(Matrfundt  defeSon  verdirenm  d.ierfe  flonty 
^ÈVcnrocI^n  defe  twee,  dmgttf,  en  die  ge- 
wondt. 

il  M  7  ET- 


Early  European  Books,  Copyright©  20 1  l  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i 


z78  DORTSCHE 

Eylaes  mijn  Neef  fey  Don  Pedro  ,  fo* 
een  vreemdelingk  wel  een  hart  winnen, 
dat  fich  foo  dapperlijck  tegen  een  heel  le- 
ger minnaers  van  Seville  heeft  konnca 
beichermen  ?  voorwaer  de  geringe  hoop 
die  ick  hebbe  van  haer  te  konnen  bewe- 
gen, is  machtigh  genoegh  om  my  te  doen 
iterven  ♦  evenwel  is  hetoeter ,  indien  het 
doch  fijn  moet ,  dat  ick  ftervedoor  haer 
weygeren,als  door  haer  verachté :  fpreekt 
haer  dan  aen,  mijn  waerdeNeef ,  fpreeckt' 
haeraen ,  foo  haeft  als  het  u  mooghlijck  i 
fal  zijn,  enwijfthaermijnftaetengele- 
gentheydtaen,  fonder  de  geweldige  be- 
geerte die  ick  heb,  haertebehagen.te  ver- 
iwijgen.  Hy  konde  voortaen  anders  niet 
fpreecken  als  van  fijn  liefde ,  en  Don  Jam 
fagh  wel ,  dathy  hem  anders  geenver- 
maeck  kon  doen»  ais  de  faeck  met  den  eer-i 
ften  aen  Elvire  bekent  te  maecken.  Hd 
dan  vangt  het  werekaen,  met  goetge-i 
volgh  ,  en  de  fchoone  weduw  ontfinghjn 
voorflagen  foo  wel ,  datfe  hem  liet  blij  c-i 
ken,dat  Don  Pedro  haer  niet  mifhaeghde.  I 
Maer  fy  feyde  hem ,  dat  fy  een  belofte  had» 
gedaen ,  van  dry  jaren  na  haers  mans  dootè 
weduw  te  blijven,  welck  befluyt  haer* 
geen  dinck  indewerelt  fou  doen  breken,  t 
Sy  voeghde  daer  by ,  dat,  om  de  gedachte- 
nis van  hier  man  in  waerde  re  houden ,  fyf 
fooerooten  itrengheyt  tegen  alhaeracn-t 
foeckers  hadt  gepleeght ,  en  vervolghde ,1 
dat  indien  Don  Pedro  foo  veel  moets  had , 

als 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  27$ 
Is  haer  een  geheel  jaer  te  dienen ,  geduu- 
rende  welcken  tijdt  iy  malkander  te  beter 
ouden  konnen  leeren  kennen,  dat  fy  hem 
aer  woort  gaf.  Don  Ian  deedt  dit  verhacl 
en  Don  Pedro,  die  daerover  dealderver- 
oeghften  menich,  en  vyerighfte  minnaer 
ande  werelt  wierdt.    Hy  ontftelde  fich 
een  fins  over  de  langkheydt  van  de  tijdt , 
n  nam  voor  fich ,  defelve  in  aile  minne- 
lichten  en  galanteryen  wel  deur  te  brcn- 
en.   Hy  kocht  paerden  benefïèns  een 
choone  Caros,rechte  lijn  huys  en  gevolgh 
heel  prachtigh  toe ,  deedt  Bord  uur- werc- 
kers  en  kleermaeckers  wercken,  watfy 
wercken  moghten ,  en  de  Mufijkanten 
fingen  en  fpeelen  dat  het  dreunde.  Hy 
wilde  fijn  gcfchencken  aen  haer  doen, 
aer  fy  het  niet  toeftaen.  Maer  haer  boden 
waren  i'00  weygerigh  niet ,  die  fijn  gaven 
met  fulck  een  goet  hart  ontfingen  als  hy 
:hen  defelve  gafj  foo  dathy  in  weynigh 
.  tijd ts  meer  mcefters  over  haer  volck  was , 
als  El  vire  felf ,  die  haer  jongkvrou  wen  in 
:de  venfters ,  en  aen  de  galdcry  deden  ver- 
fchijnen  ,  foo  dickmaels  als  Don  Pedro 
1  wilde  ,fy  hadt  lult  of  geen.  Voornaraent- 
lijck  wanneer  Don  Pedro  fijnfang  op  de 
ftraet  liet  hooren,  daer  hy  meefter  in  was, 
,;fonderfich  met  fijn  lippen  of  tonge te bc- 
~<<Jhel pen  wanneer  hy  fijn  aerdigeCadenccn 
J  of  vallen  wilde  maecken.  Dacr  waren  nu 
ialrecdts  6  van  de  12  fatale  en  noodtfehic- 
.kelijcke  maenden  veritreecken ,  fonder 

dat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1S0  DORTSCHE 
dat  hy  een by  londcre  aenfpraeck  van  haer-fl* 
hadt  konnen  verwerven ,  het  welcke  in  1  ij 
hem  van  dagh  tot  dagh  de  liefde  emn  c 
achting.dewelcke  hy  van  haer  hadt, deedtll ' 
aennemen :  evndelijck,  doorgeweldt  va#I 1 
bidden  en  geurhencken ,  was  een  van  hart  4  \ 
jongkvrouwen  wel  foo  ftout,  datfehenfnJ 
beloofde  opeen  nacht  in  haer  Me-vronfl1 
wen  kamer  te  laten  komen,  en  hem  in  eettf 1 
plaetste  ftellen,  daerhy  haer  kondefieó  1' 
ontkleeden ,  en  te  bedde  gacn  ,  fom  wijlen  *l 
wel  in  het  hembde  over  de  kamer  wande- 1 
len  ,  de  harp  nemen ,  en  daer  uytmunten-  i 
de  wel  op  hooren  fpeelen.   Don  Pedro,  >j 
voor  fulck  een  groote  weldaedt ,  gaf  haer  I 
meer  als  hy  haer  belooft  hadt ,  en  de  ge-  4 
fetten  tijdt aengekomen  zijnde ,  wiert  hy  i 
door  de  longkvrou  in  de  kamer  gebraght , 
al  waer  hy  gingk  itaen  in  een  kleyn  ver- 
treck ,  recht  tegen  over  de  kamer-deur. 
Hy  fagh  haer  op  haer  voete-banck  fitten, 
en  een  gebede-boeck  lefen(hoewel  ick  niet 
weet  of  fydaer  algrooten  aendachttoe 
hadt)  terwiil  haer  jongkvrouwen  befigh  J 
waren  met  haer  te  ontkleeden.  Sy  hadt  nu  j 
niet  meer  als  een  licht  rockfken  aen,  ent 
flondt  gereedt  om  te  bedde  te  gaen ,  wan-  j 
neer  de  omgekochte  jongkrouw,  om  Don  | 
Pedro  alle  vergenoegen  te  geven,  haer  i 
Meefterfle  verfocht ,  een  liedeken  op  haer  i 
harp  te  willen  flaen.    Haer  gefellinnenj 
(omniet  te  fchijnen  minder  als  fydaeri 
toe  genegen  te  zijn ,  en  de  kond  van  haer  p 

Mee- t 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  281 

i  Meeftevfle  te  achten)  voeghden  haer  ver- 
x  foeckby  hethare.    Elvire  wilde  in  lange 
3  daer  met  toe  verftaen,  (eggende  dat  fy 
■\  fwaermoedigh  was ,  en  vericeckerde  hen 
i  allen,  dat  fy  daer  wel  goede  reden  toe  had. 
3  Maer  de  Iongk  vrouw  liet  niet  af,  cn  ftelde 
1  haer  te  gelijck  de  harp  in  handen.  Sy  dan 
■1  begoftdaerop  te  ilaen,  metfulck  een  aer- 
•  digheyt  en  bevalJijckheyt,  dat  Don  Pedro 
wereks  genocgh  hadt,  fich  fel  ven  te  be- 
dwingen, van  fich  voor  haer  voeten  neder 
,/  te  werpen,  om  daer  de  vervoerde  minnaer 
te  fpeelen.    Hacrjjcfpel  duurde  evenwel 
met  lang,  maerfy  voeghdê  haer  in  haer 
. obedde,  gelijck  oock  de  jongvrouwen 
ver trocken ,  gevende  t  ij  d  t  ac  n  Don  Ped ro 
fich  mede  uy  t  de  kamer  te  maeckenmiaer 
willende  fich  voort  op  de  (traet  begeven  , 

ijandthy  fich  ten  hooghftenverbaeft,  dat 
aegroote  poort  gefloten  was.    Hier  was 
/oor  hem  geen  andere  raet.als  de  atnkomft 
fvan  den  dagh  te  verwachten,  die  niet  lang 
,?:e  vertoeven  hadt.    Hy  gin^k  op  de  kant 
,  «van een  born-putnederiittcn  ,  die  opeen 
l.Jfioeck  van  de  plaets  Irondt,  in  groote 
frees  en  bcnauwtheydt  vanontdeckt  te 
vorden  ,  cn  alioo  lijn  Meeilerfle  door  fij» 
toutigheydt  te  vertoornen.  Hy  leydenu 
lit  dan  dat  over  ,  fonder  dat  hy  tot  eenigh 
>efluyt  konde  geraecken  ,  wanneer  hy  een 
leur ,  omtrent  de  kamer  van  Elvire,  ope- 
nen faghi  hy  fagh  om  na  de  plaets  daer  hy 
-»et  gerucht  hoorde,  maer  vandt  fich  niet 

wey- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


iSi  DORTSCH1 

weynigh  verbaeft ,  wanneer  hy  fijn  fcha> 
ne  Weduwe  op  de  plaetskomen  fagh ,  de 
welcke   hy    meende  nu  wel  vaft  in 
flaep  te  zijn.  Aen  een  kley  ne  wafle  kaers , 
opeen  filvere kandelacr ,  dewelckefyin 
haer  handt  hadt,  fagh  hy  hacr  fchoon  aen« 
gelicht ,  cn  haer  nacht-hulfel  feer  aerdigh 
gefet,  datfe  den  hals  ontdeckt,  en  met  een  3 
fchoone  toer  peerlen  verkiert  hadt ,  en 
dat  men  aen  haer  hembde  meer  kantall 
linnen  fagh.   Sy  hadt  een  koftelijckt 
nacht-tabbaert  aen,fonder  meer.  Sy  hadt 
een  groote  filvere  kom  in  haer  handt  ge- 
vult  met  alderhande  Succaden  enCon* 
fc-rven.  Indcfegeftaltenis  wasfyfooaen- 
genaem  in  de  oogen  van  Don  Pedro ,  dat 
hy  al  fijn  forgen  vergat,  door  het  ver- 
maeck  dat  hy  genoot  met  haer  te  aen* 
f chouwen .  Hy  vcrberghde  fich  even  we 
achter  de  put ,  om  van  haer  niet  gefien  te  4 
worden ,  die  hy  evenwel  genoeghfaem 
fagh .   Sy  nam  haren  wegh  na  de  paerde- 
ftal ,  daer  haer  Don  Pedro  van  verre  volg- 
de,  en  in  een  kleyn  kamerken  fagh  gaen. 
Hy  dacht  terftondt,dat  de  weduwe.als  feei  > 
medelij  digh  en  goedertier,  den  een  of  den 
ander  van  haer  huyfgefinde  kranck  leg- 1 
gen  hadt ,  diefe  aldus  gingk  befoecken  ,i 
hoe  wel,  behoudens  haer  liefde ,  ly  die  laö 
aen  een  van  haer  huyfgefin  wei  fou  heb- 
benkonnen  bevelen*  Hy  dan  verborgh  ; 
fich  achter  een  van  de  paerden ,  die  mclf 
verre  van  de  deur  van  het  kamerken 

ftondt , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  29| 

•  Rondt ,  en  fagh  van  daer  fijn  weduw  haer 

•  kandelaer  op  een  tafel  neder  fctten,  benck 
'  Pens  de  kom  me,  en  acn  de  andere  zijde  een 
-ijwart  te  bedde  leggen,  die  hem  fcheen  van 

•  ie  ouderdom  van  omtrent  dertigh  jaeren 
-rezijn,  maer  foo  mager  en  uyrgeteert, 

lathyniet  anders  als  het  vel  over  de  bee- 
j  icn  Jiadt.    Sy  het  decklel  van  den  fwart 
vat  opgelicht ,  en  het  bedde  een  weynigh 
'crmaeckt  hebbende,  fctte  fich  op  de  kant 
-  'an  de  bedtftcdencêr ,  cn  ftrijckeode  haer 
landt  over  fijn  voorhooft ,  dat  geheel  nat 
ran  Iweet  was  (want  het  was  het  doode 
weet  dat  hem  van  alle  kanten  uytbrack) 
legoft  eyndelijckindcfe  woorden  uytte 
weccken,  hebbende  de  oogen  vol  van  tra- 
'  icn  :  Mijn  lieve  AntomVjfeydc  fy,  al  fuch- 
i  ende ,  wilt  ghy  dan  aldus  fterven ,  en  roy 
net  eenen  in  het  graf  rucken  ?  wat  feght 
.  ;hy  mijn  vrient,  fpreeekt  ghy  niet?neemt 
noet  mijn  hart,  en  neemt  een  weynigh 
ran  defe  Succadcn  en  Confitueren  /  die  u 
iet  hart  een  weynigh  verftereken  lullen  ; 
>  et  een  weynigh  om  mijnentwil.  Ghy 
J'rilt  myniet  eens  acnfien  Antonio,  hoe 
t  :omt  dat  by ,  daer  ick  u  foo  bemin  ?  mijn 
ingel,  kuft  mijn  eens,  en  neemt  moet,  in- 
lien  ghy  niet  begeert  dat  ick  van  hardeer 
terf.    Sy  fprack  defe  woorden  met  de 
neefte  beweging  van  de  werelt ,  voegende 
iaer  aengeficht  by  het  fijne ,  het  welcke 
s'ynoch  natter  van  traenen  maecktc  ,  als 
ït  van  fwect  was.    Ick  geloof  dat  die 

gene 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1^4         DORTSCH  E 
gene  die  haer  in  die  geftaltenis  gefien  had 
gelooft  fou  hebben,  een  Engel  te  fien ,  die 
valt  een  duy  vel  lief  kooft  j  maer  wat  Don 
Pedro  aengaet,  hem  dacht  dat  fijn  fchoonc 
Elvire  nu  al  vry  leelijcker  was  als  den  Ne» 
gcr  felf :  die  ten  laetften,  haer  wreedeli  jek 
acnfiende,  en  met  fijn  magere  handen  van 
fijn  aengeficht  afdouwende ,  met  een  g«- 
broocken  ftem,  aldus  begoft  te  fpreecken : 
wat  begeert  gy  van  my,Me-vrouw ,  waer- 
om  laet  ghy  my  niet  met  vreden  fterven !  * 
is  het  u  niet  genoegb  my  in  defen  ftaet  ge«i 
braght  te  hebben, dat  ghy  my  noch fcltof  1 
de  uurc  van  mijn  doodt  moeyelijckheydt i 
komt  aendoen?  Ick  bidde  u,  Me-vrouw,| 
trouwt ,  en  laet  my  in  mijn  vrede ,  fondei  1 
my  meer  met  uw  tegenwoordigheydt  o!  i 
fpijfe  te  quellenj  het  fal  doch  met  m>i 
hacfl  gedaen  lijn.  met  dcfe  woorden  keer  I 
dehy  haer  den  rugge  toe  ,  fonder  haei 
meer,  watfe  hem  oock  moght  vragen ,  U 
willen  antwoorden  ,  't  fy  dat  hy  ftierf ,  ol 
dat  hy  hartneckighlijck  weygerde  aen  te 
fpreecken ,   die  hy  de  oorfaeck  van  fijr  l 
doot  waende  te  zijn. Elvire  verfmolt  by  m 
in  tranen,  en  wanhoopende  van  de  behouj 
denis  van  haer  fchoone  NarchTus ,  gingk 
van  daer  fy  gekomen  was ,  nemende  al 
haer  leckernyen  weder  met  haer,  hebben* 
de  het  gelaet  foo  droevighen  bekreten,  al: 
of  fy  vry  al  wat  liefs  verloor.   Don  Pedrcj 
verberghde  fich   ondertuflehen  in  d« 
donckerfte  hoeck  van  de  ftal,  meer  ver I 

baeffl 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA;  *8r 
93acft  en  verwondert ,  over  het  gene  hy 
indien  en  gchoort  hadt,  als  hy  oyt  over  het 
vïevallen  van  Seraphinc  geweelt  iiadt.  Hy 
agh  fijn  bevcynfde  eerbare  voor  by 
aen ,  gebaer maeckende ,  gclijck  een  bc- 
iroefdc  weduwe,  die  een  waerdigh  man 
rerlieft,  en  een  w.ynigh  dacr  na ,  hooren- 
dede  groote  poort  openen ,  begaf  ficfc  op 
"c  itract ,  fonder  vee!  te  achten  ,  of  hy  ge- 
ien wiert  of  niet.  Achtende  het  aenhen 
van  dele  fnoode  lijn  forge  niet  eens  wacrt. 
Hy  handelde  evenwel  als  een  cerlijck 
man  ,  en  ontdeckte  fijn  Neef  niet  van  li  jn 
wedervaren.  Hy  gingk  der.  anderen  dacgs 
voorby  hacr  huys,jiiylt  wanneer  menden 
dooden  Antonio  gingk  bcgracven  ,  liy 
vracghde  na  hacr,  maer  haer  jongkvrou- 
wen  icyden  ,  dat  fy  lieck  was ;  en  geduu- 
rendc  vier  of  vijf  dagen  achtereen,  dat  hy 
heen  en  weder  voorby  haer  huys  gingk , 
kondehy  haer  niet  eens  te  fien  komen, 
foo  iecrgingk  haer  de  doodt  van  haren 
Aflieten  ter  herten.  Don  Pedro  had  even- 
wel byfondere  lult  om  van  hacr  te  hooren; 
maer  op  fecckeren  dtgh  ,  als  hy  by  Don 
lan  was,  braght  een  flivin  van  lClvircccn 
brict  aen  hem  uyt  nacm  van  haer  Me- 
vrouw. Hy  opende  dcfclve  met  groote 
begeerte ,  en  vandt'cr  dit  in : 

Blief  van  Klvircacn  Don  Pe- 
dro, Sec. 

Twee  gelieven ,  demUke  malkander  Hf  een 

fan 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


»86  DORTSCHE 

houwelijck  beminnen ,  hebben  geen  darde  va 
7io oden.  G £y  aw'/f  geboven  dat  ick 

niet  mifhage ,  en  ick  verfeeckere  u  dat  ghy  m 
foodanigh  behaeght ,  dat  ick  u  van  nu  af  ae 
toe  ftae  ,  hetgeen  ick  u  niet  eerder  ah  na  verloo 
van  eenjaer  had  toegefeghi.  Ghy  fult  dan  mee 
fier  van  mijn  per/benen  goederen  zijn,  wan 
neer  het  u  gelieft :  en  bidde  u  te  willen  geloo  < 
ven,  dat  hoewel  ick  een  faeck  van  fulckge 
wicht  met  fchreum  aenga,  u  verdtenjie,  en  mij) 
hef  de ,  my  defelve  geheel  licht  maecken  ,en,on 
aMefvoarigheden,die  ons  (ouden  komten  verhin- 
deren, te  boven  te  komen,  moet  geven  aen 

El  vir  t<  j 

Don  Pedro  las  den  Brief  twee  of  dry- 
mael  over ,  foo  qualijck  konde  hy  geloo- 
ven  het  geen  hyfagh.   Hy  beducht  dat  hj 
nu  tweemael  in  gevaer  was  geweeft ,  van 
lbo  ongel uckigh  getrouw  t  te  zijn ,  als  ee- 
nigh  man  in  Spangien ,  enbedanckte  den  1 
Hemel  van  gantfeher  herten ,  van  hem 
dus  bewaert  te  hebben.    Dit  haeftigh  be- 
fluy tevenwei  van  Elvire,om  hem  te  trou 
wen,  foo  hacft  haren  fwart  begraven  was, 
Werckte  in  Don  Pedro  een  geheel  ftrij- 
digh ,  namentlijck,  wel  verre  van  daer  te  ! 
vertrecken.  Hy  dan  feyde  Don  Ian,dat'er 
fijn  leven  aenhingk,  binnen  een  uur  tijdts 
uy  t  Se  villa  te  zij  n ,  en  dat  hy  niet  meer  als 
oenen  dienaer,  die  hy  met  fich  uy  t  Grana- § 
dagebraght  hadt,  by  fich  wilde  hebben.  \ 
Hy  verfecht  hem  vorders  fijn  Caros  en 

Pier- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  287 

Faerden  te  verkoopcn ,  en  fijn  andere  die- 
->i  nacrs  daer  mede  te  betalen,hem  hartelijck 
v>  biddende,  niet  nau  nadeoorfaeck  van  fijn 
l  fch  iel  i  j  ck  vertreck  te  vragen,  maerbeloo- 
vendehem  met  den  eerften  te  fch  rijven, 
»#  uyt  de  eerfte  Stadt  daer  hy  ftil  fou  zijn.  Hy 
H  fchreefoock  een  Brief  aen  El vire ,  terwijl 
v  hy  heencn  fandtom  muylen  te  huuren, 
gif  den  lelven  aen  de  flavin,om  haer  Mee- 
fteriTe  te  behandigcn  ;  en  ondertuflchen  de 
muylen  gekomen  zijnde,  namdewegh 
na  Madrid,  meer  als  oyt  in  fijn  eerfte  mee- 
ning verfeeckert,  van  al  de  vrouwen  van 
een  wackere  geeft  te  miftrouwen.  Onder- 
tuflchen krecgh  Elvirefijn  Brief,  dewclc- 
ke  fy  openende,  bevandt  foodanigh  tt 
zijn. 

Brief  van  Don  Pedio  aen  Elvire. 

Hoe  groot  de  liefde  gewcefl  is  ,  die  icl^  u 
gedragen  hebgebadtjnbbe  /c£  evcmrelforge 
gebadt  uw  eer  te  bewaren  ,  in  fptjt  van  mijn 
genegenthcyt  om  u  te  befitten.  OocJ^bebt gb$ 
felf  geficn  met  welcl^  eenreddijckjwt  mijn 
minnery  vergefelfcbapt  is  gewecft .  'lebben 
ondertuffeben  een  weynigb  nauw  gtfet  van 
mijn  [elven  ,  en  fou  fwarigbeydt  in  mijnge* 
moet  maecl{ent  u  te  verbinden  m\  te  trouwen^ 
h  daer  ghy  eerft  vooreen  dagb  dr\  of  vier  we- 
duw  geworden  ^ijt.  Gby  njt  de  gebeugbenis 
van  dien  armen  fwart  meer  eerbiedigbeyt 
•  fcJwldigh  ,  en  kondt  u  niet  minder  als  een 

jaer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


s 


DORTSCHE 


iacr  tijdts  g$ven  om  bet verlits  van  ttn  f  ty- 
foon te  bewenen ,  die  u  fio  goede  dienfitn 
beeft  gedaen.  Qndtrwffcben  futten  gby  en 
iet  tiidt  hebben ,  om  ttbedencken  wat  wy  tt 


IK'' 


4oen  hebben 

Don  Pei>r«  Lc:r 

Elvirc  meende  te  fterven,  lefende 
defen  Brief ,  en  wiert  in  gevolge  daer  over  »• 
foo  ontftelt,  dat  fy  kranckte  bedde  viel ,  <- 
meer  bedroeft  over  dit  voorval ,  als  over 
het  verlies  van  haren  Minnaer  uyt  Guh  • 
nea.    Maer  cyndelnck,  bedenckende,  dat 
Don  Pedro  uyt  Seville  was ,  en  dat'er  een 
ander,  die  al  hadt,  het  geen  yemant  kond*  bi m^ 
behaeghlijck  maecken,  fichom  haerte  | 
trouwen  aenboodt,  nam  fy  den  fel  ven ,  by 
gebreck  van  een  beter.    Ondertufichen  i 
vcrvolghde  Don  Pedro  lijnen  wegh,  de- 
welcke  hem  eyndelijk  tot  Madrid  braght-,  i 
hy  bleef  daer  een  wi  j  l,by  een  oom  de  weic-  1 
ke  hy  aldaer hadt ,  totdat  hem  gelegent- 
heyt  voor  viel ,  fich  met  den  Hartogh  van 
OfTuna,  die  als  Onder-koningk  na  Napels 
gingk,  op  rcys  na  Italië  te  begeven.  Hy 
bleef  fes  of  fe  ven  jaren  binnen  Napels,  daer 
hy  van  den  Onder-koningk  feer  bemint 
en  wel  onderhouden  wiert ,  behalven  het 
geit  dat  hy  uyt  fijn  eygen  middelen  trock. 
in  voegen  geen  Edelman  binnen  Napels 
was ,  die  heerlijcker  als  hy  voor  den  dagh 
quam.  Het  welcke  hem  te  aenfienlijcker 
in  Italien  maeckte,  om  dat  de  meefte 

Span-i 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


>pangiaerts 
ladeeltedoen 


8» 


ler  komen  om  hun  voor- 
jelijck  de  Franfchen  om  te 
iseeren.  Hy  deedt  een  tocht  na  Sicilien ,  en 
Onthielt  fich  in  de  befte  ftcden  aldaer ,  cn 
;3iveder  in  Ital  ien  gekomen  zijnde ,  gingk 
iaoch  twee  of  dry  jaren  binnen  Romen 
wooncn,  en  oock  omtrent  foo  lang  tot 
:i:Venetie  ,   en  foo  vervolgens  in  al  dc 
voornaemftefteden,  die  hy  oordeelde  fijn 
erblijf  waerdigh  te  zijn.    Hy  dan  zijnde 
lfoo  14 of  15- jaren  uyt  fijn  vaderlandt 
jewceft,  geduurende  wekken  tijdt,  hy  al- 
oosden  minnaer,  of  om  beter  te  feggen 
lien  Avontuuriergemaeckt  had,blijvcndc 
;:venwel  altoos  by  lijn  meening,  dat  men 
jmet  een  gaeuwe  vrou  noyt  wel  gctrouwt 
ikonde  zijn.    Eyndelijck  kreegh  hyluft 
:en  eynde  van  al  fijn  1  werven  te  maecken, 
.  kveder  na  fijn  vaderlandt  te  keeren,  en  fijn 
vrienden  te  befoecken,  dio  hy  aldaer  gela~ 
•  ten  hadt.    Maer  het  gene  hem  meelt  tot 
fijn  vertreck  deed  befluyten.was  het  geit, 
dat  hem  ontbrack,door  raute  van  fijn  cor- 
refpondenten,en  wiflelaers,of  ten  minftcn 
hy  hadt  het  fooweynigh  ,  dar  hy  nauwe- 
lijcksgenoegh  hadt,  om  met  fatiocn  tot 
Sarcellona  te  komen.  Daer  verkocht  hy 
eenige  goederen  die  hy  by  fieh   hadt , 
kocht'er  een  Muyl  voor ,  houdende  alleen 
het  befte  van  fi  jn  kleedcrcn  voor  fijn  reys, 
en  nam  looden  tochtte  landt  teil,  felf 
fonder  dienacr  of  ander  gevolgh.alloo  die, 
dewelcke  hy  uyt  Spangten  met  fieh  ge- 

N  braght 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


10o        DORTSCHE  V 
braght  hadt ,  geftorven  was,  co  fijn  wey- 
nige  penningen  hem  niet  toelieten  een 
ander  te  huuren.    Hy  trock  met  het  aen- 
breecken  van  den  dagh  uyt  Barcelona,  om 
de  hitte  van  den  dagh  te  mijden,  en  bevant 
fich  omtrent  negen  uuren  voorden  mid- 
dagh  vier  of  vijf  mijlen  van  daer.  Hy  reedt 
dwers  door  een  groot  dorp ,  daer  een  Ca- 
talaensHartogh  een  deel  van  den  Somer 
m  een  fchoon  Slot  doorbraghf,  het  welckc 
aendenweghlagh.    Defen  Hartogh  was 
een  oudt  Heer,en  hadt  een  gcefttge  jonge 
Dame  getrouwt ,  die  niet  boven  de  twin-S 
tigh  jaren  oudt  was.   Dien  dagh  was  hy 
uyt  jagen  gereden ,  van  waer  hy  niet  voor fl 
des  anderen  daeghs  weder  komen  fou. 
De  jonge  Hartogin  quam  by  geval ,  uy  t 
haer  veynfter,  het  welcke  op  den  wegh 
uvtfagh.den  jongen  Granadin ,  ioo  als  hy 
voorby  reedt,  te  lien.  Sijn  braet  gelaet  gaf 
haer  genegentheydt  om  hem  van  naby  te 
fien  .behalven  dat  fy  van  aerdt  vry  wat 
nieufgierigh  was ,  en  nauwelijcks  eemge 
vreemdelingen  voorby  *aer flot bet reyj 
fen ,  fonder  die  voor  fich  te  laten  komen. 
Al-hoe-wel  onfen  Granadin  grootc  be- 
geerte hadt  wat  verder  te  reyien ,  om  hjn 
liaeltijdt  te  doen  ,  konde  hy  evenwel  niet 
weygeren,  een  pagie  te  volgen ,  dewelcke 
hem  uyt  den  naem  van  ^h^noad 
verfocht,  haer  te  komen  befoecken .  ^y 
was  uytermaten  fchoon,en  ^  was^enim5 
gewoon  de  vrouwen  van  fulck  maeckiei 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


te  haten ,  al 


ARCADIA 


fyjuvft 


waren 

1  nen.Hy  van  fijnent  wegén  was  ook  voUcck 
fl  mentlijck  wel  gemaeekt  van  lijf  en  leden, 
a  en  deHartogin  iagh  futek  flagh  mede  niet 
tc  ongaerne;    Don  Pedro  met  haer  in  reden 
c*  rakende,  en  gevraegt,  van  waer  hy  quam, 
1  deedt  hacral  het  verhael  van  fijn  reyiên , 
voornamemlijk  vaniijnltaliaenfche  vrya- 
ij  gien,  daer  hy  wel  fag  dat  fy  groot  vermaek 
n  in  fchepte.  Voornamentlijck  vraeghde  fy 
i  feer  nau  na  de  Galanteryen  ,  en  kooferyen 
1  van  Napels ,  en  onderi  ocht  of  de  vrouwen 
i  daer  veel  vryheydt  hadden  ,  cn  of  de  Ita- 
!  Jiané  de  Spangiaerts  in  geeft  en  aerdighey  t 
<  overtroffen.  Daer  haer  Don  Pedro  lulckc 
; goede  onderrechting  van  deedt,  datin- 
Uïienfyfich  hol  over  bol  niet  in  het  mid- 
ïl  den  van  al  fijn  Galanteryen  wierp ,  fulcks 
i/  niet  aen  haer  wil  fchorte.    Sy  deedt  hem 
i  met  haer  het  middagh-mael  houden,en  na 
>ide  maeltijdc  wilde  hy  fijn  affcheydt  van 
•haer  nc  men,  maer  fy  wilde  hem  noch  niet 
Iquijtzijn,  enfeyde  hem.nademael  mijn 
f  Heer  den  Harto^h  niet  voor  des  an;ieren 
I  daegs  te  huys  komen  fou,  dat  fy  begeerde 
>idathy  haren  galt  blijven  lbo  ;da-rby  voc- 
Igende ,  dat  de  perfoonen  van  lij  n  verdien- 
ste in  Catalo^nien  dunne  gezacyt  zijnde, 
I  men  niet  alsophetuyteritc  vandelooda- 
nige  fcheyden  molt,  waaneer  men  het 
igduck  hadt ,  loodanige  te  bejegenen.  $y 
:  bracht  hem  in  een  groot  Cabii.et,  d.it  feer 
;  koel ,  en  met  fchoon  Porcellain ,  en  kotf  c- 


N  i 


üjck< 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


%()% 


DORTSCHE 


 behalven  veel  andere 

feltfaemheden,  voorfien  en  verkiert  was,  j 
daer  geen  koftelijcke  fitplaetfen,  heerlijc- 
ke  tapijten,  en  een  cierlijck  ruft-bedde,  I 
cedeckt  met  fatijne  MateUflèn ,  ont-  j 
braecken.  Daer  vertelde  haer  den  Grana-  | 
din  fijn  voorval  van  Granada ,  en  van  Se-  4 
villa ,  daer  de  Hartogin  met  open  mont  na  1 
luyfterde  ;  bgüuytende  ten  eynde,  dat  hy 
ten  laetftcn  voorgenomen  hadt  een  vrouw 
te  trouwen ,  indien  hy  een  vrouw  koft  I 
vinden  diefottinsgenoeghwas,  om  hem 
niet  al  die  geeltige  treecken,  die  de  gauwc 
vrouwen  hun  mans  weten  te  fpeelen ,  te  j 
doenvreefen.  Ickhebmiddeien,vervolg- 
dehy,  meer  als  matighlijck ,  en  of  al  j 
fchoon  de  vrouwe  dieick  trouwen  fou  ! 
ceene  hadt ,  behoudens  dat  fy  wel  opge- 
bracht zy,  en  dat  fy  niet  mifmaeckt  is  , 
(hoewel,  om  de  waerheytte  feggen.ick 
liever  een  leelijckedie  fot  genoegh  was . 
als  een  fchoone  die  gauw  was,  trouwen 
fou)  daer  was  niet  veel  aengelegen.Ick  he 
dat  ghy  in  een  groote  dwaling  zijt,  ant- 
woorde  de  Hartogin,en  wat  verftaet  gy  by 
wel  opgevoet  te  zijn?Ick  verftae,ant  woor- 
de,denGranadin,dat  fy  eerlijck  en  fchicke- 
liick  op  getogen  is.  En  hoe  kan  een  lottin 
eerlijck  en  fchickeljckgcnoemt  worden, 
vracghde  fy  wederom,indien  fy  niet  weet 
wat  het  een  of  het  ander  te  fcggé  is,en  waer 
fy  te»fpreecken  of  te  fwijgen  heeft,  om  het 
een  en  het  ander  te  zijn  ?  Hoe  fou  een  fot- 
tm 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA;  295 

!  tin  u  konnen  beminnen,  die  niet  wijs  ge- 
noegh  is  u  te  kennen?Sy  fou  omtrent  haer 
plicht  in  gebreecke  blijven,  Tonder  te  we- 
ten wat  fy  deedt ,  en  weien  noch  wel 
foo  fot ,  dat  fy  haer  eygen  fchande  fou 
openbaren  ;  daer  in  tegendeel,  een  vrouw 
ran  een  kloeckcn  geeft,  al-  hoe-wel  fy  haer 
eygcn  deught  en  fterckte  wantrouwe,  ten 
minften  de  gelcgentheden  weet  te  mijden, 
die  haer  het  verlies  van  defelve  fuuden 
mogen  veroorfaecken.  Sy  lagen  over  defe 
(lef  lang  te  reden-twiften,  houdende  den 
Crantdin  ftaende ,  dat  een  vrou  niet  meer 
moft  weten,  aU  haer  man  te  beminnen, 
hem  getrouw  te  zijn  ,  en  op  haer  huys  en 
huys houden  te  paflenjen  de  Hartogin  hem 
willende  bewijfen,  dat  een  lbttintothct 
een  noch  het  ander  bequaemwas,  endat 
eenfoodanige ,  al  wasiy  alfchoon  ^ven- 
wel ten  laetften  mifhagelijck  worden 
moft.  Over  defe  ftof  garen  fy  malkander 
goede  preuven  van  hun  kloeckheydt  wc- 
derzijts,  waer  door  het  goet  gevoelen 
datfe  van  malkander  hadden  foo  wel  ge- 
vordert  wierdt ,  dat  het  in  een  genegent- 
heyt  verkeerde.  Eyndelijek  feyde  hy  :  lek 
had  noyt  gelooft,  cenigh  perfoon  te  fullcn 
konnen  vinden,  die  my  van  dat  eens  opge- 
nomen gevoelen  fuu  hebben  konnen  af- 
brengen, maer  het  is  üóckwaer,  datmy 
het  fel vc  oock  noyt  dooreen  ongemeen 
perfoon,  alsghyzijt,  bereden-twiftis; 
wiens  ziel  alieenigh,  fondcr  fich  te  dienen 

N  5.  van- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


n 


294.  DORTSCHE 
van  haer  fchoonheyt ,  die  haers  gelijcken 
niet  heeft ,  macht  heeft  i  u  lek  een  gebiedt 
over  ons  te  verkrijgen ,  alsfyfelf  begeert. 
Ghy  hebt  my  dan  genefen  van  een  dwa- 
Jing,  vervolghde  hy,  maerghy  lactmy 
iïeck  aen  een  andere  iiccktc,  die  fwaer  om 
te  genefen  is.  Defe,  enduyfent  andere 
Hyperbolen  voerde  hy  de  geeftige  Hartogin 
te  gemoet ,  daer  hy  noch  een  deel  patheti- 
fche  impertinencien  by  voeghde,  wacr 
doorhy  meer  en  meer  op  haer  genegent- 
Jheyt  won  j  ick  weet  niet  wat  fy  hem  al  tot 
antwoort  gaf,  dan  altoos  dat  is'er  van,  dat 
hun  deur  van  twee  uuren  tot  desavondts  > 
dat  hetetens  tijdt  was,  gefloten  bleef ,  foo 
beligh  waren  fy  in  hun  praet.En  miflehien 
fou  hun  reden-kaveling  noch  langer  ge- 
duurt  hebben ,  ten  waerecn  dienaer  haer 
hadt  komen  feggen,  dat  den  Hartogh  in 
den  voor-hof  was.  Al  het  gene  dat|fy  in 
iulck  een  fchierlijcken  overval  konde 
doen,  was  den  Granadin  in  een  groote 
vergulde  kaflète  fluyten,  daer  fy  haer 
reuck-werek  en  andere  fnuyflêryen  in 
bewaerde ,  en ,  den  fleutel  daer  uyt  geno- 
men hebbende  ,  fich  op  het  bedde  te  wer- 
pen. Ondertuflchcn  quam  den  Hartogh » 
die  een  man  van  ten  minden  rfeftigh  ja- 
ren was ,  in  haer  kamer ,  dewelcke  hy 
vandt  foo  frifch  als  een  roos  geblooft.  Hy 
feyde  haer,  dat  een  brief,  dewelcke  hy  van 
den  Onder-koningk  gekregen  hadt ,  hem 
had  t  verbonden  eerder  weder  te  komen  , 

als 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  tpf 

als  hy  hadt  gemecnt.   Hy  feyde  grooten 
honger  te  hebben ,  en  deedt  hem  in  het 
felveCabinet  re  eten  brengen  van  het  geen 
vaerdigh  was*  en  de  Hartogin,  dieniet 
wilde  eten  ,  terwijl  haren  Granadin  mif~ 
fc hien  van  vreefe  trilde  en  becfde,nam  een 
Ooel,  cn  gingk  het  fitten  aeniïen.  Sywas 
van  een  feer  vrolijckcn  aerdt,  waerdoor  fy 
haren  ouden  man  te  wondcrlijck  wift  te 
vermaecken.    Sy  was  gewoon ,  gemecn- 
I  lijekmet  hem  over  het  een  of  het  ander 
a  een  wedden  ichap  aen  te  gaen ,  voorna- 
i  mentlijck  wanneer  fy  geldt  van  nooden 
i  hadt,  dat  den  goeden  man  vermaeck  gaf  te 
;  verlicfen ,  als  zijnde  uytftecckende  op 
rl  haer  vcrlieft.Sy  fchcen  hem  noyt  aengena- 
i  mer  als  tegenwoordigh,fy  deedt  hem  hon- 
')  dert  geeftige  vertellingen  ,  daer  den  goe- 
den man  niet  deedt  als  om  lachen,  dat  men 
hem  wel  al  de  tanden  fou  uytgetrocken 
i.  hebben.  Ey ndcl ij ck,  de  Hartogin  op  haer 
vrolijckfte  zijnde,  wilde  haren  bedoren 
Granadin  een  treek  van  haeraerdigheydt 
I  laten  hooren  ,  en  haer  op  fijn  koften  met 
haren  Ouden  u  at  vermaecken  ,  gclijek  iy 
voor  heen  met  hem  i>p  lnersmans  kerf- 
ftock  gedaea  hadt.  Sy  fcydetegens  haren 
man  ,  dat  fy  nu  in  lang  geen  wed  den  fchap 
te  famen  gedacn  hadden  ,  en  dat  fy  wel 
garen  een  hondert  piltoletten  van  hem 
vinnen  fou.    Oen  Harrogh  feyde  ,  dat  hy 
daer  mede  te  vreden  was .    Sy  ftelde  hem 
verfcheyde  wedden  fchap  pen  voor,  dc- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


i96  DORTSCHE 

welckefy  welwift  dathy  nietaennemen 
fou  j  eyndelijck  wedden  fy,  dat  den 
Hartogh  al  het  yferwerck  van  het  l 
huys  lou  noemen,  en  foo  hyyetsver-  j 
gat,  dathyhondert  piftoletten  verliefen  j 
fou.  Den  O uden  deedt  papier  en  incl  ko-  1 
men,  en  begoft  al  op  te  fchrijven  ,  wat  3 
hem  in  den  finquam,  maerhet  was  het 
geluck  van  de  Hartogin,  dat  hy  de  (leutels  ] 
vergat.  Sy  deedt  hem  twee  of  dry  mael 
fijn  gefchrift  over  leien,  en  vraegde  hem , 
of  hy  nu  voldaen  was  ?  Hy  antwoorde  jae. 
Sy  voude  het  papier  toe  ,*  fe^gende ,  dat  fy 
het  op  haer  gemack  over  leien  fou ,  maer 
ondertu(Tché  wilde  fy  hem  een  fae<ïk  ver- 
halen die  haer  bejegent  was,dat  een  vande 
aerdighfte  fou  zijn ,  daer  hy  oyt  van  ge- 
hoort  hadt.  Ick was, vervolghde fy,  een 
weynigh  na  uw  vertreck  aen  de  veynfters 
van  dit  flot ,  dewelcke  op  den  grooten 
wegh  uy  t  fien  ,  wanneer  ick  daer  een  man 
op  een  muyl  fagh  voorby  rijden ,  die  feer 
gauw  voortfloegh.  Ick  fondt  hem  mijn 
pagie  achter  aen,  die  hem  by  my  deedt  ko- 
men, lek  verfeeckere  u,  dat  icK  noyt  per- 
foon  van  een  beter  geft  altenis  gefien  heb* 
be ,  en  die  bequamer  was ,  om  de  alderbe- 
fètfte  te  bekooren.  Ick  vraeghde  hem  van 
waer  hy  quam ,  hy  feyde  het  my  ,  en  dat 
xnetfulckebevallijcke  manieren,  dathy 
my  luft  verweckte  fijn  gemeenfaemheydt 
langer  te  genieten  Jck  verfocht  hem  dan , 
het  overige  van  den  dagh  hier  by  my  in 


ARCADIA.  t0j 

het  flot  door  te  brengen ,  en  al  fijn  voor- 
vallen te  verhaelen,  die  niet  anders  als  feer 
feltfacm  konden  zijn.   Hy  voldeedt  ray 
|  daer  in  gelijck  als  ick  het  van  hem  begeert 
hadt }  en  ick  verfecckere  u ,  dat  ick  noyt 
vermaeckelijcker  vertelling  hebgehoorr, 
daerom  begeer  ick  oockdat  ghyder  uw 
vermacck  van  hebt.    Als  doe  begoft  fy 
hem  in  't  kort  alles  te  verhaelen ,  dat  fy 
■  van  den  Granadin  gehoort  hadt ,  daer  den 
ij  goeden  ouden  man  fijn  beft  om  gingk  fit- 
st ten  lachen ,  foo  dat  het  geheele  huy  lgefin 
X  hem  gefclfchap  houden  moft ,  en  dat  met 
£  fulck  een  fmaeck  ,  dat  Don  Pedro  felf  in 
Sfijn  fchuyl-hoeck  mede  lachen  moft. 
•  (3  Eyndelijck  ,  naedat  den  ouden  man  fijn 
/«buyck  vol  gelachen,  en  fijn  vcrmaeck 
I  Don  Pedro  mede  gedeelt  hadt ,  vervolgde 
'de  Hartogin:  dat  defen  Granadijnfcnen, 
Edelman  ,  nadat  hy  haer  al  fijn  avontuu- 
'  y  ren  vertelt  hadt ,  met  haer  oock  hadt  be- 
-  *gonnen  te  mallen,  en  dat  met  fulck  een 
3.aerdigheydt ,  datfy,  in  vergelding,  niet 
n  minder  hadt  konnen  doen,  als  hem  weder 
{( op  het  aldervriendelijckfte  te  bejegenen  : 
i\  want  ghy  moet  wetcn,dat  de  lieden  die  wel 
•^gemaeckt  van  leden  zijn  ,  in  alles  meer 
'  r  voordcel  hebben  als  een  ander.    Wy  heb- 
•  j'ben  hetgrootftc  gedeelte  van  dendaghte 
'«famen  door  gebraght,  en  ibuden  noch 
7  miflehien  wel  by  malkander  geweeft  heb- 
*ben  ,  maer  ghyaenkomende,  die  van  ons 
I  niet  verwacht  wierdt ,  hebt  onfc  vreught 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


2*g.  DORTSCHE 
geftoort.  En  ick  wil  u  niet  verbergen ,  dat 
ick  door  uw'  aenkomft  te  gelijck  ontroert 
enmoeyeli  jek  ben  geworden  ,  macr  mijn.: 
ininnelijcken  vreemdelingk  noch  meer 
als  ick »  die  ick  met  sroote  haeftighey  t  in 
dat  Cabinet  gefloten  h£b,  daer  by  my  noch 
verwacht,  indien  hy  anders  niet  doodt  van 
benautheyt  is ,  (en  wacrlijck  het  fcheelde 
weynigh  met  Don  Pedro,  wanneer  hy. 
haer  foo  rondt  hoorde  gaen,)  maer  ick 
wetende  wat  vermogen  ick  op  uwe  geeft 
heb ,  en  dat  mijn  aerdt  niet  is ,  om  yets  te 
konnen  verbergen,  felf  niet  in  de  faecken 
die  mijneer  ten  hooghften  betreffen,  heb- 
beickudit  vermaeckelijck  verhael  ten 
lafte  van  den  benauwden  gevangen  willen  I 
doen^die.ick  evenwel  van  meeningben  te 
verlofien ,  foo  haeft  alsghy  fult  vertroc- 
ken  zijn,om  hem  naerGranade  fijn  reys  te 
laten  volvoeren }  dacr  hy  feght  de  een  of 
de  andere  Sottin  te  willen  gaen  foec- 
ken ,  die  verdienen  fal  fijn  vrouw  te  zijn. 
De  Hartogin  gaf  foo  veel  waerfchijne- 
li  jekheydt  aen  haer  waerachtigh  verhael , 
dat  de  vrolijckheydt  van  den  Hartogh  al- 
lcngfrens  begoft  te  veranderen .  Hy  wier* 
bleeckin  fijnaengcficht,  enhadt  vrees, 
dat  fijn  vrouw  de  waerheydt  fprack ,  en 
konde  fich  niet  wederhouden  haer  de 
Heutelsvan  hetklevne  Cabinetaf  te vor-- 
deren,  daerfy  feydeden  Granadin  inge- 
goten te  hebben.    Sy  daer  op  veranderde 
van  reden,  en  vermeederde  alfoo  fijn.vrces 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  299 

fcn  vermoeden.    Hy  cyichte  haerdefteu- 
!$tcls  noch  eenmael  at,  en  wildele  met  ge- 
welt  hebben  ,  en  rees  alreedts  vol  gram- 
fchap  uyt  fijn  ftoel.  Al  facht,  al  facht,  mijn 

I  Heer ,  feyde  toen  de  Hartogin,  eer  dat  ghy 
omy  de'Óeutcl  met  gramfchap  afeyliht, 

^lleelr  eerfl  met  i'achtmoedigheydt  het  ge. 
Jfchrift ,  dat  ghy  van  al  hetyfer- werek  tc 
tj  famen  hebtgeftelt ,  en  Het  or'daer  oock  de 
■>\  fleutels  in  itaen  ,  en  ghy  fult  bevinden  dat- 
sfedaer  in  vergeten  zijn;  ghy  kondt  niet 
0  loochenen  datfc  mede  vanyfer  zijn,  en 
;ldacrom  zijtghy  myde  hondertpiltolet- 
d  ten  ichuldigh  :  doet  my  defclve  tellen,  gc- 
(ijijck,  ghy  u  met  woorden  verbonden  hebt, 
tl  en  weet,  dat  ick  u  al  dit  ichoon  vcrhael 
y  gedacn  heb  ,  alleenigh  om  u  tc  doen  iicn , 
ü  dat  gliy  de  wedding  verloren  hebt;  en 
r<  om  u  dacr  een  weynigh  voor  te  vermaco 
5  ken  ,  op  dat  u  het  verlies  tc  minder  fmar- 
3  ten  fou.  Op  een  andere  tijdt  zijt  foo  licht- 
igeloovighniet,  om  een  verficrde  vcrtel- 
lling  voor  waerheydt  aen  te  nemen ;  nadc- 
.  t  mael  het  niet  te  gelooven  is,  dat  lbo  veel 
(byfondere  voorvallen,  een  menie hallee- 

II  nigh  bejegent  zijn  ,  veel  minder  dat  ick 

.  -i  indien  het  waer  was ,  u  fulex  (elf  fou  heb- 
:  ben  gaen  vertellen.    Dit  iprack  fy  met 
Mulck  een  verreeckerde  onbekommert- 
,  heyt ,  dat  den  Hartogh  teritondt  geloofde 
.'dat  het  al  verficrde  dingen  waren  ,  en  bc- 
tgoftdaer  over  te  lacchenals  een  geflagen 
j'iot,  fich  verwonderende  over  degauwe 

N  6  geeft 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ioo  ÖORTSCHE 
geeft  van  fijn  vrouw,  gehjck  oock  fijn 
volck,dat,miflchienalfoafotalshy  ,  £00 
hartigh  lachte  ais  hun  meefter.  Siet  toghjl 
eens,biddeicku,  feydehy,  maeckende  | 
groot  gefchreeuw,  en  noch  grooter  ge-  j 
ichetter  van  lachen,  hoe  geeftigHfy  myl 
heeft  geweten  om  den  tuyn  teleyden»! 
om  my  te  doen  verftaen.dat  ick  mij  n  wed-  j 
ding  verloren  heb.   De  Hartoein  begoft  | 
.  toen  oock  te  lachen  op  haer  beurt,  enJ 
wiert  door  haer  Jongkv rouwen  geholpen»  1 
gelijck  oock  Don  Pedro  in  fijn  Cabinet  j 
wercks  genoegh  hadt,  fich  te  bedwingen,  j 
Eyndelijckden  HartoghbelaftefijnRent-J 
meefter  hondert  piftoletten  aen  fijn  vrouw 
te  tellen ,  en  liet  haer  daer  mede ,  om  nfc  j 
fijn  kamer  te  gaen ;  ondertuffchen  geduu-- 
righlijck  verhaelende  dat  fy  een  drommel 
van  een  vrouw  was,  fomwi  jlen  dat  fy  loo* 
ferwasais  den  drommel  felf ,  het  weicke 
hem  fijn  dienaers  al  nae  feyden  ,  foo  dat 
men  het  geheele  huys  door  niet  anders 
hoorde  als,Me-vrouw  is  foo  loos  als  de 
drommel,  Me-vrouw  is  den  drommel 
félf,  en  foo  voort ,  terwijl  haer  den  Rente- 
meefter  de  hondertpiftolettenaentelde,. 
cn  weder  heen gingk.   Sy  daer  opdeedt 
haer  kamer  toefiuyten,  en  verlofte  haren 
sevangen,  die  noch  niet  geheel  van  de 
vrees  die  hem  bevangen  hadt  gehadt  yer- 
loft  was,  al-hoe-wel  hy  der  fomwrjlen 
«ens  onder  gelachen  hadt.   Sy  poognde 
kern  ais  doe  te  doen  verftaen,  hoe  een  gee- 

ftige 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  3#f- 
ige  vrouw  fichfelven  redderen  konde', 
laerde  minde  gedachten  van  hetgevaer , 
een  fottin  in  haer  fchoenen  fou  hebben 
doen  derven.  Sy  wilde  hem  doen  eten,  van 
het  geen  haer  jongkvrouwen  voor  haer  op 
dilchten;  maerhy  vcrfchoondcfich  ,  en 
badt  haer,  hem,  foohaeft  als  mooghlijclc 
was,  uyt  te  willen  laten.   Sy  gaf  hemde 
hondertpidoletten  diele  gewonnen  hadt, 
beneffens  een  goude  keeten,  en  haer  fchil- 
dery ,  die  ten  minden  mede  wel  foo  veel 
waerdighwas,  en  verfocht  hem ,  dat  hy 
haer  tijding  van  hem  wilde  laten  hooren. 
OEn^iebbendc  hem  metgroote  genegent- 
üheyt  omheld,  fteldchem  in  handen  van 
haer  jongkvrouwen  ,  die  foo  hem  als  lijn 
muyl  heymelijck  door  een  achter-poort 
uyt -lieten.  Hy  vandt  nietgeradcnindefel- 
veplaets  te llipen, maer reedt  noch  twee 
I  mijlen  vorder ,  tot  aen  het  dorp,daer  hy 
I  had  gemeent  fijn  middaghmael  gehouden 
I  te  hebben.    Ondertuffehen  fpeelde  hem 
I  geduurigh  in  fijn  gedachten  ,  al  het  gent 
I  hem  met  dele  fchooneCatelanc  bejegent 
I  was,    Hy  konde  fichnict  genoegh  ver- 
I  wonderen  over  haer  haeftigc  liefde ,  fon» 
:  der  hem  van  tevoren  ge  kent  te  hebben  , 
alsoock  over  haer reuckeloofheyt  enon- 
bedachrheyt  iulckeen  celicaten  entede- 
■  ren  verfoei  aen  den  Hartogh, haer  man,te 
I  doen ,  en,  het  geen  niet  als  al  te  wacrach» 
1  tigh  was ,  beneffens  haer  aerdigheyt,  om 
'  het  feiyc  op  de  weddenfehap  te  paffen. 

N  7  H* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


v 


3«z        D  O  R  T  S  C  H  l 

Hy  kondé  hem  ook  niet  genoeg h  over  de 
goethey  t  van  den  Hartogh  verwonderen , 
en  had  ielf  deernis  met  den  goeden  ouden 
man  ;  al  het  welckehem  te  meerder  in 
lijn  gevoelen  beveftighde ,  dat  de  geeftige 
vrouwen  gevaerlijck  zijn ,  en  twijfelde 
niet,  indien  de  Hartogin  iichop  haergau- 
wighey  t  niet  verlaten  had,  dat  fy  foo  ft  out 
in  haer  aen  vang  niet  fou  ge  weeft  hebben  M 
veel  minder  om  haer  man  daer  foo  een] 
naeckte  vertelling  van  te  maecken ,  om 
den  Ouden  ioo  leeiijck  by  den  neus  te  ley* 
den.    Dit  deedt  hem  te  vafter  bcfluytefl 1 
fich  voor  foodanigc  gauwen  feexen  wel  tö' 
wachten ,  maer  1  ulck  een  aen  te  ilaen,  die 
tuiTchen  liefde  en  afkeer  geen  ond erfchey  t 
fou  weten  te  maecken.    Met  dit  voor* 
nemen  komt  hy  ten  laetften  totGranade  $ 
en  klimt  af  by  fijn  moeye  ,  die  hem  duy- 
fent  vriend  el  ij  ck  heden  bewees,  en  die 
hem  te  kennen  gaf,dat  fijn  Seraphine  noch 
als  een  heylighin  het  kloofter  leefde ,  dat 
haer  minnacr  van  hartfweer  geftorven 
was ,  na  dat  hy  haer  niet  hadt  konnen  be- 
wegen uy  t  het  kloofter  te  gaen.    Des  an- 
deren daeghs  gingk  hy  met  fijn  moeye  de 
jonge  Laura,  Dochter  van  Seraphine,bev 
foecken,  dewelcke  op  haer  vier  jaren  in 
het  klouiier  gefteecken  was,  die  nu  feftien 
of  feventien  jiren  moghtoudt  geworden 
zijn.Hy  vandt  haeruytmuntcndefchoon, 
en  foo  lot  als  al  de  Nonnen  met  malkan- 
der^die  fondcr  geeft  in  dc  werelt  gekomen, 


en.  $ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


A  R  C  A  D  IA.  3©| 

j  sn  van  hun  kindtsheydt  tot  het  geetle- 
óijck  leven  over  gegaen  zijn.   Hy  raerck- 
4:e  haer  aen,  en  wiertt'eencmaeldoor  haer 
richoonheyt  ingenomen.  Hy  hoorde  haer 
Jtpreecken,  en  verwonderde iich  over  haer 
racintfeheonnoofelheyt,  en  twijfelde  niet  , 
i  jf  hy  hadt  nu  gevonden  dat  hy  focht.  Hy 
^feyde  tegen  lijn  moeyc ,  dat  Laura  fijn 
oDochter  niet  was ,  en  gaf  haer  fijn  voor- 
innemen van  haer  te  trouwen  te  kennen. 
fiSijn  moey  vandt  devoorflagh  goet,  en 
sdeedt  het  felve  aen  Laura  weten die  daer 
vover  noch  blijde  noch  drocvigh  was.  Don 
'Pedro  ftelde  lijn  huys  in  ordre,  deedt  Die- 
maers  voor  hem  op  ioecken  ,  en  Dienaref- 
fen  die  alfoo  fot  als  Laura  waren.    Hy  gaf 
I  haer  de  fchoonfte  kleederen,  en  hecrlijck- 
ften  huyfraet ,  die  men  in  Granade  vinden 
koft.    Al  de  aenfienlijcke  lieden,  van  de 
Stadt  vereerden  fijn  bruyloft ,  en  waren  al 
fooveel  vergenoeght  over  haer  fchoon- 
heyt,  als  onvoldaen  van  haer  geeft.  Don 
Pedro  liet  lijn  volck  llapen  gaen,  en  de 
dienftmaeghden  van  fijn  vrouw  vertrec- 
ken ,  na  dat  fy  haer  ontkleedt  hadden  ,  en 
floot  fich  by  haer  in  haer  kamer.  Hier 
was  het  dat  hy,  om  haer  op  de  proef  te  (lel- 
len, door  een  uytgelefen  voorfichtigheyt , 
die  ondertuflehen  de  grootfte  fotterny 
was ,  een  werek  aen  ving  ,  dat  al  dcwerelt 
deedt  verwonderen  ,  van  een  man  aenge- 
|  vangen  te  zijn  •  die  al  lijn  leven  voor  vcr- 
ftandigh  gehouden  was  gevveeit.  Waer 

mede 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Jti 


E 


$04  Tj  O  R  T  S  C 
mede  hy  betoonde  noch  fotter  als  fij  1 
fottinne  te  zijn.  Maer  hy  wilde  eenmael 
fien  hoe  verde  fich  haer  eenvoudigheydt 
ftrecken  fou.  Hy  lette  fich  in  een  ftoer 
neder ,  doende  Laura  voor  hem  ftaen ,  c 
voerde  met  haer  defe  woorden ,  of  andere»! 
die  noch  al  on  hebbel  ij  cker  waren :  Ghyjj 
zijt  dan  mijn  vrouw,  Laura,  feyde  hy,  het 
geen  ickhoop  myniet  tefullen  berou- 
wen i  neemt  wel  acht  op  het  gene  dat  ick 
u  feggen  lal ,  en  neemt  voor  het  fel ve  wel 
na  te  komen,  indien  ghy  vree  ft  my  en  den! 
Hemel  te  vertoornen. Lau va , op  defe  woor- 
den deedt  niet  anders,  als  de  eene  eerbie- 
digheytopde  ander  te  doen,  het  quam 
te  pas  of  nietj  enfagh  haer  man  valt  aen 
tuflchen  twee  oogen ,  min  noch  meer  als 
een  nieuw  fcholier  fijn  ftraftè pedant  doet. 
Weet  ghy ,  vervolghde  Don  Pcdro ,  wat 
leven  de  getrouwde  lieden  moeten  ley den? 
Neen  ick ,  mijn  Heer ,  antwoorde  Laura , 
doende  een  eerbied igheydt  noch  lager  als 
een  van  de  anderen :  maer  gelieft  ghy  my 
het  felve  te  kennen  te  geven,ik  fal  het  ont- 
houden gelijck  mijn  Ave  Maria  :  en  daer 
op  weêr  eens  genegen.  Don  Pedro  was 
in  het  befte  genoegen  van  de  werelt,  fien- 
de  dat  fijn  vrouw  noch  al  veel  eenvoudiger 
was,  als  hy  fich  hadt  ingebeelt.  Hy  haelde 
uyt  een  wapen-kas  een  feer  koftelijck 
Curas  voerden  dagh  ,  dat  evenwel  feer 
licht  was ,  het  welcke  hem  voor4defen  in 
een  aenfienlijcke  intrede ,  die  den  Ko- 

ningk 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuestLLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28  C  44 


.    A  RCADI  A.  Zof 
tnngk  in  lijn  ftadt  ha^  gedaemgedienthadj 
fHy  wapende  lijn  ilecht-hooft  daer  mee 
kan  hacr  fotte- hooft  af,  tot  aen  haer 
Tchoone  voeten  toe;  bcdeckte  haer  hooft 
iet  een  heimet ,  t'ecnemael  met  pluymen 
lomhangen;  gorde  hacr  een  degen  aen  de 
jzijde.cn  gaf  haer  een  Lande  in  de  bant,  en 
(ieyde  hacr  dat  het  de  wijfe  van  de  getrou- 
wde vrouwen  was,  die  'in eer  en  acnlien 
.  liwildenzijn,  foogewapent  hun  mans  tcbe- 
swaecken  ,  terwijl  fy  geruit  gingen  leggen 
fflacpen.  Sy  antwoorde  hem  niet  als  met 
rhaer  gewoonlijckeccrbiedigheyt ,  die  niet 
Cjophiclden  ,  als  wanneer  hy  haer  twee  of 
(idrymael  rondom  de  kamer  deed  gicn,  het 
jwelcke  fyby  geval  mctfulck  een  beval- 
ojlijckheydt  deedt,  dat  men  haer  vooreen 
tweede  hoe  wel  fotte  Pallas  fou  genomen 
Jiebben.    Hy  gingk  daer  op  te  bedde ,  en 
ïjeggen  flapen  tot  vier  uuren  des  morger.a 
;toe,  blijvende  fijn    Bradamante  al  in 
haer  oude  gclhlrenis.    Toen  was  het  dat 
-delen  voorfichtigen  huyfwaert ,  ten  min- 
:ftengelijck  hy  fich  inbedde  te  zijn,  op- 
ftondr,fijn  vrouw  ontwapende,  en  te  bedde 
hielp  ,  na  dat  hy  haer  mcnighmael  gekuft 
/hadt;  fehrcyende  byna  van  blijdtichap, 
romdathy  aldus  lijn  genoegen  gevonden 
•  ihadt.    Hy  bel  alle  haer  lang  te  flapen ,  en 
ijvcrboodtde  dienltmaeghden  hacrwacker 
'.temaecken.    Hy  gingk  nade  mirte,  en 
ovoorts  tot  fijn  dingen  :  want  ick  heb  ver- 
ogetente  leggen,  dathy  een  aenficnlijck 

ampt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek/  Den  Haag. 

28C44 


Xo6 


DORTSCHE 


ampt  binnen  Granade  gekocht  had.  peoke 
eerften  nacht  van  de  bruyloft  gingk  cnlgk 
defe  w ijfe  deur,en  den  man  was  wel  lbo  lot 
als  de  tweede  op  defelve  manier  te  beftedm^ 
Maer  hy  wiert'cr  over  gcftraft,  want  daet%» 
quam  een  faeck  voor,  waer  door  hy  nootjp^ 
wendigh  dien  felvê  dagh  naer  het  Hof  om* 
moft  vertreckcn.   Hy  hadt  maer  foo  ve#^ 
tijdrs,  "als  lijn  kleedercn  te  veranderen ,  ef  *  c, 
van  fijn  vrouw  fijn  affcheytte  nemer*| i s 
haer  beladende ,  op  verbeurte  van  den  He* li» 
mei  te  vertoornen ,  dat  fy ,  het  geen  hy 
haer  gewefcn  hadt  onderhouden  fou.  Men  j 
weet  wanneer  men  uyt  gaet ,  maer  niet  i 
wanneermen  weder  fal  komen:  Don  Pedro 
meende  maer  vier  of  vijf  dagen  uyt  tezija 
en  het  waren  by  na  foo  veel  maenden.  On- 
dertuflcheifbleef  de  goede  Laura  in  geen 
gebreecken  ,  alle  nachten  haer  poft  te  be- 
waren, enfentinel  perdu  te  ftaen  ,  en  de 
dagen  met  fulcke  handtwereken,  als  fy  in 
het  klooftcr  had  geleert  deur  te  brengen,  j 
Een  Edelman  uyt  Cordoua  quam  omtrent^ 
die  tijdt  tot  Granade  een  recht-faeck ,  die 
hy  aldaer  hangen  hadt,  te  vervolgen.  Defe 
was  vooral  niet  fot,  en  braef  van  perfoon. 
Hy  fagh  Laura  menighmael  aen  de  veyn- 
fter,  vondt  haer  fecr  fchoon  in  fijn  oo?en ^ 
gingk  en  weêr  gingk  yder  oogenblick: 
voorBy  haer  huys ,  op  de  Spaenfche  wijle.i 
Laura  liet  hem  al  heen  en  weêr  gaen.ian**) 
der  te  weten  wat  fulcks  te  feggen  was  ,  of  6 
Jfondcr  begeerte  te  hebben ,  om  fulcks  tel 

wc-f 
] 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


reten.  Een  burgers 


3o7 

vrouw  van  gemeene 
*telegentheyt ,  die  recht  tegen  haerhuys 
vyver  woonde,  die  ik  h  door  een  byfondere 
genegen theyt ,  om  de  lieden  voort  te  hel- 
pen ,  gedreven  vondt,merckte  wel  haeft , 
^eter  als  L.iura,  aen  wat  voet  den  hont 
lincktc ,  en  hoe  weynigh  hy  by  Laura  op 
ieed.Sy  had  al  de  requiiïtcn  en  vereyichen 
!ie  een  koppel aerlier  behoort  te  hebben  , 
:.ls  zijnde  een perruyeke-maeckfter,  kop- 
icr,  en  diftillatriee,  met  menightevan 
ri;eheymen,om  de  fchoenheyt  te  vermeer- 
deren, maer  boven  allen  bad  iy  het  aenfien, 
'  liet  bot  in  de  Swarte  kenittezijn.  Sy 
*roete  den   Cordouces    met  iulck  een 
)pmercking,  lbo  menighmacl  als  hy  voor- 
1  )y  quam  ,  dat  hy  wel  merekte  dat  fulcks 
net  voordacht  gefchiedc.  Hy  iprack  haer 
een  laetlten  aen  ,  en  maeckte  wel  haeft 
icennis  en  vrienrfchap  met  haer  ;  hy  ont- 
weckte haer  lijn  liefde,  en  beloofde  haer 
renminften  tot  een  vrouw  te  maecken, 
•Lndien  fy  hem  behulplaem  wilde  zijn.  Dc 
;.  ->ude  koppdaerlter  lier  geentijdt  verloren 
*aen ,  maer  liet  haer  door  de  fotredienft- 
maeghden  by  hier  fbtte  Meclkrfie  ley- 
3en,  fcggendc.dat  fy  yets  had  ,  het  welcke 
fy  haer  te  koop  wilde  veylen.  By  defege- 
legenthcyt  prees  fy  haer  lchooiilvyt  Teer , 
maer  be'klaet{h(ie  hier.datfe  lbo  lang  van 
shaer  man  moft  zijn  ,  en  vul  lbo  vcrvol- 
ngensop  den  Cordouces,  die  foO  menigh- 
^macl  voorby  haer  huys  gingk ,  leggend?, 

dar 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


3o8  DORTSCHE 

datdefe  haer  meer  als  fijn  eygen  leven 
natode,  en  dat  hygroote  genegenthey 
hadt  hacr  dienaer  te  zijn ,  indien  fy  ful^j 
geliefde  toe  te  ftaen.  In  der  waerhey  t,ant 
woorde  de  onnoofele  Laura ,  ick  ben  da 
over  feeraen  hem  gehouden,  enfoufijjl, 
dienft  met  goeder  harten  aennemen,ma||r 
ons  huys  is  vol  knechts  :  maer  of  het  ge  \ 
viel,datden  een  of  den  ander  quam  te  vei  \ 
huyfcn,  fou  hy  wel  mogen  dienft  krijgeil»», 
maer  ick  fou  evenwel  buyten  weten  vailr 
mijn  man  niemant  derven  aennemen.  Idlj- 
lal  ondertuflehc  wel  eens  aen  hem  fchrij  l; 
ven,  en  hoorenof  hy  hetgoet  vindt.  Lau  J: 
ra  behoefde  geen  meer  woorden  te  ge 
bruyeken,  om  defe  loofefeexte  doeiir 
mereken,  datfydc  eenvoudigheydtfelt 
was.  Sy  dandeedthaerophetbequaemft 
verftaen  dat  fy  moght ,  hoedanigh  deièi  1  - 
dienft  te  nemen  was ,  feggende ,  dat  hy  s  1 
foo  rijck  was  als  haren  man ,  en  indien  f  i 
daer  de  proef  van  wilde  fien ,  fy  fou  hae  I 
van  fijn  ent  wegen  eenige  koftelijcke  ju  1 
weelcn  brengen ,  beneffens  veel  ander  l 
cierlijcke  dingen.  Och  mijn  gebuur,ant 
woorde  de  goede  Laura ,  ick  heb  foo  vee 
van  die  dingen,dat  ick  niet  weet  waer  iel 
'er  mede  blijven  fal.    Naderaael ,  ant  l 
woorde  defe  boodin  des  duy  veis ,  het  fo< 
met  u  gelegen  is,  en  dat  ghy  fijn  gefchenc» 
ken  niet  begeert ,  foo  laet  ten  minften  to 
dat  hy  u  komt  befoecken.   Dat  magh  h;  t 
wel  doen,antwoorde  Laura ,  niemandt  fa$ 

hen 


V 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  309 

mem  dat  verhinderen.    Wel  dat  isbeleef- 
ilelijck  van  u'^gedaen,  berechte  de  Oude 
daer op;  maer evenwel  fou  het  beter  zijn, 
ervolghde  fy,dat  uw  knechten  en  dienft- 
aeghden  daergecn  kennis  van  hadden. 
,^at  is  heel  licht  te  doen, antwoorde  Laura, 
2|vant  mijn  boden  flapen  in  mijn  kamer 
J  liet,  ick  gae  flapen  ,  Tonder  hun  hulp,  en 
lat  leer  laet.  Neemt  defe  fleutel,  daer  ghy 
hldeflooten  van  het  huys  mede  openen 
icondt,  en  laet  hem  ontrent  elf  uurenia 
f  len  avondt  door  de  deur  van  onfen  hof  in- 
tomen, daer  hydoor  eenkleyne  trap  in 
tiijn  kamer  komen  kan.  De  Oude  nam 
aer  handt  en  kufte  defelve  wel  hondert 
nael,  ieggende.dat  fy  heen  gingk,  om  den 
linnen  Edelman,  diefy  half  doodt  gelaten 
fiadf,  het  leven  weder  te  geven.  En  waer- 
■>m  dat  ?  riep  Laura,  vol  verbaefthey  t.  Gy 
sijt  die  hem  gedoodt  heeft,  antwoorde  de 
jude  Roffelaerfter,  Laura  wierdt  blccck 
om  haer  mondt ,  over  defe  woorden,  niet 
indersdanof  men  haer  een  doodtQagh 
>ingk  opftrijen,  cn  bego(l  te  verklaren, dat 
(y  daeronnoolel  in  wasjMaerdeOude  lien- 
dc  haer  flechthey t ,  nam  haer  in  den  arm  , 
sn  feyde,  dat  het  geen  noot  met  hem  doen 
fou  ,  cn  gingk  foo  heen.    Ghy  kondt  wel 
dencken  datfy  niet  tracgh  was  om  haer 
boodfehap  te  doen, en  delen  wondcrlijcken 
Sleutel  den  Cordouces  te  behandigen. 
ïYemant  fou  hier  miflehien  wonderlijcke 
•igedachten  van  defen  Sleutel  hebben ,  cn 

oor- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


3!o  DORTSCHE 

oordeelen ,  dat'er  een  handt  vol  tooverj 
mede  gemengt  was,  maer  defefal  gelieven 
te  weten,  dat  al  de  Huyfvaders  in  Spangier 
meeft  foodanige  (leutels  hebben  ,  die  fy 
meeftreflen  noemen.    Maer  laet  ons  weêi 
komen  daer  wy  het  gelaten  hebben.  Dt 
oude  begaf  fïchaenltondts  by  haren  min* 
naer,  en  gaf  hem  reden  van  haer  verrech- 
ting,  lachende  half  met  een  duy  veis  lagh , 
en  hy  opfpringende  vanblijdtichap.  Hy 
beloonde  haertreffelijck  van  haer  moey- 
ten ,  en  verwachte  den  nacht  met  onge- 
duit.    Defecyndelijck  gekomen  zijnde, 
begeeft  hy  fich.door  den  Hof,  nae  haer  ka- 
mer ,  langs  de  trap  die  hem  gewefen  was , 
juyft  op  die  tijdt ,  wanneer  onle  Mal- 
loot noch  beiigh  was  fchilt-wacht  te 
ftaen  ,  en  de  ronde  over  de  kamer  te 
doen ,  gewapent  als  een  tweede  MarfUe,  1 
hebbende  de  Lancie  in  de  handt ,  en  het 
geweer  opzy,  volgens  het  heylfaem  on- 
derwijs van  haren  wijfen  man.  Daer  was 
niet  als  een  kaers,  in  de  eene  hoeck  van  de 
kamer,  zijnde  de  deur  ondertufTchen 
open  ,  ongetwij feit  om  den  Cordouees 
toegangk  te  geven.  Maer  hy ,  die  daer  een 
perlbon  in  volle  rufting  fagh,  hadtgeen 
andere  gedachten  ,  als  dat  men  hem  betr.v'< 
pen  wilde.  Sij  n  vrees  als  doe  iijn  liefde  te 
machtig  h  zi  jnde,  was  de  oorfaeck ,  dat  hy 
▼luchtemet  meerder  vaerdigheydt  alshjr 
gekomen  was ,  niet  wetende  hoe  hy  ras 
genoegh  op  dc  ft  raet  fou  komen.   Hy  be- 

m 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


Y^af  fich  voorts  naer  fij  n  M  iddelacrfter ,  en 
';af  haerte  ke  .non  watgevaer  hyhadt 
^lytgeftaen.    Sy  bleef  ia  geen  gebreeckcn 
i  les  anderen  daeghsby  Laura  tcgacn  ,  en 
naer  bcklagh  teguis  hier  te  doen, maer  de- 
i  e  vracghdc  haerten  eerlten,  waerom  den 
adelman  niet  gekomen  was ,  en  of  hy 
ïoch  fieck  was?Hy  is  niet  fieck,antwoorde 
"( le  oude,  en  heeft  oock  niet  gelaten  te  ko- 
:  Tien ,  maer  hy  vandt  een  gewapent  man 
i  n  uw  kamer ,  het  welcke  hem  weder 
•  leedt  te  rugge  keeren.    Laura  beftondt 
v  ker  wel  hartelijck  over  te  lachen  ,  en  dat 
>ver  zijnde,  feydc  tegen  de  oude  I  Dat 
.*•: letwel  bleeck  dat  de/en  Edelman  noyt 
.  *etrout  wasgewceft ,  en  verhaelde  dat  fy 
die  gewapende  was  geweeft.De  oude  kon- 
l  ie  niet  begrijpen  wat  (V  daer  mede  meen- 
de ,  en  was  een  langen  tijdt  dat  fy  meende 
iat Laura  volkomen  ontiint  was,  maer 
na  veel  vragen  en  onderftacn ,  hoorde  fy 
.  meer  eenvoudigheydt,  ah  fy  oyt  gelooft 
hadtin  een  bedaeght  menfeh  tckonnen 
zijn.    Sy  vandt  geraden ,  Laura  in  haer 
1  dwaling  te  laten,  en,  in  de  piaets  van  haer 
te  onderrechten,  beltondt  met  haer  te  lac- 
chen  ,over  de  vrees  die  den  Cordouees  ge- 
hadt  hadt  De  pmy  wiert  gefloten  tegen 
den  volgenden  nacht.  De  oude  moedigh- 
deden  Cor -ouecs,  en  feydc  hem  hoede 
faeck  gelegen  was ,  fich  te  iamen  over  de 
\dwacfheyt,ibo  van  haer  man,  als  van  Lau- 
<;rafclf,  verwonderende.  Den  nacht  komt 

gen, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


b  L  n 


iis  DOR 

acn  ,  den  Cordouees  begeeft  fichnaedcnl 
Hof  j  en  vervolgens  na  de  kamer  van  Lau-I 
ra,  die  hy  weder  inde  oude  geftaltenisj 
vandt  Hyomhelfde  haer,  foo  gewapend 
als  fy  was ,  en  fy  ontfing  hem,  gelijck  offel 
met  malkander  opge  voedt  waren  geweeft. I 
Eyndelijck  vraeghde  hy  haer  watle  in  diti 
gewaet  uyt  fou  rechten  ?  Sy  antwoorden 
hem  al  lachende,dat  fulcks  haer  fchuldige  U 
plicht  was ,  en  fcyde  hem,nademaelhjrè 
'tfeive  niet  wilt,  dat  fiilcks  het  leven  vanï 
de  getrouwde  lieden  was.  Den  Cordoueesl 
hadt  al  de  moeyten  van  de  werelt  om  haer  | 
uyt  haer  dwaling  tetrecken,  en  haer  te  |c 
doen  gelooven  dat  men  in  den  houwelijc-v: 
ken  ftaet  anders  leefde,  en  braght  haer -ij 
eyndelijck  foo  verre,  dat  de  wapenen  uyt-  <j 
geraeckten ,  na  dat  hy  haer  belooft  hadt ,  J 
beter  onderrechting  te  doen.  Wat  hy  haer  j 
▼order  voor  leflfen  en  onder  wij  fingen  gaf,  f 
hebickfoo  nau  niet  vernomen,  datis'er  1 
van  datDonPedro  niet  lang  daer  na  we- 
der te  huys  quam,  juyftals  den  Cordouecfi  i 
met  fijn  pleydoy  gedaen  hadt,  en  weder  I 
vertrock ,  fondcr  veel  wereks  van  fijnJ 
Laura  te  maken ,  nademael'ernietbroo£ 
fcher  is  als  de  liefde  die  men  Sottinnen 
draeght.    Laura  ontfing  haer  man  met  d 
meefte  blijdtfehap  ter  werelt ,  en  met  fo 
weynigh  na-dencken  van  haerCordouees; 
als  offe  hem  noy t  gefien  hadt.  Sy  hielden 
hetavondtmael  tefamen,  met  groot  ge- 
noegen van  den  een  cn  den  ander.  Wan- 
neer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 

neer  de  uur  van  te  flapen  gekomen  was 
begaf  fich  Don  Pedro  na  fijn  gewoonte  te 
bedde ,  maer  vandt  fich  wel  verbaeft ,  dat 

in  het  hembde  by  hem  fagh  komen  onder- 
kruypen.  Don  Pedro  vraeghde  haer  waer- 
om  iyfich  niet  wapende,  fy  feyd<*  Kern 
metgroote  blijdfchap,  dat  haer  een  ander 
man  een  lichter  manier  van  leven  gelcert 
hadt,  en  datie  het  hem  oock  v/ilde  lcerer 
indien  het  hem  geliefde  en  aengcnaem 
was  Wat  ander  man,  vraeghde  hy,  een 
fraey  Edelman,antwoorde  fyTfoo  bequaem 
van  leven   dat  ghy  fejf  vcrmaeck  in  hom 
icheppen  foudt ,  maer  ick  weet  niet  mé- 
neer hy  weder  fal  komen;  want  zedert  dat 
ghy  te  huyszijt  geweeft,  hebbeickhera 
met  gefien.    Don  Pedro  verberghde  mn 
mifnoegen  ten  beften  dat  hy  konde,  en 
vraeghce  wie  hy  was,  fy  konde  hem  geen 
nader  befcheyt  van  hem  geven.    Den  ar- 
»nen  Don  Pedro  meende  door  de  ko^s  te 
mcken,  hy  veynfde  fichficck  te  zijn 
ant  hy  was  het  miflchien  van  harten* 
n  keerde  fijn  vrouw  de  ruggc  toe,  en 
'goft  toeneer/}  tedencken  wat  hy  ee 
jaen  had ,  met  het  verkiefen  van  een  iot- 
itin ,  die  niet  alleen  niet  wijs  genoegh  was 
i^eweeft ,  om  haer  en  haer  mans  eer  te  be- 
-aren,  maer  oock  niet  om  haer  fchande  'e 
onnen  bedecken.  Hy  herdacht  de  cr0cde 
.  edenen  van  deHartogin,  verfoeyde,fijn 
Jdwalmgen  en  erkende  toen,  hoe  wel  re 

°  laet, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


,i4        ü  O  R  T  S  C  H  E 
laet ,  dat  een  wijfe  vrouw  ten  minftcn  de 
wetten  van  eerbaerhey t  kent,  en  of  fy  door 
fwackheyt  eenighfins  quam  temiffchen  , 
datfy  foo  veel  weet  als  haer  fnisflagh  te 
bedecken.    Ey  ndelijck  hy  moft  fich  ver- 
trooiten,hy  wilde  of  hy  wilde  niet.  Even- 
wel hy  veynfde  fich  eenlingen  tijdt  on- 
pauelijck  te  zij  n  ,  te  meer,  om  te  hen ,  of 
dat  onderwijs  geen  fchadelijcken  indruck 
in  haer  ziel  getnaeckt  hadt.   Hy  leefde 
noch  eenige  jaren  met  haer,  houdende 
evenwel  geduurigh  het  oogh  in  het  zeyl , 
en  maeckte  haer  daer  nae,  wanneer  hy 
mum  te  fterven.noch  al  fijn  middelen.op 
voorwaerden.dat  fy  inUtt  klooftcr  *ou 
eaen  ,  daerScraphine  in  was,  die  hyte 
kennen  hadt  gegeven ,  dat  Laura  haer 
Dochter  was.  Aldus  liet  hy  de  werelt  met 
Laura,  die  geen  te  grooten  dioefheytom 
hem  maeckte,  en  begaf  fich  voorts  in  het 
kloofter,  by  haer  moeder  ,  dcwelcke  we- 
tende, hoe  groote  middelen  haer  Dochter 
aengeftorven  waren ,  ff  daer ■voor  een 
kloofter  gingk  ftichten,  daer  fy  de  Abd.fll 
van  was.    Defe  gefchiedenis  van  Don  Pc 
dro  wiert  wel  haeft  na  fijn  doodt  bekent , 
leerende.dat  fonder  goede  finnen  de 
deueht  niet  volkomen  kan  zijn ,  en  dat 
een  verftandige  geeftige  vrouw  deughde- 
lijck  van  haer  ielven  kan  zij n,  en  een  lot- 
tin niet  als  door  hulp  enbelcydt  vaneen 
einder 

Dit  is  mijn  «mpfalige  vertelling .  w- 


■in 

£ttttt 
Öl 


\ 


ft 


ARCADIA.  j,r 

volghdc  PoIym}thus,naedat  hy  defelve 
aldus  ten  cynden  gebraght  hadt.die  anders 
geen  macht  heeft  gehadt ,  om  my  in  on- 
gunft  te  brengen,  als  dat  fy  niet  ten  vollen 
is  uy tgehoort  gcweelt,  hetwelcke  aldc 
voorgaendeonhebbclijckhcden  ,  buyten 
alle  twijfel  wederom  gbet  fou  hebben  ge- 
maeckt.  Van  udan  mijnHeeren  ,  als  van 
,  gunftige  toehoorders,  verfoeck  ick  het 
y  recht vaerdigen  van  mijn  faeck. 

Waerlijck  Polymythe,  feyde  Periander. 
de jongkv rouwen  hebben  al  eenige  reden 
;  gehadr,  uw  verhacl  af  te  breeken.alfoo  het 
x  beterde  onfe,  als  haerooren  te  behacgen 
>i  heeft.    Evenwel  moet  ick  bekennen,  dat 
s'er  veel  van  uw  verontschuldiging  in 
;Jfteeckt,  hetwelcke  wyby  gelegcntheyt 
o  tot  uw  voordeel  fullen  gebruyeken.  Nu  is 
xhettijdt  termaeltijdt  tegaen,  alfoo  ick 
nmijn  dienaer  alreedts  vaerdigh  met  het 
;  lampet  fic  ftacn.    Laet  ons  fien  hoe  wy  al- 
,idaer  de  vrede  konnen  treffen.    Elck  daer 
t<  op  neemt  de  fij  ne  by  de  iiandt ,  fond  er  dat 
'Tolymythus  yemant  lbo  gunrtigh  vinden 
•  kondc,  die  hemde  hare  wilde  leenen , 
vwacr  overhy  Ambroiio  in  den  arm  ne- 
mende, fich  neven  hem  aen  de  tafel  gin^k 
cfetten  ,  dewclckc  men  weder  in  de  kamer 
van  Euflacchio  (d/e  iich  nu  heel  welbe- 
>  voelde)  gedeckthadt. 


m 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


3IÓ 


V.  Boe  c 


K. 


«rorl- 

digc 
teden 

Xilï 

het 

poedel 
de 

Sym- 
pathie. 


W7$Auwelijcks  was  de  maeltijdt 
NES  |3  ter  halver  wegen ,  of  Perian- 
^|  dervotonlijdtfaemheyt,  be- 
^  '™  ftondt  Ambrofio 


over  fijn 

-    -         beloften  te  manen ,  van  hem 
hetgeheym.datfy  dien  ochtent  geficn 
hadden,  teontdeckenj  hy  heeft  noch  meer 
op  fijn  kerf-ftock  het  welcke  hy  af  te 
doen  heeft ,  viel  daer  Ly fander  op  in ,  na- 
mentlijckhet  vervolgen  van  de  afgebro- 
ken Colonnen  en  Caraffen.  Ick  fal  u beyde 
poogen  te  voldoen,  antwoorde  den  beleef- 
den Italiaen,  maer  evenwel  met  den  ou- 
derdom beginnen.    Ghyhebt  miflchien 
wel  het  een  of  het  ander  van  het  Poudre 
de  Sympathie ,  of  pulver  van  medelijdcnt- 
hey  t  gehoort?  meer  als  wy  daer  van  gelooft 
hebben,  antwoorde  Periander.  Ten  min- 
den fult  ghyder  nu  een  beter  gevoelen 
van  hebben  ,  vervolghde  Ambrofio ,  aen- 
gemerekt  het  gene  deHeeren  daer  van 
lenen ,  en  mijn  Heer  Euftacchio  daer  van 
gevoelt  heett:  ick  heb  na  mygedenckt, 
aengenomen  te  bewijfen ,  dat  alles  door 
een  natuurlijcke ,  en  geen  boven  natuur 
liicke  kracht  gefchiet ,  en  dit  is  het  geen 
ick  u  ga  uytvoeren,  wanneer  ickunoch 
een  voorbecltof  proef-ftuck  van  hetfelve 
poeder  fal  verhaeit  hebben.   Mr.  James 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


m 


ARCADIA.  3,7 

Howel,  geheym-fchrijver  van  den  Har- 
togh  van  Buckingam ,  ten  tijden  van  den 
Komngk  Jacob  van  groot  Britannien ,  die 
door  lijn  brave  ichrirten,  en  voornament- 
lijck door  fijn  Dodom  grove,  of  Dendro- 
logi.t,  genocghiaem  bekent  is ,  vandt  op 
feeckcren  rijdt,  twee  van  fijn  gemeen- 
faemfte  vrienden  ,  met  m  ai  kander  in 
het  gevecht.  Hy  terftondt  wende  alle 
middelen  aen  om  hen  van  een  tc 
fchcyden ,  wierp  fich  tulTchen  beyden  , 
en  greep  met  fijn  linckerhandt  hetgc- 
veft  van  een  van  de  twee,  en  met  fijn  rech- 
ter, bloot  zijnde,  het  lemmer  van  den  an- 
der. Sy  door  een  hitte  van  raferny  acnge- 
fteecken  ,  doen  een  yeder  fijn  uyterftc  om 
fich  van  defe  verhindering  te  ontflaen ,  in 
voegen  den  eenen  met  gewelt  fijn  degen  , 
die  Howel  by  het  lemmer  vaft  hadt  te  rug- 
ge  treckende,  den  fcheyder  van  binnen  de 
handt,  tot  aen  het  gebeente  toe,  door- 
fneedt,  terwijl  dtn  ander  fich  mede  van  de 
handt  van  Howel  ontfhende ,  fijn  vyandt. 
een  houw  meende  te  brengen,  doch  die  fijn 
vriendt  ftondt  te  raccken  ,  die  fijn  handt, 
alrecdrs  lbo  fwacrlijck  gequetft  zijnde, 
opheffende ,  den  flngh  daer  op  ontfing,  die 
hem  de  fel  vefoo  i'eer  van  buy ten  quetfte, 
als  fy  alreedts  van  binnen  gequetft  was. 
Het  bloet  uyt  fijn  opgchevcne  handt ,  den 
armen  Howel  in  het  acngeficht  fpatten- 
de.deed  de  vechters  geloové  dat  hy  fwaer- 
lijck  gequetft  was ,  fy  de  dolheyt ,  'die  hen 

O  3  on 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


5  iÖ  DORTSCHE 

onderling  ingenomen  hadt,  tcrneêrfet- 
tende,  loopen  toe,  om  hun  gequetften 
vriendtte  helpen.  Sy  fijn  wonden  gefien 
hebbend? » binden  de  fel  vernet  een  zijden 
kouflebandt  vaft  toe,  om  de  aderen  >  die 
afgefneden  waren  ,  en  feer  bloeden  ,  by 
malkander  te  houden.  Sy  brengen  hem  te 
huys  ,  en  ontbieden  een  Wondt- hcelder , 
die  het  eerfk*  verbint  leyde ;  om  het  twee- 
de te  doen,  f»ndt  den  Koningk  iclve,  die 
veel  van  Howcl  hieldt ,  d<:$  morgens ,  fijn 
eygen  Heel-mecrter.     De  kamer  van  den 
Ridder  Digby  (uyt  wiens  ichrirten  wy 
dit  verhael  en  bewij s  trecken)  was  dicht 
bydic  vanHowel.  Opeen  morgenftondt  * 
foo  als  den  Ridder  befigh  was  met  lich  te 
kleedcn ,  komt  Howel  by  hem,  om  hem 
te  bidden ,  hem  ccnige  hulp-  middel  tegen 
fijn  wonden  te  befchicken,  alfoo  hywel 
gehoort  hadt ,  dat  hy  in  diergelijcke  din- 
eren ongemeen  ervaren  was ,  nademael 
lijn  wonden  in  fulck  een  quaden  ftact 
waren,  dat  dc  Wont-heelders  alreets  voor 
een  gangrene  of  verderving  begoftentc 
vreelen ,  het  welcke  hem  de  handt  fou 
doen  verliefen.    Enwaerlijck  fijn  weien 
toonde  wei  hoe  groot  de  pijn  was ,  die  hy 
verdroegh,  dewelcke  hy  feyde  onver- 
draeghlijck  te  zijn,  teroorfaeck  vandc 
geweldige  inflammatie  of  ontfteeckine;. 
Digby  antwoorde  hem ,  dat  hy  gereedt 
was  hem  behulpfaem  te  zijn,  maer  dat  hy 
felf  miffchiendacr  een  afkeer  van  bebb.-n 

iou , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  31$ 

fou ,  wanne  er  hy  fagh,  op  wat  wi jfc  hy  de 
vonden  verrx>ndt,namentlijck,fonderderi 
gequetften  aen  te  raecken  ,  om  dat  hy  die 
wijle  van  verbinden, of  als  by-gcloovigh , 
of  als  krachteloos  verachten)fou.  Wat  het 
laetfte  acngaet,  antvvoordé  Howel,  de 
groote  wonderen ,  die  my  vei  fcheyde  lie- 
den van  uw  kruyden  hebben  vertelt, ver- 
bieden myacn  hun  kracht  te  twijfelen. 
En  wat  het  eerlte  belangt ,  al  dat  rek  heb 
te  leggen,  beftaet  inditSpacns  fprecck- 
vvoort:  Hdga fi  el  milagro,  y  Wgalo  Mahomet.  vreetn- 
taet   het    ivotidcï^wcrck    gefchieden  ,  al  de  en 
waer  het  ac:r  hhxhomet.    Digby  daer  op  Won* 
eyfehte  hem  het  lijwact,  waer  in  hetj", 
bioet  uy  t  fijn  wonden  getrocken  was.  Hy  jjjjjj? 
fandt  terrtondt  om  den  koulïebandt ,  waer  kin*  " 
mede  hem  het  eerfte  verbandt  gcleght  vao 
was ,  terwijl  den  Ridder  Digby  een  becken  hct 
met  fchoon  water  deedt  komen ,  gelijck  ™CQei 
of  hy  fich  de  handen  wilde  walTen  ,  in  het  Sym- 
wclcke  hyeen  handtvol  van  fijn  poeder  pctbier 
deedt ,  het  welckc  terftont  begoft  te  ïmel- 
ten.  Wanneer  nu  de  kouficbandt  gebraght 
was ,  deedt  hy  defelvc  mede  in  het  water  , 
lettende  wel  op  iict  geilet  van  Howel, 
Dcfe  fprack  ondci ttittchen  met  een  ander 
Edelman,  in  een  hoeck  van  de  kamer,  fon 
der  te  hen  wat  Digby  deedt ,  wanneer  hy 
fch.ielijck,als  met  een  verbaefthcyt.n  a  den 
Ridder  om  fagh  ,  defe  hem  vragende ,  hoe 
het  met  hem  was,  kreegh  van  hem  tot 
antwoordt:  lek  weet  nietwat'er  van  is ; 


O  4 


maec 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


510  DORT 
maer  ick  weet  wel  dat  ick  geen  pijn  meer 
gevoel :  my  dunckt  dat  'er  een  aengename 
koelte  door  mijn  handt  trcckt  ,  waer  door  \ 
my  al  den  brandt  wech  genomen  is»   De- : 
wijl  dan,  vervolghde  Dtgby,  ghy  fulck 
eengoetwerck  van  mijn  hulp-middel  ge- 
voelt, foude  ick  u  raden  al  u  plaefters  af  te 
nemen ,  en  alleen  de  wonde  fuyver  te 
houden,  en  foodanigh  dat  ie  noch  te 
heet  noch  te  koudt  zy.  Dit  voorval  wierdt 
terftondt  den  Hartogh  van  Buckingam,en 
vervolgens  den  Koningk,  aengcfeght ,  die 
beydc  feer  begeerigh  wierden ,  om  het 
eyndevan  defe  wonderlijcke  genering  te 
ficn.   Na  het  middaghmael  nam  Dgby 
den  kouffebant  weder  uy  t  het  water ,  en 
beftondt  defelvetegens  een  groot  yyer  te 
droogen ,  het  welcke  niet  konde  gefchie- 
den,  ionder  die  feer  heet  te  maken.  W  an- 
n eer  den  Lacquay  van  Meefter  HoWelby 
hem  quam,  dewclcke  hem  feyde ,  dat  hem 
de  handt  zedert  een  kleynen  tijdt ,  foo  feer 
deedt  alsoyt,  jae  noch  meer ,  en  datfe  hem 
brande,  alspffy ineen vyerlagh.  Dtgby 
an t woorde  hem ,  dat  nademael  fulcks  nu 
foo  even  begonnen  was,  hyde  oorfaeck 
van  het  quaet  wel  witt,  en  dat  hy  hem  wel 
haeft  verlichting  geven  fou,  mhTchien 
weleer  hy  weder  byfijn  Heer  was,  het 
welck  gefchiedende ,  behoefde  hy  hera 
geen  beicheyt  te  komen  leggen ,  maer  foo 
niet,  dat  hy  hem  fulcks  te  kennen  fou  ko- 
men geven.   Hiermede  gaetdendienaer 

wc- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 

weder  heen  ,  en  Digby  leght  den  koufle- 
bandt  weder  in  het  water,  waerop  tcr- 
ftondt  Howel  weder  van  de  pijn  verloflr 
?  was,  feit'  eer  fijndienaer  weder by  hem 
quam.Om  kort  te  zijn,hy  bleef  vande  pijn 
verloft ,  en  vandt  binnen  vijf  of  fes  dagen 
fijn  wonden  gecicatrifeert ,  om  het  konll- 
woort  te  gebruycken.    Den  Koningk 
Jacobdeedt  feernaeuw  vernemen  ,  naai 
wat  omtrent  die  geneling  gepleeght 
wiert,  en  defelve  volbracht  zijnde,  begeer- 
de van  Digby  te  weten ,  hoe  het  wcrclc 
toegcgaen  was ,  na  dat  hy  hem  dickmaels 
al  lachende  een  toovenaer  genoemt  hadt', 
gelijck  hy  dagelijcks  gewoon  was.  Digby 
antwoordchem  dat  hy  gereedt  was,  fijn 
majefïeyt  te  gehoorfamen,  maerdat  hy 
verlof  fbcht ,  om  cerft  voort  te  brengen , 
het  geen  die  gene ,  van  dewelcke  hy  die 
konlt  geleert  had.denHartogh  vanTofca- 
nen  op  gelijck  verfoeckgcantwoorthadt. 
Dele  was  een  Carmeliter  Monnick  ,  feyde 
hy>certt  uyt  Indien  en  Perlicn  tut  Floren- 
cen  te  huys  gekomen,  gelijk  hy  oock  fclfs 
in  China  was  geweelt.  Dele  hebbende , 
■aedert  fijn  acnkomlt  in  Tofeanen  veel 
wonder) ijckegencflng'  n  ,  met  fijn  poeder 
;  aengerecht ,  toonde  hem  den  Harrog h  een 
byfondere'geiKgentheydt  om  ditgeheym 
te  weten.    Den  Carmeliter  antwoorde 
hem  ,.dat  het  een  geheym  was,  het  welo 
:ke  hy  in  de  Ooilerfche  Landen  geleert 
thadt ,  en  dat  by  geloofde  de  cenighfte  in 

O  y  Eu- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ïerftc 
bekent 
wor- 
ding 
enaf- 
komft 
van  dit 
poe- 
del. 


ET  O  R  T  S  C  H«  E 

Europa  te  zijn ,  die  daer  kennis  van  hadty 
dat  het  wel  verdiénde  niet  verfpreyt  te 
zijn ,  hetwelcknootfaeckelijckêefchie- 
den  moft ,  indien  lijn  Hoogheyt  fich  daer; 
mede  geliefde  te  beraoeyen,  te  meer,  wan- 
neer hy  fulks  niet  door  fijn  eygen  handen  ^ 
maer  door  die  van  fijn  wondt-heelders  o£ 
dienaers  te  wege  braghtOp  defe  reden  liet 
den  Hartogh  af,  hem  meer  tot  kenniiTe  van 
dit  geheym  aen  te  dringen.  Maer  eenige 
maenden  daer  na  hadc  Dighy  gelegent- 
heytgehadt  ,vandenCarmelitereen  uyt» 
lieeck^ndcn  dienft  te  doen ,  waer  door  hy 
hem, in  vergelding,het  geheym  openbaer- 
de,  die  noch  datfelve  jaer  weder  naPer- 
fien  vertrock ;  foo  dat  hy  nu  oock  de  ec- 
nighfte  in  Europa  was,  die  dit  geheym 
wift.  Den  Koningk  beloofde  hem  het  ielf- 
deby  lichte  houden,  fonder  omtrent  de 
wereking  yemandt  andc/s  als  fijn  eygen. 
handen  te  {uilen  vertrouwen  \  waer  door 
hem  Digby  (gelijck  den  Koningk  daer. 
oock  verfchcyde  proeven  van  deedt)  het 
geheym  met  al  lijn  om  Handigheden  ont- 
deckte.  Maer Monfr.  de  Maycrne,des  Ko- 
»ingks:eerfte  Genees-meefter,  pafte  ge- 
duurighlijck  op ,  om  hem  het  felve  at  te 
fien,  waer  door  hy  eyndelijck  vernam 
dat  den  Koningk  fich  alleen  van  een  droo- 

fe diende,  hetgeen  alle  Dranck-berey- 
ers  en  Wondt^jfe-jlders  dagelijcks  door 
de  hmdt  gaet,  gclijck  ick  het  u  in  het  ver- 
uolgh  medefeggen  fal.   Defen  Cenees- 

mec- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


■ 


ARCADIA.  zn 
meefter  trock  uaer  na  naer  Vranckrijck, 
dacr  hy  by  den  Hartogh  van  Mayenne,  lijn 
groote  voorftander  en  befchermer,  quam, 
die  hy  het  geheym  leerde  die  oock  ver- 
fcheyden  proeven  dacr  van  gedaen  heeff . 
Nade  doodt  van  den  Hartogh,  die  in  het 
belcgh  van  Montauban  bieef,  heeft  fijn 
Wondt-heeldcr,  die  hem  altoos  in  het  uyt- 
wereken  van  defe  genefingen  diende , 
het  felve  aen  verfcheyde  Heeren  van  aen- 
fien  voormerckelijcke  fommen  gelts  ver- 
kocht, invoegen  het  alfoo  van  langer  han 
onder  de  lieden  isgeraeckt. 

Dit  is  dan  deafkomft  van  dit  Poeder  5 
nu  ftaet  my  reden  van  dit  werek  te  ge-  5j? 
ven  ,  of,  om  beter  te  feggen ,  de  foodanige  £|& 
die  den  fel  ven  Ridder  D'igby  dacr  van  won- 
geeft  ,  op  het  kortfte  voor  te  Hellen.  Hy  ,  d«e 
om  tc  komen  tot  hetnaeckfte  bewijs,  (telt  w"c" 
fevcn  Principien  of  gronden,  dewelcke  ^ 
hem  dienen  als  raderen  van  dat  ftuck 
wereks  van  JIrchimcdes ,  waer  mede  een 
kindt  macht  igh  was  het  groote  Schip  van 
den  Koningk  Hieron ,  op  het  landt  te  win- 
den, het  geen  door  hondert  koppel-oflcn , 
en  al  de  kabels  die  in  fijn  tuygh-huys  wa- 
ren ,  nauwclijcks  konde  bewogen  wor- 
den. Si  jn  eerftegront  is:dat  het  gantfche  r 
ront,ofty£<o*  van  de  lucht, met  licht  ver-  Pnn- 
vult  en  dat  dit  licht  een  iloffdijcke  fèlf-  cipitna 
Aandigheyt ,  en  geenfins  een  inbeeMelijc-  of 
ke  en  onbegrijpelijcke  hocdanigheydt  is , 
(het  welcke  gcenfins  een  nieuw  gevoelen 

O  6  te 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


M4  DORTSCHE 

noemen  zy,alfoo  verfcheyden  van  de 
oudtlle  en  geachfte  Philofopheü ,  en  na- 
tuur-kenders  van  dat  gevoelen  geweeft  ; 
zijn ,  als  oock  den  oudt- vader  Auguftinus , 
gelijck  hy  in  fijn  derden  brief  acn  Volufia- 
nus  getuyght)  welck  licht  of  ftralen  uyt 
haer  ooripronck!,  namentlijckdeSonne  , 
door  rechte  linien  voortkomende,  van  het 
een  op  het  ander  lichacm  ftuyt ,  min  noch 
racer  als  den  bal  inde  kaetfbaen,  totdat 
het  fel ve  ten  laetften  door  al  de  tcgenftant 
TjVce-  krachteloos  gemaeckt  wort.   De  tweede 
de      grondt  is ,  dat  het  felve  licht ,  in  fulcker 
grom,  voegen  tegen  eenigh  lichaemaenftuyten- 
de,  altoos,  eenige  kleyne  y*<ww»  (ondeel- 
bare deeltjes  oneygentlijck   alioo  ge-  i 
noemt)met  fich  neemt,  (even  gelijck  een 
bal ,  yets  van  de  muur  waer  tegen  fy  gefla-  I 
gen  wordt ,  mede  draeght )  door  dien  defe  [ 
kleyne  Atomen,  zijnde  uyt  de  vier  Ele- 
menten, gelijck  alle  lichamen  des  werclts) 
te  famen  gemaeckt ,  door  de  warmte  van 
het  licht ,  in  hun  lijmachtige  en  vochtige 
deelen  aengetaft ,  vaft  gemaeckt ,  en  alfoo 
gints  en  her waerts  gevoert  worden .  Uyt 
welcke  Atomen  ,wanneer  fy  overvloedigh 
genoegh  zijn ,  veeltij  dts  de  winden,voor- 
namentlijk  die  men  landt-winden  noemt, 
l>ard  <  eeteelt  worden.  De  derde  gro.it  is ,  dat  de, 
8  tonn  Tucht  doorgaens  vol  is  van  foodanige  Ato- 
men ,  of  kleyne  lichamen ,  of  eerder  dat 
het  geen  wy  onfe  lucht  noemen ,  niet  an- 
ders is  als  een  vermenging  en  confuiie 

van 


ARC 


DIA. 

van  foodanige  Atomen  ,  daer  de  luchtige 
deelende  overhandt  behouden  :  gelijck 
het  blijckelijck  is,  dat  men  dadeliick  in  de 
natuure  geen  Element  of  hoott-ftoflfe , 
(onder  vermenging  van  een  ander  bevind  : 
want  het  vyer  van  buy  ten  en  het  licht  van 
dceene  zijde,  en  het  inwendige  vyer  van 
eenigh  lichaem  aen  de  andere  zijde,  tegen 
malkander aenwerckende ,  maeckcn  defe 
wonderlijcke  vermenging  van  alle  din- 
gen,  in  alle  dingen ,  en  de  lucht  alfoobe- 
quaem  ,    om  gelijck  den  Cofmopolites 
fegt ,  een  occukurn  vïta  abum  of  verborgen 
voedtfel  des  levens ,  in  fich  te  begrijpen , 
w  en  voort  te  brengen,  en  inde  dieren  te 
;  wereken  ,  gelijcker  ouek  drogen  zijn,  als 
>  den  Vitriool  en  den  Salpeter,  &c.  die  door 
;  dc  bloote  aentrecking  van  de  lucht  ver- 
r  meerdert  worden.    Digby  brengt  een 
voorbeeldt  voort ,  aengaendc  den  Qhnm 
Tartari ,  als  dat  hy  uyt  twee  ponden  wij  n- 
fteen,  twintigh  pondcn.cn  meer  olie  heeft 
i  ficn  maeckcn  ,  welcken  oly  dc  reuck  van 
i  de  Rooien,  al  foo  het als  doe  inden tijdt 
was ,  t'eenemael  n\  fich  getrocken  hadt, 
nademael  dc  luch  t  door  de  Atomen  van  de 
fi  felve  Rooien  vervult  was ;  behilven  veel 
-ie  andere  voor  beelden,  die wy  kortheydts 
f  halven  lullen  voor  by  gaen,  ons  met  wey- 
i  nige  onder  vele  genoegende. 

De  vierde  grondt  is ,  d.v  yder  lichaem,  pc 
1  hoe  kleyn  het  oock  fou  mogen  zijn  ,  ver-  vierd 
j  deelfaem,  jaielf  tot  een  oneyndelijckhcy t, 

O  7  is: 


gront. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


3*<J  DORTSCHE 
is :  niet  dat  het  daedelijck  of  a&uë'üjck  ' 
oneyndelijcke  deelen  heeft  (want  het  te-/ 
gendeei  van  het  felvefou  konnengetoont*, 
worden)  maer  dat  men  de  felve  altoos  kan ' 
deelen  en  weder  deelen,  fonder  oyt  tot  het? 
eynde  van  defe  deeling  te  komen ,  gelijck' 
het  indien  fin  is.  dat  onfe  Meefters  ons  ice- 
ren,  èzxquaniitasinfiniudivijibüts  tft  .  koe 
groot  keyt,  oneyndehjek  deelbaer  is.  In v oegen 
defe  Atomen  felf,  door  defe  geduurige 
verdeelingen,  een  groot  vack  vullen ,  en 
fich  een  grooten  wegh  verre  en  breedt 
konnen  uyrftrecken :  want  van  waer  komt 
anders  de  reuck ,  wacr  op  dc  honden  hun 
Meefters,  of  het  wilt  weten  te  volgen ,  als 
uyt  de  Atomen  die  uyt  defe  lichamen  uyt- 
ademen, en  door  defe  geduurige  verdee- 
ling de  lucht  vervullen ,  endoor  het be- 
geerigh  aen  trecken ,  in  den  neus  der  hon- 
den komt?Gclijck  men  oock  in  de  Gieren 
gefien  heeft,  die  in  reuck  alle  andere  ge- 
dierten overtreffen ,  dat  fy  van  twee 
hondert  mijlen  verre ,  (alfoo  diergelijcke 
vogels  op  geen  minder  uytbrcydirigdaer 
omtrent  gevonden  wierden)  op  den  reuck 
van  de  doode  lichamen  (die,  nae  een  groot 
gevecht ,  op  de  aerde  lagen  te  verrotten) 
tot  het  aes  gekomen  zijn  :  hebbende  de 
Atomen,  dewelcke  uyt  defe  lichamen 
voortquamen,  de  lucht ,  ongetwijfelt,  tot 
dieren  toe  vervult. 
De        De  vijfde  gront  is ,  dat  defe  kleyne  lic- 

vijWe  hamen  ,  die  de  lucht  vervullen  of  maken , 
gront.  me. 


ARCADIA.  327 

menighmacl  een  anderen  wegh  opge- 
trocken  worden,  als  hun  eerftcalgemeene 
oorfaeck  hen  heeft  doen  nemen.  Kndefc 
trecking  gefchietop  verfcheyde  wijfen. 
Eerftelijck.doorrutluygen  ,  hetwclcke 
•Jïj  dickmael  fookrachn'gh  is,  dit  Digfyicght 
li  gefien  te  hebben,  eenlooden  kogel,  in 
J  fulcker  voegen ,  uyt  een  wel-gemaeclct 
,4  roergefogen  te  worden,  dat  fy  door  den 
.   fiagh  den  (uyger  de  tanden  in  den  monde 
iniïuckcn  floegh.    D;£e  trecking  wc*dc 
«J  oock.fomtijdts  Magnetelijck  genoemt, 
waer  door  den  zeyl-lteen  het  yler  treckt , 
of  Electrijck ,  waer  door  den  brandt-fteen 
het  ftroy  na  fich  haeh  :fom  wijlen  gefchiet 
>  fy  00c k  in  de  vlam  van  een  kaers  of  toorts, 
wanneer  den  rooek  van  een  roockende 
kaers ,  de  vlam  felf  na  onderen  toe,  van 
een  brandende,  na  fich  treckt.  Anderiins 
oock  door  een  Filtratie  of  kleynfing  t 
«Wanneer een  vochtigh lichaem  opdringt 
dooreen  droogh  ;  en  ten  laetiien  doorliet 
V  vyer  felve,  wanneer  het  vycr,  of  eenigh 
heetdin^k,  de  locht,  cn  wat dacr  mede 
vermengt  is,  na  fich  treckt.  Van  defc  twee 
laetftc  wijfen  van  trecking  fprecckt  hy  al- 
leen ,  cn  dat  op  defc  voet:    IX'  Filtratie  of 
kleynfing  geichiet,  wanneer  men  een 
langkachtigh  ftick  laccken,ot  yets anders 
van  wol  gemaickt ,  dat  fpongiachtigh  is , 
in  een  pot  waters  met  het  cenccyniielaet 
hangen,  leggende  het  ander cynde  op  den 
boort  van  deielve  pot  :  waer  door  het 


water 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


3i8  DORTSCHE 
water  opwaerts  klimt ,  tot  boven  den  I 
boort  van  de  pot  toe ,  en  al  foo  eynde41 
lijck  weder  op  de  aerde ,  of  in  eenigh  an-^,-1 
der  vat  neder -druypt ,  welcke  wijle  van^-1 
kleynfen  by  de  Apothecckers  en  Chymitf  1 
ten  bekent  en  gebruyckelijck  is ,  het  welo*"'- 
ke  gefchiedt  om  dat  het  gedeelte  van  de  m 
wolle  lap,  dat  in  het  water  hangt,  het  wa-  1 
ter  in  fijn  dealen ,  die  eerft  droogh  waren, 
in  drinckt,  dewelcke  fpongiachtigh  zijn- 
def  daer  door  komen  te  fwellen ,  en  alloo 
meerder  plaets  vereyfeben,  dcelende  al  foo 
dedeelen  die  boven  zijn  van  haer  over- 
vloet  mede,  en  dcfe  weder  anderen  ,  tot 
den  1  aet  ft  en  draet  toe. 

De  andere  trecking  dewelcke  door  het 
vyer  gefchiet ,  gaet  op  defe  wijfe  toe :  het 
vycr  werekende  na  lijn  aerdt  en  nituure 
(dewelcke  is,  een geduurige  uyt ademing 
van  hter  deelen  te  maecken,  van  fijn  mid- 
del-punt of  Centrum ,  na  de  Circumferen- 
tie ,  of  omtreck  toe)  neemt  geduurigh- 
lijck  de  iucmsdewelcke  hem  het  naefte  isj 
met  fich :  want  de  lucht  vochtigh ,  en  het 
vyer  droogh  zijnde ,  konnen  niet  minder 
alsfichaen  malkander  vaft  maecken,  en 
te  famen  hangen.  Hierdoor  is  het  noo- 
digh.dat  de  plaets, dewelcke  door  dit  tree- 
ken  ,  ledigh  is  gemaeckt ,  door  nieuwe 
lucht  vervult  wordt  j  of  anders  fouder  een 
ledigheyt  tuffchen  dcfe  twee  gevonden 
worden,  het  welck  tegen  de  natuureis: 
Defe  nieuwe  lucht  blijft  niet  lang  in  fijn 

plaets , 


ARCADIA.  31$ 

tëplaets ,  macr  wort  oock  door  het  vyer  ge- 
Procken,  gelijck  de  voorgacnde.  wordende 
-die  open  plaets  weer  door  andere  lucht  ge- 
•1  vultj  het  welcke  all'oo  voortgaet,  loo  lang 
als  het  vyer  brandt.  Dit  lïen  wy  dagelijcks 
gefchieden:  want  mat  ckr  een  goet  vyer  in 
een  kamer,  dit  fal  de  lucht  felr  van  buytcn 
intrecken,  infulcker  voege,  dat  iuoder 
■  eenigen  fcheur  of  opening  acn  een  deur  of 
?  veyntler  is  ,  men  de  lucht  al  pij  pende  dacr 
•  door  hoort  in  komen ,  alfoo  de  felven  ge- 
drongen is,  ielf  met  gcwclt  den  toegangk 
te  maecken,    Macr  indien  'er  geen  door- 
gangk  gevonden  wordt,  waer  door  de 
IJucht  kan  binnen  komen,  fal  terftondt  een 
gedeelte  van  de  damp ,  die  ter  Schoorteen 
Behoorde  uytt:.  (laen ,  tegen  fijn  natuur 
nederftorten  (om  'tgebreck  van  lucht  te 
vervullenden  degehcele  kamer  vol  tc  ma- 
ken,rot  dat  eyndelijk  het  vyer,by  gebreck 
van  lucht,  komt  uyt  te  gaen.  En  daer  uyt 
komt  het,  dat  de  Chy  milten  (eggen  i  dat 
delucht  het  leven  van  het  vyer,  loo  wel 
als  van  de  dieren  is,    Maer  muien  men  een  Hufp 
becken  met  water  inde  kamer  voor  het  middel 
vyer  let,  hoe  dicht  defclve  kamer  oock  vüül 
magh  gefloten,  en  van  lucht  berooft  zijn,  !|f' 
fal  men  geen  rooc  k  vernemen  :  want  het  |<cn. 
vyer  treckt  de  doelen  van  dit  water  (zijn- 
de een  iclfftandigheyt  die  dun ,  en  lichte- 
lijck  te  bewegen  is)  tot  fich  ,  en  verduntfe 
tot  lucht ,  om  alfoo  dat  werek  uyt  te  voe- 
ren.   Om  defe  oorfaeck  ftoockt  men  in 

peft 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek/  Den  Haag. 

28C44 


33o         DORT  S  CH  E 
penStijden  groote  vyeren,  om  de  quade  1: 
1  ucht  alfoo  wcch  te  nemen ,  gelijck  Hyp*  i 
crates  (wiens  vernuft  wel  lbo  verre  dooil 
gedrongen  heeft)  geheeleLandtfc happen,! 
door  het  ftoocken  van  feer  groote  vyerenjJ 
heeft  gefuyvcrt.  Nu  defe  wijfe  van  tretfi 
ken  gcfchiet  niet  alleen  door  het  vyer,  # 
maer  oock  door  andere  heete  dingen!  1 
want  de  geeften,  of  vyerige  deelen  van  dé* ij 
felvc,  uy  t- ademende,  nemen  oock  de  naö4  J 
fte  lucht  nut  fich  ,  welcke  plaets  wedei  1» 
door  andere  lucht  moet  vervult  worden \  | 
gelijck  gcfeght  is.  Om  welcke oorfaeck  ï 
de  Geneefmeeftcrs  menighmael  warme 
opgefneden  duy  ven  de  fiecken  aen  de  voe*  >j 
ten,  op  de  pols, of  de  borft ,  of  de  navel  bir*  \ 
den,  om  de  winden»of  quade  dampen  uyt 
het  Itchaem  te  trecken  gelijck  men  oock  i 
in  tijden  van  pelt,  duy  ven ,  katten ,  hon-  \ 
den,  en  dicr^elijcke  warme  gedierten  i 
doodt,  die  geduurighlijck  een  groote  uyt- 
ademing  van  geeften  maecken. ,  en  alfoo, 
op  de  v oorgefey de  wij fe ,  de  quade  en  be- 
fmette  lucht  met  fich  trecken.  Alfoo 
fien  wy  oock,  dat  het  broot,  dat  warm  uyi 
den  oven  komt ,  de  muffigheydt  van  den 
wijn,  indien  men  het  felve  op  het  bomgat 
leght,  na  fich  treckt,  gelijck  oock  dc 
ajuynen  de  befmetting  van  de  locht.Waei 
toe  men  oockfou  mogen  voegen,  de 
groote  trecking  die  de  gecalcineerde  lie-i 
hamen,  van  wijnfteen  ,  of  diergelijckc- A> 
doen  ,  die  neecnmael  fbovecl  luchts  tot  iy 
6  iich  l 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  33? 

rich  trecké  kan,  als  fy  felvc  weegt.  Hy  ver- 
haelt  oock,  uyr  Petrus  Serviits,Gcncc{mcc- 
\ct  van  den  PausUrb:ien  deachtfte,  van 
ren  Monnick, die  dnor  rijn  valren  ,  waec- 
<;en,  en  diergelijcke  afmattingen  ,  fijn  K<S 
nacm  foodanigh  van  binnen  hadc  verrr 
bt  hy  t'eenemael  van  binnen  ais  vei 
lrooght,en  ont$eecken»  en  fijn  gebeente  Vf«rat 
^clijckals  gtcalcinccrt ,  en  tot  kalck  ge-  jLl— 
macckt  ich.  cn  te  zijn  ;  door  welckein- 
«vcndige  hitte,  hy  de  lucht  in  iulcker  voe- 
gen na  iich  trock  ,  dat  de  fclve  fich  in  fijn 
lichaem  tot  water  verkee rende,  gclijck  de 
felvein  het  zout  van  den  wijmken  doet , 
cn  alfoo ,  door  dien  al  de  doorgsrigèn  leer 
geopent  waren,  in  de  blaes  iacker.de  ,  iïch 
in  Iulcker  voegen  ontUfte,  dat,  binnen 
weynigh  weecken,  den  Monnick  meer  als 
twee  hondcrr  ponden  waters  lofte. 

Digby  fielt  voor  iïjn  fèttc  fnncipium  Sep.jc 
ofgrondt-rcgel.dat,  wanneer  het  vyer ,  öf  «ont* 
eenigh  heet  lichaem  ,  de  lucht ,  en  wat'er 
in  is,  na  fich  treckt,  indien  het  gebeurt 
dat  inde  felvc  lucht  een  i  ge  Atomen  of 
-  kleene  lichamen  gevonden  worden  ,  die 
van  den  aerr  des  vyers ,  or"  der  heetc  licha- 
men zijn,  detrecking  v  in  de  ielve  met 
meerder  kracht  gefch  iet ,  dan  of  defelve 
Atomen  van  een  byiondcre  of  Ürijdige 
aerdt  waren  :  invoegen  deLlve  ficfa  te  ge- 
williger met  dat  lichaem  vermengen ,  ter 
oorfaeck  van  de  over-cen  komft  die  het 
een  met  het  ander  heeft.  Hier  over  moet 

men 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


33* 


DOR 


C  H  E 


men  weten,  datter  verfcheyden  ° ver- eg»! 
kom  tien  der  dingen  zijn,  waer  door  fl 
iich  te  gewilliger  te  fa  men  voegen ,  mat  I 
van  dry  fpreeckt  hy  voornamendijek.  D 
eerfte  noemt  hy  de  over- een-kom  ft  in  gc§ 
wicht,  door  het  welcke  de  lichamen  vail'" 
een  graetvan  fwaerte  fichte  famen  veM'ft 
voegen  :  want  indien  het  eene  lichaeract' 
lichter  is  als  het  ander,  hetfelve  laleeii:; 
hooger  pla:ts  verkiefen ,  als  het  geerj|& 
fwaerderis  :  opdefewijfe  vertoont  meil? 
Hoe    de  geftaltenis  van  de  vier  Elementen  o  v 
wc  de  hooft-  ftoffen  in  een  glas.  Doet  in  het  felfi  1^ 
4  Ele-_  brandewijn,  die  root  gemaeckt  is,  om  he  in 
:  vyer  tc^vertoonen  ,  de  geeft  van  Terbirtli» 
thi jn,die  blauw  geverwt  is,voor  de  lucht  I  a 
gemeen  water  dat  gegroent  is ,  en  vijHèi* 
van  eenigh  metael  voor  de  aerde ,  en  ghj! 
fult  fien  dat  het  een  boven  het  ander ,  lort 
dereenige  vermenging  blijven  Tal",  fchu* 
dacr  na  u  glas ,  en  ghy  verneemt  een  wart 
Chaos  van  verwerririg ,  maer  laet  het  wé  4  ■ 
der  ftil  ftaen ,  elck  ftofrc  gaet  weder  op  fijt 
cygen  plaets. 

De  tweede  overeen-komft  ftelt  hy  it  l 
die  dingen,  die  een  fel  ve  dickte  of  dunnig-  | 
heyt  hebben :  wantgelijck  de  natuurc  var  » 
dequantitcytof  hoegrootheyt  in  het  ge- 
meen ,  tracht  na  de  uniteyt  en  Contimw-1 
teyt,  de  eenheyt,  en  t'famen  houdent«J 
heyt,  foo  is  het  wel  noodigh  dat  het  eerfte 
onderfcheyt  van  de  hoe  grootheyt ,  na-1 
mentlijck  dickheyt  en  dunnigheyt ,  defes 

feive 


kan 
ver- 
too- 
nen. 


Early  European  Books,  Copyright©  20 1  l  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  353 

ve  voeging  tewege  brengen.  AHbo 
en  wy  ,  dat  het  water  Zich  lichtelijck 
nder  het  water  vermengt,  den  oly 
•nder  den   oly  ,    brandewijn  ,  onder 
nrandewijn ,  quickfilver  onder  quickfil- 
.  er,  maer  mengt  oly  onder  water,  of 
nrandewijn ,  quickfilver  onder  een  van  al 
Iele  dingen,  en  ghyfult  fienwat  fwarig- 
ïeyt  de  natuur  in  fulck  een  vermenging 
i  naeckt.  De  derde  over-een-komft,  is  die 
fan  de  figure  of  gedaente.  En  dit  fien  wy 
daerlijck  in  de  verfcheyde  foorten  van 
:out,  dat  yder  een  byfondere  gedaente 
leeft,  diflblvecrt,  coaguleert,  (om  de 
I  Thimifche  konft- woorden  te  gebruye- 
een)  ofte  ontlaet   en  ftremt    de  felve 
verfcheyde  foorten  foo  menighmael  als 
r'hywilt,  fyfullen  weder  tot  hun  eerfte 
1  jedaente  komen.  Het  gemeene  zout  ver- 
oont  fich  als  Cuben  of  dobbelftccnë,  vier- 
loeck  igh  ;  het  Sal  nïtri ,  of  zout  van  zal-  Vcr. 
Jeter,  festhoeckigh,  en  het  S>il  Armoniac  ,  fchey- 
yelijck  de  ineeu ,  oock  fes  ho^ckigh  ,  het  deun* 
W/m'w*,of  zout  van  pis  gemaeckt,  vijf-  dci1 
doeckigh,  gclijck  oock  (oodanigc  fteencn  ^ 
inde  blaes  dickmael  gevonden  worden,  zout. 
Voorts  hebben  de  Diftillatcurs  waergeno- 
men  ,  dat  indien  men  op  het  Ütjmt  Mor* 
tuuniy  (foo  noemt  men  het  geen  na  het 
difti  lieren  ,  in  den  ketel  blijft)  het  nat  dat 
daer  af  getrocken  is ,  wederom  giet ,  het 
felve  daer  lichtelijcker  weder  in  treckt, 
dan  of  ghy  eenigh  ander  daer  op  goot,  het 

wekk 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


334  DORTSCflE 
welckdaer  wel  op  fal  blijven  te  drijven, 
fonder  in  te  trecken.  De  reden  is,  dat  dit 
gediitilleerde  water,  (hoewel  het  een 
Corpus  Homogenewn ,  of geli jckmatigh  1  ig- 
haem  fc hjjfit  te  zijn ,  evenwel  een  Corpus 
Heterogeneum ,  of  ongelijckmatigh  is ,  en 
uy  t  deelen  van  by  fondere-naem  en  aert  be- 
ftaende ,  en  volgens  van  verfcheyden  ge- 
dacnten,  zijnde)  defe  Atomen  •  door  de 
kracht  van  het  vycr ,  yder  uy t  fij  n  ey gen 
kamer,  of  plaets  die  met  hun  gedaente 
overeen  komt,gedreven,  daer  weder  licii- 
telijck  ingaen ,  wanneer  fy  tot  hun  oude 
en  eerde  wooning  komen.  Het  felve  ge- 
beurt, wanneer  na  een  langduurige  droog* 
te  den  regen  vair , dat  het  regen» water  feer 
lichtelijck  in  de  aerde  indringt ,  om  dat 
het  voor  heen  daer  uyt  getrocken  is,  daer 
ander  nat,  daer  op  gegoten  zijnde ,  meer- 
der tegenftandt  vindt.  Gelijck  oock  dele 
(het  welcke  ick  niet  kan  voorby  gaen) 
die  het  gebroocken  Porcelleyn  of  KLriftal 
t'lamen  lijmen  ,  altoos  onder  hun  lij  ra 
van  de  felve  ftof  vermengen,  gelijck  oock 
dégout-  of  filver-fmeden  doen.  Die  gene» 
die  iich  gebrant  heeft,  houdt  de  gebrande 
deelen  te^en  het  vyer ,  cn  vindt  fich  ,  na 
eenige  quelling,  verlicht,  alfoo  de  vyerige 
Atomen  door  het  vyer  uy r getrocken  wor- 
den,namentlijck  de  minder  door  de  meer- 
der. Defe,  die  een  ftinckenden  adem  heb- 
ben, houden  fich,  met  open  mondt ,  over 
de  ftille  van  een  pri  vaet,  of  gemack ,  en  de 

mee* 


I 


\ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  337 

biccfte  ftanckfal  (door  dc  felve  reden) 
i  le  minlte  na  fieh  trecken.    De  (keek  van 
r;en  Scorpioen  ,  wordt  door  het  opleggen 
r  fan  een  Scorpioen  gencfen.  In  tijden  van 
•  5eft ,  draeght  men  wel  een  padde,  tot  afle 
■  gebrand  t ,  of  een  gcheele ,  in  een  dooiken 
)f  glaef  ken  befloten  ,  foo  evenwel,  dat  'er 
ie  lucht  toe  trecken  kan ,  by  fich.  De 
leekte  der  paerden  ,  die  men  in  het  Frans 
t>i     farcin  ,  noemt ,  is  een  venijnige  en  be- 
r:*j  rmettclijclcc  fieckte^  maer  hanght  liet 
M  )eeft  een  padde,  in  een  fackfken ,  om  den 
aals,  en  het  lalongetwijfeltgenefen.  De 
iv;jnkooper^  weten ,  dat  wanneer  den 
arijngaert ,  van  wiens  aerdt  hunnen  wi  jn 
d.s,  beftaet  te  bloeyen,  hunnen  wijn  inde 
celder  oock  begint  te  wereken  en  een 
wittigheyt  uyt  te  werpen ,  om  dat  de  wijn- 
ichtigegeeften  vande  wijngaert,  diede 
ucht  vervullen  ,  fich  terftondt  met  den 
ivijn,  die  van  hun  aerdt  is,  vermengen, en 
lefelve  mtdc  gaende  en  als  bloeyende 
naecken.  Om  het  welcke  te  verhinderen, 
noet  men  den  wijn  in  ten  wel  gematigh- 
le  plaets  bewaren,  en  wel  valt  gefloten,  en 
jpg-vult  houden.  Gelijck  het  oock  gele- 
den is  met  dien  Oly  van  wijnfteen,  daer 
rzn  gefeght  is,  die,  inden  rijdt  van  de 
Aofen ,  dereuck  na  lich  getrocken  hadt. 
-ly  brengt,  tot  beveiliging  van  dit  tegen- 
woordige, noch  verfcheyden  andere  voor- 
>eelden  by,  voornamentlijck  van  de  won- 
icrlijckc  werekingen  die  omtrent  de 

fwan- 


vrcem- 
dc 

wete- 
ring 
det 

tegen- 
giften. 


vreeni« 

dc 

bloey- 
ing  va 
den 
Wijn,) 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Won- 
dere 
werc- 
king 
van  de 
natuur 
om- 
trent 
ïwan- 
gere 
vrou- 
wen» 


Werc- 
king 
van 
het 

fooi. 


33<J  DORISCHE 
1  w angerc  vrouwen  gefchiet ,  door  kracnl 
van  de  inbeelding ,  dewelcke  hoe  wel  daJT 
fierder  in  hun  ooriaeck ,  even  wel  in  vee| 
derhande  omftandighedcn  en  grondel 
met  de  andere  fchijnen  over  een  te  k 
men.   Onder  andere  fpreeckt  hy  van  eei 
Moerbefie  die  een  fwangere  vrouw  o 
den  hals  vallende ,  de  vrucht  met  foodal 
nigh  een  belle ,  deedt  ter  werelt  komen 
foonatuurlijckals  eenigh  penfeel ,  of  o 
beter  te  fèggen  ,  fteeck-beytel  van  eer] 
beelt- houwer  (alfoofe  de  helft  ver he vei 
ftondr)  fou  konnen  uy twercken,  die  ooc 
met  de  vrucht  aen  de  boomen ,  groot  ei 
root  wierdt.  De  voor-beelden  fi  j  n  on  tal' 
lijck,  berechte  Periander  daer  op,  hyl 
brengter  oock  verfcheyden  by,  vervolgh4 
de  Ambrofïo ,  maer  alder-eerft  geeft  hyl 
defe  reden,    In  al le  a&ien  en  werckingei 
van  onfe  finnen  (ieydt  hy)  is  een  mede- 
deeling  of  participatie,  die  ftoffelijck  en 
lichameli  jck  is ,  van  al  onfe  finnen,  fooda- 
nigh  dat  ecnige  Atomen  van  het  lichaem; 
het  welcke  op  onfe  finnen  werckt ,  felf  in 
hun  Organen  en  werck-  leden  indringen »» , 
dewelcke  hen  dienen  tot  doorgangen,  om» 
alföo  tot  in  de  harlTenen  in  te  dringen ,  en 
tot  onfe  inbeelding  over  te  gaen.    Dit  is 
blijckelijck  in  de  reuck  en  fmaeck ,  en 
wat  h  et  gehoor  aengaet:  de  lucht  van  buy- 
ten  fich  bewegende  ,j  veroorfacckt ,  oock 
foodanigen  beweging,  in  het  vliefken  van 
onfe  oor  Tijmpanumof  trommelken  ge- 
noemt  , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 

hef 


noemt ,  hetwelcke, 
[I  Jamerken  datdaer  aenvaft  is  veroor- 
jfaeckt,  het  welcke,  Qaendeop  fijn  am- 
j  beelt,  diergelijcke  beweging  aen  de  lucht 
1  die  binnen  het  oor  is  veroorfaeckt,  en 
m  de  e  beweging  is ,  dat  wy  de  klanck  cf  het 
igeluyt  noemen.  Aengaende  het  gelicht :  v<m 
4  het  is  bhjckelnck.  dat  Set  licht ,  het  welo  EL 
IJ»  van  het  hchaem  dat  wy  fien  aftruyt ,  ficht. 
Hindeoogen  mgaet ,  en  niet  minder  kan 
ialseenige  uytvloeyingen  van  dat  felve 
ilichaem  met  fich  te  nemen  ,  gelijck  in  de 

•  tweede  grondt-regel  is  geièght.    Nu  is 
Lalleenigh  ovengh  om  te  toonen  dat  het 
1  iielve  in  de  groffte  van  al  onfe  finnen  ,  na- 
'Ijnentlijck  het  gevoelen ,  mede  gefchiedt. 

VJ  want  indien  het  waer  is,  gelijck  wy  ge-  v 
ïitoont  hebben,  dat  alle  lichamen  geduu-  het" 
-,,nghlijckeenige  Atomen  van  fichuytge-  ge- 
ven, foo  is  hier  geen  fwarighey  t  omtrent.  v<>el. 
IMaerom  evenwel  defe  waerheyt  te  blije- 
kelijcker  te  maken,  vertoont  hy  het  fel  ve 
door  een  klaer  voor-beeldt.    Hy  fprecckt 
'ivan  de  groote  over-een-komft  die  het  ' 

•  'öuickfilver  met  het  gom  heeft ,  het  welck 
;3doordie  vloeyende  Softe  in  fulckcr  voe- 
den aengedacn  wordt.dat  het  geen  goudt, 
maer  filvergelijckt,  het  welck  iich  niet 

•  iaet  fcheyden  als  door  het  vycr  .  maer  foo 
dit  dickmacl  gefchiet,  Iaet  iich  het  gout 
tenlaetften  calcineren  ,  en  tot  een  poeder 
inftucken  vrijven,  enalfoo  blijckt  het 
lat  'er  geen  diflöivant  of  ontbindcr  in  de 

E  we- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


«ecro- 
den 
acrt  en 

werc-, 
king 
van 
bet 
«uick- 
ulvcr. 


538  DORTSCHE 
werelt  is,  het  geen  het  vafte  hchaem  van 
het  gout  kan  doen  calcineren  en  branden, 
als  het  quickiilver.  Hy  voeght'er  dit  by , 
neemt,teght  hy,  quickfilver  of  Mercunus 
in  een  porcelleyn  ichotelken ,  handelt  het 
meteen  van  de  vingers  van  uw  rechter- 
handt, en  indien  ghy  een  gouden  ringfc 
aende  ander  hebt,  fal  de  fel  ve  daerwit 
van  worden,  Jbnder  dat  ghy  anderftns  daer 
mede  daer  .omtrent  komt.    Dat  meer  is , 
neemt  een  ftuck  gouts  in  uwen  mondt,  en 
roert  met  een  van  de  teenen  van  u  voet  in 
den  quickfilver ,  en  houdt'er  die  een  wey- 
nigh  in,en  het  gout  dat  ghy  in  uwen  mont 
hebt,  fult  gy  wit  bevinden  te  zijn ;  Al  net 
welcke  noch  veel  vaerdiger  fal  toegaen , 
indien  ghy,  in  de  plaets  van  de  gemeene , 
den  Mercunus  Antimonij  gebruycfct-,1 
welcke  indien  ghy  door  het  vyer  ver-j 
iaeeht ,  een  goet  gedeelte  van  het  goudt  J 
inet  fich  nemen  fal,  invoegen  gy  ,  het  iel-J 
ve  mcermaels  doende,  ten  laetftennieti 
behouden  lult.     Indien  dan  defc  koude; 
ftoffe  in  fulckcr  voegen  in  ons  hchaem  inj 
dringt  (befluy  t  hy  hier  op,)  wat  wonder  li 
hetdan,  datdcfubtile  en  dunne  Atomen: 
van  een  vrucht ,  die  veel  vyenge  deeler, 
by  fich  heeft,  met  meerder  lichtigheyt  eri 
vaerdigheydt  indringen ,  behal ven  dat  do 
geeften  van  binnen  in  ons  hchaem  altoo; 
die  van  buyten  behulpfaem  zijn,  omt< 
beter  doorgangk  te  krijgen.  Den  grooter 
bouw-metuer  van  de  natuure  (ver  volght 


m 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA 


hy)  fcheppende  dit  lichaem ,  heeft  daef 
«enige  inwendige  geeften  ingemaeckt , 
•:*  dewelcke  geduurighlijck  als  op  de  fchilt- 
'I  wacht  ftacn,  om  te  vernemen ,  wat'cr 

*  buyten  hunne  palen  gefchiet,en  het  fel  ve 

1   ?n  meefterfle>namentlijek  de  Imaginatie  Wcrc- 
1  of  Inbeelding,  medetedeelen  ,  enaenteking 
•J|  brengen.  Defe  maeckt  daer  haer  Ideën  of  J*P  d« 

denck-beelden  van ,  nademaei  defe  Ato-  di, 
ui  men  van  buyten  door  defe  geeften  na  bin- 
1.1  nen  tot  de  inbeelding  gebraghr,  aldaer  een 
il  diergelijcke  gebouw  en  fteJIing  in  het 
•:  kleyn  oprechten,  als  het  grootc  lichaem 
4  is,  uythetwelckefy  voortkomen.  Macr 

Wanneer  onfe  inbeelding  defe  beteecke- 
..«uende  Atomen  voor  het  tegenwoordige 
.<  niet  meer  van  nooden  heeft,  leght  fy  de- 
:.)  felve  als  in  een  Magazijn  of  packhuys  (na- 
•ï  mentlijck  onfe  geheughenis,  ofmemo- 
:n  ne)  aen  een  kant,  om  defelve,  wanneer  fy 
-t  Wil ,  van  daer  weder  tot  fich  te  roepen.  En 
*:  indien  het  een  woorwerp  is ,  dat  aen  dele 
:u inbeelding  eenige   byfondcre  beweging 

•  of  ontroering  yeroorfacckt ,  fendt  fy  haer 
•i  dienaers ,  defe  inwendige  geeften ,  weder 
^derwaerts,  omdaernaeuwer  bericht  van 
'.;te  nemen  i  en  daer  uyt  ontftaet  het,  dat 
wanneer  cenigh  geficht,  of  dat  wy  haten 

f  lieven ,  of  anderfins  befcffen  ,  en  voor 
een  plaets  in  onfe  inbeelding  genomen 
eeft, ons fchielijck  voorkomt,  wy  van 
mverwe  veranderen,  en  nu  wit,nu  root  wor- 
aden ,  en  dat  of  langkiaem  of  vacrdigh ,  na 

P  *  dat 


iug* 


aAo  DORTSCHE 
dat  defelve  geeftcn  hun  dknft  uytwerc- 
ken  ,  in  het  gaen  en  keeren  tot  en  van  het 
felve  voorwerp.  Maer.vervolght  hy ,  be- 
halven  defe  doorgangen,  vandewelcke 
oefproocken  is ,  dewelcke  van  de  harüe- 
Scn  nade  uytwendigcdeelen  des  lichaems 
gaen,  door  toedoen  van  de  Senuwen ,  is 
'er  noch  een  andere  grooten  doortocht 
van  de  harflenen  na  het  hart  toe,  langs 
dewelcke  de  vitale  of  levende  geeften  vai 
het  hart  tot  inde  harflener* komen ,  om  . 
aldaer  in  animale  of  ziellijck*  geeften  ver- 
andert  te  worden.  Door  defe  wegh  is  het 
oock ,  dat  de  imaginatie  of  inbeelding  een 
gedeelte  van  defe  Atomen ,  dewelcke  1/ 
van  de  uy twendige  voor werpfelen  onttan- 
cen  heeft,  na  het  hart  henen  fendt  j  alwaer 
Fv,  onder  de  levende  of  Vitale  geeften,  een 
maniere  van  op  koocking  of  op- walming 
maecken,  welcke  geeften,  nadenatuure 
van  defe  Atomen,  of  een  uytbreydinc,  dat 
is  verblijding,  of  een  toefluyting,  datis 
bedroeving,  in  het  hart  maecken.  En  dele 
twee  ftrijdigewerekingen  zijnde  alder- 
eerfte  aleemeene  uytwerekingen ,  van  dtf 
welcke  daernade  byfondereliidingenen 
driften  voortkomen.  Maer  behalven  dele 
doorgangen ,  die  foo  de  vrouwen  als  de 
mannen  gemeen  zijn,  mjnder  nochan- 
dere,  die  alleen  de  vrouwen  gegeven  zijn 
namentiijck  defe,  dewelcke  afgaen  van  de 
harflenen  na  de  baer-moeder ,  waer  langs 
tuenighmael  foodanige  geweldige  dam- 


Éi 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  341 

pen  opwacrts  na  de  harfTenen  ftijgen ,  dat 
fy  de  gehcele  wereking  van  de  fel  ve,  en  de 
inbeelding  verhinderen ,  convuliien  ,  of 
trecking  van  Zenuën,  fottigheden,  en 
diergelijcke  wonderlijcke  toevallen  ver- 
oorfaecken;  en  door  defen  felven  door- 
gangkishet,  dat  de  geeften  of  Atomen 
metgroote  vryheyten  vaerdigheyt  oock 
derwaertsgaen,  wanneer  het  vereyfcht 
wort. 

Vorders  geeft  hyaen  te  mereken,  hoe 
dat  de  ftereke  inbeelding  van  eenigh  per- 
foon ,  wonderlijck  op  die  van  een  ander 
werekt,  die  defelve fwacker  en  lijdender 
heeft.  Wy  fien  dagelijcks,wannecryemant 
geeuwt  of  gaept ,  dat  hy  al  die  hem  fulcfcj 
lien  doen ,  tot  het  fclve  vcroorfaeckt  en  ' 
ü  verweckt. Indien  men  yemant  met  gewelt 
)  fiet  lachen ,  men  begint  het  mede  te  doen, 
1  Digby  fcght  een  Vrouw  van  aenficn  gekent 
3  te  hebben,  die  foodanigh  de  fwaermoe- 
3  dighcy  t  en  fieckten  van 'de  moeder  ondcr- 
1  worpen  was ,  dat  men  geloofde  datfe  befe- 
t  ten  was.  Vier  of  vijf  jonge  Jongk  vrouwen  Vrc,n 
.  die  fy  by  hacr  hadt ,  van  de  welcke  cenigc  de 
»  van  haer  maeghfehap,  en  andere  in  haer  moj. 
3  dienft  waren,  wierden  even  foo  gelijckdcr 
,  als  fy ,  en  deden  defelve  wonderlijcke  f,cktc# 
i  a&ien  en  werekingen.  Men  fcheyde  defe 
eyndelijck  van  haer  ,  en  van  haer  geficht 
af,  en  dit  affijn  verlofte  hen  van  dit  quaet. 
Hy  brengt  oock  die  bekende  beweging  van 
twee  eens-geftelde  Luyten  voort ,  van  de 

B  1  welo 


34*  DORTSCHE 

welckedeeenegeraeckte  de  andere  oock 
bewegen  doet ;  gelijck  Gallens  daer  de  re- 
den van  gegeven  heeft.  Om  dan  dit  alles 
toeteeygenen,  feght  hy,  datnademael 
het  onmooghli jck  is,  dat  twee  perfoonen , 
den  een  van  den  ander  afgefcheyden ,  mal- 
kander foo  na  konnen  zi  jn ,  als  de  moeder 
cn  het  kint  dat  fy  draeght ;  men  nootfaec- 
kelijckbeüuyten  moet,  dat  al  de  uyt  werc- 
kingen  van  een  ftercke  inbeelding,  op  een 
ander  die  fwacker  lijdenderen  teerder  is, 
krachtiger  zijn  in  een  moeder  op  het  kint 
dat  fy  draegt ,  als  in  ecnigh  ander  perioon , 
opeen  ander*  Waeruyt  noodtfaeckelijck 
volght,  dat,  wanneer  de  moeder  eenige 
geeften  na  eenige  deelen  van  haer  lichaent 
fendt,  noodt  wendigh  volght ,  dat  andere, 
van  diergelijcken  aerdt ,  na  defelve  deelen 
des  lichaems  van  het  kindt  gaen.  Dewi j  1 
dan  (om  te  blijven  by  het  voor-beeldt  van 
de  moerbefie)  de  inbeelding  van  de  moe- 
der, met  de  lichamelijcke  Atomen  van  de 
moerbefie ,  dcwelcke  haer  op  den  hals  ge- 
vallen is ,  vervult  zijn ,  en  defe  inbeelding 
door  dit  toeval  daer  door  in  beweging 
van  dc  geweckt  zijnde ,  is  het  noodtfaeckelijck , 
inbed-  datfy  een  groot  gedeelte  van  defe  Ato- 
«ttng    men  na  de  harflenen  van  het  kindt  hee- 
ora-    nen  fendt ,  als  oock  na  die  deelen  van  het 
Sent   kints  liehaem,  als  defe  daer  haer  de  vrucht 
fwan-  opgevallen  is,  tuflchendewelckeenhaer 
gcre    harflenen  foo  veel  en  foo  vaerdige  boden 
*rou-  heen  cn  weder  gacnde,als  wy  gefeght  heb- 
vcu,  ben. 


Nauw 
bericht 
va 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


•  9 


ARCADIA.  u% 

ben.  Het  kindt  oock  van  fijn  zijde  (het 
welcke  nauwer  aen  de  beweging  van  de 
moeder  hangt,  alseenigh  luytor  harpc, 
hoenaeuw  oock  op  een  geftelt)  kan  niet 
minder,  als  defel ve  beweging  der  geeften, 
tuflehen  fijn  inbeelding  en  fijn  hals ,  deell 
achtig  worde  die  de  moeder  heeft,  en  defe 
geeiten,zijnde  verfeit  met  de  Atomen  van 
de  moerbefie  ,dewelckc  hem  fijn  moeder 
aen  fijn  inbeelding  toegefonden  heeft, 
maecken  een  diepen  en  verblijvenden  in- 
druck in  de  tedere  en  fachte  huy  t  van  het 
kindt ,  tot  welcken  indruck  de  huy t  van 
de  moeder  te  hardt  is.    Want  fch iet  een 
piftool  los  tegen  een  Marmeren  beclt,  ghr 
i  uit  het  wel  wat  fwart  van  het  bus-poedcr 
maecken,  maer  kondt  de  fwartigheyt 
lichtelijck  weder  afwiflehen,  maer  lofl: 
het  fel  vc  op  een  menfehen  aengeficht ,  en 
ghy  fult  fien  datter  altoos  het  teecken  van 
hetkruyt  falinblijven  :  foodanigh  is  het 
oock  met  de  gevallen  moerbefie ,  tuflehen 
de  moeder  en  het  kindt  gelegen.  Welcke 
indruck  nu  eens  gegeven  zijnde  ,  moet 
(gelijtk  van  de  wijn  gefeght  is)  met  de 
natuurlijcke  moerbefie  fwellen ,  ontfteec- 
ken,  en  diergelijcke  veranderingen  lijden ; 
Dit  wonder  van  de  natuurepoogt  hy  noch 
aenmerckelijckcr  te  maecken  door  ande- 
reomftandigheden ,  die  wel  fchijncn  defe 
aengeroerde  oorfaecken  ver  te  boven  te 
gaen,  maer,wel  aengemerekt  zijnde,  blijc- 
ken  aen  de  felfde  Prmiptn  en  gronden  vaft 

P  4  te- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


544  DORTSCHÊ 

te  zijn.  Defeis,  dat  het  menighmael  ge-ij 
beurt  dat  de  indruck  van  een  beeeerdeib 
faeck ,  plaets  op  het  kindt  grij pt ,  Tonder  i 
val,  ot  diergelijcke,  van  die  begeerde  h 
faeck;  zijnde  alleen  genoeghfaem ,  dat  ee-' 
nigh  ander  dingk  het  een  of  ander  deel  van 
de  moeder  flaet  of  hartaenraeckt,  terwijl 
defe  inbeelding  of  begeerte  in  fijn  kracht 
is ,  en  het  kindt  fal  op  dat  deel  het  welcke 
aen  des  moeders  lichaemgeflagenis,  den 
indruck  van  de  aengemerekte  of  begeerde 
faeck  hebben»  Seeckerlijck,  voer  daer  Po- 
lymythus  tuffchen  in ,  ick  ken  eenlDoch- : 
ter,  nu  aireed ts  feer  bedaeght,  wiens  Moe- 
der  van  een  Moor  verfchrickende ,  op  ha- : 
ren  bil  floegh,  en  dacr  door  defe  Dochten 
met  een  fwarten bil  terwerelt  braght.3 
Daer  was  minder  aengelegen,  antwoorde  i 
Ambrofio  ,  als  aen  een  andere  fwartei 
pleck ,  daer  ick  u  ter ftont  van  feggen  fal ,  i 
wanneer  ick  eerft  de  reden  van  onfen 
Digby  (al  gemeen  gemaeckt  hebben*De  re- 
den  Van  dit  laetft  aengeroerde  (fegt  hy )  is 
defe :  dat  de  Atomen  van  de  begeerde ,  of 
met  paffce  aengemerekte  faeck  ,  door  het 
licht  verweckt  zijnde,  langs  de  canalen 
of  doorgangen  der  oogen ,  tot  in  de  harfie- 
nen  doorgaen,  foowel  als  andere  ftoffc- 
lijcker  Atomen  door  het  aenraecken, 
langs  de  Zenuwen.  Uyt  defe  lichaemkens 
dan  maeckt  de  Moeder  in  haer  inbeel- 
ding een  volkomen  model  of  afdruck  van 
de  groote  en  gcheelheydt  van  die  faeck 
ö  waec 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


A  R  C  A  D  F  A.  34|> 
leruytdefe  lichaemkens  voortkomen. 
;'  ;En  indien  debcfwangerde  niet  als  inwen- 
..•diglijkis  aengetaft,foodoen  defe  Atomen, 
->;dewelcke  inhaer  inbeelding  zijn,  geen 
i anderen  tocht  als  na  het  hart,  en  vandaer 
■>  na  de  inbeelding  en  het  hart  van  het  kint ; 
en  veroorfaecken  alfoo  niet  anders,  als  een- 
verftereking  van  defe  paflie  of  lijdentheyt 
•  in  hen  beyden,  dewelcke  tot  fulck  een  ge- 
u  welt  kan  gebraght  worden ,  dat  indien  de 
moeder  het  begeerde  niet  geniet,  defe  paf- 
fh  fie  de  ruinc  of  ondergangk  van  hen  beyden 
.  fou  konnen  komen  tc  veroorfaken  ,  ten 
,  minden  hun  gefondtheyt  feer  fchaden. 
.  Ondertuffchen  indien  eenigen  onver- 
i  wachten  flagh  of  ftoot  de  moeder  opee- 
nigh  deel  van  haer  lichaem  raeckt ,  wor- 
den terftondtde  geeften ,  dewelckeinde 
>.  harlTenen  zijn,  terftondtdoor  de  inbeel- 
ding derwaerts  gefonden,welckc geeften 
"  fich  met  fulck  een  gewelt  derwaerts  be- 
geven, als  de  pafsic  of  den  drift  gewcldigh 
15.    En  defe  geeften  dan  ,  door  defen  flagh 
of  ftoot  bewogen ,  en  alreedts  met  de  Ato- 
j  men  en  lichaemkens  vermengt  zijnde  van 
de  met  pafsie  aengemerekte  iaeck  ,  ley- 
..  den  die  met  fiehnahet  deel  dat  gcflagen 
of  geftooten  is,  gclijckoock  nadat  van 
het  kindt ,  mede  door  des  felfs  inbeelding 
-  heen,  het  welcke,als de tederfte  cn  fachtftc 
vanhuyt,denindruck  van  defefacck  ont- 
fangt ,  daer  de  moeder  van  bevrijdt  blijft. 
,  Zijnde  defen  flagh  of  ftoot,  alfoo  het  fel- 

P  S  vc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Aèn- 

hicic- 
Vclijck 
voor- 
beelt 
taeo 
kende 
de 

leiach- 
tige 
inbeel- 
ding 
det 
zwan- 
gere 
Vrou- 
wen* 


%a6  DORTSCHE 

vc  met  den  val  van  de  moerbefie.  Hf 
brengt  (om  u,  Heer  Polymy  thus,  op  uwen 
fwarten  bil  te  dienen)  een  fonderlm 
voor-beelt  voort  Een  Me-vrouw,daer 
Oom  over  ftondt ,  Dochter  van  den  Gr» 
van  Arondel,  getrouwtenfwanger  ziy 
de ,  quam  hem  dickmaels  tot  Londen  h 
foecken.  Defe  feer  fchoon  zijnde,  meend 
defe  gave,  door  een  deel  Mouchcs  of  fwaï 
te  pleyfterkcns,  die  fy  van  alderhand 
Aagh  op  baer  aengeficht  droegh ,  noch  t 
vermeerderen,  daerfy  foo  overvloedigh 
in  was,  dat  het  geheel  aengeficht  byniU 
daer  mede  bcdeckt  was.    Hv  op  een  tijdt  j 
met  haer  boertende ,  vraeghde  haer,  of  fy  t 
niet  vreefde  (nademael  fy  haer  gedachten* 
met  defe  pleyfterkens  foobefigh  hiel)  een  | 
kint  met  vlecken  voort  te  fullen  brengen  ?  i 
Sy  niet  konnende bedencken  wat  leed  defe' 
haer  kindt  konden  doen ,.  veroorfaeekte 
hem  de  kracht  van  de  inbeelding  haer  wat 
aaerder  uyt  te  leggen ,  oock  eenige  voor- 
beelden voort  te  brengen,  als  van  deMoo* 
fche  Koningin ,  die  een  blanck  kint  voort- 
braght,  door  het  geduurigh  aenfienvac^ 
eenMarien-beeld}  en  van  een  ander , die  eec J 
ruygh  kindt  baerde,  door  hetaenmero 
ken  vaneen  Schildery  van  Johannes  der 
Dooper,  met  fijn  kemels- hayren  rockj  ge- j 
lijck  hy  oock  verhael  deed,  van  de  natuur! 
iijeke  tegen-ftrijdt,  dewelcke  den  Ko^ 
ntngk  Jakob  van  een  blooten  degen  hadt  J 
thoewclhy  anderfins  kloeckhartigh  gd 
*  noegf* 


■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


C  A  D  I  A.  J47 
ïiroegh  was)  ter  oorfaeck  dat  fijn  moeder, 
ide  Koningin  MariaStuard,  van  hem  fwan- 
sr,  en  in  Schotlandt zijnde,  haren  gun- 
tclingk,den  Italiaen  David  Riccio,  in  haer 
i kamer,  en  als  voor  haer  voeten  iagh  om- 
->  brengen, het  welcke  fy  poogende  te  belet- 
*  ten ,  felf  eenige  kleene  ichrabben  en  won- 
{ dekens  kreegh ;  waer  door  haer  Soon  geen 
)  bloot  geweer  moght  fien,  jae  foodanigh 
leen  afkeer daer  van hadt ,  dat hy, lullende 
them  Digby  de  order  van  de  Ridderfchap 
.".geven  ,  in  de  plaets  van  hem  met  de  punt 
üvan  den  degen,  nadewijfe,  opdefchou- 
ider  te  raecken  (alibo  hy  lijn  hooft  een  an- 
i  deren  wegh  gekeert  hadt)  hem  daer  medo 
l  in  het  ooge  fou  geiteecken  hebben,  ten 
swaer  denHartogh  van  Buckingam, daer. 
by  rtaende,  het  eynde  van  het  geweer  met 
:de  hant  geleyt  hadt.  Aldus  braght  hy  haer 
tverfcheyde  voorbeelden  voort,en  beflooty 
i  dat  fy  ,  hebbende  defe  Mouches  alfoo  gc- 
Juurighlijck  voorde  oogen,  en  in  aen- 
3tnercking,  wanneer  fy  in  de  Spiegel  fagh, 
'Jieaen  haer  zijde  hing,  (het  geen  mif- 
rfchien  hondertmael  opeen  dagh  moght 
!»efchieden)  daer  door  te  krachrigen  in- 
jlruck  in  haer  inbeelding  macckcc,  waer. 
'loor  wel  fou  konnen  gebeuren, dat  het  kint 
iet  vle-.kcn  fou  mogen  ter  werelt  ko- 
of dat  al  dat  fwart ,  aldus  verdeelt 


2nen 


lijnde,  t'famen  komende,  een  groote 
3/leck  de  vrucht  moght  komen  in  tcdruc- 
«nj  en  gaf  haer  daer  op  te  bedencken,hoe 

jf    6  cier- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


,4.8  DORTSCHE 
cicrliklc  het  ftaen  fou ,  indien  fy  een  kint 
voortbraght  dat  een  fwartepleck  voorhetfl 
voorhooft  hadt  gelijck  een  goude  JacoJ 
bus.  Sy  daer  op:  eer  fulcks  gefchieden  ion 
wil  ick  liever  geen  Mouches  draegeiv too* 
lane  als  ick  fwanger  ben,  en  namfe  terftont 
al-te- famen  van  het  aengeficht.  Maer  die 
fwartepleck  voor  het  voorhooft ,  fpeelde 
haerfoo  geduurighlijck  in  de  gedachten 
( eeliick  fy  oock  die  gene,  die  haer  vraegh- 
de  r  waer  haer  Mouches  gebleven  waren 
daer  fy  de  finnelijckfte  van  het  geheel 
Hof  in  wasgeweeft,  geduurighlijck  b_ 
rechte ,  dat  haer  Oom,  die  fy  groot  gcloo 
eaf  ;  haer  hadt  gefeght ,  indien  fymee« 
llouches  droegh  terwijl  fy  fwanger  was  *| 
dat  fyeen  kindtfou  terwerelt  brengen  ti 
meteenfwarte  pleck  als  een  goude  Jaco^j 
bus  voor  het  voorhooft)  dat  fy  in  der  daet  i 
eenkint  (zijnde  anders  een  fchoone  Doch- 1 
ter)  met  foodanigen  pleck  en  van  defelvel 
«oote,  aisfyfich  geduurighlijck  Inge»! 
Beelt  had,  ter  werelt  braght. 
.      Hy  verhaelt  oock  noch  andere  voor- 
£ndC*  beelden:  van  de  vrouwe  tot  Carcaffone,  die  j 
foor,  van  een  kindt  of  Monfter  gelagh,dat  in  ge-  i 
bed-   aaente,  gebaer  ,  en  gefpnng  een  aep  ot 
ien.    jneerkat  gelijck  was,  om  dat  fy  ,geduuren- 
de  haerbefwan^rtheyt ,  veel  vermaecks 
in  fulck  een  gedierte  gefchept  hadt.Oock  | 
van  die  van  St.  Maixent,  die  door  net 
fterek  aenfien  van  een  kint  fondcr  armen, 
mede  fulck  een  baerde,  oock  van  een  an- 


ARCADIA.  3^ 

jjer  (hetgeen  het  alderwonderlijckfte  is) 
"  'lie  fiende  een  mifdadige  het  hooft  afflaen, 
iaer  fulck  een  fchrick  van  ontfing ,  dat  fy 
Jerftondt  den  arbeydt  opden  hals  kreegh 
ihoewel  eenige  weecken  voor  haren  ti'jdt) 
;n  een  kint  ter  werelt  braght,  het  welcke 
der  daet  het  hooft  van  het  lichaem  ge- 
fcheyden  hadt,  bloedende  beyde  dedeelen 
n  lukken  overvloet,  (behalven  het  geen 
•i  n  de  moeder  geftort  was)  als  of  eenigen 
•  joeul  het  kindt  foo  terftont  het  hooft  afge- 
L^flagen  hadt. 

Met  foodanige   bewijs- redenen  en 
«xroor -beelden  meent  hy  genoeghfaem  be- 
;TWefen  te  hebben  ,  dat  de  lichamen,  die  de 
ojAtomen  dewelcke  in  de  lucht  fijn  trec- 
iskcn ,  krachtiger  defe  aen  trecken,  die  van 
ühun  aert  en  natuure  zijn,  als  defe  die  Hete' 
>%rogeme  of  vreemde  zijn,  By  al  dit  voeght  vcr- 
(hy  noch  debefchrijving  van  de  Tarantu-  haelefi 
las,  in  ons  K.oningkrijck  van  Napels,  (het  g°&t" 
^welcke  ick , als  oock  den  Heer  Euftacchio ,  ^3„^c 
r met  de  waerheyt  kan  beveiligen:)  het  ve-  ^apcl- 
inijn  van  dit  gewormte,  klimt   van  de  fche 
iplaetsdaer  mengefteecken  is  na  de  herf-  Taian=* 
inlenen ,  en  voorts  na  het  hart,  verwecken-  lu^a* 
3  de  een  geweldige  begeerte  om  eenigh 
j  lieflij ck  gefpecl  tehooren.    Wanneer  de 
j  befmettc  nufoodanigh  een  gefangof  ee- 
j1  fpeel  hoort ,    het  wclckc  hem  behacght 
.  «begint  hy  terftondtte  danflen  fonderop-  Kracht 
t  houden ,  invoegen  hem  het  fweet  in  over-  Jï? 
.tfloet  langs  het  lichaem  afloopt,  door^# 

P  7  welclp 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


*r<*  DORTSCHE 
welck  fweeten.een  groot  gedeelte  van  het 
venijn  uyt-geademt  wordt :  bchalven  dat 
de  klanek  van  de  Mufijck,met  fijn  begeer-^ 
te  over- een-komende,  een  foodanigenbe 
wegingen  wercking,  onder|de luchtig' 
en  dampige  geeften,  die  in  de  harffenen  ei 
omtrent  het  hart,  en  door  het  geheel  hc 
haem  verlpreyt  xijn,verweckt ,  als  de  na- 
tuur en  vallen  of  Cadcncen  van  de  Mu- 
fijck  felve  is.  Gciijckmenfeght,datder 
fpeelder  Timotheus,  foodanige  pafsien  o 
bewegingen  in  Alexander  de  groote  ver*, 
wecktcals  hy  felf  wilde.    En  dat  door  de 
felve  redenen ,  waer  door  de  eene  luytj 
de  andere ,  die  met  hem  in  accoort ,  of 
een-toonigh ,  geftelt  is ,  doet  bewegen,  als 
voorheen  aengeroert  is.    Men  fiet  oock 
menighmael,  dat  de  klancken,zijnde  niet 
anders  als  een  beweging  van  de  lucht  ,1 
diergelijcke  beweging  in  het  water  maké. 
Macckt  uw  vinger  nat,  enlaetdiemet 
cendruckingrondtfomeen  glas  otRoo* 
mergaen,  en  ghyfult  een  beweging  daer 
in  fien ,  gclijck  of  het  water  danfte  op  het 
geluyt  dat  den  vinger  maeckt.  Men  heeft 
oock  wel  gefien  dat  de  klanck  van  het 
kiockc-gelpeel  in  ftille  wateren  eenige 
beweging  maeckt.   Want  lucht  en  water 
aen  malkander  vaft  zijnde,  laten  fich  den 
een  niet  fonder  den  ander  bewegen ;  en  de 
lel ve  roering  dewclckegefchiet  tuflehen 
het  water  en  de  lucht ,  gefchiet  oock  tuf- 
ïchen  de  be  wcegde  lucht ,  en  de  dampig* 

gce- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  9*t 
r>|geeften ,  dewelcke  in  het  lichaem  van  dele 
iijn  ,  die  de  fteeck  van  de  Tarantula  ont- 
angen  hebben ,  die  door  de  bewogen 
jJucht,  te  weten  door  de  khnck ,  mede  be- 
ogen worden,  en  dat  te  ftereker  ot" 
inder.nae  dat  de  klanck  meer  of  min- 
der, met  de  aerdten  temperament,  of 
vermenging,  van  den  gequetllen  over- 
een-komt.    Welcke  inwendige  bewe- 
ligingvan  defegeeften  en  dampen,  mede 
sielpt  tot  de  ontlading  van  het  venijn 
.tvandit  gewormte.    Gelijck  ftille  wate- 
♦téren,  of  de  lucht,  door  vermenging  van 
/fchadelijcke  hoedanigheden    aen  het 
'.verrotten,  door  beweging  ontlaft  en  ge- 
ifuyvert  worden.    Dit  is  oock  aen  te 
j;mercken,  dat  de  gelteeckenen,  wanneer 
^den  Winter  aenkomt,  geen  leedt  meer 
3  gevoelen  ,  maer  wanneer  de  tijdt  na- 
sdert,  op  de  welcke  fy  geftcecken  zijn, 
|  komt  haer  hetquact  weder  aen,  en  dan 
r  moeten  i'y  weder  danflen  als  van  te  voren  : 
i  om  dat  de  warmte  van  den  Somcrhetve- 
,ir»ijn  van  dit  gedierte  weder  verweckt, 
JVerfcherpt,  en  aen  het  bewegen  helpt, 
j  het  welcke  lich  door  fijn  Atomen  inde 
ducht  veripreyende,  de  tietfa  van  het  ovep- 
I  geblevene ,  in  die  voor  heen  daer  van  ge- 
<:fh-eckcn  is ,  mede  aen  het  fermenteren  en 
;iften  helpt,  waer  vaiule  dampen  na  de 
arflenen  van  den  gequetften  itijgende-, 
p  nieuw  def,  Ive  werekingen  veroor- 
,cckcn.  Hy  fcght  oock  dat  men  in  Enge- 

iandt » 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Van 

honde 

beten. 


Kct 

fevcn- 
de 

Prin- 
cipium 
ot 

gcont» 


Jf  *  ,     I>  O  R  T  S  C  H  E 
landt  i  daer  groote  en  boofe  honden  zijn  J 
yemantdie  iwaerlijck  daer  door  gebeten  1 
is ,  fal  foecken  te  dooden ,  al-hoe- wel  deal 
hondt  noch  niet  dul  is,  uyt  vreefe,  dat  den 
hondt  dul  wordende,  de  heffe  vandefe- 
ontftcecken  gal  van  den  hondt ,  de welck* 
noch  in  het  lichaem  van  dengequetften  d 
gebetenen  magh  gebleven  zijn,  deont 
fteeckene  en  rafende  geeften  van  den  fc 
ven  hondt  tot  fich  mogen  komen  te  tree 
ken,  en  dit,  feght  hy ,  wordt  niet  alleen  ii 
Engelandt,maeroock  in  Vranckrijckge- 
daen,gelijck  denVader  C£«wi,Provinciaeli 
van  de  Carmeliten,  in  fijn  Examen  dtfo 
TW^Mj^/^,getuyght.  Hyfpreeckt. 
oock  in  het  voorby  eaen  van  de  Neufen 
die  men  uyt  eens  anders  vleefch  maeckt : 
welcke  nieuw  geborene  Neufen  foo  haeft*» 
beginnen  teê  verrotten,  als  de  perfoon,  uytP 
dewelcke  fy  genomen  zijn ,  geftorven  is , 
gelijck  of  dit  kleen  ftuck  vleeich ,  dat  opjl 
eens  anders  aengeficht  ge-ent  is ,  noch  fijn 
leven  en  voedtfel  ontfing ,  van  de  oor-1 
fprongk  daer  het  van  genomen  is.  M aer  i 
dit  gaet  hy  voorby, als  een iaeck ,  dieniet* 
van  fijn  eygen ,  maer  eens  anders  onder-  ' 
vinding  is ,  hoe  wel  door  getuygenis  van 
verfcheyden  aenficnlijcke  Schrijvers  be- 

veftight.  I 
Eyndelijck  komt  hy  tot  fijn  fevende  i 
Principium,  of  gront }  dewelcke  hy  feghtl 
t'eenemael  de  poort,  dewelcke  dever-# 
hindering  geeft ,  om  tot  de  rechte  kennis! 

vatu 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  3n 

fan  defe  verborgentheyt  in  te  gaen,  te  ful- 
sn  nederwerpen.    Defe  is,  dat  de  oor- 
:prongk  van  defe  gecften ,  of  het  Iichaem 
.  .at  defelve  tot  lïch  trcckt,  oock  te  gelijck 
^nedeaenhaelt  en  treckt  het  geen  daer  aen 
raft  en  mede  vereenight  is ;  gelijck  als 
-nen  meteen  koorde,  dat  daer  aen  vaft  ge- 
;naeckt  is ,  tot  fich  haelt;  dit  gaet  hy  met 
ienigc  voorbeelden  bewijfen.    In  Enge- 
hndt,  ieghthy,  hebben  de  landt-lieden 
-cooreengebruyck,  dat  wanneer  het  ge- 
*  eurt ,  dat  de  melck ,  die  fy  hun  koeyen  won- 
•1  fgetrocken  hebben  (alfoofe  veel  van  die  derc 
*:>ijfe  leven)  over  het  vycr  hangende,  aen' 
"oortegroote  hitte  over,  en  in  het  vyer  flierc" 
t  ornt  te  loopen,  fy  terftondt  voor  alle  0pgdc 
bereken  een  handt  vol  zouts  op  de  kooien  melck» 
werpen  $  en  vraeght  hen  waerom  fy  fulex 
roen,  fy  fullen u tot  befcheyt geven  ,  op 
>atdekoey  geenquaet  aen  de  blaes  krij- 
ien ,  of  geen  bloet  piffen  fou ,  daerfe  dick- 
Maels  van  fterven.    Niet  dat  fulcks  haer 
teneerften  gebeuren  fou  ,  hoe  wel  het 
ftdaer  eenigh  hinder  door  lijdt,  maer 
dien  fulcks  dickmacl  gefchiet ,  fou  het 
eftten  laetftendaer  van  komen  tefter- 
Jl.    Men  fou  oordeelen  dat  hier  eenige 
y  geloovighcydt  of  toovery  mede  ge- 
nengt  was,  maer  de  ongetwijfeltheydt 
on  het  gevolgh ,  verfceekerr  (feght  hy) 
n  waerheydt.    Hy  geeft  defe  reden:  de 
Iielck, vallende  op  de  hcete  kooien ,  wort 
damp  verkeert,  dewelcke  fich  door  de 

lucht 


DOR.TSCHE 
lucht  vcrfpreyt  en  kleynft,  alwaer  die  h 
licht  en  de  ftralen  van  de  Son  ontmoet, 
defelve  noch  verder  vervoeren ,  en  alf< 
de  Sphtra  attivitatis,of  de  kring  vant 
weeghlijckheyt ,  vermeerderen  en  u 
breyden.   Nu  defe  damp  van  de  melc 
geenfins  enckel  of  alleen,  maer  verme 
met  Atomen  van  het  vyer,  het  welcke 
damp  van  defe  melck  verfelt.  De? 
S$h*raafti<vitatist  fichnu  ioo  yerde  uf 
brey dende,als  tot  daer  de  koeye  is ,  treek 
de  uyer ,  die  de  oorfprongk  van  de  mek 
is ,  defe  damp  na  fich ,  dewelcke  fich ,  b 
neffensde  Atomen  van  het  vyer, die  had 
verfellen ,  daer  vaft  fielt.    De  uyer  is  ei 
klierachtigh gedeelte,  enfeerteeder,  t 
bygevolgh  deontfteeckinge,  ofinftai» 
matiefeer  onderworpen,  dewelcke  doé 
defe  Atomen  van  het  vyer  ontfteeckec 
gêinflarameert ,  en  gefwollen  wort ,  wa< 
door  fy  ten  laetften  verhart ,  en  ulcereet 
Defcalfoo  ontfteecken  en  geulccreert,<r 
dicht  by  de  blaes  zij  nde ,  ontfteeckt  defe 
ve  oock  welcke  ontfteecking  de  Antfi 
tnofest  of  mondekensvandeaders,  diea! 
daer  eyndigen ,  opent ,  en  doet  alfoo'  hi 
bloedt  in  de  blaes  leecken,  het  weid 
dan  gelijck  als  de  pis  uy  tgeworpen  wo^ 
En  het  pifTen  van  bloedt  voor  de  koeyen*" 
een  ongeneefiijck  quaet.    Maer  waeroé- 
kan  het  zout.op  de  kolen  geworpen,  fulci 
«uaet  voorkomen  ?  om  dat  het  felve  etf  . 
aerdt  heeft,  dewelcke  met  die  van  h|< 

vyt 


m    ARCADIA.  ,rr 

-yerfeer  ftrijdigh  is ,  zijnde  het  een e heet 
~<n  vlugge,  en  hef  ander  kouten  geveft: 
•*i voegen,  wanneer  defe  twee  ftrijdighe- 
en  malkander  ontmoeten ,  het  zout  het 
*yer  ter  neder  fetof  precipiteert,  en  fijn 
"/ereking doodt.  Wanneer  de  brandt  in  het 
•  :oet  van  de  Schoorteen  komt,  heeft  men, 
!*!ygebreck  van  een  roer,  alleen  een  deel 
nout  op  het  vyer  te  werpen ,  en  de  brandt, 
leen  voedticl  meer  krijgende,  fal  terftont 
*j  ytgaen.  Alibo  precipiteert  oock  hier  het 
'out  defe  vyerige  Atomen  ,  dat  fe  niet 
:  onnen  opwaerts  klimmen  ,  en  indien  al 
•amige  door  groot  ge  welt  ontfnappen  , 
iefe  zijn  met  de  Atomen  van  het  zout 
ï3ergefelfchapt,  die  fich  daer  aen  hechten , 
ypgelijck  goede  worftelaers ,  huntegen- 
nrty  niet  verlaten,  voor  hy  daer  onderis : 
;nerom  is  het  dat  'er  geen  beter  balfem  is 
roorden  brant,  als  oprechten  SpirifusSals,  ™j! 

geeft  van  zout.    Hy  fpreeckt  oock  van  spiri- 
Jndervindingen  in  Engelandt  en  Vranck-  tus 
i.jck,  wanneer  deArtzen  demelck  van 
n  :n  Minne  beproeven,  dat  fy  de  fel  ve  oock 
nmwijlen  wel  op  het  vyer  fetten ,  om 
raer  geftalte  te  fien  ,  door  wdeke  proeve 
/fc Minne  grootepijn  en  brandt  aen  hacr 
•brft  en  tepel  moet  uy tftaen ,  en  het  fclve 
•!:nmael  geleden  hebbende,  wille  n  daer  na 
let  lijden  j  dat  men  hunne  melck  meer 
yt  hun  tegenwoordighey  t  brengt.  Maer 
;le andere  proeven,  van  fmaecken  ,  riec- 
cn ,  en  anderiïns,  laten  fy  foo  lange  toe 

ais- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


*c6        D  O  R  T  S  Cfl  E 
als  men  wil ,  uy  tgefey  dt  die  van  het  vy  c 
Hoort  noch  een  ander  werck  van  de  n- 
tuur :  Neemt  den«dreck  van  een  hont,  M 
mcnighmael  hy  defelvc  looft ,  en  werpt 
geduurigh  in  het  vyer ,  terftondt  fult  g>  1 
hem  een  weynigh  ontftelt  en  verhit  viM 
den,  maer  binnen weynightijdts fult f\ 
hemfien,  gelijck' of  hy  vol  vyersftac, ) 
hijgende,  en  de  tongelang  uytfteeckcï 
de,  gelijck  of  hy  een  grooten  wegh  geloH 
pen  hadt.  Dit  komt  hem  over,  om  dat  fii 
darmen  de  dampen  van  fijn  gebrand*! 
dreck  na  fich  treckcn ,  en  te  gelijck  i 
Atomen  van  het  vyer ,  waer  door  fy  t*$ 
nemael  ontfteecken  worden ,  foo  dat  djö 
hondt,  hebbende  iulck  een  geduurig 
brandt  en  koorts  in  het  lichaem,  en  gei 
voedtfel  konnende  nuttigen ,  ten  laetttf 
fterven  moet.    Het  felve  dat  de  hond* 
gebeurt  fou  oock  de  menfchen  gebeurej 
gelijck  hy  daer  veel  voor -beelden  van  va 
haelt,  die  ick,  om  geen  quaeden  reuck  ,| 
geenquaeden  voet  tot  quaet-doen  tegj 
ven ,  voorby  wil  gaen.   Een  voor-be^ 
brengt  hy  by,van  een  faek  die  in  Engelar 
fecr  gemeen  is ,  dat  Uw  E.  ooren  raiod 
veronluften  fal.   De  overvloedige  weyi 
inEngelandt  doet  de  beeften niet  fel 
over-vet  worden ,  welck  vet  fich  ten  Jt 
ften  in  fulcker  voegen  om  de  beenen  fe 
dat'ermenighmAel  onder  aende  voet 
van  de  beeften,  door  de  krachtige  t 
?  loey  ing,apoftumatien  en  etterige  geiV 


ARCADIA. 


Hf 


i  uyt  ontftaen ,  dewelcke  veel  etters  en 
:errotte  vuyligheydt  uytwerpen,  waer 
.  oor  de  beeften  qualijck  gaen  konnen  ,  < 
et  welck  de  boeren  verhindert  hen  te 
aarckt  te  konnen  brengen.  Om  dit  quact  vreem- 
.  .s  helpen,  mercken  fy  waer  het  beert,  de  ge- 
3o  haeft  als  het  des  morgens  opitaet ,  om  nc'inS 
2  gaen,  dequade  voet  het  aldereerfte  ne-  gc? 
"erfet,  en  defc  fode  ihijden  fy  uytde  fwellc 
rondt ,  en  fettenfe  op  een  plaets  daer  fy  acn  dc 
enoordc-wint  ontfangen  kan  ,  en  indien  J?ce* 
ie  wint  op  dit  ftuck  aerde  komt  te 
.  'aeyen,  fal  het  beeft  ongetwijfelt  binnen 
!ry  of  vierdagen  genefen  zijn;  daer  de 
>efteof  zuyd-wefte  windt  het  quact  ver- 
meerderen fou;Dit  fal  geen  toovery  fchij- 
ren,  wanneer  men  aenmerckt,  dat  door 
j  e  ruft  van  den  nacht  de  matery  of  etter 
ich  aen  het  gefwel  by  een  vergadert ,  en 
vanneer  het  beeft  des  morgens  eerft  be- 
i;int  te  gaen,  het  fclve  fijn  voet  op  de  acr- 
•  e  druckendc,  alfoo  een  goct  gedeelte  van 
|e  geieyde  etter  op  de  grondt  lact ,  en  defc 
©ode  daer  fich  dc  voet  opgedruckt  heeft , 
p  een  plaets,  daer  fy  dc  noordc  droogc  cn 
r.oudc  wint  kan  ontfangen,gcftelt  zijnde , 
lermengcn  fich  de  koude  en  droogc  Ato- 
*  aien  van  de  felve  wint  met  den  etter ,  en 
lefc  haer  geeften  door  dc  lucht  ver- 
■preyende ,  treckt  het  gculccrcerdc  been, 
is  oorfprongk  van  de  fclvc,dic  naiich,bc- 
Tieffens  de  Atomen  van  dc  koude  en  drop- 
je wint,  door  de  welckc  de  quael  genefen 

wort, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCHE 
wort ,  voor  foo  veel  dit  gebreck  geen 
der  genees-middel ,  als  ververfching 
verdrooging,  vereyfeht.   Maer  defe  fö 
een  warme  wint  ontfangende ,  toont  ftnjT 
dige  werekingen. 

Hier  mede  feght  hy  al  de  raderen  v 
Toe-  fijn  werck-tuygh  op»gemaeckt  te 

ben ,  maer  laet  ons  nu  eenmael  fien ,  of  fj 
de  aldus  gevoeght  en  gepaft  zijnde ,  hun 


of 

tron- 
en* 

Ma- 
nier* 


7  l»rin-  hoorlijcke  wereking  doen.  Aenmerc 
rijnen  dan  voor  eerft  de  handeling:  Men  nee 
dan  den  doeck , of  yets  anders  dat  met  bloe 
befprengt  is ,  en  fmijt  in  een  becken  m 
water  een  deel  geftooten  Vitriool  of  kój 
per-root ,  van  het  wekke  het  Roomfcl 
het  befte  is ,  het  welcke  gefmolten  zij 
om  ha  de  >  leght  men  den  bebloeden  doeck  dae 
poeder  in  ;  dit  overdagh  in  een  matige  warm 
te  ge-  van  de  Son  te  famen  (lellende,  en  de 
£  jjnyc"  nachts  in  een  hoeck  van  den  haert ,  o 
alfoo  altoos  de  gematightheyt  te  houden  i 
foogeichiet  het  dan  voor  eerft,  dat  de 
Sonne  en  haer  licht  de  geeft  en  van  hei 
bloedt ,  dat  op  den  doeck  is,  wijdt  en  zijd', 
verfpreydt,  gelitck  oock  de  matelijckc 
warmte  op  defefvc  wijle  daer  omtrent 
fijn  wereking  doet ;  (of  oock  anderiinsj 
foo  men  het  bloedt  met  het  ftof  of  poeden 
vermengt  inden  lack  draeght,  om  het 
felve  de  warmte  van  ons  lichaem  gemeen 
te  maekenj)  aldus  worden  de  Atomen  van 
defe  vermengde  dingen  uyt  gedreven  ,| 
uy tgefprcyt  en  gekleynft,  en  gaen  foo  wel 

ver 


ARCADIA: 

?rre  door  de  lucht,  om  alfoode  trecking 
m  de  Son  en  het  licht  te  helpen.  Ten 
'eeden,de  geeft  van  den  Vitriool  met  het 
loedt  vermengt  zijnde ,  kan  niet  minder 
Lsdefelve  loop  met  de  Atomen  van  het 
tloedt  nemen.  Te  n  derden,  het  gewonde 
;  sel  ademt  ondertufïchen  geduurighlijck 
rarme  en  vycrigegeeften  uyt,  die  als  een 
room  uyt  de  wonde  vloeyen,  waer  door 
ït  ontfteecken  deel  nootfakelijck  de  nae- 
■  (  e  lucht  tot  fich  treckt.    Ten  vierden 
O'eckt  defe  lucht  weer  andere ,  en  die  weêr 
ahdere,  en  foo  vervolgens,  en  maecken  al- 
s. x>als  een  ftroom  van  getrocken  lucht, 
iïchtnadewondetoe.  Ten  vijfden,  met 
ïfe  lucht,  foo  getrocken  zijnde ,  komen 
mdelijck  mede  de  Atomen  van  het  bloet 
den  Vitriool,  dewelcke  inde  lucht  ge- 
steven waren ,  door  de  trecking  die  het 
:ht  of  de  Sonne  maeckt :  oock  (elf  magh 
;t  wel  zijn ,  dat  van  het  begin  de  Sph*re 
j-fronte  van  defe  Atomen  deiewegh  uyt- 
•sliegen  ,  fonder  de  trecking  van  de  lucht 
}f  de  Son  van  nooden  te  hebben.  Ten 
kiften,  dele  Atomen  van  het  bloedt,  vin- 
rende  hunnen  oorfprongk  , voegen  fich 
icrbegeerighlijck  na  toe,  en  komen  fich 
tfoo  weder  te  veften  in  hun  eygen  na- 
uurlijcke  plaets,  elfter  de  andere  lucht 
naerof  en  acngaet,  en  foo  licht  wederom 
;  rertreckt,  als  fy  komt ,  gelijckfe  door  een 
\lchoorfteen  weder  uytgact ,  foo  haeft  fy  in 
.  t*n  kamer  komt.  Ten  levenden ,  de  Ato- 
men 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Z6*  DORTSCHE 

men  van  het  bloet ,  zijnde  met  die  van 
Vitriool  vermengt ,  treckerrmet  malk 
der  na  een  en  dc  felve  plaets,  in  de  fibs, 
en  monden  van  de  aderen  des  gewonden 
verftereken,  en  ten  laetften  heelenalloo  <3 
quetfure. 

Om  nu  te  weten  waer  defe  genefini 
uy  t  ontftaet ,  moet  men  den  aerdt  en 
ture  van  den  Vitriool  wel  aenmerek 
Defe  beftaet  uyt  twee  deelen,  hete 
vlugge ,  en  het  ander  fix  of  vaft  ftaende 
het  vaft  ftaende  ishaer  zout,  het  welck 
fcherp  en  bijtende,  en  een  ighfins  cauftijclï 
of  warmende  is.    Het  vlugge  is  pijri 
ft il lende,  foet,baliemachtigh en t'foraei* 
treckende  ,  en  daerom  is  het  dat  men  fic  i 
van  defe  drooge  dient,  alseentreffelijci 
middel, om  in  oogenwaters  tegebruyeker 
tegen  alleontfteeckingen  der  oogen,  c 
op  eenigh  gedeelte  dat  velloos  is ,  oock  hm 
de  befte  plaefters  ,  om  bloet  te  ftillen ,  e 
vleefch  te  maecken  :  maerdefe  die  de: 
Kracht  foeten  oly  van  Vitriool  weten  tcmaeckefT 


van  dé  weten  dat  'er  in  de  gantfche  nature  geenaL 
oleum  balfemis,  dieby  defenoly  te  pas  komt» 
Vitrio-  nademael  fy  binnen  korten  tijdt  alderifc 
li»      hande  wonden  genefen  kan.    Dit  vlugg<  i 
gedeelte  van  den  Vitriool  aldus  door  dit' 
Son  (den  grooten  diftillateur  van  de  natu  1 
re)  opgetrocken  ,  en  door  de  lucht  ver* 
fprey  t ,  en  door  het  gequetfte  deel  op  deril 
wagen  van  het  vermengde  bloedt  tot  fichff 
getrocken,  en  met  het  levende  bloet  M 

vocM 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  M| 

tochtigheden  en  geeften  vermengt  zijn- 
1c,  kan  men  anders  geen  werekinp-  vm 
Itt  vlugge  gedeelte  van  den  Vitriool,  als 
vluyting  vm  aderen,  blocdtftcmping ,  en 
paefing  van  de  wonde ,  binnen  korten 
ijdt,  verwachten. 

Men  pl.1gh  in  het  eerde  allecnigh  ge- 
neenen  Vitriool ,  i'ulckeals  de  Drogiften  0«l«- 
'erkoopen.te  nemen,  ionder  eenige  bercy-  ! 
,üng  of  toemaecking,(fmeItende  die  mftS" 
.onteyn-  ot  beter  Regen- water,  totdat  .re- 
nen blanck  yfer,  of  een  mes  dacrin  ge-  bruyk 
Jtoocken  en  natgemaeckt>kooperacht5rh  van 
ivardt)  endaer  het  bebloede  linnen  inte  ï-  j" 
Jeeckcn  indienden  doeck  en  het  Woedt  ' 
droogh  is ,  maer  indien  het  noch  nat  Van 
jiet  bloedt  is ,  behoeft  men  daer  allecnigh. 
net  poeder  op  te  ftrooyen  ,  in  fulcker  voc- 
;en,dat  den  Vitriool, met  het  bloedt  door- 
rocken  zijnde,  in  een  doofken  indefack 
i:an  gedragen  worden.  En  hoemcermacls 
net  lclve  wordt  vervaten  vernieuwt ,  hoe 
üeter  het  voor  de  wonde  is.    Doch  men 
«ft  naderhant  denRoomlchcn  Vitriool 
fcomen  ,  en  deiclve  wit  in  de  Sonne  ge- 
Jcineert  :  ennaderhandt  eenige  andere 
jroogendaer  by-gevoeght  (want:  fitfib 
mwventis  addere,  by  gevonden  dingen  is 
khtelijckyctstoetedoen)  om  dewon- 
'  fen  te  beter  te  doen  toe  loopen:  maer  men 
aoet  de  konfl:  niet  al  te  gemeen  maccken, 
•neen  wcynigh  vooriich  lelven  behou- 


CL 


De 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


,6a  DORTSCHE 

De  wercking  van  dit  wonder  kan  oock 
vrcl  verhindert  worden :  als  wanneer  men 
hetbecken  metdendoeckineendoneke- 
re  kelder  fet,  daereeen  licht  toekom** 
kan  ,  of  als  ghy  het  fel  ve  met  eenige  wo|  j 
achtiee  en  intreckende  dingen  bedeckfii 
éiedc  Atomen  vanhet  vermengde  inj 
drincken,  of  als  ghy  het  Vit  riool- wat# 
laet  bevriefen  ,  wanneer  den  gequetfteri 
terltondteen  groote  koude  aen  de  won*! 
gevoelen  fal;  macr  wanneer  het  gehee  ; 
Sijf  tot  ysbevrofen  is,  fclhy  nochgoetf, 
noch  quaet  daer  van  gevoelen.  *J 
Deïelvc  wercking  kan  men  oock  doe* 
att-rie  en  te  weeë  brengen ,  met  hetfwaert ,  mesii 

wecc  heeft ;  indien  het  yfer  niet  tegen  het  vyc 
«**    geweeft  ,  en  te  heet  gemaeckt  is ,  wad  ft 
door  al  de  geeften  van  het  bloedt  foude. 
komen  te  vervliegen,  ^-hoe-wel  gee 
bloedt  daer  aen  is,  om  dat  de  dunne  geette 
van  het  bloedt  felf  in  het  yfer  trecken,  fc| 
verre  al»  het  in  hetlichaem  geweelt  is 
nemende  daer  hun  verblijf,  fonder  ande- 
als  door  het  vyer  daer  uyt  gejaeght  te  kot 
nen  worden.  Tot  bewijs  van  het  welckc 
hebt ghy  maerhet  lemmer  over  een  te 
Levcn"  met  vyer  te  houden,  cn  ghy  lult  aen  « 
iT'  bovenfte  zijde  terftondt  een  kleyne  voc 
* ngë  tigheytfien,  gelijck  als  men  opeenfp, 
inh?t     *\  fiet,  wanneer  men  daerop  geaderl 
ftacl.   |eefr>    En  indien  ghy  die  warifem  nol 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADI  A. 


atdefen  daudergceften  in  kicyne  belle- 


iskensof  blaefk 


wanneer 


beiUct. 

eenmael  uytgewaeflei 
een  andere  daer  uyt  krijgen ,  ten  ware 
iet  geweer  op  nieuw  in  ccnigh  levend 
ichaem  gefteecken  wiert.  Welckclubtile 
ifdunaerdige  indringing  der  geeften,  al 
-c  voorgeroerde  principien  of  grondt- 
%  regelen  te  krachtiger  beveftight,  en  het 
iïgelieele  werek  te  meerder  vericeckertheyt 
isgeeft.    Indien  de  menighvuldige  onder- 
iivindingen,en  hetgeen  gy  lieden  my  hebt 
fiendoen,  udewaerheydt  nietgenoegh» 
aembekrachtight. 
Dit  is  nu  ,  m ijn  Heer  Periander,  en  ghy 
irandere  Heeren  en  Jongkvrouwen  ,  "het 
i^een  icku  lieden  omtrent  dit  Pondre  de 
xSympathie  ,  gelij  ck  het  Digby  in  het  Fran- 
•  ijoys  noemt,anders  Poeder  ot'  ftof  van  me- 
•idelijdenthcyt,  ofmede-werekingte  feg- 
tgen  hebbe. 

Periander  hielt  fich  feer  vergenoeght 
bverdèfe grondige  verklaring  ,  Cfl  beloof- 
de daer  te  fijner  tijdt  meer  proeven  af  te 
siem  en ,  maerde  andere  jonge  lieden  (be- 
*balven  Lyfander,  die  een  groote  liefde  tot 
ie  Philofophy  of  wijfkundigheyt,  en 
roornamentlijcktotdenatuerlijcke  hadt) 
nadden  het  ten  dcelcn  niet  beiefr,  ten  dee- 
.lenniet  gehoort,  enalfoo  in  het  geheel 
«liet  verftaen:  alleenlijck  (en  voornament- 
•ijck  delongkvrouwen)  met  onlijdf  cm- 
jicy t  het  eyndc  van  defe  redenen  verwach- 

Q  z  ten- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


*64  UORTSCHE 
tende  ,  om  het  afgebroken  verhael  van 
Colonnen  en  Caraffcn  weder  op  het  tapij 
cebraght  te  fien :  dewelckeoock,too  nael 
Ivmbrofio  hier  mede  gedaen  had ,  met  na 
lieten  hem  over  fijnbeloften  te  manen 
die  (niet  tegenftaende  Penander ,  uyt  be 
leefthcyt ,  ter  oorfaeck  van  de  grooti 
moeytc  die  hy  nam,  verfocht,  den  goeder 
niette  veelte  vergen)  hen  beloofde  ter 
ftontte  voldoen:  gelijck  hy  oock,  na  da 
hy  een  korte  paufe  of  tuflchen-poole  ge 
maeckt.  en  een  glaefken Rijnfchen .b\w 
kert,  tot  ververfching  en  verquickii 
van  fijn  mondt,  gedroncken  hadt ,  het  b< 
geerigegefelfchap  opdefewijfe  beftond| 
te  voldoen. 

Vervolgh  van  de  Colonnen  en  Ca- 
raffen. 

Mare  Antonio  fich  een  wijl  totBarcelc 
nabedeckt  gehouden  hebbende,  nam  eyn* 
deliick  de  vrymoedigheyt  wederom  voof 
den  daeh  te  komen ,  te  meer,  dewnl  delf 
laetfte  ontmoeting  bekent  wiert  totlafi 
van  de  befpringers  geduyt  te  worden ,  r* 
halven  dat  oock  hy,  als  verweerder,  r 
eekent ,  en  dcrhalven  geen  onderioc 
meer  gedaen  wierdt.    De  Caraffcn  ver-i 
volenden  hem  oock  foo  hevigh  met  tneel 
als  te  vooren,  het  welcke  hem  alles  m 
meerder  verfceckertheyt  gaf.    Beh alveè 
dat  hy  by  geluck  weder  ia  gefclfchap^aa 


mm 

m 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  3<5f 

>on  Jan  deSalcedo  (naderhandt  voor  Don 
[anvan  Ooftenrijck  bekent)  geraeckte  , 
lie  door  het  gefagh  ,  het  welcke  fijn  ge- 
■neende  Vader,  Don  Louis  deQuilciada, 
iin  die  geweften  hadt,  hem  een  goetbe- 
fchut  tegen  fijn  vyanden  was.   Met  defen 
:gcraeckte  hy  daer  na  weder  in  een  hart  ge- 
:vecht  tegen  eencn  Don  Garcias  en  lijn 
■Broeder  Don  George  ,  die  met  eenige  an- 
:dere  lïdelen  en  gemeene  krijgs-lieden ,  op 
(Don  Gafieran,  hen  beyden,en  Don  Cclio  , 
iinwelckers  gefelfchapfy  fich  als  doebe- 
'  vonden ,  foo  als  fy  van  het  landt  quamen  , 
hadden  toegeleght ,  het  geen  foo  Hecht 
piet  toegingk,or kollen  eenige  van  weder^ 
zijden  het  leven,  daer  Don  Jan  en  Mare 
Antonio  wel  toonden ,  dat  fy  mannen  van 
wapenen  waren,  hoe  wel  het  flecht met 
hen  fou  afgeloopefi  hebben ,  door  de  me- 
nighteder  befpringers,  die  Mare  Antonio 
alreedts  feer  gequetft  hadden,  ten  waer 
den  Hartogh  de  Medina  Cely ,  treckende 
met  een  groot  gcvolgh  na  Barcelona ,  om 
aldaer  het  belit  als  Onder-koningk  van 
dat  rijck  te  nemen  ,  het  gevecht  gefchty- 
den,  en  Don  lan,  beneffens  Mare  Antonio , 
met  fich  inde  burght  van  Barcelona,  als 
tot  hun  bevrijding,  genomen  hadt.  Maer 
defe  bevonden  lieh  wel  verbaeft  ,  wanneer 
fy  na  eenige  dagen  vermerekten  ,  door  de 
iorge  die  men  tot  hun  bewaring  (lelde, 
dat  fy  gevangens  v.m  ftaet  waren.    In  dele 
geftalte  een  wijl  tijdts,  niet  ibndcr  groots 

0. 3  qjjei- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


?<56*  DORTSCHE 
quelling  en  ongeruftighey  t ,  geweeft  zijn- 
de ,  hoorden  ty  op  feeck eren  dag h  een igh 
gerucht  van  krijghs-volck ,  als  oock  van 
een  Karos,  op  de  plaets  van  het  Slot,  en 
terwijl  fy  in  twijfel  waren  wat  fucks  be-  I 
duyden  moght,  lagen  fy  den  Hopman  Ser- 
bellon  ,  die  Don  Ian  voor  heen  gekent 
hadt,  in  hun  kamer  komen.  Don  Ian  hem 
fiende,  gingk  hem  omhelfen ,  en  defehen 
beyde  wederom  fijn  eerbiedigheydt  bewe- 
fen  hebbende ,  fcyde  ten  laetften  ,  dat  he 
hem  feer  verdroot ,  dat  hy  hem  den  bren- 
ger en  bedien aer  van  een  moey  elijeke  laft 
moft  zijn,  alfoo  hy  van  Madrid  quam,met 
uytdruckelijcke  laft  van  fijn  Majefteyt, 
om  fich  van  fijn  perfoon  te  verfeeckeren  » 
volgens  welck  bevel  hy  fijn  gevangen 
moft  zijn,  zijnde  hem  opgeleght  reecken- 
fchap  van  fijn  perfoon  te  geven.  Don  Ian 
en  Mare  Antonio  wierden  hier  over  fcer 
verbaeft,  toonende  deneerftcn  door  fijn 
ftilfwijgentheyt  fwaerlijck  fulex  tekon- 
nen  geloovenj  waerover  henSerbellon 
fijn  bevel-brief  voor  las,  dewelckc  inhielt, 
dat  om  ecnige  gewichtige  redenen  van 
ftaet  Don  Ian  de  Salcedo ,  en  Mare  Anto- 
nio van  Napels  na  Madrid  fouden  gc- 
braght  worden,  met  fulck  een  geleyde,  als 
Serbellon  nbodigh  fou  achten ,  die  met 
lijn  hooft  defe  gevangenen  van  ftaet  fou 
hébben  te  verantwoorden.  Hoe,antwoor- 
de  Mare  Antonio, foo ben  ickdan  mede 
een  gevangen  ?  In  trouwen  ja»  antwoorde 


ARCADIA.  36*7 

iSerbellon ,  indien  ghy  anders  Mare  Anto- 
:iniozijt,  Neef  van  Mare  Antonio  Colon- 
tna,  die  hier  gevlucht  zijt  over  een  faeck 
j  tot  Napels  voorgevallen ,  als  mede  een  an- 
derdie  hieronlangs  tuflehenuen  eenige 
j  Edel-liedcn  gebeurt  is.  Ick  fal  daer  goede 
edenaen  lijn  Majefteyt  van  geven  ,  ant- 
woorde  den  Napolitaen,  behoudens  dat 
fijnMajefteyt  niet  te  vcoren  ingenomen 
zy  ,  voor  lbo  veel  de  faeck  van  Napcis  bc- 
I  langt;  en  wat  dele  laetfte  aengaet ,  ick  ge- 
loove  dat  den  Hartogh  de  Medina  Cely 
I  des  wegen  niet  fou  wcygerenmijn  borgc 
t  te  zijn,  aifoo  der  van  de  zijde  van  Don  Ian 
I  en  mijn  niet  als  allebillijckhcyt  gcplccght 
;  is.  Hetisoock  op  het  aenfehnjven  van 
I  den  Hartogh.antwoorde  Serbellon,  dat  den 
I  Koningk  my  hier  gcfonden  heeft,  hy 
i  heeft  oock  doen  weten  dat  ghy  gequetft 
waert,  en  dat  men  fijn  Karofle  Sou  ge- 
■  bruyeken,  om  u  lieden  te  voeren ,  opdat 

*  ghy  mooght  fien  wat  forge  voor  u  perlbon 
en  leven  gedragen  wort ;  ick  hebbe  oock 

*  een  van  de  befteHeel-meefters  van  Madrid 
met  my  gebraght ,  die  u  niet  verlaten  fal. 
Met  dele  en  andere  woorden  braghten  Cf 
noch  een  deel  van  den  avondt  door,  en  be- 

I  gaven  fich  eyndelijck  te  ruft,  hoe  wel  met 
I  eenige  ongcrultheydt  vandetweegevan- 
S  genen.  Des  morgens  deed  hen  SetDellon 
I  aenfe^gen, dat  alles  rot  hun  reyle  v.ierdigh 
i  was.  Sy  begaven  itch  d  in  beneffens  hem. 
indeKaroflo,  en  reden  lbo  het  ilotuyt, 

0^4  zijnde 


563  DORTSCHE 

zijnde  rondtfom  wel  met  krijghs-liedem 
bewaert.  De  heymelijckheydt  van  hua 
vertreck  was  foodanigh  ,  dat  fy  wel  rfil 
rpijlenvan  Barcelona  waren, eer  yemandt1! 
van  dat  vervoeren  wift.  Spreeckende  on* 
dertuiTchen  van  hun  faeck,  feyde  Ser- 
bellon ,  onder  anderen ,  dat  hy  niet  ge» 
Joofde  dat  hun  verblijf  langtot Madrid 
fou  zijn  i  En  wat  gevoelt  ghy ,  vraeghdes 
hemDonlan,  van  deoorfaeck  van  mijl* 
gevangkenis  ?  Ick  weet  voorwaer  niet,', 
ant  woorde  Serbellon,ten  ware  dat  ghy  u  itt 
de  beroerte  van  Granade  foudt  mogen  in* 
gewickelt  hebben,  en  een  medeftander 
zij  n  van  Ferdinand  Valore  de  Cordouë,  die 
fich  eyndelijck  tegen  den  Koningkvei 
klaert  heeft.  Don  Ian  verklaérde  ernftigh 
lijck,noyt  tot  Granade  ge  weeft  te  zijn ,  en 
dathy  volkomentlijck  onwetende  van  de 
faeck  was ;  en  ick  ben  verfeeckert  ,  ver* 
volghde  hy,  dat  ghy  wel  verwondert  fult 
zijn,  alswy  tot  Madrid  lullen  gekomen 
zijn,dat  men  my  of  voor  een  ander  neemt, 
of valfchelijck  befchuldight  heeft.  Maer 
wy  fullen  dat  daer  laten,  en  wachten  op  de 
uytkomft }  doch  dewijl  ick  u  in  het  Hof 
gelaten  heb.ten  tijden  van  het  fteeck-fpel, 
het  geen  tufTc hen  den  Hartogh  van  Alba 
en  fijn  medc-ftanders  tegen  den  Graef  van 
Egmontende  fijne, gehouden  wierdt,  en 
op  mijn  verblijf  aldaer  merckelijcke  on- 
luften  tuiTchen  defe  twee  Grooten  ge- 
merekt  wierden  »  verfoeck  ick  u  my  yets 

van. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  3*9 

.anhct  gevolgh  mede  te  decten ,  alfoo 
ghy  weet  dat  ick  fchierlijck  vertrecken 
j  molt ,  lor. der  hetcynde  van  dien  toeftel  te 
. '  fien.  Serbellon  was  hem  hiergaerne  in  tc 
'  wil,  en  begoft aldus.  Den  heerlijckcn  toe- 
'  ftel,  diemenopdcsKeylersaenkomfttot 
Toledo  maeckte,  cyndighde  in  dit  fteeck- 
fpel ,  dacr  fich  de  Grootltcn  des  Rijcks  in 
vermengden.  De  orderc  was  foodanigh  . 
Den  eertten  dagh  foudenden  Hartog  van 
Alba,  en  den  Graef  van  Egmont  ,"yder 
twaelf  Ridders  onder  fich  hebben,  om  den 
ringk  te  fteecken,  om  een  prijs  die  den 
Keyicr  opgeltelt  hadt ;  en  indien  hetby 
geval  gebeurde ,  dat  'er  twee  even  wel  ge- 
lóopen  hadden ,  dat  twee  of  dry  landen  , 
iieie  met  malkander  breecken  fouden,  het 
gefchil  fouden  fleehten.    Defc  twaelf 
Ridders  wierden  wederzi  jts  genoemt ,  en 
buyten  defc  vermoght  niemandt  in  het 
parek  te  verfchijnen.    Defe  loop  wierdt 
alleen  aengelklt,  om  te  fien  wie  van  bey- 
Jen  ,  of  de  Spangiaertsof  de  vreemdelin- 
gen fich  beter  op  defe  oeflening  verllon- 
ien.    Virelli,  die  noodtfaeckclijck  een 
panden  hoop  molt  zijn  ,  badt  den  Graef 


oen  ,  het  welcke  men  twee  of  dry  dagen 
laer  aen  fou  doen ,  ter  eeren ,  en  tot  voor- 
tant  van  de  fchoonheyt  van  de  Princefle 
run  Bo  hemen, en  vandie  dewelckcin  haer 


"V 


Ü^RTSCHË 

3e  ordcre  is.    Den  Hartogh  van  Aibi  ei* 

Lamoral  fouden  rechters  van  de  baen< 

zijn.  den  Keyfer,  de  Princefle,  enaldaj 

oude  Hcercn,  beneffens  de  Vrouwen  fou-\ 

den  op  fchoone  fchou-toneelen ,  heerlijcl^ 

toegemaeckt  het  fteeck  fpelaen  fien.  Do  * 

Ferdimnd  de  Mendoce  fou  den  verwee 

der  voor  diendagh  zijn,  onderftutdo 

twaelf  van  debraeffte  en  dapperfte  RidV$ 

dersvanSpangien.  Hymoftftaende  hou* 

den  ,  dat  t<e  Princefle  van  Bohème  de  vol* 

raaeckfte  Princefle  van  geheel  Europa! 

was,  gelijck  ydcr  van  de  twaelve  dd 

fchoonheydt  van  een  van  haer  gevolgd 

moft  ftaende  houden ,  tegen  al  die  gene  , 

dewelcke  fouden  willen  beweeren,  daf 

haer  Meeftreflenfchoonder  waren.  Ick  f 

alleenigh  feggendat  het  mijn  lot  was  d 

fchoonfte  voor  te  ftaen ,  zijnde  de  Princef 

fe  Plombergcgelijck  Quitciada  uw  Vade 

die  van  Ulloa.    Nu  al  -hoe-wel  de  bae 

voor  een  ydcr  open  was,  geloofde  me 

evenwel  niet  dat  yemandt  fich  tege 

Mendoce.den  Ridder  van  de  Princefle,fo 

willen  verletten ,  die  den  prijs  aen  de 

overwinnaer  fou  hebben  te  geven.  He 

was  alleen  aen  den  overwonnen  toegela 

ten,  een  ander  te  mogen  beroepen,  en  defi 

nieuw  gekomene  moft  op  het  inkome 

den  naem  van  fijn  Meeftrefle  in  gefchrifi 

overgeven ,  die  den  herault  dan  overluyd 

las,  en  daer  op  de  trompetten  blafende 

moft  den  nieuw  gekomen  heen  gaen ,  e 

—  -  al 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


tri 


-  :;É*lleen  met  het  punt  van  fijn  Lancie  het 

•  ..'fefchilt  van  fijn  tegenparty  aenraecken. 
^t'iaDes  morgens  begat  ick  my  by  tijdts  by 

>sdenHartogh  van  Alba  ,  want  al-hoe-wel 
•  •■:  Mek  niet  van  de  twaelvcn  was,  die  den 

•  '^Keyfer  genoemt  hadt,  konde  ick  tvenvrel, 

zils  bevel-hebber  van  het  heyr,en  Span- 
:  si  'iaert  van  geboorte,  niet  na  laten  hem  tot 
leplaets  van  het  iteeckfpel  te  vergefel- 
chappen.  Gelijck  Vitelli  om  de  iclve  re- 
ien en  inficht,  als  vreemdelingk  en  Ita- 
iacn ,  aen  den  Graef  van  Egmcnt  deedt; 
iie  al  fijn  vrienden    dacr    toe  ver- 
fochthadt,  die  dien  dagh  het  genoegen 
'ladt,  een  lchoonder  troep  by  hem  teheb- 
>en ,  als  den  Hartogh  van  Alba.    Ick  lal  u 
liet  mocyelijck  vallen  ,  met  het  verhalen 
ran  de  omlhndigheden  van  het  fteeck- 
pel ,  die  volgens  gewoonte  waren ,  en  u 
lictonbekent  konnenaijn  jcen  alkenigh, 
Ü  ick  niet  vergeten ,  dat  is ,  dat  den  Har- 
ogh  van  Alba,  rijdende  voor  aen  lijn 
.rot  p ,  en  ons  allen  die  hem  vergelelfchap- 
!*cn  ,  als  oock  voorby  de  lchouw-placts  van 
ade  Princefle,  hy  fieh  daer  ftil  hielt ,  om 
*met  haer  te  fpreecken.  Mendoce,  die  hem 
ivolghdc,  deedt  het  ielvc ,  maeromdat 
•jdcle  laetlle  eenige  dingen  tegens  hier  ley- 
ide  ,  die  hy  niet  t»aernc  wilde  ge  hoort  heb- 
4>en,hielt  Ik  h  den  Hartogh5als  had  hy  ver- 
beten eenigen  lall  aen  een  van  de  bevel- 
hebbers van  het  parek  te  ge  vê,  en  rijdt  lbo 
.  *na  hem  toe,   Ondertuftchen  den  Graef 

Q  6  van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


271  nORTSCHE 
van  Egmont,  hebbende  fijn  troep  verla- 
ten, quatn  dicht  genoegh  by  de  ielve 
plaets,  om  op  eenige  dingen,  dieSabina^ 
van  Beyeren  hem  hadt  doen  vraegen ,  tel 
antwoordemgelijk  hy  haer  feer  beminde 
en  van  haer  niet  gehaet  wierdt.  Den  Har 
togh  van  Alba,  die  haer  oock  beminde,  e- 
die  wat  ftraf  en  onbefuyft  van  aert  is ,  har 
wel  mogen  laten  te  feggen  tegen  Lam 
ral  d'Egmont,  op  een  ftraffa  wijle,  dat 
hy  de  ordere,  van  het  fteeckfpel  brack- 
eaendeuytfijnplaets  en  gefelfchap ,  o 
y  ets  te  komen  leggen,  dat  miflchien  lc 
veel  weghs  en  moey tens  niet  waert  was 
Lamoral ,  die  mede  veerdigh  in  de  mont 
en  boertigh  genoegh  was ,  antwoorde  dea 
Hartogh  yets,  hetwelcke  hem  niet  wel 
in  de  ooren  klonck  :  en  Sabina ,  dewelcke 
lich  felvende  oorfaeck  vandefe  onluft 
bekende  te  zijn ,  badt  den  Hartogh  haer  te 
willen  verfchoonen ,  en  den  Graef  weder 
by  fijn  troepte  keeren  ,  het  welcke  den 
Graef  deedt,  feggende  evenwel  overluyt  i 
Me-vreuw,  wanneer  'uk  flus vjat meer  roenü 
fcl  verkregen  hebben ,  als  'uk  nu  hebbe  ,  fal  nie^ 
'mint  het  recht  hebben,  my  van  u  te  drijven,  M 
ohy  felf.  En ,  fonder  antwoort  te  vfcrwach^ 
ten,  geeft  fijn  paert  de  fporen ,  en  terftont1 
daer  aen  nam  het  fteeckfpel  fijn  begin , 
daer  den  Hartogh  fijn  ouden  roem  ,  de- 
welcke hy  in  Spangien  hadt ,  van  m  defe 
oeffeninguytte  munten,  fou  behouden 
hebUn ,  ten  waer  den  Graef  van  Egmont 

hem 


■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  37* 

I  hem  die  eer  in  twijfel  getrocken  had,  heb- 
i  bende  clck  van  hen  den  ringk  drymacl 
I  afgelteecken.  Als  doe  ontflont'cr  van  bey- 
de  zijden  een  geweldigh  geroep,  elck 
fijn  hooftman  prij  ftndc ,  wanneer ,  na  de 
voorwacrden.elck  een  Lancieen  een  Schilt 
nam  ,  om  tegen  malkander  te  rteecken. 
Den  Hartogh,  die  feer  gemoeyt  was ,  om 
dat  Lamoral  foo  veel  eer  hadt,  en,  gelijck 
ghy  weet,  boven  dat  een  hooghmoedigh 
man  is,  wildeniet  vergeten,  het  geen  hem 
de  overwinning  kon  doen  verkrijgen* 
Hy  deedt  een  kloeck  vers  paert  brengen  , 
alfoo  het  iljnehem  nu  alreedts  een  wey- 
nigh  vermoeyt  fcheen  te  zijn.  Den  Graef 
van  Egmont  was  foo  omiïchtigh  niet ,  en 
kennende  het  fijne  voor  een  van  de  beften, 
vilde  dat  niet  vcrwifi'den.   Hy  ontmoete 
den  Hartogh  in  het  midden  van  fijn  loop , 
enbrack  fijn  Lancieop  hetfehilt  van  fijn* 
•>  tegenilandcr ,  fonderde  felve  het  minire 
•itc  hebben  doen  bewegen.    Den  Hartogh 
;  gekickte  het  beter ,  want  hebbende  al  fijn 
krachten  ingefpannen,  brack  de  fijnetot 
4  aenhet  handtgeveft  ,  maergaf  hem  in  het 
\  voor  by  rijden  fulck  een  hort ,  dat  hy  hem 
een  van  fijn  fiedel -reepen  deedt  verliefen  , 
cn  feer  deedt  waggelen ,  om  dat  het  paert 
I  van  den  Graef,  alreedts  vermoeyt  zijnde , 
i  het  groot  gewei t  van  dat  van  den  Hartogh 
;  niet  konde  wederftaen .    Sy  quamen  we- 
der na  de  fel  ve  plaets ,  van  waer  i'y  uytgc- 
reden  waren ,  om  de  tweede  loop  te  be- 

Qjl  gtn- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


+u  DORTSCHE 

ginnen,  alwacr den Graef ,  volgendeden 
Raedt  van  den  Graef  van  Hoorn,  en  fijn 
andere  vrienden,  een  vers  paert  nam. 
Maerals  fy  in  het  rijden  na  hun  plaets 
dicht  naby  malkander  quamen ,  feyde  den 
Hartogh  tegen  Egmont,  wiens  fwack- 
heyt  hy  nu  meende  gevonden  te  hebben  , . 
foo  luyt  dat  het  een  yder  hooren  konde , 
en  dat  op  fulck  een  veriroadelijcken  toon  j 
als  mooghlijck  was :  hngkman  indien ghy a  \ 
defe  t  weede  m.xel  niet  beter  houdt  als  de  eerjie ,  \ 
fttlt £y  met  foo  veel  eer  en  roem  niet  uyt  het  f  ark  \ 
fcheyden ,  als  ghy  u  flus  voor  Het  Jlaen.    Den  \ 
Graef  gaf  daer  op  geé  antwoort.het  zy  hy 
detijtniet  hadt ,  of  dat  hy  tefeerdoorde 
bittere  woorden  van  den  Hartogh  gebeten ' 
was ,  of  eerder,  dat  hy  wilde  dat  de  daeden 
voor  de  woorden  fouden  gelden.  En  in- 
der  daedt ,  fich  fiende  op  een  melder  paert 
als  het  voorgaende,  al- hoe- wel  het  met 
foo  wel  gedrefleert  of  ter  handt  was , 
nam  hyden  Hartogh  foo  gewis,  dathy 
hem  niet  alleenlijck  weder  gaf ,  hetgeen 
hyhem  ontleent  hadt,  maerhemfelf in 
fulck  een  onorder  braght ,  dat  hy  twee  of 
drymael  meende  van  boven  neder  te  val- 
len ;  en  het  geen  voor  den  Hartogh  het  ge- 
voelijckfte  was ,  was  dat  Lamoral ,  loo 
als  hy  hem  de  fteeck braght ,  wel  luyt  bc- 
god  te  roepen ,  houdt u  nuelvaft ,  goêtnan* 
DeDuytfchen,  Nederlanders,  en  Italia- 
nen maeckten  daer  opeen  groot  geroep 
vanblijdtfchap,  foo  dat  men  niet  hooren 

kondc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  ty:é 
j  tonde  wat  den  Hartogh  feyde ,  dewelcke 
:  verfocht  noch  een  loop  re  doen ;  maer  den 
Keyfer  wilde  fulcks  geenfins  toefhen , 
vreelende  dat  dit,  hetgeen  maerenckei 
fpel  was ,  m  een  ernftigh  gevecht  fou  mo- 
gen veranderen ,  nademael  den  Grjef ,  die 
het  aen  moet  noch  vrienden  ontbrack  , 
geen  man  was  om  voor  den  Hartogh  een 
voet  te  wijeken  ,  die  anderfins  den  Graef 
het  eerlte  verongelijckt  hadt.  Den  Key- 
fer dan  deedthen  malkander  om h elfen  , 
maeriuleks  diende  allccnigh  om  hen  in 
fchijntedoen  verfoeoeoj  want  zedcre dien 
tijdt  heeft  den  Hartogh  van  Albacen  doo- 
delijcken  haet  tegen  Egmontgehadt ;  Jae 
het  is  niet  lang  geleden  ,  dat  ick  hem  heb 
hooren  feggen  :  Den  Graef  vanEgmond* 
heeft  my  doen  waggelen ,  maer  ick  falhem  doen. 
vallen. 

Den  Hartogh  van  Alba ,  fprack  hier  Pe- 
riander  tuiTchen  ,  heeft  lijn  woort  maer  al 
te  waerachti^h  gem  leekt ,  en  meer ,  ten 
kollen  van  fijn  meefter,  fijnwracck  als 
des  Konings  verwachtingh  voldaen.  De 
bedorven  ftaer  van  Nederlandt ,  antwoor- 
de  Ambrofio,  leedt  voor  als  doe  geen  (ach- 
ter heel- middel.  Dat  was ,  berechte  Pe- 
rianderdaer  weder  op,  een  kancker,  door 
fcherpe  genets  middelen,  eer  tergen  als 
geneferi.  Tcnminlkn,  indien  hy  fijn  haet 
lbo  veel  hadt  willen  toegeven,  als  met  het 
bloet  van  dele  mannen  te  vernoegen, 
I  foude  hy  het  voorbeeldt  van  den  Raet  van 

Ro- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


%j6  DORTSCHE 
Romen  hebben  behooren  te  volgen ,  om-< 
trent  den  boofen  toelegh  van  Catilina ,  en; 
fijn  medc-ftanders  ,  die  foo  voorfich-> 
tigh  waren,   als  Lentulus  en  fijn  am 
dere  mede-gevangenen  niet  in  het  open- 
baer ,  maer  in  de  gevangkenis  om  te 
brengen  ,  om  hun  verborgen  vrienden 
door  fulck  een  aenfien  niet  gaende  te 
maeckcn.    Doch  deuytkomft :  heeft  ge- 
noeghlaem  dewijfheydt  vanditbeleydt 
ontdeckt  ;  gelieft  Hechts  voor  te  varen, 
mijn  Heer  Ambrofio.  \ 
Dele  begoft  daer  op  wederom  aldus:Ser- 
bellon  fou  in  fijn  verhael,  aengaendehet 
fteeckfpel,  volhardt  hebben,  wanneer. 
Sancho  d'Avila  op  den  wegh  by  hem 
quam  ,  dewekke  hem  vertoonde ,  dat  dei; 
Konings  order  verandert  was  ,  endathy 
Serbcllon  ,  Don  Ian  de  Salcedo  na  Oxuna 
moft  brengen  >  en  hem  den  Napolitaen  m 
handen  ftellen.  Onuytfprekelijck  was  de 
droefheydt  van  defe  twee  vrienden ,  om 
dat  fy  aldus  gedwongen  wierden  van  mal- 
kander te  fcheyden ,  evenwel  deden  fy  foo 
grooten  geweldt  op  fich  fel  ven ,  dat  hun 
tranen  de  innerlijcke  droefheydt  van  hun 
hart  niet  quamen  te  beklappen.  Serbellon 
danfette  Don  Jan  opeen  kleynen  muyl- 
czel,  en  voegende  hem  te  midden  inden 
troep,  trock  alfoomet  hem  voort,  en 
MarcAntonio  bleef  inde  Karos,  onder, 
het  geleyde  van  Sancho  d'Avila*  Hy 
mcrckte  wel,  aenhetkleyngefelfchap  dat* 

m 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


■•WW 


ARCADIA.  *f7 

by  fich  hadden  ,  zijndeallcen  dry  man. 
nen,  dat  men  hem  niet  nauw  bewaerde- 
maer  hy  vrcefde  aldcrmeeft  voor  Don 
Ian,  nadL-macl  d'Avila  fijn  twaelf  mannen 
tc  paert,en  dertign  te  voet  Serbellon  noch 
overgegeven  hadt.  Hy  megjtde  eyndc- 
hjckaenfijn  gelcydcr,  ofiijireyfeoodt 

iang  fou  zijn  ?  Ghy  kont  het  fel vc  bedenc- 
Ken,  antwoorde  d'Avila,  Uyt  de  kleync 
toeftc]  d.e  ghy  by  my  fiet,wy  tftjn  in  deKa- 
roile,  wy  z,jn  laet  uyt  Saragoffa  "efchey- 
den  en  ick  hebbe  niet  meer  als  dry  man- 
nen bymy.    Daer  vielen  noch  een fce  re- 
denen tuflehen  henlieden  voor,  maer  al- 
100  Mare  Antonio  meer luft  tot  flapcnals 
tot  kouten  hadt,  liet  hy  iich  eyndelijck 
door  het  foet  gcltreel  van  dele  nacht- 
■jodinne  vervoeren,  en  viel  foo diep  in  , 
lat IV  wel  dry  mijlen  weeghs  gereden 
hadden,  aleer  hy  wacker  wiert.   Dc  Karos 
syndelijck  bleef  ml,èn  d'Avila  hem  foete- 
lijck  by  den  arm   treckende  ,  vraeghde 
hem ,  of  hy  de  moeyten  wilde  nemen  van 
uyt  tc  gaen?  Mare  Antonio  opende  lijn 
logen,  en  lügh  dat  hy  op  den  voor-h<  >f  van 
en  tretfelijck  huys  was.  Tcnminrten, 
yde  hem  d'Avila,  klimmende  uyt  de  Ca- 
ros, en  hem  door  fijn  voor- beeldt  tot  het 
"elfde  verbindende ,  gelooft ,  dat  ghy  h  icr 
bp  een  pl  iets  zijt,  daer  ghy  foo  veel  macht 
:e  gebieden  hebt ,  als  in  uw  eygen.  Mare 
Antonio  wilde  hem  antwoorden,  dat  hy 
geloofde  dat  hy  in  het  Ji  uys  van  Don  San- 

cho 


I  H 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


V2  DORTSCHE 

chod'Avila  was,  wanneer  hy  fich  doo 
ccnjongk  Ridder  omhelftfagh,  die  door 
de  eerbiedigheyt ,  dewclcke  hem  anderen 
deden,  deedt  ichijnen,  den  Heer  van  dit 
huyste  zijn.    Defe fijn  plicht by  Mare. 
Antonio  verricht  hebbende ,  gmgk  oock 
het  felfde  aen  Sancho  d'Aviladoen.  On- 
dertuffchen  konde  Mare  Antonio  dien 
jongen  Heer  niet  genoegh  aen  fien,  dc 
welcke  hy  meende  elders  meer  genen  t< 
hebben,  wanneer  hyd'Avila  tegen  dier 
jongen  Heer  hoorde  feggen ;  lek  heb  mei 
konnennae  laten,  het  bevel  van  fijn  Ma]C 
ileyt  na  te  komen,  en  u  den  Heer  Mar. 
Antonio  in  handen  te  leveren.  Den  Napo 
litaen  hier  op  oordeelde,  dat  defen  dei 
Heer  van  dit  f}ot  was ,  het  welck  den 
ningk  miffchicn  hem  tot  lijn  gevangen 
huvs  gefchickt  had.    Maer  hy  wiert  wc 
haeftinfijn  verftandt  verlicht ,  wannee 
den  jongen  Ridder  ,  vederkeerende  or 
hem  te  omhelfen ,  en  miffchien  fijn  twi; 
fel  ramende,  hem  dus  aenfprack  :  Mij 
naem  fal  u  miffchien  beter  bekent  njn  a 
miin  gedaentc,  het  welcke  ghy  maer  eer 
macl  f  en  dat  fecr  door  fieckte  verandert 
gefien  hebtj  ghy  fiet  hier  Don  Artal,  die  l> 
ai  het  goet,  het  welcke  hem  overgekomc 
is ,  na  uw  gevecht  met  Afcanio,  verfchu  s> 
dicht  is.  Ishetmooghlijck,  antwoorc 
Mare  Antonio,  hem  weder  omheHend 
ghy  fultmy  nu  ten  minften  tijding  v 
mijn  Vader  Mare  Aurelia,  mijn  Moed 
9  Iulu. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


A  R  C  A  D  I  A: 

Ha ,  van  Victoria  en  CafTandra brengen  ; 
maer  vergeeft  my,  dat  ick ,  gedreven  door 
ie  plichten  der  natuure,ecr  na  mijn  als  uw 
■elangcn  vraegh.  Ghy  kondt  uyt  het  ge- 
joegen,  het  vvelcke  ghy  in  mijn  aenge- 
1  !  icht  liet,  antwoordc  den  ander,  lichtelijck 

•  »eipeuren  ,  dat  ghy  hier  de  aengenacmlte 

•  er  werelt  lult  vinden.  Het  geluck  heefc 
'lijn  vergelding  gecnlïnsten  hal  ven  laten 

reecken,  fy  heeft  my  met  woecker  alles 
oldaen,  ghy  lult  het  felve  iicn.  Hier  me* 
e ,  leyder.de  Mare  Antonio  met  de  reeh- 
or, en  Sancho  d'Avila  met  de  flinckcr- 
.andt,  gingkhymet  hen  de  trappen  van 
ijnpaleysop.    Komende  onder  het  por- 
\  «1 ,  fagen  fy  uyt  een  groote  zael  een  aen* 
"^ilrienlijck  out  man  komen,  die  Mare  Anto- 
io  kende  fijn  Vader  Mare  Aurelio  te 
•ijn,  en  tenlondt  toe  tradt ,  om  hem 
"  iet  alle  eerbied  igheydt  te  groeten.  Die 
B  em  wederom  met  alle  gunlt  en  genegent- 
eyt ,  hoe  wel  groote  ftemmigheyt ,  ont- 

•  ng  :  gelijckhy  oock  d'Aviiadcde,  hoe 
»/el  met  meerder  gemeenlacmheyt.  Dit 
edaen  zijnde,  vraeglule  hy  lijn  Soon, 

'iet  wat  meerder  vriendclijckheyt ,  waer- 
m  hy ,  na  dat  hy  met  Alcanio  gevochten 
Madt ,  Napels  i'oo  hacft  hadt  verlaten  ?  dat 
nen  fou  gepooght  hebben,  hem  een  groot 
ledeelte  van  fijn  ongemackente  bene* 
raen,  dat  hy,  hebbende  Afctnio  lijn  Suite* 
«•enomen,  men  defelve  aen  Don  Artal  niet 
teven  moght,  Tonder  daer  over,  als  de  ouN 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


,8o  DORTSCHE 
ftevanhet  huys  fijn  goet-vinden  te  hoaB» 
ren.  Mare  Antonio  was  foo  verwondert» 
fijn  vader  in  (bleker  voegen  tehooren/i 
fpreken ,  als  mede  dat  Don  Artal  aen  hujg 
huys  getrouwt  was,  dat  al  het  gene  hy  fijti! 
vader  konde  antwoorden ,  niet  ais  betuy* 
gingen  van  groote  blijdtfchap  waren ;  de  i 
welckcden  vader  noch  grooter  willendé 
maecken ,  belafte  hem  met  d' Avila .  henM 
in  de  naefte  kamer  te  volgen ,  daer  Mar<3 
Antonio  twee  of  dry  Jongk vrouwen  fagh  \ 
die  fijn  Sufter  Viftoria  vergefelfchapten 
dewelcke,  vergetende  alle  andere  phch 
ten,die  men  voor  foo  veel  volcks  moft  b 
trachten  ,  haer  Broeder  liep  omhelfe 
Hyontfing  haer  met  defelve  liefde,  ■ 
niet  fonder  tranen  van  blij  dtfehap ,  v< 
foo  veel  hy  haer  uy  tfteeckende  bemin< 
maer  ftelde  vooreen  anderen  tij dt  u} 
haer  te  vragen,  door  wat  geluckigedi 
vanhetgeluck  hy  haer  in  Spangien,  e 
in  het  huys  van  Don  Artal  fagh.   Hy  da 
groete  met  groote  beleeftheydt  deandei 
Ion  gk  vrouwen,  en  al- hoe-wel  hy  niet  kot 
de  begrijpen ,  hoe  Don  Artal  fijn  Vadert! 
Viftoria  in  Arragon  gebraght  had ,  en  dc 
Iulia  fijn  Moeder ,  en  CafTandra fijn  Suftr 
niet  mede  van  de  party  waren ,  ftelde  ï 
evenwel  hctonderfoeJc  daervan  med 
tot  beter  gelegenthèydt  uyt ,  en  voegho* 
fichby  hetgefelfchap.    Hyfagh,  ondf 
anderen,  een fchobnc Iongkvrouw ,  v«" 
weynigh  jaren  ,  maer  na  haervvoord< 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  381 

'an  groot  verftandt ,  Tonder  te  konncn  ra- 
llen wiefy  was.    Het  avondrtmel  en 
lereft  van  den  avondt  gingen  opdeielvc 
[Arijfe  deur,  en  de  uure  gekomen  zijn- 
Je,  begaf  fich  elck  tot  lijn  ruft.  Des 
morgens   quam   Sancho  d'Avila  fijn 
:  aflcheyt  van  Mare  Aurelio,  Doï  Artal , 
;  Victoria,  Mare  Antom'o.cn  de  an. Ieren  ne- 
.'.nicn  ,  fcggendetot  belluyt :  Sijn  Majcfteyt 
belaft  u  wel  uyt-druckelijck  Mare  Anto- 
ïiu,  uw  Vader  Mare  Aurclio  niet  te  vevla- 
L^èteii;  geeft  gy  my  uw  woort  en  belofte 
niet?  Het  welckc  Mare  Antuniogcdacn 
3  hebbende ,  begeeft  fich  d'A  vila  weder  nacr 
:  het  Hof,  met  groote  danckfegginge  van 
'Tiór.oria,  haer een  broeder,  die  haer  foo 
I  waerr  was ,  toegebraght  te  hebben  Mare 
Antonio,  ter  oorfaeck  van  fijne  wonden , 
die  evenwel  in  goeden  ftaet  Honden  ,  be- 
geeft fich  weder  nae  fijn  kaemer  en  in  fijn 
bedde ,  en  Victoria ,  onder  fchijn  van  met 
hem  bekommert  te  zijn,  gaet  fich  voor 
:het  felvc  neder  fetten,  om  re  beter  gele- 
gentheydt  te  hebben  met  malkander  te 
1  ipreecken.  Mare  Antonio  vraeghde  haer 
ia  de  uy  tlegging  van  al  defe  veranderin- 
gen.   Het  gekickte  hen,  dat  het  gantfehc 
.gcfelfchap ,  om  haer  te  meerder  vryheyt 
[tefamen  te  laten,  in  deKLarofle  wasgacn 
fitten,  om  na  een  by-gelegen  Hot  te  rijden, 
het  geen  DonPedrod'Avalos  toebehoor- 
de.   V ieloria  dan,  hebbende  twee  jongk- 
<:  vrouwen  van  hacrgevolgh  na  het  cynde 

van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


j8i       DORT  S  C  H  E 
van  de  kamer  doen  te  rugge  gacn ,  begól 
fncteenftille  ftemmehaer  Broeder  aldul 
lietverhael  te  doen.    Wanneer  dedoodi 
van  Afcanio,  die  korts  van  fijn  wonde»! 
quamtefterven,  verfpreyt  was ,  toonde 
Ach  Mare  Aurelio  ,onien  vader ,  moeye 
lijekertegens  my ,  als  oyt  voor  heen ,  ak 
©oklulia  onfe  moeder,  Cafland  ra  was  meei  j 
als  te  vooren  verdrietigh ,  foo  dat  ick  niet ; 
wift ,  tot  wie  my  tekeeren.  M  ijn  Vader 
fich  fiende  in  gefchil  met  fulcke  machti- 
ge liedenden  mijnmoeder,niet  twijfelende 
of  de  bijtende  tongen  fouden  nuftofs  ge«i 
noegh  hebben ,  om  qualijck  van  my  tl 
ibreecke  $  en  mijn  Sufter ,  om  dat  fy  wcla 
£agh,  datfe  nu  op  Profper ,  de  Broeder  vató 
Afcanio,  diefe  fich  iel  ven  alreedts  hadt^ 
toegeleght  niet  meer  behoefde  te  denen 
ken»   Behalven  dat  my  niet  toegelaten 
wiert  Don  Artal ,  die  na  vijftien  of  feftieis] 
dagen  fich  van  fijn  koorts  verlaten  vandt 
eens  aen  te  fprcecken ,  hoewel  hy ,  fondei 
Vrucht ,  mijn  Vader daer  feer  moeyelijcki 
over  deedt  vallen .  De  vrienden  van  Afca^ 
nio  wierden  oock  hoe  langs  hoe  trotfer,  ené 
begonden,  door  de  Carafrcn  geftijft,  del 
Colonnen  dagelijcks  meer  en  meer  te  ver 
volgen :  foo  dat  ons  huys  fich  tot  de  noot 
faeckelijckheydt  gebraght  vandt,  om  ce 
Ichandelijcke  vrede  aen  te  houden ,  de- 
welcke  haer  niet  alleen  geweygert  wiert J 
maeroock  onfe  vyanden  temeer  tcgens 
ons  fich  deedt  verhoovaerdigen.  Va- 
der 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I  ARCADIA;  3S3 

Wcr  Tiende  fijne  plichten  vruchteloos, 
•xfocht  fich  daer  tegen  te  wapenen ,  en  een 

•  t  vafter  verbondt  met  de  vrienden  van  onfe 
'ï  moeder  te  maken  ,  dewelcke ,  in  fpij t  van 
f  ons  ongeval ,  iich  uy t  Romen  na  Napcis 

^«quamen  begeven,zijnde omtrent  hetPau- 
:U*  |  ielijcke  Hof  mede  in  groote  ongenade  ge- 
I  raeckr.  Een  maent  na  uw  vcrtreck,  poog- 
de den  Onder-koningk  lelf ,  nademael  hy 
een  vrient  van  eendracht  was ,  en  uyt  dcfe 
onlulten  groote  Zwarigheden  te  vooren 
fagh,  de  vrede,  voor  foo  veel  in  hem  was , 
t  te  bevorderen  j  maerons  ongeluckwas, 
dathy  fchielijck  quam  teftervcn:  waer 
over  Vader,  terwijl  men  een  ander 
t  in  fijn  plaets  uyt  het  Spaenfchc-hof  ver- 
wachte ,  geraedtfaem  vandt  fich  voor  een 
wij  1  na  Sorren  to  te  begeven .  Daer  hy  fij  n 
vriendtfehap  metLudovifio,  Marquis  van 
Falangola  ,  beftont  te  vernieuwen.  Die 
/hebbende  de  Sufter  van  den  Eerft-bif- 
I  fchop  getrou  wt ,  dier  door  de  eenige  erf- 
jcenacm  van  de  tweeHuyfen  vandeBof- 
;  fanotri  een  Longhi  quam  te  worden. 
/Mare  Avrelio,  zijnde  een  ervaren  ftaets- 
rman,  vandt  geen  kleynconderftandtaen 
.  Ludovilio,  daer  den  Biflchop  noch  by 
[  quam  ,  die  ,  alfoo  mijn  Vader  hem  geen 
:.» kleynendienft  gedaenhadt,  omtrent  het 
-o|  onderfkllen  van  de  ddliSpddiï  t  onder  die 
:  \  van  fijnen  aenhangk  ,  della  Cappa ;  twee 

•  ;i  aenhangkfelcn ,  die  als  doe  ,  naede  wijfc 
h'\  van  geheel  Itajien ,  Sorrento  onledigh 

kielden  ) 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


184        DORTSCHE  j 
hicldc)fich  aenboodt  onfe  zijde  tege  Prof- 
per  aen  te  nemen ,  ja  foo  verre,  dat  hy  hen* 
fiinburght  opdroegh,  om  u  tot  een  wijck 
te  dienen,indien  onfen  Vader  u  wederom 
in  Italien  wilde  ontbieden,  lek  weet  ni  ƒ 
waerom  onfen  Vader  niet  geraden  vand 
het  felve  aen  te  nemen ,  altoos  hy  beanj 
woorde  defe  beleefde  aenbieding,  op  d 
alderbeleeftfte  wijfe.  Ondertuffchen  wie 
Don  Alonfo  de  Vcnegas  nae  Napels  ' 
fonden,  uyt  het  hof  van  Spangien,  om 
overige  van  de  dry  jaren ,  die  den  geltot* 
ven  Onder-koningk,  hadt  te  regeeren, 
voort  uyt  te  dienen.    Vader  hopende  * 
door  fijn  komft  meerder  verfeeckeertfl 
heydt  te  vinden ,  quam  daer  op  wedei 
tot  Napels,  vergelelfchapt  metLudovi- 
fio ,  die  mede  niet  wilde  in  gebreke  blij 
ven  Don  Vinegas  fijn  fchuldige  plichten 
te  komen  bewijfen.    De  eerfte  maent 
gingk  voor  onfen  Vader  door ,  in  het  ver 
foecken  van  fijn  gunit ,  macr  alfoo  hy  t'ee 
nemael  voor  het  hof  van  Romen  was 
koos  hy  de  zijde  van  de  CarafFen ,  die  toen 
aldaer  boven  laegen  ;  te  meer ,  dewijl  dep 
Koningk  felfs  quali  jek  fou  genomen  heb' 
ben,  dat  een  van  fijne  voorname  dicnaer 
niet  foo  wel  als  hy ,  de  belangen  van  di 
ftoel  fou   hebben  aengenomen.  DitQ 
maeckte  hun  ongebondentheydtnoch  de^ 
te  grooter,  tot  groot  ongenoegen  van  dert 
voornaemften  Adel  van  Napels,  die  me 
onluft  het  onrecht  dat  men  ons  Huys  aen 

dcedt , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


38f 


«deedt ,  aenfagen ,  het  welckc  de  oorfaeck 
vwas,  dat  de  Aquilen ,  de  Caponafsi,  en  die 
uvanhethuysvan  Boffa  (vreefendedatde 
iCaraffcn  hen  met  ter  tijdt  oock  fouden 
afoecken  onder  de  knye  te  krijgen ,  zijnde 

'cbovendatdooronfenVaderJlsoockdoor 
'•Vudovifio  onder  den  duym  aengefocht) 
ichaen  onfe  zijde  voeghden;  invoegen 
nen  een  nieuwe  party  en  aenhang  binnen 
lapels  iagh,  waer  van  den  Onder-ko- 
ningk ,  hoefeer  oock  aen  de  belangen  der 
Caraffen  vaft ,   noy t  machtigh  was  het 
Vöeginfel  te  verhinderen.    Don  Vinegas 
randt  fich  wel  verbaelt ,  dat  op  feeckeren 
>morgen-ftondt,  ioo als hy opftondt,  den 
^raer  d  Huomo ,  en  die  van  Beril Ji,  bcnef- 
rensdeHeerHercole  Buon  Huomo,  Prof- 
«er.en  Aftolphode  Gargani,  een  ftijf  drin- 
ker van  de  Caraffen,  dapperlijck  in  het 
i.chilt  voeren ,  die  fich  hadt  laten  ontval- 
en,dat  men  fich  by  tijdts  tegen  defen  aen- 
nangk  molt  ftellen,  aenbiedendc  defe  laet- 
fce  fijn  eygen  perfoon,  om  de  Colonnen  te 
dwingen  i  invoegen  den  Onder  koningk 
ich  felf  genootfacckt  vond  de  tintte  ant- 
woordt van  Hercoletc  onderftcuncn ,  en 
iftolfo  over  fijn  onbedachthcydt  tebe- 
;;raffen,  het  welckc  hy  te  eerder  deedt,  om 
i  at  hy  geen  oorfaeck  van  klaghten,  over 
em  by  den  Koningk  te  doen  ,  geven  fuu. 
evenwel  liet  hy  niet  naelich  opentlijck 
"jensde  oniete  verklaren.  Ondertuf- 
ïen ,  niet  tegenftaende  het  waeckende 

R  oogc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


,S<5  D  O  R.  T  S  C  H  E 
ooge  van  Caffandra,die  al  mÜnhandene. 
ïïdernauwfte  verfpiede,  het  .ck  rnetnj 
fomwiilen  door  bedoekte  middelen  eed 
brief  vin  Don  Artal  te  ontfangen ,  en  heni 
vedette  antwoorden,  doorde*elcke  wr 

met malkanderbettoten  ,om  daer doo  de 
opfiender  die  ons  «aer  namen  te  verbal 
ftWat  Don  Pedro.onder  feecker  voor- 
geven,  voor  een  tijdt  de  lladt  verlaten .  en 
fichnaCafforia  begeven  fou,  *Jg£**J 
een  luft-huys  van  den  overleden  Mn  quu 
van  Pefcairl,  fijn  Neef.  Het  welcke  de  en 
llctnc  deedt,  alleen  om  niet  genootfaeckt 
ffi  met  Don  Vinegas  tebreecken  d.  . 
ïemJdagelijcks  feer  hart  ^^'gl' 

^Kvi^S«^«  feer  fonvren 
I„  „Ts   verweckte  fulcksechter  «ed 
gnnft  in  Mare 

£  nieuwe  redenen  gevonden  h«h.4 
non  Artal  n  et  te  willen  fien.  vooriVJ 
Ekïiet  Don  Artal  toe  .binnen  twee  of  dJ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  ,87 

den  fou  ,  als  om  de  faeckcn  van  de  Ca 
raften  te  verfpiedcn  ,  en  op  de  onfe 
te  letten  Altoos  fijn  vertreclc  gaf  my  dat 
foordeel,  dat  noch  mijn  Vader,  noch 
mijn  Su(ter,my  niet  meer  lbo  nauw  waer 
namen.  Ondertuflchen  wierdtden  handel 
van  Don  Vmegas  nietfecr  wel  by  het 
<  Spaenfche  Hof  opgenomen  ,  waer  door 
iiybevei  kreegh,  fijn  plaets  te  verlaten 
.en  een  ander  in  te  ruymen.  Evenwel 
« wilde  hy  niet  eer  uyt  Napels  vertrecken  , 
voor  en  aleer  hydie  van  fijn  zijde  temeer 
verfterekt  hadt ,  waer  toe  rtreckte  Gam- 
m  tot  een  Marquifaet  te  verheffen  :  macr 
iden  grooten  Protonotaris  van  het  Rijde 
met  t'eenemael  onfen  vyandt  zijnde! 
taaeckte  fwarigheyt  fijn  ampt  brieven  tc 
-eeckenen,  waer  door  de  faeck  noch 
voor  als  doe  onafgedaen  bleef;  vertrou- 
wende evenwei  Artolpho,  dat  de  voor- 
r  praeck  van  Don  Vinegas  foo  veel  by  den 
nieuwen  Ondcr-koningk  fou  vermogen; 
■iat de  faeck  evenwel  fijn  gevolgh  hebben 
;ou.  Aldus  verliet  Don  Alonibdc  Vineaas 
{Napels, om  hetgebiedtover  Catalogne  tc 
•  ?nvaerden;  in  wiens  plaets  Don  Garcias 
fe  Toledoquam,  die  een  heel  andere  wij fe 
tan  leven  aennam  ,  als  fijn  voorzaet,  too- 
rende  een  geheelen  afkeer  van  defe  onl  u- 
ren ,  en  poogendc  de  ftaet  tot  fich  te  tree 
ten  en  te  vercenigen  :  het  welcke  hem  fou 
cjiluckt  hebben,  ten  waer  een  onverwacht 
■»rval  fulcks  verhindert  hadt.    Het  ge- 

R  a  fchie- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


**8  DORTSCHE 

Ichiede  dat  in  de  Vaftei>avondt-dager ijtoM , 
ïen  Paus,  hebbende  denCardmael  de  San-I 
t fttnri    Camillo  Colonna,  en  Iubaettl» 

«?    Bi  k.  h«  u-nrtt  te  voren  Hartoga 
ae  wekke  ny  Korts  w  »  N  *j 

„,n  Palliano  ecmaeckt  haat ,  na  «* 
£?.  fandtTom  daer  vanecnige  gwnchtij  i 
Ie  Sn  »  handelen.    Don  GarcmsJ 

was  'i  ?  Vvk  aireets  voor  hem  verklaefl 

Rijck,  de  P»n"n,/"^rdfMaVq* 
Viceroy  fiende  ondertuiunen  -rj 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  3g9 
Graven  gcrechtight  zijn  ,  macrdeEdel- 
ieden  niet,  gelijck  ghy  beter  weet  als  ick. 
Aftolfo  .  verwant  zijnde  van  den  Hartogh 
van  Palliane  ,  met  dewelcke  hy  gekomen 
was  ,  achtende  dat  lijn  Baronnye  vanGar- 
gani  nu  tot  een  Marquifaet  verheven 
^was,  wasftouterals  Proiperfelf,  die  van 
het  geleyde  van  den  Hartogh  was ,  en 
deckte  fich  beneftens  de  Graeven  en  Mar- 
quifen ,  onder  dewelcke  hy  fich  vervol- 
gens begaf.    Hfer op  ontftondt  een  groot 
s gemor  onder  den  hoop ,  waer  op  al  de  Ba- 
oronncn  en  Edellieden  fich  terftontuytde 
czael  begaven,  gelijck oock de Marquifea 
n  en  Graven  deden.    En  om  dat  Mare  A  u- 
irelioen  die  van  onfen  aenhangk  deeerfte 
e  waren  ,  die  den  Onder-koningk  een  groo- 
te  eerbiedigheydt  bewefen ,  en  uy t  de  zael 
gingen,  geloofde  den  Hartogh  dat  fulcks 
■van  hen  gefchiede ,  om  hem  te  minder  eer 
te  doen,  als  zijnde  van  het  huysder  Caraf- 
fen,of  om  hem, in  deperfoon  van  fijn  ver- 
wantte beledigen}  waer  over  hy  overluyt 
•3  den  Onder-koningk  vraeghdc,  wat  de  re* 
9  den  van  defen  handel  was  ?  Ludovifio.ficli 
s  naden  Onder-koningk  keerende,  feyde 
cdaer  op :  M  ij n  Heer  /indien  ghy  my  fulcks 
3  gelieft  te  bevelen ,  fal  ick  fijn  Excellentie 
te  kennen  geven,  waerom  wy  hem  die 
eer  niet  konnen  geven ,  die  wy  hem  fchul» 
i  digh  zijn.  Wanneer  den  Onder-koningk 
**lhem  nu  fulcks  toegelaten  hadt,  vervolgh- 
>idehy,  datfoolang  Aftolfo  niet  bcterDe- 

R  i  dacht 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1 

ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninkli 

jke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 

V) 


DORTSCHE 


.  fouden  defe ,  dewelcke^ 
methemVaneen  'ftaetzijn ,  noyt  verdra- 
gen ,  dat  hy  haer  als  fijn  mindere  fou  han- 
delen, noch  oock  defe ,  dewelcke  meerder 
zijn  als  hy,  toelaten,  dathy  haer  voor- 
rechten gebruyckte.  DenHartogh,  inde 
plaets  van  Ludovifio  te  antwoorden  ,  fey- 
de eenige  woorden  ftillekens tegen  Aftol- 1 
fo,  diedaerover  genoodtfaeckt  was  dele- a 
verfchooning  tegen  den  Onder-kooingk 
overluyt  te  doen:  lek  ftelle  uy t.mijn  Heer, 
tot  een  andere  gelegentheydt  u  de  rede- 
nen, dewelcke  my  verbinden  de  plaets  de- 
welcke my  verfchuldight  is  voor  te 
(laen ,  te  kennen  te  geven ,  lbo  ten  iniicnt 
v  an  mij  n  geboorte ,  als  van  die  gunft ,  de- 1 
welcke  ick,  door  tuffchen-fpraeck  van 
Don  Alonfo  de  Vinegas,  van  fijn  Maje- 
fievt  verkregen  hebbe.    Maer  dewi)  1  ïck 
den  Hartogh  van  Palliane  pneyndehjeke 
eerbiedighey  t  toedrage ,  als  hebbende  de 
eer  vanacn  hem  vermaeghtfchapttetim, 
fou  ick  nietgaerne  hebben  dat  defe  »  de- 
welcke my  niet  beminnen,  en  mipnien 
ongerechtigh  genoeghzijn,  om  hem  te 
hafen ,  om  dat  hy  my  eert  met  fijn  voor- 
itandt,  fich  fouden  dienen  van  delen  deck- 
mantel, om  hem  d:  eerbiedigheden  en 
onderdanigheden  te  toonen ,  die  hy  ver- 
dient ,  en  die  fy  hem  fchuldigh  zijn.  lek 
vertreck  dan,  mijn  Heer ,  op  dat  fy  weder 
in  mogen  komen.  Met  defe  en  eenige  an- 
dere woorden,  die  ick  voorbygae,  daer 

LiU- 


V 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  391 

iw  Ludovifio  niet  anders  als  met  een  verfma- 
3l  delijcke  grimlagh  op  antwoorde,  het 

•  :v  welcke  hem  noch  meer  fmerte  ,  begaf  hy 
fich  uy  t  de  zael,  daer  r erftont  al  de  anderen 
l  weder  in  quamen.  Maer  om  dat  hy  ver- 
want  van  den  Hartogh  was,  wilde  nie- 
1  mandt  van  dat  toeval  voor  als  doe  meer 
c  fpreecken.  Eenige  dagen  voorts  in  ver- 
r  macckelijckheden  door  gebraght  zijnde, 

<%  dewelcke  inde  vaften-avondt  tot  Napels 
1  ongemeen  zijn,  als  ghy  weet,  gaf  den  On- 
y  der-koningk  op  feeckcren  avonteen  tref- 

.  a  felijck  bancket  aen  den  Hartogh ,  daer  al 
!  die  gene  op  genoodight  wierden  ,  die  fich 
r,  mede  op  de  wandeling  en  het  omrijden 
i  dien  dagh  bevonden  hadden.  Na  de  mael- 
tijt  begaf  men  fich  weder  op  de  ftraten,  dc- 
1  welcke  over  al  vol  licht  ftondiin, het  welcke 
B  men  in  de  veynfters  geftelt  hadt ,  uyt  laft 

- :  van  den  Onder-  koningk  ,  gelijck  oock  al 
3  degalderyen  dergroote  Paleyïen  vol  Me- 
;  vrouwen  en  Jongkv  rouwen  (londcn  ,  om 

>  de  vermacckelijckheden  tellen,  die  de 
.ojongkheyt  van  Napels  om  harent  wil 
saenrechte.    Caflandra  en  ick  bleven  in 

geen  gcbrcccken  oniè  moeder  te  bidden, 
ons  toe  te  willen  laten,  op  de  onfe  te  gaen; 
het  welcke  ons  vergunt  zijnde,  liet  ick 
i  niet ,  terirondt  daer  vier  of  vijf  pagics  met 
toortltn  te  fendé,  wel  wetende  dat  wy  daer 
niet  lang  /ouden  zijn  ,  fonder  met  eenige 

>  vermacckelijckheden  vereert  te  worden. 
-En,  om  niet  te  liegen  ,  ick  had  dien  mor- 

R  4  gtn 


20i  DORTSCHE 

gen  een  brief  van  DonArtal  gekregen  *\ 
door  dewelcke  hymy  verlof  verfocht,! 
om  onder  onfe  galdery  een  uytfteeckende 
ftem  te  laten  hooren ,  en  dewijl  men  hem 
met  Don  Pedro  tot  Caforia  geloofde  te 
zijn,  oordeelde  ick  dat  men  geen  vermoe- 
den fou  hebben,  dathy  hier  was,  waer 
door  ick  hemfulcks  te  lichter  toeftondt. 
Wanneer  wynuop  onfe  galdery  waren* 
vertoonde  fich  die  fchoone  en  ruyme 
plaets,op  dewelcke  ons  huys  uytkomt,  op 
cenongemcene  wijfeheerlijck  enaenge- 
naem,  zijnde  over  al  vol  licht ,  en  vervult 
met  kleyne  troepen  van  vermomde .  den 
een  hier  en  den  ander  daer,  daer  hun  gene- 
gentheydt  hen  dreef.    Ick  vraeghde  Caf- 
fandra ,  aleer  onfe  moeder ,  die  ons  felden 
verliet,  by  ons  was ,  of  het  niet  waer  was , 
dat  fy  dien  avonteenige  vermaeckehjek- 
heden  t'haerder  eere  verwachte,  en  of  fy 
niet  aen  yemandt  van  haer  minnaersbelait 
hadt,  onder  onfe  galdery  te  komen^  om 
haer  fijn  onderdanigheden  te  bewijfen?^ 
Sy ,  die  oordeelde  dat  ick  t'eenemael 
vreemt  van  alle  vermaeckelijckheden. 
was ,  en  my  wilde  doen  gelooven ,  dat  het 
haer  aen  geen  minnaers  ontbrack ,  ant- 
woorde  my ,  dat  fy  voor  dien  avondt  geen 
andere  vermaeckelijckheyt  verwachte, 
als  die  dewelcke  aen  de  gantfche  buurt  ge- 
daen  wiert;  maer  indien  fy  by  geval  eemge 
kregen,  dat  fy  ten  minften  daer  fooveel 
deel  aen  hebben  fou  als  ick.   Dcayr  ,  o 

wij  ie 


ARCADIA. 

ijfe,  waer  op  fy  mydie  antwoort gaf , 
eedt  my  oordeelen ,  dat  fy  al  een  goet  ge- 
oelcn  van  fich  fclfs  hadt,  en  om  haer  daer 
e  beter  in  te  onderhoudé,  veynfdc  icfc  my 
icen  weynigh  afgunftigh  tegen  haer  te 
ijn,  feggende,  dat  ïck  niet  wilt,  met  wat 
onften  ly  wift  om  tegaen ,  om  dat  fy  foo 
agelijcks  nieuwe  flaven  aen  haer  keten 
i tl  te  krijgen  ,  daerick  noch  nicmandü 
evonden  hadt,  die  de  plaets  van  defe 
oght  vervullen ,  die  my  mijn  ongeluck 
ntnomen  hadt.    Sydaer  opbegoft  met 
mytefpotten,  en  te  leggen,  dat  fulcke 
ijs- hoofden  ,  en  ftatigeSufters  alleen  be» 
iquaem  waren  om  Vaders  en  Moeders  te 
ehagen.  Daer  fy,  in  tegendeel,  door  haer 
rolijekheydt  noyt  fou  in  gebreecke  blij- 
en ,  eenigen  minnaer ,  daer  fy  het  op  ge- 
munt hadt,  onder  haer  gehoorfaemheyt  te 
brengen  :  Iulia  ,  onfe  moeder ,  brack  met 
haer  komft  onfe  redenen,  dewclcke,  heb- 
bende haer  oogen  over  de  gantfche  plaets 
eflagen  ,  en  defelve  daer  na  <til  houdende 
iiae  de  fontcyn ,  fagh    uyt  een  kleyne 
raet,  dewelcke  daer  tegen  over  ftaet,  een 
aros  komen  ,  met  vier  trompetters,  en 
ry  pagies,  twee  met  toortfen,  en  een  met 
■  een  Theorbc,  gevolght  van  twee  Stafiers , 
waer  van  den  een  een  Guitarrc  drocgh, 
jjuamen  voor  uyt ,  en  reden  alfoo;  dwars 
.;  de  plaets  over,  tot  onder  onfe  galdery, 
•idaerfe  ftil  hielt.  Het  portier  neer  geflagen 
i  zijnde,  quam  daer  een  Ridder  uyt ,  meer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


•04       DOHTSGHE  ^ 
als  gemeen  aerdigh  gekleedt,  doch  ver- ■ 
momt ,  gelijckoockal  fijn  gevolgh  was. 
Tcrftondt  begcften  de  vier  trompetters  op,| 
tc  blaefen ,  meer  om  volck  te  locken ,  alsl 
om  haerder  te  doen  verwonderen,  al-hoe«  I 
weify  uytfteeckende  in  haer  konft  waren.J 
Defe  gedacn  hebbende ,  begoft  een  van  del 
Pagies  een  het  fchoonfte  en  aerdighfte  ge-| 
dicht,  en  dat  met  de  aengenaemfte  fteraJ 
die  men  foukonnen  hooren,  onder  het! 
êeluyt  van  fijn  Theorbe,  te  fingen.  Iuha  ,1 
onle  moeder,  vraeghde  ons,  of  wydie| 
gene  kenden,  die  ons  fulckeen  aenhen-i 
lijekvermaecktoebraght?  daenckernj 
aighlijck  op  antwoorde ,  dat  ick  het  nicW 
wifte,  al-hoe- wel  ick  genoeghfaem  myi 
verfeeckerde dat  bet  Don  Artal  was,*| 
GafTandratradt  mydaer  opfoetelnck  opi 
mijn  voet,  en  gat  Moeder  de  fel  vc  ant-fl 
woort.  Maerfy  fiènde,dat  Moeder  wedeil 
naérftighlijck  na  den  fanger  luyfterde  J 
die  weder  begoft  op  te  heffcn,quam  fy  mfl 
in  mijn  oor  luyfteren.feggende :  ick  weci 
evenwel  in  der  daet  niet,  wie  defe  1$,  van 
dry  of  vier  Minnaers  die  ick  aen  mi  jn  kei 
tens  heb ,  die  defe  fchoone  ftem  geleen  I 
heeft  om  fich  over  mijn  ftrenghey  t  te  be< 
klagen.   Wanneer  het  liedcken  uyt  wasï 
meenden  wy,dat  de  trompetten  wedcron] 
eens  opgeblafen  hebbende,  gdnek  fy  aj 
reedts  begonnen  hadden ,  den  Ridder  dad 
roede  weder  vertrecken  fou ,  maer  wy  wd 
renbedrogen  :aifoo  hy ,  fijn  kap ,  fijn  dd 

gen) 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 
.gen,  en  fijn  Rondelle  of  iehildeken ,  aen 
i  een  van  fijn  Stafiers  gaf,  die  hem  weder 
twee  klapbeenen  behandighde  ,  waer  me- 
de hy  >onder  het  fijne  geluyt  van  een  trom- 
pet, en  de  foeteklanck  vaneen  aerdige 
Guitarre,  de  aerdighfte  Sarrabande  be- 
ftondt  te  klieken  en  te  dan  (Ten ,  met  fulck 
een  geeft ige  beweging  van  fijn  leden ,  dat 
Iulia  en  CalTandra  lïch  daer  over  ten 
hooghften  verwonderden,  en  ick  niet 
minder,  die  tot  noch  toe  niet  geweten 
had,  dat  hy  foo  uytmuntende  in  die  oeffe- 
ning  was ;  gelijck  oock  al  de  toefienders , 
die  rondtlom  eendicken  kring  hadden 
gemaeckt,  hem  tot  aen  den  hemel  ver- 
heften. Het  was  juylt  op  dien  tijdt,  wan- 
neer Ludovifio ,  Mare  Aurelio  in  fijn  Ka- 
ros te  huys brengende,  hem  bcwoogh  daer 
uy  t  te  komen ,  om,  gelijck  de  reft ,  de  aer- 
dighey  t  in  het  danflen  van  dien  Ridder  te 
fien.  Maer  terwijl  fy  daer  mede bcfigh 
Waren  ,  en  dat  den  dichten  drom  der  toe- 
fienders belette  te  fien,  wat  daer  buyten 
gelchiedej  quamen  acht  vermomde  ge- 
wapende binnen  denk  ring  Ipringen  ,  roe- 
pende : /la  dood:  yjLt  doodt ,  en  Ludovifio  ten 
eerften  aentaftende,  dcwelcke,al  eer  hy  de 
handt  aen  het  geweer  konde  flaen  ,  twee- 
wonden  ontfir.g.  Mare  Aurelio, fiende 
fulck  een  onverwacht  voorval ,  (want  de 
gewoonte  van  dien  dagh  lchccn  een  vol- 
komen verfeeckertheydt  aen  de  gehccle 
werelt  te  geven)  nam  met  een  grootc 

R  6  kloeck- 


ru6  DORTSCHE 
kiocckmoedighey  t  de  fijne  in  de  vuyft.en 
fteldefich  voor Ludovifio,  daer het  defej 
fchclmen  op  hadden  ,  het  welck  deoo£  j 
fceck  was  ,  dat  by  mede  wel  fe  ven  of  acht 
wonden  ontfing .  en'ten  hadt  Don  Artal 
cedaen,  het  was  met  fijn  leven  gedaen  ge- 
weeft.  Defe  nam  met  eeavaerdigbeyt  fijn 
Rondelleen  fijn  degen,  ™*™?%h??: 
defc  fchelmen.  Ick  ,  fiende  onfen  Vader 
cn  Öon  Artal  in  dat  ooghfchijnbjck  ge- 
vaer,  viel  ftijf  van  mijn  Glven,  aen  de  voe- 
ten van  mijn 

ftelt  was  ais  ick.Ick  weet  niet,  of  ick  lang 
indienftaet  ben  ge  weeft,  noch  hoe  alles 
noch  verging*  want  als  ick  weder  by  mijn 
feiven  quam ,  vandt  ick  my  in  mijn  bed- 
de,  xiinde  door  twee  vrouwen  by  geftaen  ,J 
bencflêns  Beatrix,onfe  oudeGouvernante,  È 
dewelcke  ick  terftondt  vraeghde ,  hoe  heti 
metonfen  Vader  was?  fyfeyden  my  dat  ■! 
hy  feer  gequetft  was ,  en  dat  fy  daer  vor- 
ders  niet  meer  van  wiften.  Maer  ick  daer 
over  ongeruft  lijnde,  ftondt  uy  t  denbedde 
op ,  en,  piet  tegenrtaendc  fy  my  fochten  tc^ 
wederhouden,  gingk  na  Vaders  kameri 
toe ,  daer  Moeder  en  Caflandra  juy ft  uyUI 
ouamen ,  nademael  de  Heel-mecfters ,  die  i 
de  wonden  verbonden  hadden ,  uytdruoi 
kelijck  hadden  bevolen,  hem  tcJaten- 
Tuften,  Mijn  Moeder  my  fiende,  beftondt j 
opnieuw  te fchreyen,  endedroevignfte 
woorden  van  de  werelt  tegen  my  voort :  tri 
bc eogea  *  maer  dewijl  fy  vennerektedafc 


haer  fmartdc 


ARCADIA. 


1 


ijne  vermeerderde, 
verre ,  dat  ick  weder  in  mijn  eerfte  flautc 
ifchcen  te  willen  vallen ,  braght  fy  my  felf 
üinmijn  kamer,  en  belafte  CafTandra  fich 
yby  my  voor  dien  nacht  te  flapen  te  leggen 
sIMaer  dewijl  onfe  ongeneughte  ons  de 
r>£  llaep  uy  t  de  oogen  hieldt ,  deedt  ick  haer 
T3  verhalen  al  het  geen  ick  niet  hadt  konnen 
.'aften.  Sy  feyde  my,  dat  Ludovifio  fijn  leven 
oaen  onfen  Vader,  en  def;  het  üjneaen  den 
^onbekenden  Ridder  fchuldigh  was ,  die 
:o  fich  fel  ven  metdemeefte  moedigheydt 
isterwerelt  tegen  defe  fchelmen  hadt  ge- 
ftelt.  Want  fiende  acht  rcuckeloofe  tegen 
^vtwee  oude  mannen  ,  waer  van  den  eenen 
noch  geen  tijd  had  om  fich  te  verwaren, 
hadt  hy  fich  foo  dapper  en  met  fulck  een 
behtndigheytvoor  MarcAurelio,  dieal- 
reedtsgequet(twas,gelklt,  dat  hy  de  ra- 
lernye  van  de  befpringers  ten  eerften  ftuy- 
i  te.    Al  het  volck  van  ons  huys,  en  de  ge- 
ö  heele  buui  t,hoorende  her  geluyt  van  Iulit 
tiende  andere  vrouwen,  hadt iich onder- 
tuflehenmede  in  de  wapenen  tot  onder- 
ftandt  van  mijn  Vader  begeven,  gevende 
-  Ludovilio  gelegenrheydt  om  fich  inons 
u  huys  te  bergen ,  gel  ij ck  oock  onfen  Vader 
3  hem  volghde.    Dat  defen  onbekende  de 
■  j  befpringers  foo  dappcrlijck  hid  acn  getart, 
cdatfeten  lae  til  en  gedwongen  war^n,  te 
meer,  dewijl  fy  onderftandt  lagen ,  fich  op 
de  vlucht  te  begeven  ,  fonder  dat  men  als 
noch  wift  wie  defen  dapperen  Edelman 

R  7  was. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


398  DORTSCttS 

was .  Na  dat  Caflandra  my  aldus  van  al  dc 
faecken  onderrecht  hadt,  en  nu  den  een 
dan  den  ander  genoemt ,  die  fy  gifte  defen 
ge  weeft  te  zijn,  fonder  oy  t  den  rechten  te 
treffen,  (dacr  ick ,  door  de  kennifle ,  de- 
welcke  ick  van  den  perfoon  hadt ,  het 
hooghfte  genoegen  ter  werelt  hadt »  dat 
hy ,  die  my  foo  waert  was ,  fulck  een  uy  t- 
fteeckenden  dienft  aen  ons  huys  hadt  ge-  I 
daen)  geraeckten  wy  ten  laetften  in  flaep.  i 
Des  anderen  daeghs  quam  byna  de  gant- 
fche  Stadt  ons  beioecken(behalven  vijf  of 
fes  van  onfe  meefte  genogen  vyanden)  jae 
felf  den  Onder-koningk  ,  dewelcke  ons 
recht  en  hulp  beloofdejionder  dat  yemant , 
konde  ramen  wiedefe  fchelmen  waren 
ge  weeft.;  en  het  hadt  onmooghlij-ck  ge- 
weeft  fulcks  uytte  vinden  ,  Tonder  Don 
Artal,  dewelcke  by  geval  in  een  nau  ftraet- 
gé, het  welcke  fonder  licht  was,  foo  als  fjr 
het  ontvluchten,  onder  hen  geraeckte,  en 
hoorde  datfe  van  Aftolfo  fpraken-,  en  hem 
nemende  voor  een  van  hun  met-gefellen , 
hem  belaften  fichnahet  Paleys  van  den 
Hartogh  van  Palliane  te  begeven.  Dit, 
fchreef  hy  my  des  anderen  daeghs ,  in  een 
brief,dewelckefoo  vol  van  medelijden  en 
vriendtfehap  was,  dit  ick  de  ondanckbaer- 
ftevande  werelt  fouzijn,  indien  ick  het 
felve  niet  tegens  hem  erkende,    lek  ant- 
woorde  hem  wederom ,  en  trock  hem  uy  t 
de  bekommernis,  daer  hem  mijnflaeute 
in  geftelt  hadt ,  dewelcke  hy  wel  genen 

hadt» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


'vi  hadt,  al- hoe 


ARCADIA. 


39* 


1 1 

nj 


M 


A 

A 

1 
i 

} 

i 

I 
i 


:-welhy  in  het  gevecht  was. 
lek  het  niet  na,t  wee  of  dry  dagen  dae  r  na , 
fooalsmen  voor  het  bedt  van  onfen  Va- 
der van  ditfchelmftuckfprack ,  het  befte 
vanallen  nadeuytwerekers  teraden,  en 
Ludovifio,  die  fijn  quetiuuren  niet  verhin- 
derden uyt  te  gaen  ,  te  gemoet  te  voeren . 
datmifichien  denHartogh  van  PalJiane 
wel  eenige  kennifle  d3er  van  hebben 
moght.  Ludovifio  vraeghdemy,  waerick 
mijn  vermoeden  op  vefte?  waer  op  ick  ant- 
woorde,  dat  ick  vaftelijck  geloofde  dat 
Aftolfo  daer  de  werek- meefter  van  was 
geweeft ,  die  fich  op  die  wijfe  hadt  willen 
wreecken,  van  de  i'pi  jt  die  hy  door  Ludo- 
vifio ,  in  tegenwoordigheyt  van  den  On- 
der-koningken  dé  Hartogh  hadt  geleden. 
Men  twijfelde  niet  of  ick  hadt  reden  .  en 
door  het  nauw  enheymelijck  onderfoeck 
dat  men  daer  nadeedt,  bevonden  wy  wel 
haeft,  dat  fuicks  maer  al  te  wuer  was ,  fon- 
der  dit  'er  evenwel  blijeks  genoegh  was , 
cm  hem  tekonnen  daer  van  overtuygen. 
Want  om  alle  vermoeden  wech  te  nemen, 
hadt  hy  fich  een  goot  gedeelte  van  den 
nacht  met  fpcclcn  ,  in  het  paleys  van  den 
Onder-koningk ,  opgehouden,  daer  hy 
niet  vandaen  gin^k,  als  wel  een  uurc  na 
dathet  werekwas  gedteo.  Het  gerucht 
van  die  beftaen  ,  korts  over  al  verfpreyt, 
trock  den  Eerit-biflchop  van  Sorrtnto 
oock  tot  Napels ,  en  Ludovifio,  oordce- 
lende  dat  het  wereknoch  flimmer  wer- 
den 


i.j 


*  A 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


.  00        D  O  R  T  $  C  tt  K 
denmoght,  beflöot  fijn  verblijf,  op  het- 
verfoeck  van  mijn  Vader ,  voor  een  goede, , 
wijl  binnen  onte  Stadtte  komen  nemen ;  * 
nemende  fijn  vertreck  tot  onfent,  daer  hf? 
oock   fijn  dochter  Diana  mede  braght , 
op  het  verfoeck  vanonfe  Moeder,  dewelo  < 
lee  hy  haer,  als  eygen  moeder,  beval ,  om': 
bencffensons  opgebraght  te  werden ;  de* 
welcke  die  jonge  fchoonheydt  is,  die 

thy  hier  op  gifteren  gefien  hebt.  On- 
ertuflehen  vandr  men  niet  geraden,  u 
van  al  defe  voorvallen  yets  tc  laten  weten , ., 
nademael  Vader  alreedts  buytcn  gevaer  s 
vanfiin  wonden  was;  uyt vrecfedatdien 
tijding u al  teveel  fou  ontftelt,  enmif-l 
fchien  tot  Napels  getrocken  hebben ,  het 
welcke  onfe  faecken  feer  fou  hebben  ver- 
achtert.  Ondertuflchen  Diana,  zijnde  mui 
by  ons  metter  woon ,  toonde  fulck  een  ge-3< 
welt  door  haer  fchoonheyt  en  brave  geeft ,  ? 
dat  fy  al  de  oogen  ,  die  voor  heen  Caflan-  :i. 
dra  (ten  minlten  na  haer  g.  voelen)  had-Ji 
den  aengebeden ,  tot  haer  trock ,  tot  groot  n> 
mifnoegen  en  quelling  van  onfe  Sufterjdiei 
ondertuflchen,  niet  tegenftaende  onfe 
onderlinge  vyandtfehap ,  hadt  beftaen  de  l 
onderhandeling  met  Profper,  Broeder  van  i 
Afcanio,  weder  op  te  rechten,  jae  foo  ver-i 
re ,  dat  fy  alle  dagen  brieven  met  malkan- 
der verwiflblden ,  al  het  welcke  my  Bea- 
trix te  kennen  gegeven  heeft  $  zijnde  in- 
der  waerheyt  een  dwaes  beftaen ,  brieven' 
van  die  te  ontfangen ,  die  ons  al  de  on- 

ruft 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ruft 


ARCADIA. 

huys 


401 


ifl  ons  huys  veroorfaeckte.  Even 
•}  wel  hun  onderling  verftandt  is  niet  t'ce- 
emael  ydel  gewecft  j  want  het  is  feeckcr 
at  Profper Caflandra feer  beminde,  en 
/(fonder  het  voorval    van  dien  vaften- 
"avondt)fy  hadtfoo  veel  machts  over  de 
-eert  van  dien  Jongen  Ridder,  dathyde 
iacck  tegens  ons  vcrvolghdc,  meer  om 
iwel  traers  wil ,  en  het  ooge  te  vullen  ,  als 
mhet  fclve  tot  het  uytterftc  eyndete 
rengen.  Jae  felf  dien  avont,  wanneer  dit 
ongeluck  voorviel ,  hadt  hacr  Profper  een 
gelpeel  belooft,  waerover  ly  noch  wel 
eenige  dagen  dacr  na  in  een  vaft  gevoelen 
bleet,  dat  het  Profper  was  geweeft ,  die 
ons  footreffeli  jck  vereert  hadt.  Maer  ick, 
die  voor  mijneygen  oogen  defen  onbe- 
kenden foo  veel  wonders  fagh  doen  ,  om 
het  leven  vanonfen  Vader  te  befcher- 
men  ,  en  twee  of  dry  wonden ,  voor  iülcïC 
een  Edel  beftaen,  ontfangen ,  was  beter  van 
dien    Werck-mecfter   vei  feeckerr.  Sy 
evenwel, op  dit  vermoeden,  heeft  een  brief 
aen  Profper  g>  fchreven,  vervult  metduy- 
fent  danckleggingen  voorde  Muiijck, 
dacrhv  hacr  mede  vereert  hadt,  en  voor 
debyfonderedienlr ,  dewelckefy  van  hem 
ontfangen  hadt.    Pi  ofper.gelijck  hy  feer 
vinnighen  keteloorigh  is,  duydeditals 
een  verwijt ,  als  hadt  hy  lijn  beloften  niet 
gehouden  ,  en  te  Hap  gv weeft  om  Mare 
Aurelio  te  befchermeni  waerover  hy  fich 
niet  eens  gewaerdighde  haer  te  antwoor- 
den, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4o2  DORTSCHE 

den.   Sy  geloofde  dat  hy  de  gelegentheyl 
niet  hadt  gehadt,en  dat  fijn  wonden  hen» 
fulcks  verhinderden  ,  over  dewelcke  fyii!j 
haer  feer  bekommerde.   Maer  fy  was  wel  1 
verbaeft ,  wanneer  fy  des  anderen  daeghsJx 
foo  als  fy  aen  de  galderye  was(daer  fy ,waivlir 
neer  den  gemeenen  gangk  daer  voorby  I 
valt,gelijck  ghy  weet,  gewoon  is  g©4 
duurighlijck  te  verfchijnen)  Profper  fagh* 
uyt  fijn  Karoffe  treden  ,  om  in  die  van  den* 
Hartogh  van  Palliane  te  gaen ,  en  te  diena* 
eynde,  dat  gantfche  begrijp  van  de  plaeMi| 
over  moeft,  dewelcke  is  van  de  fonteyne  at  f 
tot  aé  het  Paleys  van  de  Galucci,fonder  daibj 
hyeenmael  fijnoogen  nae  onfe  Galderyè 
gewcerdighi'e  op  te  flaen.  CalTandra  wari 
feer  verwondert,  fiende  dathy  niet  ga* 
ouetft  was,  en  dat  hy  niet  eens  de  moey  ter 
hadt  willen  nemen  vaq  haeraen  tenen?* 
welcke  twee  omftandigheden  hacr  feei^ 
ontruften  ,  fiende  dat  fy  Profper  genoegbrt 
iaem  verloren  hadt.    Evenwel ,  om  difci 
verlies  door  een  andere  winft  te  verfoe  i 
ten,  liet  fy  haer  oogen  met  meerder  gunfiil 
als  voorheenen  op  OcTavio,  Neef  van  der 
Graef  de  Berilli ,  gaen,  'die  niet  naliet  dg 
voordeel  aen  te  nemen  i  maer  defeeemgl } 
onderfcheyt  vindende  tuflchen  haered 
my,  liet  fijn  eerfte  buyt  varen,  en  beftondtf 
my  met  fijn  geduurigheydt  moeyelijck  t 
vallen  j  en  beantwoorde  de  loncken  v 
onfeSufter  niet  anders  alsby  geval, 
fulcks  wel  haeft  vcrmerckende ,  en 

da 


:  j 


ARCADIA.  405 
daerom  niet  re  beter  willende,  viel  van 
Ijfctefe  keur  weder  op  een  ander  ,  nament- 
Bijck  op  Horatio  ,  een  Edelman;  maer  van 
•  een  middelmatigh  verftandt ,  en  van  wey- 
uiigh  belang.  Dele  was  delaetfte  daer  fy 
•diaer  oogen  op  verte ,  en  al-hoe- wel  fy  het 
in  het eerftc  alleenigh  deedt ,  om  door  de- 
Ifelve  het  getal  van  hareminnaerstc  ver- 
meerderen ,  foo  weet  ick  niet  hoe  het  by 
Égekomcn  is ,  dat  fy  hem  ten  laetften  met 
(goeden  ernrt  heeft  begonnen  te  bemin- 
nen ,  en  te  vergeten  al  de  gebreecken  die 
fy  terrtont  wel  in  hemkonde  bemvreken. 
Dit  felve  wiert  foo  groftelijek  van  de  zijd® 
van  CaiTandra  gedaen,  en  met  fulckeen 
delhey  t  van  die  van  Horatio  ,  dat  de  ge- 
leelebuurtc,)  \  de  gehecle  Stadt  de  mondt 
:  vol  hadt ,  van  dat  iich  Cartandraibobefet 
alle  avonden  aende  galdery  liet  vinden, 
3  'daerfc  te  beter  gelegentheyt  toe  had,  om 
'dat  noch  onfe  moeder,  noch  ick  ,  geduu- 
rende  Vaders  lieckte,  nauwelijcks  van  fijn 
Jedde  gingen)  en  de  groeten  van  Horatio 
foo  dickmael  omring  ,  die  anderiins  noyt 
rnenlienlijck  wasgcwceli  ,  als  door  deko- 
ilclijckheyr  van  lijn  ircvolgh  j  dewelcke 
•  liy  vaft  vermeerderde  ,  na  dat  hy  Ach  die- 
per in  de  genegenthcyt  van  Caflandra 
~*agh  indringen  ,  het  welckc  foo  bl ijcke- 
ijekwas,  dithyduyfent  teeckt ncn  van 
jiiaergunrtin  handéhad;  Evenwel  daer  na 
•wederom  bedenckende,  hoe  grooren 
voordeel  Profper  boveji  Horatio  hadt ,  be- 

tooa- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4o4       DORTSCHE  '\ 
toonde  fy  genocghfaem  r  hoe  gaerne  fy 
geilen  hadt,dat  die  eenighleedtwefen  van 
fijn  voorgaende  onftantvaftigheydt  ge- 
toont  hadt ,  jae  foo  verre  dreven  haerdefe 
gedachten  ,  dat  fy  befloot  weder  aen  hem; 
tefchrijven,  gelijck  fy  deedt,  gevende 
den  brief  aenonfe  Gouvernante  Beatrix; 
dewelckc ,  een  regentin  hebbende  in  den 
handel  van  Caflandra ,  in  de  placts  van  die 
te  doen  behandgé  aen  Profper,  defelve  my 
in  handen  fteldc ,  met  verhael  van  al  haer  i 
fotternyé,  te  meer  .dewijl  fy  door  de  milt- 
dadigheyt  vanHoratiotot  fijn  voordeel  in- 
genome  was.Dcle  brief  was  vol  van  klagh- 
ten,  enbefchuldigingen,  tegen  onfe  moe- 
der  en  mv,die  fy  gaerne  van  alles  de  fchult 
fou  hebben  willen  geven ,  en  voorts  met 
feer  verbindende  wuorden  vervult,  om 
Profper  al  foo  weder  te  w  innen.   Maer  ick 
bevant  my  wel  verbaeft,  wanneer  Beat  rij 
my  des  morgens  daer  aen  weder  een  ande- 
ren brief  ter  handt  ftelde,  foo  vol  van 
{aecken  vaneenrafend  gevolgh,  dat  ick 
voor  my  nam ,  onfe  moeder  daer  van  acr 
te  fpreccken  .  naedat  ick  het  goet-vinden 
van  Don  Artal  daer  over  fou  gehoort  heb 
ben  ,  aen  de  welcke  ick  denbrief  fandt  | 
maer  de  antwoort  die  hy  my  fchreef ,  ont 
ftelde  my,  want  hy  liet  my  weten ,  dai 
kk  hem  noodtfaeckelijck  middel  moft  ge 
ven  om  my  te  fpreecken,  alfoo  hy  foo  veei 
aengaendedie  faeckmet  my  te  handeleii 
had  »  dat  het  hem  niet  mooghlijck  was 

d< 


I 

I 


4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


40f 


de  felve al  te famen  in  fijn  antwoort  in  te 
Lfluyten.  Hoe  wel  my  fulcks  feer  bekom- 
Jinerde  (alfoo  ickeen  groote  alkeer  hadt 
f.yets  tegen  het  bevel  van  mijn  Vader  te 
Jooen  ,)  evenwel  de  verfecckertheydt  de- 
rwelcke  ick>van  fijn  geregelrheyt  hadt ,  en 
'.het  belang  van  de  laeck  ,  deden  my  daer 
xtoe  verftaen ,  invoegen  ick  hem  toeliet  in 
nonfen  Hof  te  komen,  op  dewelcke  het 
kleyne  Cabinet  uytkomt,  aeneenveyn- 
fter  dewelcke  wel  met  traliën  befet  is ,  ge- 
lijck  ghy  weet.  Defe  Dochter ,  dewelcke 
"Jghy  tegenwoordighnochby  my  fiet,  en 
*i*  van  wiens  getrouwigheydt  ick  my  ver- 
feeckerde,  fonder  daeroyt  berouw  van 
gehadt  te  hebben ,  braght  hem  felve  de 
Sleutels  van  de  kleyne  poort  van  onfèn 
hof ,  die  achter  d  ie  van  de  Iefuiten  komt , 
meteen  wel  bezegelt  briefken ,  door  het 
welcke  ick  hem  beval  niet  te  laten ,  fich 
daer  omtrent  middernacht  te  laten  vin- 
den. De  y  ver  dewelcke  hy  hadt  om  my  te 
gehoorfamen  ,  en  de  groote  begeerte  om 
'  tny  te  fpreecken ,  was  de  oorfaeck  dat  hy 
een  halt  uur  vroeger  quam.  Engelijck'er 
tegenwoordigh  een  prieel  dicht  by  het 
felve  veynfter  is, begaf  hy  fich  daer  onder, 
om  te  beter  bedeckttc  zijn  i  alhoewel 
den  nacht  alreedtsdoncker  genocghwas. 
Maerhyhadt  daer  geen  vierdendeel  van 
een  uur  geweeft ,  wanneer  hem  dacht  ye- 
mandt  van  de  zijde  van  de  andere  poort  te 
hooren  komen :  hy  daer  op  naerftighlijck 

toe- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4o6  DORT8CHE 
toe-luyfterende,  bemercktc  dat  hy  niet be-  j 
drogen  was,  alfoo  hy  hoorde  fpreecken,  a  : 
endaer  doorbemerckte  datfe  met  hut  Ir 
bey den  waren .  Defe  vocghden  fich  eyn*  i  :i 
delijck  neder  even  buyten  het  prieel ,  op  I 
de  groene  fit-plaetfen  die  daer  ftaen ,  wan-«i 
neerliy  hoorde,  dat  een  van  beyden  alduswr 
tegen  lijn  macker  fprack  :  Wat  aengaetltf 
Beatrix  ,  die  weet  ick  wel  dit  geheel  voor»; 
11  is ,  maer  wat  Caflandra  belangt ,  ick  fovtm 
niet  konncn  gèlooven  dat  fy  my  haet ,  ofl: 
foo  veel  veracht  als  ghy  my  feght.  Indien ir 
fy  noch  foo  veel  voor  u  is,antwoorde  de  an-» 
der,  als  fy  de  laetfte  reyfe  was,  wanneer  ick  1: 
haer  op  defe  plaets  fprack ,  fult  ghy  won 
derlijcke  dingen  hooren ,  en  ghy  fult  vq^ 
bonden  zijn  te  be^jden  ,  dat  ick  geen  be* 
drieger  ben ,  en  gelijck  ick  u  hier  niet  heb  if. 
doen  komen ,  als  om  u  te  doen  ver  ftaen ,  f 
hoe  verre  ick  met  haer  ben,ten  eyndc  ghy  1 
my  niet  hinderlijck  zijt ,  in  het  voorne-  m 
men  dat  ick  heb  haer  te  trouwen,  foo  bid-  1 
de  ick  u  oock  uw  woort ,  het  welcke  ghy  ij 
my  foo  menighmael  gegeven  hebt  (van  u  1 
te  matigen,  indien  ghy  y  ets  hoort  data  ■ 
moght  mifhigen,)  te  willen  nakomen,  en  f 
daervan  nicmandt  kenniiTete  laten  heb- 
ben. Don  Art  al  merekte  wel  aen  de  ftem  m 
van  defe  laetfte  dat  het  Horatiowas,  die  tl 
hy  fomwijlen  by  den  Onder-koningk ge- 
ilen had  :  maer  den  ander  was  hem  t'eene-  | 
mael  onbekent ;  en  het  geen  hem  alder-  -"•  j 
meeft  quelde ,  was  dat  de  fel  vc  veynfter ,  1 

de-  f 


ARCADIA.  4o7 

'jitewelcke  ïckgekofen  hadt,  om  hem  te 
^f  preecken  ,  defelve  was  daer  Caflindra 
h.-Ioratio  te  woort  fouthen.    Sy  evenwel 
¥%uam  niet;  want,  tot  haer  groot  ongel  uck, 
iluliablijvende  langindc  kamervan  Dia- 
,  ia ,  daer  fy  by  fonderc  forge  voor  droegh , 
'  i^af  my  verlof  om  nadc  mijne  te  gaen.  Soo 
naett  dan  als  het  tijdt  was ,  beval  ick  mijn 
nCamcnier  my  te  vergefelfchappen  ,  niet 
«ayillende  dat  my  Artal ,  op  lulck  een  onbe- 
•ia.tramelijcke  uur  en  plaets ,  fonder  getuy ge 
iT.rlétenfpreecken  fou.  Wanneer  ick  nu  aen  de 
::ralie  gekomen  was,  met  lbo  weynigh  ge- 
rucht alsmy  mooghlijck  was,  hoewel 
r^iet  fonder  hart-kloppen ,  en  fulck  een 
>ntfteltenis  als  ick  u  niet  fou  konnen  uyt- 
Irucken,  vraegde  ick  al  bevende:  zijtghy 
!  daer  ?  Don  A  rtal ,  die  nader  by  my  was  als 
ie  anderen,  kende  terftont  mijn  ftemme , 
maer  hy  derfde  my  nier  antwoorden  ,  om 
.dat  de  andere, die  tegen  ru-m  over  wiren  , 
ihem  fouden  gehoort  hebben.    Maer  als 
Horatio  op  dat  fel  ve  oogenhfick  tegen  den 
tnder  feyde  (die  hem  rtillekens  yets  ge- 
rraeght  hadt)  en  dit  foo  luyde ,  dat  ick  en 
Don  Artal  fulcks  lichtclijck  vermiert  kon- 
:ien  :  Men  fou  tegenwoordigh  binnen  Na- 
pels weynigh  dencken  ,  dat  Profper  in  het 
niuysvan  Mare  Aurelia  is.  Was  het  geen 
.  wonder  dat  wy  beyde  vcrbaelt  waren? 
'Don  Artal  heeft  my  naderhandt  wel  ge- 
Teght,  dat  fijn  ccrlrc  beweging  foodani- 
'gen  gramfchap  was ,  dat  hy  mocy tens  ge- 
noeg h 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Ao8  DORTSCH1 

noegh  hadt,  fich  fel  ven  te  wederhoudeaBfoï 
Tan  hen ,  op  het  aldcrongelegentfte 
tetaftem    Maerbehalven  hetgevaer^Bèt 
hy  felf  fou  geloopen  hebben,  foufulcijBCi 
gedient  hebben  ommy  t'cenemael  te  be- 
derven. Derhaiven  hy  oordeelde  beter  te  ü  : 
asijn,heteynde  vanfulckecn  wonderlijck  ;  i 
Toorval  te  verwachten ,  van  meening  i 
zijnde  ♦  indien  ick  de  tweede  mael  quara  * 
te  roepennende  andere ,  het  felve  hooren-  a 
de,  aendeveynfterquamen,  hen  alsdan»: 
ten  te  taften  ;  fiende  geen  ander  hulp- 1»  : 
middel  voor  het  onfchouwelijck  ongeval*  i 
het  welcke  myfou  hebben  bevallen,  inJ. 
dienHoratio  enProfper  my  hadden  ko-  * 
men  te  kennen.  By  fich  fel  ven  overleg) 
gende,  dat  fv  niet  fou  den  dencken  dat  eer  3 
man  alleen  hen  fou  derven  aentaften ,  er 
derhalven  vermoeden  dat  'er  meer  waren  t  i 
waer  door  fy  miffchien  de  vlucht  foudeni  j 
nemen.   Maer  hy  maeckte  te  vergeefs  diiji 
befluyt,  wantgelijck  ick  voor  als  doe  ee- 1 
nighfinsde  faeck  bevroede ,  nam  ick  eer  s 
voornemen  wederom  te  keeren ,  gelijcl  ( 
ick  deedt,  zijnde  meer  als  een  uur  verftre  j 
ken,  fonder  dat  fich  Caflandraaldaerlid  ! 
vinden.  De  onderhandeling  van  Profpei ; 
eyndighde  in  fpotternyen,  in  fulcker  voe-  j 

fen,  dat  hy  tegen  Horatiofey  de,  dat  fijn 
ewijs  flecht  uy tgevallen  was  *  dcfe  daei  i 
entegen  verfocht  hemden  naeften nacht: 
weder  met  hem  daer  te  willen  komen  •  cmi 
dat  hy  bliick  van  alles  fou  fien,  Mae* 
'  Pro» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  40^ 
?rofper ,  voegende  by  lijn  Boerteryen  ee- 
nge  ernftige  woorde,  fey  de  hem  wat  har- 
ler  en  wat  fcherper  :  dat  hy  voortaen 
Daflfandra  in  fijn  kouteryenen  labberyen 
iniet  fou  hebben  te  vermengen,  en  daer 
i/mede  opftaende,  begaven  fy  fich  van  daer , 
fonderdat  hen  Don  Artal  volgen  wilde, 
die  daer  op  weder  aen  de  veynfterquam  , 
5  maer  teroorfaeck  van  de  diepe  ftilfwij- 
:  gentheyt  die  hy  daer  vandt ,  na  dat  hy  vier 
of  vijf  mael  gerucht  aen  de  glafen  ge- 
maeckthadt,  oordeelde  hy  wel ,  dat  ick 
vertrocken  was,  gelijckhy  medegingk 
doen,  nemende  fijn  wegh  naede  kleyne 
poort,  dewelcke  hy  achter  iich  toefloot. 
Hywas  foohaeft  niet  op  de  itraet,  ot  hy 
hoorde  een  groot  gerucht,  omtrent  de  an- 
r  dere poort: de nieufgierighcyt drong  hem 
-  fichdaerwaerts  te  begeven  ,  nemende  fijn 
geweer  bloot  in  de  handt ,  uy  t  vreefe  van 
: :\  overvallen  te  worden.   Hy  was  geen  vijf- 
Stigh  treden  voortgegacn ,  wanneer  hy  etn 
xmenfch  gewaert  wiert ,  die  door  lijn  vaer- 
^digenloop  ,  deedtblijcken  ,  dit  hy  vluch- 
tte, cnwaerlijck  hy  bedrocgh  fich  niet. 
{Hy  greep  hem  ftoutelijck  by  den  arm  ,  011 
^  vraeghde  hem  :  wie  zijt  ghy  ?  De  andere , 
afeer  verbaelt zijnde ,  antwoorde al  beven- 
de :  lek  ben  Horatio,  ick  bidde  u  ,  het  my 
;aen.    Don  Artal  als  doe  fijn  Hem  veran- 
lerende,  feyde  dat  hy  hem  fou  tóen  gaen, 
henhy  hemde  waerheyt  vandeïaeck 
Sooais  Profperen  ick  van  een  be- 
S  fchey- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


,to        D  O  R  T  S  C  H  E 
icheyden  placts  quamcn ,  antwporde  Ho-IM 
f  atio ,  qium  de  wacht  by  geval  daer  voor 
bf ,  dewelcke  eenigh  gerucht  op  de  muur^ 
hoorende  ,  fichdaer  onder  gereedt  ftelde  M 
Profper,  diedeeerfte  met  een  ladder  van«i 
koorden  af  klom,  geraecktein  nunhanjfc 
Óen  i  ick  nam  mijn  tijdr  waer ,  dat  l  y  een 
ihick  weeghs  daer  van  daen  war.n  ,  en> 
geraeckte  met  het  grootfte  geluck  ter| 
werelt  vry.    Don  Artal,  fiende  data» 
fnoodthey  t  van  Horatio  foo  groot  was  lüM 
het  verlaten  van  fijn  vrient,  als  in  het  ver-  , 
raden  van  fijn  MeeftreiTe,  fettehemnet 
geweer  op  de  ftrot,  en,  fich  veynleno©  j 
▼emant  van  Profpers  maeghfehap  te  xijn,  j 
Sreyehde  hem,  op  de  eerfte  ontmoeting 
den  beek  tebreccken,  indien  hy  oyteeip 
woort  fprack ,  van  het  geen  hem  gebeurt 
was.  Horatio,  die  hem  uyt  vrees  wel  veell 
meer  fou  belooft  hebben,  om  uy  t  fijn  han- 1 
den  te  geraecken ,  i  woer  hem  fulcks,  cal 
los  zijnde,  beftondt  uyt  al  fijn  macht  tel 
loopen.    Don  Artal  vervolghde,  fijnen 
wégh ,  maer  hy  fagh  van  verre ,  dit  den 
Hopman  van  de  wacht ,  hebbende  eenige  | 
keeriTen  inde  lantaernen  doen  onrttecc. 
ken,  die  de  wachters  droegen.  Pro  ipei: 
kennende  wiert,  en  hem  tegen  fijn  danc* 
tot  fijnent  braght.    Don  Artal ,  dit  gelie, 
hebbende,  begaf  fichoock  na  hjyjg| 
«nek  fich  teraft  leggen.  OflJlWW 
faefhswas  het  gerucht 
<loordegehceie  Stadt  verfpreyt , 


ARCADIA. 


Profper  de  wachters  te  vergeefs  hadt  be- 
laft tc  1  wijgen ,  \  zy  dat  hy  felve  niet  leer 
lorghvuldigh  was ,  om  de  eer  te  bewaren 
vandefe,  dewelckc  hem  foo  ongetrouw 
was,  'tzydathy  iïch  op  dele  wij  ie  over 
i  Mare  Aureho  wilde  wreken  ,  in  het  lalte- 
oren  van  een  perfoon,  dewelcke  hem  foo  na 
■Ibeltondt  :  In  voegen  dat  eenige  van  onfe 
i  vrienden  Ludovilio  daer  cerlt  kenniire 
i  van  hebben  gedaen ,  andere  van  geii  jeken 
We  Moeder ,  die  fich  verfeeckert  hielt 
ivan  Callandras  onnoofelhey  t ,  voorna- 
ïmenthjck  voordien  nacht,  nademael  Cv 
by  haer  geüapenhadr.    Evenwel  vandt 
llygeraden  onlen  Vaderte  kennen  tece- 
niren ,  wat  'er  van  onfe  Sufter  gefproocken 
j  vierdt ,  om  te  fien  wat  middel  men  tegens 
l  le  laltering  van  Profper  fou  konnen  in  het 
-:jverck  ftdlen.    Vader  de  faeck  met  Lu- 
oviho  overgeleght  hebbende,  befloten 
leiede  laeck  ten  naullen  teonderfoccken, 
rndoor  het  gefaghdatons  nuchoverge- 
•»  >leven  was ,  den  Mopman  van  de  wacht, 
fijn  vo!c:k  ,  gedrongen  zijnde,  de  waer- 
eydt  te  belijden  ,  was  men  wel  vcrwon- 
rt ,  dat  hun  gec  uy^enis ,  met  het  eerfte 
recht,  dat  Ludovilio  daer  van  gekregen 
adt,  overeen  cju.mi.    V/u  my  belanit, 
e  niet  als  te  veel  van  de  waerheydt  ver- 
kert  wa;,ick  deedt  mijn  uytterftó  beft  re 
■«hinderen,  dat  de  faeck  foo  levendigh 
Jiet  aeng-dreven  wierdt ,  uy t  vreeie ,  dat 
oien  moght  komen  te  ontdccken ,  dat 

s  *  Don 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4I1        D  ORTSCHE 
Don  Artal  den  fel  ven  nacht  oock  in  onfe 
Hof  was  geweeft.    Ondertuffchen ,  ee 
van  defe  wachters,  zijnde  door  onfe 
Vader  met  geldt  bekoort ,  verhaelde  me 
alleen  hoe  het  werck  by  gekomen  «ras 
niaer  voeghde  daer  noch  by,  dat  den  felve; 
Don  Artal,  hem  het  leven  befcherm 
hadt,  op  dien  nacht,  wanneer  hy  en  Lud 
vifio  in  fulck  gevaer  (tonden  van  ve 
moortte  worden,  oock  dat  vanProfper^ 
behouden  hadt.    Mare  A  urelio ,  die  ovef* 
defe  woorden  fich  meer  ontftelde ,  als  hy, 
wel  liet  blijeken,  vraeghde  hem  hoe 
fuicks  mocht  by  gekomen  zijn ,  dat  Dor. 
Artal  hem  fulck  een  hylonderen  dienft  ge- 
daen  hadt.   Ick  behoor  daer  beter  kennn 
van  te  hebben ,  antwoorde  den  wachter  «j 
als  yemandt  ter  wcrelt ,  want  ick  was  eeri 
van  de  trompetters  (dewijl  ïckin  die  gej 
leeenthey dt  een  Dienaer  van  de  ftadt  ben  i 
dewelckeDon  Artal  op  dien  avondt  vooï 
fijn  Karos  deedt  blafen .   Hy  betaelde  onj 
des  morgens  dry  dubbel ,  op  voorwaerd.i 
dat  wy  niemandt  fouden  te  kennen  gcvei 
dat  hy  die  was  geweeft ,  alfoo  hy  niet  be 
geerde  dat  men  wift  dat  hy  binnen  Napel 
was.  Gelijck  hy  oock  des  anderen  daegh 
wederom  terftont  nae  fijn  oude  ver bhjt 
plaets  vertrocken  was.  Op  defe  wijle  wier 
de  bewefen  dienft  van  Don  Artal  beken 
geraaektOnfen  Vader  liet  dé  wachter  p< 
hem  heboende  meer  gegeven  als  hy  hen 
belooft  hadt,  op  voorwaerde dat  hy  her 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  4, j 

trouwer  tnhet  fwij gen  fuu  zijn  ,  alshy 
Don  Art*]  geweeft  hadt.    Dit  braght  een 
r  wonderhjcke  onovder  in  den  geeft  van  on- 
'  fen  Vader,  de  welcke  fich  aen  de  eene  zij- 
de foo  blijckelijck  aen  Don  Artal  vcr- 
fchuldight  fagh,  en  aen  de  andere  zijde 
fich  feer  tegen  hem  mifnoeghdc,  om 
dat  hy  Profper  te  hulp  gekomen  was ,  die 
hy  altoos  deoorlaeck  van  al  ons  ongeval 
noemde,  Ludoviiio,  die  hy  lijn  hart  vry- 
moedighlijck  gcopent  had,  nam  de  faeck , 
metgoet  geluck  voor  Don  Artai  enmy 
aen,  enftelde  fich  alfoo  tegen  deeerfte 
driften  van  onfen  Vader,  dicalhetgoet, 
dat  hy  van  Don  Artai  ontfangen  hadt , 
niet  Jioogerab  een  faeck  by  geval  ge- 
fchiedt  wilde  achten.  OndcrruiTchcn 
Beatrix  feer,  ter  oorfaeck  van  cenige  mif- 
handeling  ,  op  Sufter  CalTandra  geftoort 
zijnde,  fteldeonfe  Moeder  noch  twee  of 
dry  brieven  van  defelve  ter  handt;  uyt 
dewelcke  fy  genoeghfaem  bemercken 
.konde  ,  dat  fy  aen  alles  fchuldigh  was. 
.'Oordcel  wat  onorder  iulcks  in  ons  huys  te- 
wege  braght ,  en  in  wat  een  wanhoop  fich 
Xaffandra  ingewickelt  fagh;    Sy  ,  die 
1 1  hooghmoedigh  en  fier  is,  feheen  fich  mc- 
mighmael  het  leven  te  willen  benemen, 
\fy  fchreyde,  trock  haei  Juyr,  en  wilde  van 
ihonger  ftervcn :  haer  f  inert  was  ioo  groot 
t'dat  fy  voornam  in  een  kloofter  tegaen. 
(OndertufTchcn ,  vindende  onfe  eer  op 
ifulck  eenwijfe  door  Pro/per  bclcdight, 


o  3  dacr 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4i4  DORTSCHE 

daermen  inltalien,  en  voornamentlijck 
tot  Napels,  gelijck  ghy  weet,  fich  feer  aen 
bindt ,  dacht  men  t'onfent  niet  anders ,  als 
fich  mettertijdt  dacrover  tewreecken, 
wanneer  Ludovifio ,  tot  onfer  allerdroef- 
heyt,  kranck  wiert,  en  korts  na  fijn  fieckte 
quam  te  fterven,  nadat  hy  fijn  Dochter 
Diana  onfe  Moeder,  als  haer eygen ,  be- 
volen hadt.  Waerlijck  dit  hielt  de  goede 
voortgangk  van  onfe  faecken  niet  wey- 
nigh  te  rugge,  foo  dat  ons  lmys  fich  weder 
ineen  nieuwe  ongeruftigheydt  bevandt, 
dewclcke  noch  niet  weynigh  vermeer- 
dert wiert ,  door  de  wanhopige  fmart  van 
Caflandra ,  die  fich  fclven  in  het  Kloofter 
der Carmeliten  Nonnen  gingk  werpen, 
fonder  yemandt  van  ons  haer  voornemen 
te  kennen  te  geven .  M  aer  al  defe  fwang- 
heden  wierden  haeft  vergoet,  door  de- 
pocde  plichten  van  Don  Pedro,deweIcke 
fich  tot  noch  toe  niet  opcntlijck  voor  ons 
hebbende  willen  verklaren ,  ten  laetften , 
aeneemcrekt  de  gerechtigheydt  van  onfe 
faeck  ,  en  dc  hoogc  achting ,  dewclcke  hy 
van  onfen  Vader  hadt,  fich  ten  laetften 
t'eencmael  aen  onle  zijde  voeghde.  oe 
Kick  oock  al  de  Spicnfchc  Heeren,  di 
iv  h  als  doe  binnen  Napels  bevonden 
Mare  Aurelio,  onfen  Vader,  lou  de onrede 
liickftedactvande  geheele  werelt  ge^aen 
hébben ,  indien  hy  defe  weldaet  met  hadt 
foecken  te  vergelden.  Ondertuflchen 
toonde  den  Onder- koningk  aen  Don 

Pedra» 


-sa 


ARCADIA.  4t? 
•  >  Pedro  een  brieft  dewelckc  hy  van  Don  Pe- 
rez  ontfangen  had,  uyt  de  welcke  bleeck , 
boorde  verbindende  rtijl  van  den  felven 
Heer,  die  fulcks  uyt  des  IConings  nacm  ge- 
fch reven  had t ,  dat  Don  Pedrod'Avalos , 
niet  alleen  degunfl:  van  den  IConingk  we- 
der bekomen  h adr,  maer  dat  hy  al  de  hope 
van  de  we  relt  hadt ,  dat  hy  weder  fou  ko- 
men in  fijn  oude  ftaet  enbefit,  beneffens 
i  de  oudegemeenfaemheyt  by  den  Konink, 
1  Dit  gerucht  des  anderen  dacghs  door  de 
g  geheeleStadt  verfpreyt  zijnde ,  wilde  on- 
\  fen  Vader  geen  fins  in  gebrcecke  blijven  , 
hem  daer  gcluck  mede  te  komen  wen- 
ïï.  fchen ,  en  fich  met  hem  ,  over  foo  goeden 
id  boodtfehap  te  verheugen.    Toen  was  liet 
b  dat  Don  Pedro  al  fijn  welfprceckentheyt 
3  enwijfheyt  in  het  werek  (lelde  ,  om  Va- 
b  der  te  bewegen  Don  Artal  voor  fijn 
\  fehoon-foon  aen  te  nemen,  hem  vertoc- 
i  nende  dat  hy  door  die  vermaeghfehap»- 
{  ping  niet  minder  als  een  grooteftutin  fijn 
i  faecken  verkrijgen  konde ,  zijnde  Don 
v   Artal  een  wijs ,  dapper,  en  rijck  Ridder, 
r  waer  over  genoeghfaem  tc  oordcclcn 
r   v/as ,  dat  fijn  M  \jd\cy t  fulck  een  perfoon 
niet  Tonder  bediening  ibu  laten.  Mare 
Aurelio  antwoordt  daer  niet  een  woordr 
op ,  het  welck  een  goet  teccken  voor  Don 
Arral  was :  want  ghy  weet  wel  dat  hy  om 
niemants  wil  fou  laten  een  facck ,  die  hem 
f  tegenlhet ,  te  wcderfprceckcn  :  maer  de 
acnkomft  van  den  Onder* koningk  braght 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


416  DORT8CHE 
de  faeck  volkomen  teneynde ,  dewelcke ,  jj 
uy  tlaft  van  den  Koningk ,  Don  Pedro  fij  n  I 
wederroeping  gingk  te  kennen  geven  , 
het  welcke  hymet  al  de  vereyfebte  om- 
handigheden  deedt ,  tot  groote  eer  van 
Don  Pedro.   Don  Artal  en  de  andere 
Spaenfche  Heeren,  verfelfchapten  hem  in 
defe  aenfpraeck,beneffens  de  voornaemfte 
vrienden  van  de  Colonnen.   Wanneer  hy 
fijnlaftoverluythadtuytgevoert,  fprack 
hyeen  wijl  met  Don  Pedro  inhetbyfon- 
der,  en  fichdaer  opkeerende  nae  onfen 
Vader,  vraeghdehem,  of  hy  den  derden 
in  defe  gemeenfaemheydt  niet  geliefde  te 
verftrecken.   Sy  flooten  fich  met  hun 
dryen  ineen  Cabinet,  de  welcke  aende 
zaelvaft  was,  daer  fy.niet  uyt  quamen, 
voor  en  aleer  ons  houwelijck  gefloten 
was ,  het  welcke  terftont  door  den  Onder- 
koningk  al  de  tegenwoordige  Heeren  aen- 
gedient  wierdt,  die  Don  Artal  met  groote 
bliidtfehap  by  mijn  Vader  braghten.  Hy 
ontfinghem  met  foo  veel  genegentheydt 
en  gunft ,  als  hy  hem  tot  noch  toe  koel- 
beyt,  getoont  hadt  j  waer  op  terftondt  het 
geheele  gefelfchtpt'onfent  quam,  heb* 
bende  den  Onder-koningk  om  de  6eck 
een  heerlijcker  luyfter  te  geven,  fijn  vrou- 
we ,  beneffens  Don  Pedro ,  voor  af  gefon- 
den,  om  ons  decerfte  tijding  van  dit  be- 
fluyt  te  brengen. 

Sonder  u  langer  befigh  te  houden,  mijn 
Broeder,  met  al  de  omftandigheden  van 


ons 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARC  ADI  Ai  417 
■m  ons  Houwelijck ,  of  de  blijdtfchap  van 

•  C  Don  Artal,  lal  ick  dit  allccni^h  leggen, 
è  datonfen  vader  Mare  Aurclio  ons  fel ve  na 
i  Spaengien  begeerde  te  geleyen ,  te  meer , 

•  *  om  dat  den  Onder- koningk  belooft  hadt , 

in  lijn  aflijnde  faccken  tufleben  henun 
0  onfe  vyanden  te  bemiddelen  ,  het  welcke 
'3  beter  door  een  derde ,  in  fijn  afwefen  ,  als 

0  door  hem  felfs  in  fijn  tegenwoordigheydt 
iq  fou  konnen  gedaen  worden ,  ten  welckcn 
■  ^  ey  nde  oock  goet  ge vonde  wiert ,  dat  onfe 
T>  Moeder  tot  Napels  blijven  fou,  om  uyt 
(1  fijnen  naem  alles  te  konnen  helpen  bc- 
* n  middelen.  Aldusbcn  ick  hier  gekomen 
f>fi  met  de  Sulter  van  Don  Artal,  huys-  vrouw 
16  van  Don  Pcdro ,  en  de  fchoone  Diana ,  die 

-  den  Eerft-biflchop,  haren  Oom ,  my  tot 
9  gefellchap  heeft  gelieft  te  geven.  Dit  ver- 
y  treek  is  foo  fchielijck  toegegaen ,  dat  ick 
ï  geen  tijdt  hebbe  gehadtudaer  de  vvcte 
z  van  te  doen.  Wy  gingen  te  fcheep  dry  da- 
gen  na  ons  houwelijck  ,  en  quaracn  in  een 

1  kleyne  haven  van  Spangien ,  genaemt 
£  Laucatc  aen,  alwaer  Don  Pedro  een  bevel- 
brief  vandt ,  door  dewelcke  hem  bevolen 
wiert  den  tweede  tot  Venafqae  te  vinden, 
alwaer  wy  door  den  felven  Brief  verna- 
men, dat  men  u  alhier  fou  voeren» 

Dit  wis  net  geen  ( vervolghde  Ambro- 
fio)  Victoria  haer  Broeder  van  haer  felf  en 
haer  Houwelijck  vcrhaeldc,  met  het 
welcke  ick  befluytcn  wil ,  fonder  van  de 
gevolgen ,  dewelcke  geluckigh  fijn  gc- 

S  ƒ  weeft , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


a.,8  DORTSCtïB 
weeft ,  tot  voordeel  van  dit  huys ,  meer  te-, 
fpreecken  j  te  meer ,  dewijl  ick  vrees  door 
mijn  te  lang  verhael  u  alreedts  xnaer  al  te 
moeyelijck  te  zijn  gevallen  ,  hoe  Don  Jan 
aen  fijn  Broeder  bekent  wierdt,  vernalen. 
de  Hiftorien  genoegh ,  na  de  weickfi  ick  u, 
wijfenwil* 

JLyndt  des  vijfden  Boeckf. 


Het  VI.  B  oec  k> 

g&  Auwelijcks  hadt  Ambrofio,; 
|  |  met  de  Colonnen  en  Caraffen- 
1  gedaen,  of  fijnDwnaet  (de. 
9  tafel  al   lange  opgenomen- 
v      ,  psJP  zijnde)  quam  in  de  kamer, 
met  een  brief  aen  fijn  Heer.    Hy  defelve 
geopent,  en,  niet  fonder  van  verwe  te 
veranderen,  gelefen  hebbende,  keerde 
fich  na  Euftacchio.feggende :  Don  Carlos 
k  op  gifteren  in  den  Haegh  gekomen ,  die 
my  op  het  fpoedighfte  by  hem  verfoeckt; 
te  komen  ,  (zijnde  door  fijn  iaecken  ver- 
hindert my  te  vinden)  alfoo  hy  my  wegen 
miinBroedemoodigh  tefpreecken  heert: 
Het  doetmy  duchten,  dat  het  met  veel 
soets  is,  en  dat  dien  rouwen  gaft  my  mij- 
nen droom  lichtelijck  bewaerheyden  lal, 
Altoos/vervolghde  hy,fich  na  het  andere  | 
gefelfchap  keerende)  dit  verbindt  my  ,| 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  41$ 
óvoor  als  nu  ,  het  vermacck  van  dit  aenge- 
tnaem  verblijf  te  mifichcn.  Hctisonshar- 
[•telijcklcedt,  berechte  daer  Periander  op 
I  (geli jck  dc  andere  mede  niet  bot  waren  in 
t-bun  HofF.-lijek heden  dacr  over  te  doen) 
1  dat  ons  dar  tcgelijck  foctcn  nut  gcnoc- 
i  gen  ontnomen  wordt.  Maer  dewijl  'hc-tnu 
1  Jchijnt  foo  te  moeten  zijn,  verfoecken  wy 
r evenwel,  dat  uw  heerlijckrheyt  on3  tij- 
i  ding  van  hem  gelieft  te  laten  hooren ,  en 
i  fijn  geluck  of  ongel uck  deelachtigh  te 
'Imaecken ,  nadcmael  wy  dcfelve  niet  min- 
-der  als  onfe  eygcn  belangen  in  achting 
: hebben.    Ick  lal  in  geen  gcbreecken 
i  blijven,  antwoordc  den  Italiaen,  of  inper- 
foon  ,  of  door  brieven  ,  van  mijn  faecken 
dit  al  waerde  gefelfchap,  of  voor  hen  allen 
den  Heer  Periander ,  kenniffe  te  doen  heb- 
ben.   Daer  op  belaftc  hy  fijn  Karos  te 
vervaerdigen  ,  terwijl  men  noch.  een 
dronck  met  malkander  deedt,  en  ten  laet- 
ften  Euftacchio  omhclll ,  en  foo  van  hem, 
als  de  Jongkvrouwen,  oorlof  genomen,en 
deDienaers  van  het  huysnjR  miltdadig-- 
leydt betoont,  en  voor  het  laetften  den 
VVaert ,  en  vervolgens  het  andere  gefel- 
'fchap,  bedanckt ,  en  fijn  vrymoedigheyt , 
ucneff-ns  fijn  gehreecken  en  mis'fiagen 
;/erfc hoont  hebbende ;  wierdt  hy  door  de 
sHecrenaende  Karos  gebraght,  en  is,  na. 
arernieude  beloften  van  onderlinge  vrient- 
•Ifchap  en  onderhoudt  van  kenniffe,  voort- 
heilagen.    Eenyder  was  in  der  waerhey  t 

S  6  be<* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DOE 


I 


a*o  DORTSCHE 
bedroeft  over  fijn  vertreck ,  alfoofyhen 
feerbevalligh  enzedighin  al  fijn  doen  eal 
verkeering  gevonden  hadden ,  maer  hun  . 
'  t  rooft  was  Euftacchio,  die  hen  beloofde  1 
het  miffchen  van  Arnbrofio  te  vervullen  ,J 
en  noch  dien  dagh  op  te  ftaen ,  om  in  fijn 
plaetsde  Jongkvrouwen  te  dienen,  alloo- 
het  hoogh  tij  dt  was,  fich  van  de  betaling, 
van  de  dienft  van  haer  genoten ,  te  ont-j 
latten.  Periander  vermaende  hem  daer  irti 
niettehaeftightezijn,  fcggende,  dat'cr; 

niet  was  dat  hem  daer  toeverbandt,  dat 
lij  n  buys  en  wat  'er  in  waer  bet  fij  ne ,  eni 
tot  fijn  gebruyek  ,  en  lijn  tegenwoordig^ 
hevdt  voor  hem  het  hooghfte  genoegen 
was  i  maer,  vervolghdehy,  wie  is  dien 
Don'  Carlos ,  die  onfen  lieven  vnendt  dus 
haeftigh  by  hem  ontboden  heeft?  Een 
braef  Spaens  Ridder ,  antwoorde,  Euftac-J 
chio  ,.daer  ick  in  Spangien ,  en  Arnbrofio 
tot  Bruflel  kennis  mede  gekregen  heb- 
ben»   Die,  een  jonger  Broeder  van  den 
Graefc  Alfredo  zijnde,  dapperlijck  lijn 
fertuyn  of  celnck  door  fijn  Houwelijck 
pemaeck t  heeft .   Ick  heb  al  het  verhael 
Sytfijnmontgehoort,  en  vindèmy  ver- 
fchuldight  hetgefelfchap  hetfelve,  ter 
oorfaeck  van  de  vreemde  voorvallen  * 
medetedcelen. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  42-£ 

Vertell'mgvan  de  Gcftrafte 
Afgunfl. 

Sevilla,  die  doorluchtige  Stadt,  en 
waerdigh  hooft  van  Andalufia  >  is  de  ge- 
boorte plaets  vandefe  Don  Carlos ,  twee- 
de Soon  van  den  Grave  Horatio ,  geweeft : 
dewelcke;  ter  oorfaeck  van  fijn  aengena- 
.  men  aerdt,  aldaer  foodanigh  bemint  was , 
dat  al  die  hem  kenden ,  hem  beklaeghden 
dat  hy,  volgens  fijn  verdienden  ,  deeerfte 
erve  in  fijns  Vaders  goederen  niet  was.' 
Hyisfeer  vermaeckelijck  in  lïjnby-zijn, 
bracf  van  lijf  en  leden,  al-hoe- wel,  als 


'  .  —  -  »..„u4«wkmuwuuv.migUtU 

gefondt.  Sijn  broeder  Al fredo ,  ouder  als 
hy,  maer  veel  jonger  in  verftandt ,  en  on- 
eyndelijck  minder  in  bcquaemheden  \ 
bleef ,  na  de  doodt  van  hun  Vader ,  in  het 
befit  van  den  eertitel,  en  het  gebruyck  der 
goederen ,  en  dat  door  het  voorrecht  van 
een  eenigh  jacr.  Defen  was  van  een  afgun- 
:  ftigenaert,  het  welck,  zijnde  hy  foo  Edel 
geboren ,  by  na  een  onmooghlijcke  faeck 
icheen  te  zi  jn,  hy  was  hoovacrdigh,opgc- 
blalen  en  handelde  Carlos  meer  als 
)  een  vyandt,  dan  als  broeder,  Carlos  hadt 
'c  genegentheyt ,  fich  iclven  door  een  Hou- 
x  wtlijck  aeneen  Iongkvrouw  te  verbin- 
Iden;  dewelcke  door  haer  middelen  het 
gebreck  van  de  fijne  moght  vervullen,  en 

S  7  hem 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


w       DORTSG ff  E 

hem  alfoo  van  dc  flaverny  van  fijn  Broeder 
te  verioflen .  Met  defe  meening  fioegh  hy  •> 
fijn  oogen  op  een  ïongk vrouw,  Eltela  I 
genoemt,  Dochter  van  een  van  dc  Rijckfte- 
enEdclfte  Ridders  van  de  geheele  Stadt ,  <j 
als  die  in  Indien  geweelV,  endaer  groote 
middelen  van  daen  gebraght  hadt.  Dcie> 
Eftela  .  dusRijcken  niet  minder  fchoon 
zijnde,  was  het  aendachtigh  voorwerp 
vandefen  Iongen  Ridder,  Tonder  dathy 
evenwel  yemant  fijn  voornemen  derfde  te- 
kennen  geven.   In  het  beginfel  wierdt  hf 
meer  bewogen  door  haer  groote  midde- 
len, maer  daer  na ,  als  hy  haer  beter  befietf 
hadt ,  werckte  haer  fchoonheyt  al  ruym 
fooveel  op  fijn  genegentheden ,  als  oy#. 
haer  goederen  vermoght  hadden.  Hy* 
▼andt  geengelegentheyt  om  haer  fijn  liet-r 
de  te  kennen  te* geven  ,  al-  hoe  wel  hy  het* 
felfde  ten  alderhooghfte  wenfchte  te  mo- 
ften doen ,  om  dat  fulcksalderbequaemft 
door  middel  van  de  dienftboden  gefchiet , 
die  men  voor  eerft  de  handen  fal  ven  moet, 
daer  hy  gewilliger  als  overvloedigh  in 
was.    Des daeghs  fagh  ky  haer  wanden 
acn,  en  des  nachts  washyeenbeforghde 
fchilt wacht  van  haer  woning.  Maer 
eyndelijck  bemerekende,  dathy  te  ver- 
geefs fijn  cijdtverflect,  met  aldus  te  die- 
nen dieJiem, of  tenminften  fijn  genegent- 
heden niet  kende;  beüoot  hy  daer  van 
met  fijn  Broeder  te  handelen ,  oordeelen- 
de  dat  hy,  om  van  hem  ontflagen  te  zijn  I 
'  hem. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA:  A,lt 
em  te  eerder  tot  ee  n  houwelijck  vorde 
n  iou  ;  hy  dan  geeft  lijn  Broeder  lijn  gc- 
egcnthcdcntotEltelate  kennen,  tn  dat 
hy ,  om  haer  te  meerder  waerdigh  te  mo- 
gen zijn,  iïch  gaerne   wilde  dienen 
van  fijns  Broeders  aenlien.   AJfredo  vandt 
de  bcquame  verkiefmg  van  fijn  Broeder 
goet ,  en  beloofde  hem  als  doe  dacr  in  be- 
hulpfaem  te  zijn:  maerdaerna,  hebbende 
de   uytftecckcnde  hoedanigheden  van 
iEftela  aengemerekt,  befloot  hy  defelve 
|  voor  fich  fclven  te  beforgenj  want  gelijck 
fijn  hart  vol  afgunft  was,  behoefde  hy 
j  geen  andere  middel,  om  fijn  begeerten  op 
te  wecken,  als  dat  fijn  Broeder  haer  be- 
geerde.   Hy  dan  nam  de  gelegentheyt  de 
Vader  van  Eftela  te  gaen  begroeten ,  de 
welcke  hy  fijn  gencgentheden  te  kennen 
gaf,  en  den  ouden  man,  kennende  fijn 
(het  en  gelegentheyt,  fprack  i ijn  Dochter 
daer  oreracn,  die  fich  niet  fèer  ongene- 
gen dacr  toe  betoonde  ,  alfoo  fy  een  vrouvr 
:n  tot  het  houwelijck  niet  onwilligh 
was.  Carlos  bemerekte  dat  fi  jn  Broeder  in 
het  huys  van  Eftelagingk,  Jut  welck  hem 
ïengoetgevolgh  dedchoopen  ,  vertrou- 
wende dathy  gingk  voor  hem  verfoec- 
!cen,  het  geen  hy  hem  foo  ernftigh  afgebe- 
n  hadt;  want  een  menfehedie  felvegecn 
i/erradtry  kan  te  wegc  brengen  ,  vermoet 
IHjlcks  noyt  van  een  ander.  Ondcrtuflchen 
ontbrack  *er  geen  die  Eftela  de  groote  lief- 
de van  Carlos  tc  kennen  gaf»  dewelckc 

hco- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


414  DOKTSIHB, 
Wende  fulcks  alreedts  van  hem  verj 
klaert  te  zijn,fich  daer  over  ten  alder4 
hooghfte  tegens  hem  mifnoeghde ,  hem' 
befchuidigende  van  ongeregeltheyt ,  die 
wetende  de  gelegentheyt  van  fijn  Broeder, 
omtrent  haer  verfoeck ,  fich  felven  lbo 
fottelijck  daer  tegen  derfde  ftellen.  Op 
defe  wijfe  gingen  de  twee  Broeders  vaft  in 
hun  liefde  voort,  hoe  wel  onderfchey- 
dentlijck  ingeluck:  wantCarlosbemnv* 
de,  zijnde  bedrogen  van  fijn  Broeder ,  en 
Alfredo  hebbende  de  guuft  van  Eftela. 
Carlosondertuffchen ,  bemerekendeoog- 
fchijnelijck,  van  haer  veracht  te  zijn » nam 
voor  mondelijck  met  haer  tefpreecken, 
enuythaer  fel  vete  verftaen,  waeromfy 
hem  foo  ftrengelijck  handelde.  Carlos  dan 
bevandtfich  opfeeefceren  nacht  omtrent 
haer  veynfter ,  daer  fy  de  fcomft  van  AU 
fredo  verwachte ,  om  hem ,  fonder  meer 
getuygen,  als  de  ftilfwijgende  nacht ,  te 
fpreecken;  want  fy ,  fiende  dat  hy  fijn  ver- 
loeck  met  allen  ernft  vefvolghde ,  wilde 
hemeerft  mondelijck  lijn  voornemen  at* 
vragen ,  en  onderfoecken  of  het  verthndt 
en  het  gelaet  over  een  quamen  j  want 
dien  fy  hem  een  weet  niet  bevandt  te 
zijn-,  was  haer  voornemen  Kever  te  fter- 
ven ,  al«  haer  leven  met  hem  door  te  bren- 
gen.  Carlos  nam  voor  eengroote  gonll 
van  het  geluck,  defe  gelegen theydt  fod 
wel  te  treffen.   Hy  voeghtfkhdan  nadeB 
by  het  veynfter ,  en  fy,  meenende  dat  die 


ifiW  • ' 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  4ir 
gene  dacr  fy  mede  fprack  de  Graef  was , 
.  *  nademael  fy  malkander  daer  op  die  gcfet- 
•  •  -*'te  tijdt  verdaghvaert  hadden,  riep  hem 
j  met  meerder  teccken  van  liefde  als  Car- 
|  los  verwacht  hadt ,  feggende ,  dat  naede- 
mael  hy  de  gelegcntheydt  van  hacr eens  te 
ipreccken  fooernltigh  van  kier  begeert 
•ij  hadt,  fy  hem  fnicfct,  tcroorfacck  van  lijn 
I  verdienden ,  niet  hadt  konnen  wcygeren. 
i  Carlos  antwoorde  haer  nut  fulckeen  ge- 
vnegentheyt  en  bevalligheyt,  dat  Eftela 
i  den  Hemel  beftondt  te  dancken,  voor  haer 
><goet  geluck,  gevende  haer  een  Bruydc- 
<  gom  die  met  geen  gedachten  te  verbcte- 
iren  was.    Sybewcfen  malkander  groote 
;  gunften  en  gen egc ntheden  ,  hoe-wel  fy 
v  beyde  bedrogen  waren .  Efl e ia,  fiende  dat 
l  Alfredo ,  en  geen  ander ,  meefter  van  haer 
genegentheden  hadt  te  zijn ,  feyde  hem , 
diefe  dcfe  meende  te  zijn';  wacrlijck  Al- 
fredo ,  ghy  hebt  feer  wel  gedaen  ,  dus  al- 
.leenigh  te  komen,  al  lbo  ick  u  veel  dingen 
.  tefeggen  hebbe,  die  my  leer  bekomme- 
ren, ick  fou  wel  wenfehen  ,  dit ,  het  gene 
.uonget  wij  feit  mocyelijckheden  heelt  te 
.  veroorfaecken  ,  te  verbergen ,  maerde- 
,  wijl  het  een  Qagh  van  verradcry  is  fulcks 
te  laten  ftilfwijgendc  voorby  gaen ,  heb 
tak  my  dacr  van  willen  ontlaften  ,  van  het 
;geen  noodigh  is  dat  ghy  evenwel  te  weten 
.komt.    Carlos  ftondt  verbaeft  over  fulck 
>ten  onverwacht  voorval ,  cn  fiende  dat 
/Eftela  foowcynigh  kenniflc  droegh,  als 

hem 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


416        DORTSCH  _ 
hem  voor  Alfrcdo  te  nemen,  ontveynid* 
fich  fel  ven ,  foo  veel  als  hem  mooghlrjck 
was,  en  luyfterde  toen  yorders  wat 
föfifoetevyandin  feggen  wilde  ,  dewelc- 
ke  aldus  vervolghde  :  Gbv  moet  weten,  1 
dat  uw  Broeder,  dienCarlos,  die  na  het 
gevoelen  van  vele,  die  niet  met  hem 
omgaen,  voor  verftandigh  gehouden 
worat  ,  foo  onbeleeft  tegen  mjin  eerbaer- 
hey t,  en  foo  fnoodt  tegen  uwe  liefde  is  ge- 
weeft,  dat  hy,  dervende  fijn  gedachten  op 
my veilen,  fonderaentemerckendatick  ! 
geboren  ben,om  de  uwe  te  zijn,  my  iood*i 
nigh  derft  moeyelijck  vallen,  dat  dele 
muren  hem  alle  uren  tot  gefelfchap  het» 
ben,  infulcker  voegen,  datickoocknu 
tegenwoordighbekommert  ben ,  dat  onie 
redenen  van  hem  gehoort  mogen  worden, 
ick  wilde  dienonluft  wel  voor  uverfw*  ; 
Cen  hebben ,  maer  my  heeft  het  feeckerft<  \ 
ledacht ,  u  fulcksbekent  te maecken ,  ofl 
2at,  indien  ghyby  geval  daer  nafulck 
mooght  te  weten  komen ,  ghy  oordceler 
moolht  de  fchult  niet  by  mijn  oogen 
maer  lijn  kleyne  voorfichtigheyt  tezijn 
Carlos  hadt  het  quaet  genoegh  iich  fel  vei 
tewederhouden ,  hoorendcloodanigere 
denen  :  aen  deeene  aijdefagh  hy  de  at 
keer  van  die  hy  beminde ,  en  aen  de  ande 
re,  fich  (elven  beledight  van defe,  ove 
dewelcke  hy  Hch  niet  konde  wréecken,  d 
örafheydt  van  Eftela  fmarte  hem  «en  fM 
ziel ;  maer  het  verdriet  van  iich  door  fy« 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


A  R  C  A  D  I  A.  417 

|eygen  Broeder  foo  verraden  te  fien,  benam 
hem  fijn  gedult,  hebbende  hem  foo  vrien- 
delijck  verfocht,  hem  in  defe  faeck  te  wil- 
len begunftigen,  door  wkns  toedoen, 
wanneer  hy  meende  de  vrucht  van  fijn 
verlangen  te  genieten;  hy  öch  nu  foo  jam- 
lerlijck  bedrogen  lagh.    Hy  maeckte 
ich  yaerdigh  haer  te  antwoorden ,  indien 
-  ^hy  niet  door  een  mans  perfoon  verhindert 
jxhadt  geworden ,  dewelckc  fich  voor  hem 
cftelde ,  feggende :  dat  die  plaets  een  ander 
«als  hem  toebehoorde ,  en  dat  hy  wel  fou 
;ïdoen  ,  dicaen  den  eygcnaer  over  te  laten. 
Eftela  hoorde  defe  woorden ,  en  meende 
?  dat  het  Carloswas,  die  de  felvc  fprack,  en 
:  begofl:  te  vreefen ,  datfe  onder  malkander 
hant  gemeen  fouden  worden.  Carlos,  die 
rden  Hemel  gelijck  alsdancktc ,  voor  defe 
•  tegenwoordige  gelegentheyt  van  fich  te 
wreecken,  over  het  ontfangen  ongelijck , 
Tonder  te  dencken  dat  hy  fijn  Broeder 
voor  hadt,  antwoorde  hem  niet  als  met 
ilen  degen,  en  dat  met  fukkeen  hevig- 
heyt,  dat  indien  Alfredonict  by  tijdtsge- 
-weecken  hadt,  hy  niet  levende  uyt  de 
traet  fou  gcraeckt  hebben.  Maernadc- 
ÈHiael  cenjgc  van  fijne  dieniers  het  ge- 
"ucht  quamen  te  hooien  ,  en  defe ,  toeloo- 
;oendc,  Car'os  wierden  kennende,  ont- 
weckten fy  hem  wat  dwaef  hcydt  hy  aen- 
i?rjng.    Den  een  en  den  ander  brgar  fich 
-j&vrop  van  de  plaets,  fonder  malkander 
worden  aen  tefpreecken,  of  voldoening 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ll8        DORTSCHE  J| 
te  geven.  Want  Alfredo  was  hoovaerdigh 
en  machtigh ,  en  wilde  fich  foo  laegh niet 
vernederen ,  en  Carlos  hadt  nubhjck  ge- 
noegh,  fonder  vorder  befcheyt  van  hef, 
fchelmftuck  te  behoeven.   De  bedrogen 
Eftela  bleef  ondertufichen  in  groote  forge 
en  bekommernis,  hoe-wel  by  fonder  van 
haer  Bruydegom  vergenoeght,  die  hoi 
foo  moedighen  verftandighgetoont  haa 
En alfoo Carlos,  die  metlietfwaerten  de* 
tonge  haer  gunft  verdient  hadt,  onder- 
hiel! haer  gedachten  dien  geheclcn  nacht, 
onder  den  naem  van  Alfredo.    Maer  defe 
wilde  nu  fijn  voorgenomen  werek  niet 
langer  uytftellen,  maer  begaf  fich des  an- 
deren  daeghsnadc  vader  van  Eftela ,  de- 
welcke  hy  over  het  Houwelijck  aen- 
fprack,  endiehemtotantwoort  gat,  dat 
hy  fich  van  fijn  Dochter  te  verfeeckere» 
hadt,  en  om  te  betoonen,  hoe  fcer  hy  daer 
toegenegen  was,  hem  de gelegentneydt 
verlunde  fijn  Dochter  te befoecken.  Al-  l 
fredoachte  defe  gunft  feerhoogh,  «jM;; 
gaf  fich  voort  na  fijn  Eftela ,  die  hem  met  I 
ten  fchoone  fchaemte  ontfing,  hem  dooM  - 
de  met  haer  oogen  foodanigen  gunft  als  hf  - 
niet  verdiende5   Sy  handelden  van  vee, 
fcheyden  faeckcn,en  geh,ck  Alfredo jc 
behalven  onkundigh,oock  feer  onbedacht! 
en  trots  in  het  fpreecken  was,  vernamt; 
Eftela  dat  noch  de  fpraeck  .  noch  het  ver-j 
ftandt,  met  die  van  den  voorleden  nacht^ 
over  een  quamen.   Het  welcke  in Mct> 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  4iy 

i  fulck  een  nadencken  verweckte,  dat,  in 
plaets  van  te  befluyten ,  fy  hacr  Vader 
verfocht,  het  voorgenomen  wereknoch 
vooreen  tijdt op tefchorten ,  eyfehende 
haer  bedencken  om  fich  te  vergaderen 
meteen  perfoon,  wacr  mede  fy  hacr  leven 
fou  hebben  door  te  brengen.  Alfredo  liet 
fich  hut  felve  mede  eenighfins  wel  geval- 
len, al -hoe- wel  hy  het  liever  anders  genen 
hadt,  om  dat  hem  het  befbeck  van  fijnen 
Broeder,  het  welcke  hy  den  voorgaenden 
nacht  acn  lijn  beminde  gedaen  hadt ,  niet 
feerwel  aenftondt  :  maer  vertrouwende 
op  de  toeftgging ,  die  hem  den  Vader  van 
Eilela  gedaen  hadr,  liet  hy  fich  genoegen , 
evenwel  niet  latende  door  de  gcheelc 
Stadt  ruchtbaer  te  maecken.dat  hy  binnen 
den  tijdt  van  vierdagen  metEftela  trou- 
wen fou.  Het  volck ,  anderfins  licht  ge- 
loovigh  genoegh ,  floegh  daer  terftondt 
geloof  acn,  en  Carlos  quam  het  felve  oock 
wel  hacfl:  ter  «oren ,  die  dcfe  flagh  al  heel 
fwaer  te  dragen  viel  ,  iiende  door  fulck 
een  onbillijcken  wegh  verloren  te  hebben, 
het  geen  hy  met  fulck  een  billijckheydt 
Tocht.  Carlos  beminde  met  verftant,  even- 
we!  was  hy  foo  verftandig  nict,of  dit  voor- 
val tenten  hemontfint  te  fiillcn  maken; 
Indien,  léyde  hy  by  fich  fel?,  ecnigh  vyant 
my  dien  treek  gefpeelt  hadt,  ick  foudc  het 
te  lichter  verdragen,  maer,  dat  mijn 
Broeder  aldus  my  den  voet  dwers  fet,  valt 
my  onlijdclijck.    Indien  het  een  ander 

was 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


del 


AXo  DORTSCHE 
was  die  my  foo  veel  beledigde,  ickmoght 
de  wraeck  aen  mijn  moet  foecken  i 
xnacr  my  tegen  mijn  Broeder  te  verte 
ter*  wat  is  dat  anders  als  fijn  eygen  bloedt 
tc  willen  vergieten,  en  de  vervtoecking 
van  ie  gantfche  werr.lt  op  fijn  hals  te  ha-1 
len?  evenwel  drong  hem  fijn  verhes  me- 
nighmael  tot  wraeck  aen ,  m  ier  de  vrees,  4 
van  Eitela  te  mif  hagen ,  meer  als  Alfredo» 
te  believen ,  hielden  hem  weder  terugge. 
Her  belle  d  it  hem  d  icht  g^laen  te  moeten 
zijn ,  was  fij  n  Vadcrlandt  te  verlaten , om 
te  fien  of  hy  alfoo  in  een  ander  geweftfich 
voor  fijn  ongeval,  het  welcke  hem  geduu- 
riehliick  vervolghde,  fou  konnen  ver-  i 
bergen.  Hy  dan  pronckt  fich  heerlik  op  • 
als  ten  krijghfman,  en  beQuyt  fich  nat? 
Madrid,  envandiernaNederlandttcbe- 
geven ,  het  geen  als  doe  in  het  he.tfte  van 
den  oorlog'ci  was ,  om  aldaer  te  fien  of  hy 
meer  geluck  van  fijn  arm,  als  van  fijn  hert 
te  wachten  hadt.   Sijn  broeder  Alrrcdo 
ftondthem  defe  tocht  lichtelijck  toe ,  me 
niet  lievers  fagh,  ais  fich  van  foo  een 
nae-yveraer  verloftte  fien,  voorgevende 
dat  hv  een  daedc  aenv ing  die  de  glants  van 
fiin  geboorte  waerdigh  was,  langs  den 
trap  van  de  deughtte  foecken,  hetgeen 
hem  de  natuur  in  fijn  geboorte  onthouden 
hadt ,  en  om  te  toonen  dat  hy  fijn  Broeder 
was,  vereerde  hy  hem  twee  duyfent  Du- 
caten ,  om  fich  allenthalven  als  een  Edel- 
man te  mogen  houden ,  wel  bigde  zijnd 


ARCADIA, 
dat  hy  hem  foo  uytgeiet  hadt 


43 « 

gevende 


•.  hem ibpvcn  dar  fijn  woordt ,  hem  allefins 
•  gumbgh  te  lullen  zijn.  Carlos  komt  dan 
i  op  een  dagh  te  ïoorfchijn  foo  aerdigh  op 
iijn  krijgnfmans  gekleedt,  alsoogeluc- 
4k]gn,    Sijn  kleederen  waren  heerlijck 
J  TOtgoudepaflemcntenbcJeydt,  cenhoct 
.  vol  vederboflehen  bolchaduwde  hem  het 
\  dapper  wefen,  en  een  goet,  mecr  ajs  kofte. 
^Jijck  geweer  bekleede  lijn  zijde,  die 
J  Eitelamct  bekkedenmoght;  macr  voor 
J  al  een  dapper  hert  in  den  boeiem  ,  iherde 
mer  yets  ongemeens ,  al  het  wclcke  Hjn 
;  brave  geftaltc  en  fraey  gelaet  geen  kleynen 
|  luylter  gat.  Macr  achtende  het  een  onbe- 
leefde dacdt  te  lullen  zijn  ,  indien  hy  ver- 
trock ,  fondcr  fijn  toekomende  (Vagcrid- 
ne  te  gaen  bclbecken,  en  oorlof  van  hacr 
te  nemen,  enhaer  metcenen  geluck  in 
haer  aenftaendc  houvelijck  te  wentchen  , 
begaf  hy  fieh  derwaerts  aen.    Hy  vandt 
haer  droeviger  alshy  gewicnt  ha  lt  haer 
te  vinden,  al-hoe-wel  hyfich  daer  over 
niet  fecr  verwonderde ,  aüoo  hy  wel  oor- 
deelde dat  fy  het  achte  haer  plicht  te  zijn  , 
fich  over  het  vertreck  van  haer  toeko- 
mende ichoon-broeder  niet  te  verblijden  , 
en  hem  alfoo  met  meerder  genoegen  te 
verlenden  ,  hetwelckmen  lichtelijck  tb 
doen  heeft » acn  een  perfoon ,  die  men  ge- 
looft noyt  meer  te  fullen  fien.  Masrdc 
reeckerhcyt  was,  dat  Ellela,  Tiende  dc  on- 
wbbelijcke  manieren  van  Alfredo  ,  fijn 

on.- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


M  DORTSCHE 

onverdraeghlijcke  hoovaerdve ,  en  fij 
laftiecn  aert,  niet  wift  te  overleggen ,  hc 
fy  haer  mifnoegen  haer  Vader  beft  teken 
nen  fou  geven.    Sy  befchuldighde  hae 
oneeiuck ,  het  weicke  haer  een  menfch  t 
lot  gaf ,  die  fy  nby  t  fou  konnen  bemmne 
In  defe  bedenckingen  was  fy,  wanne 
Carlos  in  quanf ,  en  na  dat  fy  fijn  gewa 
engelaet  wel  had  aengemerckt,  vraegn 
fy  de  oorfaeck  van  defe  verandering , 
het  weicke  hy  in  korte  en  verftandig( 
woorden  antwoorde  :  datfijneygen  Va 
deriandt  hem  foo  qualijck  gehandelt  had 
dat  hy  fich  genoodtfeeckt  vandt  hetielv» 
voor  een  ander  te  ver wi (Telen  i  aMiöe-««^ 
de  voornaemfte  oorfaeck  was ,  een  vrouv  « 
gemint  te  hebben ,  die  fijn  liefde  met  ver 
achting  beloonde,  van  al  het  weicke  h  3 
meer  fijn  eygen  bloet  als  verdienften ,  al 
leen  fijn  trouwe  aengemerckt,  te  befchul 
een  hadt.  Hydan  wetende  datLy  eerft 
daeghs  eenen  anderen  tot  haer  man  t 
wachten  hadt,  wilde  fijnoogen  noch  fiji 
hert  met  fulck  geficht  niet  bedroeven ,  al 
hoe-wel  hy  fich  van  de  inbeelding  nau 
welijcks  middel  fagh  te  fullen  konne 
ontflaen ;  waer  door  hy  verhoopte  fich  1 
fulck  een  geweft  te  begeven ,  daer  aen  fi] 
dapperheyt,  miflfchien  niet  geweygert  fo 
worden ,  een  eilendigh  leven ,  met  ee- 
edeledootteverwifielen.  Metvermaecl 
en  aendacht  hoorde  Eftela  de  redenen  val 
Don  Carlos  aen,  daer  fy  groot  vermaecl 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA, 


43? 


i  vandt ,  aengemerckt . 
*metdewelcke  hy  ai  defe  en  meer  andere 
.«•dingen  voortbraght ,  dewelcke  haer  ter- 
jjfftondt  een  groot  gevoelen  van  hem  deden 
hebben  ,tot  het  welcke  fijn  braer'en  man- 

•  nelijck  gelaet ,  het  geen  haer  groot  onder- 
i  fcheyt  tuflehen  hem  en  fijn  Broeder  deedt 

::a  vinden,  nietweynigh  hielp.  Behalven 

•  J  dat.bewoog  haer  fonderling  de  kracht  van 
i  fijn  liefdc,dewelcke  hem  vaderlant,  vrien- 
i'  den  en  bekenden  deedt  verlaten  ,  om  fich 
ifelven  in  de  armen  van  duyfent  ongevallen 

7  te  werpen.  Sy  hadt  al  menighmael  op  de 
n  tong  hem  de  reyfe  af  te  raden  ,  ma  er  haer 
m belangen  hielden  haer  te  rugge  ,behalven 
i  dat  fy  vreefde  wederom  in  haer  verkicfing 
j  bedrogen  te  worden,  alfoo  AlrVedo ,  hoe 
Jfottelijck  hy  fich  nu  oock  aenitelde ,  dien 
;eerften  nacht  van  haer  aenfpraeck ,  oock 

•  j  wel  een  wijfe  vlaegh  hadtgehadt.  Car- 

los  dan  nam  fijn  affchcyt,  niet  fonder 
•fmert  van  Eftela,  gelijck  felf  het  geen 
-men  het minrte  acht,  verloren  zijnde, on- 
iiuft  veroorfaeckt, en  een  perfoon  wanneer 
hy  vertreckt  altoos  beter  fchijnt  te  zijn. 
.Wanneer  fijn  rey stegen  den  volgenden 
fhgh  vaft  geftelt  was ,  wilde  hy  evenwel 
-lietgaen  ,  ionder  eerit  fijn  Broeder  noch 
..icnmael  aengefproocken  te  hebben,  om 
,aem  het  gene  hy  van  fijn  ondanckbare 
ahoodtheyt  wi(r,  eenmael  te  gemoet  te 
.-roeren,  het  welcke  ten  minden  hem  noch 
.tenigc  trooit  fou  hebben  toe  te  brengen ; 

T  ge. 


k.  j 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


...        D  O  R  T  S  C  H  E  1, 

eeliick  het  een  deel  van  vertrooftmg  voo»  M 
fen  verongelijkte  is,  met vryer harten f 
fiin  klachten  te  mogen  doen.    Hy  dan , 
rirftaeSdedat  hy  by  Eftela  was  ,  begaf 
fich  darwaerts,  en  deedt  hem  allcen.gh 
roepen.  Alfredo,  ^nckendedathetm.f4 
fchien  de  laetftc  reyfe  fou  «ja  dat  hy  hem 
Wecken  fou,  wille  hem  hier  m  voor  d.e 
ft*  te  wil  zijn ,  om  hem  ten  mm  A»  met 
«noeeen  te  laten  van  hem  fcheyden. 
K  lySe  Eftela  hoe  Alfredo  enCarlo, 
by  malkanoer  op  de 
ernftiee  redenen  tefamen  hadden.    Sy  . 
aeliickde  vrouwen  gemeenl.jck  meuw* 
Sicrigh  zijn.begaf  fich  aen een  «al.e ,  d.e 
fan  binnen  met  kijek-gaten  befchoten 
was,  vanwaer  fyhen  niet  »»«"k^e. 
fien  macroock  hooren  al  wat  fy  iéyden . 
onder  andere  woorden  hoorde  fyoock  de- 
ft  met  dewelcke  Carlos  njnbeklagh  over 
A  fredo  deedt  :  Maer  feght  my.Broeder , 
Cat  reden  fouder  konnen  zyn ,  dewelcke 
"foukonnen  ontfchuld.gen  van ,  fnoodt- 
hevt,  dewiil  ehy,  na  dat  ick  u  had  gek^t 
d  [  k  EdelaBfuo  beminde ,  ^«rf  ' 

sAs4mogelijckd»tfulckecnwreedt| 

heytin  een  Edel  gemoetva Uenkan.  In 
diénick ,  gehjek  ick  uw  broeder  b-n  u 
«loodt-vyandt  was,  wat  foudt  ghy  mee.  oe 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


m 


I 


ARCADIA.  43f 

bitterheyt  aen  my  hebben  konnen  betoo- 
nen  ?  Of  wat  fchort'er  meer  aen,  om  defel- 
vetezijn?  Indienghy  haer  eerder  als  ick 
abemindt  hadt,  ick  hadde'tutoegeftaen  , 
vwant  voor  de  liefde  moet  alle  vriendt- 
cichap  wijeken :  maer  Eftela  te  beminnen , 
-i  niet  om  dat  ghy  haer  beminde ,  maer  om 
I  dat  ick  haer  lief  hadt ,  wat  naem  lal  men 
k  dat  geven?  Maer  ick  vcrwondere  my 
I  geenfïns  dat  ghy  defe  tyranny  tegen  mijn 
liefde  gebruyekt ,  want  het  komtdaerop 
uyt ,  ghy  zijt  machtiger  als  ick ,  en  hebc 
( altoos  een  natuurlijcke  tegenheydt  in  my 
);gehadt ,  al-hoe-wel  ick  foo  Edel  als  ghy , 
I  cn  van  een  en  het  felve  bloedt  voortgeko- 
men ben ;  maer  daer  over  fta  ick  beducht , 
hoe  ghy  uwgemoet  vooralle  Edele  zie- 
len fult  konnen  bevrijden}  doch  men  vindt 
foodanige  lieden ,  die ,  zijnde  in  hun  eer 
door  het  bedrij  ven  van  fnoode  daden  ge- 
quetft ,  evenwel  konnen  eten ,  konnen 
drincken,  en  fichtot  vcrmacckclijckhe- 
den  begeven;  Alfredo ,  ick  bemin  Eftcla , 
gelijck  ghy  weet ,  en  gaf  Godt  dat  ghy  het 
noyt  geweten  hadt  5  ghy  trouwt  haer ,  en 
ick  gacfonder  te  weten  wacr  henen,  alleen 
lom  ingeenplaetstezijn  ,  daer  ick  ut'ee- 
nigertijdt  hctleven  lbu  mogen  komen  te 
benemen  :  want  een  belediging  geelt 
rgroot  gevaer ,  temeer,  wanneer deielve 
"*altop  yemandt  diedaer  gevocligh  vnn 
s.    Eftela  bemint  u,  en  ick  houdehaer 
erkicfing  infulck  een  achting,  dat  ick 

T  2  lie- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


A%6  DORTSCHE 
liever  verwecken  wil ,  als  haer  het  minlte 
ongenoegen  toe  te  brengen.   Geniet  haer  I 
veel  jaren  ,  foo  lang  als  ick  haer  niet  meen 
te  tón,  want  ick  weet  niet  hoe  verre  my  j 
sniin  drift  vervoeren  fou ,  indien  ick  haer  I 
in  uw  armen  fagh;  gelijck  oock  meng 
nacht,  wanneer  fy  met  my  fprack*  mee- 
nende  metü  tefpreecken,  ick  almijn  hef* 
den  van  noodenhadt,  om  my  tegen  haer 
waerdighey  t  niette  vergrijpen  Sy  in  der 
daet  bedroogh  ftch ,  entoelt  iich  een  wu.1 
met  my  op,  fprekende  ^uahjck  van  mijne 
liefde  en  van  mijn  folt,  het  welck  dien 
nacht  was  wanneer  ghy  quaemt  om  my 
de  plaets  te  doen  ruymen,  die  ick  beter 
verdiende  als  ghy  i  en  dat  ick  u  als  doe  het 
leven  niet  benam ,  was  geen  gebreck  van 
mijn  Wil ,  maer  om  dat  ey  my  ontweeckn 
Alfoodan,  om  u  niet  te  fchaden ,  en  mijn 
felven  te  bederven,  vertreck  ick  van  hier, 
ick  geloof  om  te  fterven.  nademael  ick 
met  "mijn  leven,  mijn  geluck  meen  te 
foecken.   Ick  weet  wei  datick  weynigh 
winftdoe,  met  u  defeomgen  tegemoet  te 
voeren ;  maer  ick  wil  ten  mmften  dat  ghy 
weer,  hoe  ick  uw  ingewandt  en  hert  door- 
grondt,  en  de  afgunft  ^e  dae^n  vmont 
levondenheb,  om  uten  mmften  met  die 
kleyne  oriluft  te  laten ,  daer  uw  ondanck- 
baerheydt  my  tot  fop  groote  ouellmgen 
verdoemt  heeft.  ,  rJ 

Alfredo  ftondt  verbaeft  over  üch  idt 
ren ,  van  foo  grooten  geduit  g*»** 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


Hl 

al 

i 


437 


hebben ,  om  fulcke  ftoute  redenen  aen  te 
hooren.  Houdt  my'  nu  voortaen ,  ant- 
woordc  hy  ,  voor  een  lief-hebbend 
Broeder,  naedemael  ick  lbo  veel  medelij- 
den met  u  gehad  hebbe,  van  niet  tc  gebie- 
den ,  dat  u  een  paer  van  mijn  Dienaers 
den  hals  fouden  breecken.  Maer  hy  hadt 
het  gelaten,  om  hem  eenighiins  verge- 
noeging te  geven,  over  het  mifnoegen  het 
welcke  hy  tegen  hem  hadt.  Hy  vervolgh- 
de,  dat,  hebbende  hem  Eftela  benomen , 
fulcks  geenfins  fijn  afgunfl: ,  maer  wel  een 
ftraf  van  fijn  eygen  onwetentheydt  was : 
en  hy,  wetende  hoe  grooten  weêrfin  iy 
tegenshem  hadt ,  cn  watgrootcr  achting 
fy  hem  droegh ,  hadt  niet  konnen  laten, 
ten  inficht  van  eenige belangen ,  haer  we- 
der te  beminnen  ,  al- hoe- wel  hy  wel  wift , 
dat  iy  hem  in  veel  deelen  niet  waerdigh 
was.hoe  fchoon,wijsen  edel  fy  mocht  zijn. 
Den  opgeblafen  verdwaefden  Alfredo  fou 
£ich  noch  verder  door  fijn  onbefchoftheyc 
hebben  laten  vervoeren  ,  ten  wacr  Carlos 
hem  denwegh  afgefneden  hadt,  met  te 
legden,  hyiou  van  Eilcla  cn  haer  doen 
met  beter  aenfien  fpreccken,  cn  dat  hy  fijn 
eygen  inbeelding  tot  fijn  afgodt  maeck- 
te  ,  indien  hy  fich  dorft  laten  voorftaen , 
dat  hy  haer  waerdigh  konde  zijn  ,  en  dat 
hy  tot  befcherming  van  haer  deught  cn 
fchoonheyt  den  degen  liever  fou  trecken  , 
als  voor  fijn  eygen  laeck.  Altredo  wilde 
geen  langer  tijd t  met  hem  verflij ten,  ea 

T  la- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4;8  DORTSCHK 

latende  hem  als  een  fot ,  keerde  hem  den 
rugh  toe »  fonder  hem  te  antwoorden. 
Carlos  volghde  hem  tot  aen  de  muur  van 
het  huys,  en  keerde  alfoo  weder  nac  het 
fijne,  om  aldaer  alles  tot  fijn  vertreck 
veerdigh  te  maeck(fn.    Men  fou  de  droef- 
hey  t,quelling,en  het  mifnoegen,  daer  fich 
Ellcla  in  bevandt ,  niet  konnen  befchnj- 
ven,  ficnde  fich  fel  ven  foodanigh  verlicht. 
Sy  deedt  niet  als  revelen  by  fich  felven,  en 
nu  het  ongeval  van  Carlos ,  en  dan  haer 
eygen  te  beklagen ;  fy  hadt  geduurigh- 
lijck  fijngcftalte,  fijn  geeftigheydt ,  lijn 
verftandt ,  en  boven  allen  fijn  vaft  geftelde 
eneerlijckc  wil  voor  oogen  :  fyfaghnu 
wel  dat  hy  die  gene  was ,  tot  dewelcke 
haer  liefde  fich  met  fulck  groot  recht  ge- 
neyght  hadt.   Sy  maeckte  een  vergelij- 
king tuffchen  dcfe  twee  roinnaers,  fy 
merckte  Carlos  aen  als  verftandigh,  Alrrc- 
do  als  dwaes  en  laetdunckende ;  Carlos  als 
welgemaeckt,  Alfrcdo  als  milmaeckt 
den  een  gehaet  van  het  geluck ,  den  ander 
van  de  natuur ,  en  befloot  daer  uy  t,  Carlos 
was  haer  liefde,  en  Alfrcdo  haer  haet  en 
ongenoegen  waerdigh.  Sy  meende  finnc- 
loos  te  worden ,  wanneer  fy  bedacht ,  dat 
fy  den  eenen  altoos  voor  haer  oogen  ion 
moeten  hebben,  die  fy  hate :  en  miflchien 
nimmermeer  weer  fien ,  die  fy  beminde. 
Sy  hadt  wel  gewenfcht  dathy  fijnreys 
afeebroockcn  hadt ,  maer  fagh  daer  geen 
middel  toe  >  of  fy  molt  fich  (elven  gcwelt 


ARCADIA. 


439 


aen  doen.  Hier  drong  haer  de  liefde  daer 
toe  aen,  daer  wcderhieldt  haer  weder  haer 
achtbaerheydt ,  fy  beklaeghdeheteen,  en 
befchuldighde  het  ander;  wat  fou  fy  doen? 
de  min  krccgh  de  overhandt,  en  fy  befluy  t 
middels  tot  fchortingvan  fijn  reys  aen  te 
wenden.  Sy  neemt  dan  pen,  papier  en  incl, 
en  fchrijft  aen  Carlos ,  hem  beJaftende  den 
volgende  nacht  aen  de  achter-deur  van 
haer  huys  te  komen ,  alfoo  fy  hem  noodt- 
faeckeli  jek,  voor  fijn  vertreck  uy  t  Sevilla, 
fpreken  moft;  en  dat  hy.fulcks  doende,fou 
bevinden  wat  van  haer  liefde  was.  Den 
dagh  gekomen  zijnde,  gaf  fy  den  brief 
een  van  haer  macghden  ,  die  van  al  haer 
geheymen  wilt,  om  defelvc  aen  Carlos  te 
behandigen.  Dit  wierdt  van  de  Dochter 
foo  gedaen  ,  ten  tijden  als  Carlos  beligh 
was,  fi  jn  affchey  t ,  van  een  menighte  van 
lijn  vrienden,  dewelcke  hem  voor  het 
laetlte  waren  komen  aenfpreeckcn , 
te  nemen.  Sy  verfocht  hem  een  woordt 
alleenigh  te  mogen  fpreecken ;  het  welcke 
hy  toeltaendc ,  gaf  hem  de  Maegt  den  brief 
van  Eftela  in  handen,  feggende,  dat  fy,  om 
van  niemant  nagefpeurt  of  gekent  te  wor- 
den, geen  antwoort  verwachten  fou.  Car- 
los bleef  verwondert  over  dele  nieuwig- 
heydt ,  hy  opende  den  brief ,  dewelcke  hy 
vandt  van  Eltela  te  komen;  dcicivegelcfea 
hebbende,  wilt  hy  niet  wat  te  dencken; 
Hy  overleyde  valt  wat  oorfacck  haer  daer 
toebeweeght  moght hebben,  nademacl 

T  4 


f 

Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


aao  DORTSCHE 
fy  niet  alleen  fulck  een  weêrfin  in  hem 
hadt  >  als  fy  getoont  hadt ,  maer  ooek  ge*  | 
reedt  ftondt  met  Alfredo  te  trouwen* 
Evenwel  wilde  hy  haer  gehoorfamen ,  'en 
foq  lange  fijn  reys  opfchorten  ,  maer  de 
iwarigheyt  was ,  dat  de  geheele  Stadt  vaft 
ftondt  te  wachten  wanneer  hy  uyt-rijden 
fou.  Hydan  vervolght  het  affcheytdat 
hy  genomen  hadt ,  en  rijdt  alfoo ,  verge- 
lelkhapt  met  den  braefften  Adel ,  dewelc- 
ke  hem  geleyde ,  de  Stadt  uyt.  Defe  tij- 
ding quam  de  bedroefde  Eftela  ter  ooren , 
die  daer  over  de  meefte  ontfteltenis  van  de 
werelt  ontfing ,  fy  befchuldighde  te  ge« 
lijck  haer  tracgheydt ,  en  de  onredelijck- 
hey t  van  Carlos ,  nacdemael  het  genoegh 
was  om  hem  ondanckbaer  te  maken»  hem 
te  kennen  te  geven ,  dat  men  hem  bemin- 
de. Hier  viel  fy  toe  haer  d  waes  beftaen  te 
▼ervloecken ,  het  welck  foodanigh  tot 
haer  fchande  uytgevallen  was.  Onder  dit 
klagen  enquellen,  quam  eyndelijck  den 
nacht  aen ,  fonder  dat  Eftela  evenwel ge- 
negentheyt  vandt  haer  te  ruft  te  begeven; 
fy  begaf  fich  aen  de  fel  ve  plaets ,  die  korts 
te  voren  de  getuyge  van  Carlos  deugt  was 
geweeft,  van  waer  fy  een  mans  perfoon  fag,. 
deweicke  hebbende  de  geheele  ftraet  ont- 
deckt  en  doorfien,  fich  in  het  midden  van 
de  fel  ve  ftelde.  Eftela  deedt  haer  beft  om 
te  fien  of  fy  hem  konde  kennen ,  en  dacht 
aen  fijn  geftalte  dat  het  Carlos  was »  en 
waerliick  fybedroogh  fich  fel  ven  niet? 
y      1  want 


44' 


ARC  A  DI  A. 
want  hy  hadt  fïch  nauwelijcks  ontlaft  van 
fijn  gelelfchap  gevonden,  wanneer  hy  den 
vegh  wederom  te  rugge  na  de  Stadt  nam, 
om  Eftela  te  gehooriamcn.  Hy ,  eenigh 
gerucht  aen  de  tralie  hoorende,  naederde , 
en  vragende  nae  de  Dochter  die  hem  dien 
dagh  den  brief  behandigt  hadt,  vernam  aen 
de  Hem  dat  het  Eftela  was.Hy  dan  om  geen 
tijten  gelegentheyt  te  verliefen ,  ontdcck- 
te  fich  aen  haer ,  en  gaf  haer  met  eenen  te 
ï  kennen  wat  fnoodé  treek  fijn  Broeder  hem 
gefpeeJt  hadt ,  oock  het  bedrogh  van  dien 
voorgangen  nacht,  de  groote  van  fijn  lief- 
de, en  hoe  het  hem  fmarte  haer  te  ver- 
iaeten.   Sy  gaf  hem  weder  in  tegendeel 
te  kennen,  hoe  fy  het  ftuck  wereks  ge- 
waer  geworden  was ,  en  hem  met  fijn 
broeder  gehoort  had ,  wat  haer  bewogen 
had ,  hem  gunft  te  dragen ,  en  hoe  fy  hem 
een  brief  gefchre ven  had  ,  om  hem  fijn 
reys  foo  lang  te  doen  fchortcn;  ghykont 
wel  dencken  Carlos  (feyde  fy)  dat  het  my 
veel  tranen  gekoft  lieert ,  eer  ick  daer  toe 
heb  konncn  komen  :  nademael  vrouwen 
van  aenfien ,  al  eer  fy  fich  laeten  bewegen 
om  hun  wil  te  ontdecken  ,  groot  gewelt 
op  fich  fel  ven  moeten  doen.    Godt  weet 
wat  ftrijt  ick  met  de  eerbaerheyt  en 
fchaemte  heb  gehadt ,  tot  dat  mijn  gene- 
gentheyt,  alles  overwonnen  hebbende», 
.mijn  tosftant  wegh droegh.  Carlosden 
nacht  is  my  tegenwoordigh  gunftigh ,  en 
"edeckt  door  haer  fchaduw ,  is  mijn  aen-* 

T  f  ge  : 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


m  DORTSCHE 
icficht  te  minder  fchacmroot  ,  ïck  be- 
011111,  cnfooghybcgccrr,  fahck  deuwc 
zijn.  De  middelen  van  mijn  Vacder  zijn 
genoeehtot  ons  onderhoudt ,  en  wat  uw 
Broeder  aengaet,  de  gunften  de  welcke  hy 
van  my  genoten  heett ,  zijn  foo  germg  en 
wevnigh,  dat  de  grootfte  daer  van  is, 
hem  een  nacht  voor  verftandigh  gehou- 
den  te  hebben.    Verfchoont  in  my  delen- 
nusflagh  ,  en  neemt  mijn  liefde :  weder in 
vergelding,  dcwelcke  ick  u  fchuldigh 
ben  voor  uw  ftantvaftigheyt ,  die,  van  my 
beledight  zijnde.my  hebt  gc-eert,  en,  van 
my  veracht ,  my  hebt  voor  geftaen.  Ge- 
looft my  dat  ick  defe<*cugt  in  hoogc  ach- 
ting heb;  j«e(bodanigh,datickubeloo* 
vc  f  dat ,  al  had  ghy  anders  geen  gaven  als 
««r  getrouwe  liefde,  de  felve  genoegh  fou 
zijn  om  mijn  hart  het  uwetcmaecken. 
En  of  by  geval  mijn  ongeluck  foo  groot 
moghtzijn,  dat  het  voornemen  dat  gy 
hebt ,  meer  kracht  op  u  had ,  als  defe  mij- 
ne liefde,  de  welcke  u  te  rugge foecktte 
houden ,  fal  ick  even  wei  foo  verre  verge- 
noeght  blijven ,  dat  ick  ten  minftcn,  voor 
loo  veel  my  aengaet ,  u  we  «erom  betaelt 

hebbe,  het  geen  ick  u  ^huld,ghr^af  ; 
Met  groote  verwondering  hoorde  Carlos 
<le<c  woorden  aen  ,  Tiende  lichfelven nu 
door  fulck  een  open  wegh  te  recht  ge- 
bracht* Hy  bedanckte  haer  met  de  mee- 
fteeerbiedighcydt  voor  defe  nieuwe  eer , 
Seh  felve/aenbiedendc  niet  aUeen  voor 


ARCADIA.  445 
haer  Bruydegom  ,  maeroock  voor  haer 
**|fiaef.    Ondertuflchcn  begoft  deduyfter- 
Wj  heyt  van  de  nacht  allengs  te  wijcken,waer 
door  Carlos  genoot faeckt  wiert  fijn  af- 
fcheyt  van  fijn  beminde  Eftela  te  nemen, 
M~cn  fich  na  het  huys  van  fij  n  vrient  Leonar- 
l*j  ^°  te  Degevcn>  hullende  fkh  daer  over 
|!dagh  voor  een  wijl  ftil  houden,  en  des 
•r.  nachts  fijn  Eftela  komen  fpreecken.  Op 
'3  dcfe  wijfe gingen  eenigedaegenennach- 
:  ten  deur,  in  eerbaere  gunften  van  defe 
r  Minnaers,  al-hoe-wel  het  genoegen  van 
i  Eftela  feer  vermindert  wierdt,  nademacl 
Alfredomeer  als  te  voorenby  haer  Vader 
3  deedtaenhouden ,  waeropdefen  hem  een 
korte  uytkomft  belooft  hadt,  dewelcke 
<  daer  over  Eftela  feer  moeyelijck  bcltondt 
te  vallen  ,  het  welcke  fy  niet  nalietharcn 
Minnaer  te  kennen  te  geven,  die  fich  daer 

-  over  niet  weynigh  ontltelde,  hemdunc- 
kende,dat,doordefc  vreefe  van  Eftela, fijn 
hoop  groot  gevaer  liep.  Maer  Eftela  fulex 
merekende,  gaf  hem  de  mcefte  verfeecke- 
ringvande  werelr,  hem  toeleggende ,  dat 
wanneer  i'y  hem  haer  gencgentheyt  ge- 
openbaart  hadt,  fulcks niet  was  gefehiedf, 

-  op  dat  een  ander  haer  fou  genieten.  Eynde- 
lijckbeüoten  fy,  dat  Carlos  den  volgen- 
den nacht ,  door  de  achter  poort,  by  haer 
komen  fou  ,  om  al!oo  haer  Vader  ,  in  aen- 
ffnereking  dat  hy  van  het  felve  Woedt  met 
ffijn  Broeder  was ,  en  liende  de  noodt  faec- 
akelijckheydt ,  moght  als  gedrongen  wor- 

T  6  den,. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCHE 

ju*  .  hunbeyder  houweüicktc*teftaen. 
Ca"  os  was  Jet  traeg  ot»  debeftelde  tijtté 
verfchijnen.hebbcndellulckeenbhjtfchap 

f'ffiT  Lmoet ,  als  of  hy  Heer  van  de  ge- 
hee 'e  wfreltwas .  vergefelfchaptmetfnn 
vrientLeonardo,dewelkehyteneyndevan 

déftraetdede  wachten,  om  ««Aorfm 
dat  hem  niemant  onvoorfiens  opden  hals 
„,„m  Kauweliiks  hadt  hymetfijn  degen 
SSraeckt.ofEftela,  hebbende 
de  ronde  van^et  hnys  | S^aen '  en  yde  r  m 
f.in  ruftbevonden.verfcheen  daer  met tm 
va"  haer  maeghden,  tot  getuyge  van  hun 
daden,  vergeëlfchapt.    Sy  feyde  in  korte 
woo  "den  tegens  hem.hy  foude  nufien  hoe 
veXa^haerverfchuldight  was  ,  op 
dat  ofhv  by  geval ,  als  een  man ,  weêr-fin 
moXtkrii«n,  inbeminttez.jn.  hym 
™df cKoght  herroepen  hoe  veel hy 
haer  eekoft  hadt;  met  eenendeedtfv  hem 
nadVachter-poort  toegaen ,  dewelcfee  hy.  , 
met  die  van  haer  hart,  open  vinden (ca.  Ift 
Sartossehoorfaemde  haer,  enEftelabe-  , 
srf  fich  om  hem  de  poort  te  openen,^ 
S,Lr  geduürende >  den  kleynen  tndt ,  dej 
«eTckf  daer  toe  van  noodenwas  ,  gebeurj  I 
Se  dit  ongeval.Carlos,  gaende  na  de  poort 

vernam  lenigh  volck  m  *  «"f  «J* 
welcke  hy  vermoede ,  om  dat  het  veel  m 
£t  getal  Was.dievan  het  Gerecht  tez.jns 
Erover  hem  geenlina 
a|t  doentotEftelas  in  te  gaen  5 
de  andere  z.jde  «ode  ongeraden  wa* 


ARCADIA.  447 

!aer  te  blij  ven  wachten .  Hy  dan  befluyt  dt 
•ftraet  te  verlaten  tot  dat  fy  voorby  waren, 
len,  begeeft  fich,  benefièns  fijn  vriendt 
►.Leonardo,  in  het  naefte  huys.    De  an- 
>  deren  evenwel ,  yemandt  vernomen  heb- 
i  bende  ,fochten  naer  hen ,  fich  verdeeiende 
;  in  twee  benden  ,  om  hen  -te  beter  te  vin- 
den ,  het  zy  in  de  eene  ftraet  of  de  ander» 
Carlos  daer  op  komt  weder  voor  den 
Idagh,  weltevreden,  dat  fy  foo  heen  ge- 
gaen  waren ,  en  vcrfocht  Leonardo  fich  na 
huys  te  begeven ,  al  foo  die  dingen  die  hy 
met  Eftela  uyt  te  voeren  hadt ,  fijn  tegen- 
woordigheyt  niet  vereyfchten..  Carlo* 
!  hielt  fich  wel  verfceckert,  dat  het  volck, 
het  welcke  hygefien  hadt,  die  van  het 
Gerecht  waren,hetwelcke  omtrent  die  tijt 
gewoon  was  de  ronde  te  doen ,.  om  veel 
onheylen,  diegemeenlijckals  dan  gebeu- 
ren ,  voor  te  komen  ;  maer  hy  bedroogh 
fich ;  want  fijn  broeder  Alfredo ,  bewogen 
.door  een  fnood  wantrouwen ,  hadt  fich 
met  eenige  van  fijn  Dienaers  op  wegh 
begeven  ,  om  te  fien  of  hy  met  loofheydt 
defe  onbeweeghlijcke  Ichconheyt  fou 
hebben  konnen  verftricken;  en  daer  ko- 
mende, hadt  defe  twee  in  het  geficht  ge- 
kregen, en  daer  op  fijn  Dienaers  belaft, 
defelve  te  vervolgen,  om  te  fien,  wie  fy 
waren,  blijvende  foo  alleen ,  juyft  als  EfteU 
de  poort  opende ,  om  haer  beminde  vrient 
te  ontfangen',  fpreeckende  veel  aengena- 
mc  woorden  tegen  Alfredo,  die  fy  meende 

T  7  haren 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


44* 


DOfcTSCHE 


haren  Carlos  te  zijn.  Alfredo  bemerckte 
wel  dat  hy  die  gene  niet  was ,  aen  wie  die  I 
foetigheden  behoordenjmaer  hy  geloofde, 
dat  deneen  of  den  ander  van  haer  ge  volghef 
haer  Minnaer  aldus  verdaghvaert  hadt , 
bedrogen  zijnde  doordeduyfterheydt  van 
de  nacht,  nam  derhaiven  voor  ,  dit  be-* 
drogh  te  gebruycken,  en  de  deerne  te  vol- 
gen ,  om  daer  door  gelegentheyt  te  krij- 
gen,  om  by  haer  Meefterffe  te  komend 
Hy  dan  fijn  aengeficht  bedeckende,  om 
niet  bekent  te  zijn  ,  begaf  fiehdaer  hem 
Eftela,  niet  fondergroote  fchaemte,  ver* 
wachte,en,ommet  geruftheyt  by  haren 
Carlos  te  zi  jn ,  na  haer  kamer  toe  gingk . 
Alfredo  bevelende  haer  te  volgen.  Op 
defe  wijfe  gingen  defe  twee  bedrogene 
vaft  voort,  wanneer  Carlos  aenquam  : 
maer  de  dtenftmaeght  hadt  alfeedts  de 
poort  weder  toegeüoten,  en  wilde  fich 
daer  op  vertrecken,  om  haer  Me- vrouw 
gelucktegaenwenfehen.  DenbedroeN 
den  Minnaer  Carlos,  hoorende  haer  wegh 
eaen  ,  riep  haer  wederom  ,  en  bidt  haer 
Eftela  te  fcggen,  dat  hy  daer  was.  Hoe  kan 
dat  zijn,  vraeghde  de  deerne,  daer  Carlos 
fooeven  hier  ingekomen  is?  Carlos,  vol 
vermoeden  zijnde,  begaf  fich  wat  naerder 
aenhetveynfter  ,  methetwelcke  fy  be- 
figh  was  tefluyten,  om  te  beter  van  haer 
geilen  tezijn,  het welckdemaeght,  die 
hem  kennende  wiert ,  ten  hooghften  ver- 
baeft  en  ontftelt  maeckte  jfy  feydc  Carlos, 

hoe 


1  WêêA 

|-:-"-  w 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


'44? 


haer  Iongkvrouw  de  poort  geopent, 
m  ongetwijfelt  een  ander  in  lijn  plaets  in- 
gelaten hadt.  Carlos,  by  na  verwoedt  zijn- 
de ,  badt  de  Dochter,  hem  de  poort  te  wil- 
flen  openen,  om  te  verhinderen  dat  het 
werek  niet  vorder gingk.    Dit  wierdt  ge- 
3  daen,  en  de  maeght  leyde  Carlos  na  de  ka- 
smervan  haer  Jongkvrouw.    Maer  def* 
I  vonden  Cy  gefloten ,  hoewel  fy  door  de 
f  fpleten  in  defel  ve  fagen.  Carlos  daer  door 
Llïende,  fagh  Eltela,  die,  met  een  bloote 
I  degen  in  de  handt ,  befigh  was ,  fïch  te- 
gen een  mans  perfoon  te  befchermen . 
;  feggende  met  traenen ,  en  vol  verwoedt* 
hey t  defe  woorden :  foo  groot  is  uw  onbe- 
fuyfthey  t,  en  foodanigh  uw  fchelmeryen . 
dat  ick  u  doorfteecken  ibu  ,  eer  ghy  uyt 
defe  kamer  komen  foudt ,  ten  ware  ick 
vreefde  mijn  eer  daer  door  in  gevaer  te 
ftellen.    Maer  by  den  Hemel  ,  indien  ick 
my  niet  genoeg  hlaem  opuwfnoodtheyc 
wreecken  kan  ,  fulrghy  ten  minften  fien 
wie  ick  ben, en  wie  ghy  zijr,  foodanigh  dat 
ghy  niet  leecker  fult  zijn  voor  mijne 
wraeck,  al  wacr  het  fchoon  dat  ghy  u  ver- 
berghde  in  het  ing.  want  der  aerde  \  nade- 
maelfulck  een  bellaen  niet  ongewroken 
blijven  m-igh.  Ick  heb u geroepen  ,  mee- 
nende  dat  ghy  een  pcrloun  waert ,  die 
morgen  mijn  Bruydegom  fal  zijn  ,  ghy 
v  hebt  my  door  uw  bedcckthcyt  en  ftiliwij- 
I  genthey t  bei!ro?en ,  en  hebt  de  moet  ge- 
hadtom  in  mijn  kamer  te  komen,  ick  be- 
val 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


..8  DORTSCHU 

val  u  te  fprelcen cn  u  te  ontdecken ,  mat 
ehv  u  inde  felve  geftalte  houdende ,  heW 
mv  vermoeden  gemaeckt ,  maer  fiende  m 
wat  «ervan  is.  hebbeick  de  moet  gehad' 
iHnmuweygen  wapenen  te  berooven, ei 
mydaer  mede  te  verweeren.  Nu  legn 
wat  ghy  doen  wilt.want  ick  fweere  u,  eei 
ghy  Komen  fult  tot  het  uytvoeren  van  u» 
3wLiheyt.dat  gy  my  fult  fien 
mmiin  éygenbloet.opdat  raetmijndoot 
^Zlhefteeneynde  magh  nemen.Car- 
losfiendeie  kloeckmoed.gheyt vanMe- 
la,  om  haer  te  helpen,  en  dat  fnoot  beftaen 
te  ftraffen ,  belafte  de  dienftmaeght  acn  , 
haer  V  rou  teroepen.  dat  haer  Heer  quam. 
Eftelaontftelde  fich ,  en  Alfredo  bleet  ver- 
Wft  ri-hoe-^1  hy  fi}nenthalven  fich  van 
deelde  wil  van  den  ouden  man  derfde 
Keren,  en  opende  derhalven  de  deur 
^y  moedighlijck.wanneer  hy  met  groote 
«sondering  fijn  Broeder  daer&g  in  ko- 
m Z  fpringen,dewelke  hem  den  degen  op 
SetaS feftende,hem de doot drevgde  °c 
hv  nie'  feyde  wie  hy  was,  hoewel  hy  hem 
Mel  kende.  Alfredo  bleef  tenhooghlta 
«r«oUrt,fiendefijnBroeder,d.ehywe 

verre  van  daerdaght  teiun,  en  beeldi 
feh  tnX  hy  dro?mde.  Hy  vandt  fich  te, 
tooghlen  opgetogen .  evenwel  van* M 
foo  wel  moetaais  te  f<^n,datderc  ptet 

„fctbequaem  was,  è« 
te  dwingen!  maer  indien  hy  fel*  ca 
man  waf.  als  hy  fcheen ,  hy  fou  fich  me 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  449 

lem  op  de  ftraet  begeven.    Carlos  nam 
Sdefe  acnbiedinp  aen ,  hoewel  hem  Eftela 
'  xfocht  met  kracht  te  wederhouden ,  maer 
-  te  vergeefs.    Carlos  dan  begeeft  fich  nae 
tbuyten,  pevolght  door  Alrredo,  die  te 
-Mineer  verbittert  was,  omdat  hyfaghdat 
sCarlosde  goede  wil  van  Elleiahadt,  en 
tfch  vertrouwende  dat  lijn  volck,  hem 
webbende  miflehien  ficn  ir,gacn,nict  foudé 
'daten,  hem  tehulp  te  kemen.  Dit  waren 
H(fijn  inrichten,  al-hoe-wel  iïjn  woorden 
foodanigh  waren,  dat  Eftela  alreedts,  in 
de  hooghfte  bekommernis  voor  haren 
iMinnaer  was.     De  twee  vyandtlijcke 
Broeders  komen  eyndelijck  op  de  ftraet, 
-maer  Altredo  meende  tcbefwijeken,  van- 
eneer hy  dacr  omtrent  niemandt  van  fijn 
rolckgewaer  wiert :  want  fijn  Dienaers, 
hem  aldaer  op  hun  wederkomft  niet  vin- 
licndc,  envermoeyt  van  de  ftraet  open 
'.'.neder  te  loopen  ,  hadden  fich  van  daer  be- 
geven ,  om  hem  in  een  van  fijn  gewoone 
ihuyfen  van  vermaeck  tcgaen  loecken, 
lievoor  de  Heeren  vanacniien  alleuuren 
3  )pen  ftaen.  Alfredo  vreefde  fijn  ontfmde 
oiroe  Jer  fecr,  en  om  het  gevecht ,  was  het 
nooghlijck  ,  voor  te  komen  ,  feyde  hy 
ihem ,  dat  hy  dele  Iongkvrouw  foodanigh 
.  geminde,  dat  hy  niet  begeerde  dat  eenigh 
i  mheyl  in  haer  ftraet  gebeuren  lou  ,  waer 
>)verhy  Carlos  verfocht,  met  hem  in  de 
mefte  ftraet  te  gaen ,  om  aldaer  hun  ge- 
fihilte  beflechten.   Carlos,  als  fooieer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4r0  DORTSCHE 
wegen  de  eer  van  Eftela  beforgbt,  alsye- 
mant  anders,  nam  defe  voorwaerden  gaet-fl 
neaen,  latende  fijn  beminde  bedroeft  m> 
in  tranen,  die,  na  dat  fy  met  veel  onnutte, 
klaghten  haer  hart  een  weynigh  ontloü 
hadt,  beaoot,daer  quame  af  wat  het  wilde 
het  eynde  van  dit  bloedigh  beftuy  t  te  gaen 
fien.  Sy  dan,komende  in  de  naefte  ftraet 
fach  dat  defe  twee  al  handt-gemeen  w* 
ren  geworden,  endatCarlos  fijnvyandt 
vaftvoet  over  voet  terugge  deedtwijOf 
ken,  die  niet  anders  deedt  als  af  keeren,  ere 
fich  met  veel  woorden  over  fijn  Broeder  tt 
beklagen ,  als  die  nu  wetende  wie  hy  was  * 
evenwel  het  hart  hadt  hem  te  willen  bele 
digen.  Maer  Carlos  niet  lancet ■  konncndc 
lijn  boolheydt  verdragen ,  lagh  hem  me 
mecraen  als  een  Broeder,  maer  als  eei 
doodt-vyant.  Eftela  quam  foo  na  by ,dati :t 
Alfredo  kennende  wierdt ,  en  overleggen? 
de,  hcefcbadelijck  fijn  doodtaen  hen  bey* 
den  was  ,  als  fullende  Carlos ,  ter  oorfaed 
van  de  fel  ve,  genoodtfaeckt  zijn  te  vluch 
ten,  en  haer  in  jammer  te  laten  ;  fteld 
fich  aen  de  zijde  van  Alfredo ,  juyft  wan 
neer  hy ,  willende  de  vlucht  nemen 
quam  te  ftruyckelen.   Carlos  wilde  me 
hem  voortgevaren  hebben ,  wanneer  h 
fiin  goeden  Engel  fagh  ftaen ,  die  Alfred 
fóchttebcdecken.Hy  daer  op  wederhiel 
fich,  cn, kennende  Eftela  bleef  onb* 
weeghlijck  ftaen.  Sy ,  hebbende  Altre_ 
gelegenthey  t  gegeven  om  op  te  toen  ^ 


ARCADIA.  4r, 

I  bruyckredefc  Woorden  tegen  hem:  Is  het 

•  mooghlijckAlfredo,  dat  ghy,  van  fulck 
«  een  atkomft  zijnde,  niet  weet  dat  de  liefde 
j  niet  kan  noch  magh  gedwongen  zijn,na- 
'  demael  de  wil  ten  minftcn  behoort  vry  te 
;  zijn.  Meent  ghy  dat  een  vrouw  tot  liefde 

•  tedwingen,ecn  Muur  of  Stadt  ovcrweldi- 

•  gen  is ,  dacr  men  niet  als  macht  en  gewelt 
I  toe  van  nooden  heeft  :  waerlijck  ghy  bc- 

•  drieght  u  fel  ven.  Ick  fegge  u  dan ,  dat  ick 

•  Carlos  bemin,in  fpijt  van  al  u  verraderyen 
en  afgunft ,  en  dat  met  fulck  een  liefde  als 
ghy  liet ,  en  defen  nacht]  verwachte  ick 
hem  als  mijn  Bruydegom.    Ach  Heer, 

i  wanneer  een  vrouw  van  mijn  ftaet  foo  vry- 
moedigh  van  haer  genegentheydt  fpreken 
derft,  is  hetdwaefheydt  tedencken ,  haer 
.  fulcks  te  doen  uy  t  het  hooft  flaen.  En  om 
dat  mijn  wilgeen  langer  uytftel  lijden 
magh,  foo  hebt  gy  u  Hechts  na  uw  huys  te 
-  begevë,terwij  1  uw  Broeder  het  mijne  voor 
fijn  cygen  gebruyekt.  Nauwelijcks  hadt 
Eftela  ciefe  woorden  gefproken  ,  of  Alfre- 
do,rafende  van  fpijt  en  fchaemte,  fich  van 
?daer  begaf,  alleenighdenckende,op  wat 
:  wi  jfe  hy  fich  fou  mogen  wreecken.  On- 
tdertufichen ,  de  Vader  van  Eftela,  zijnde 
^oor  het  gerucht  wacker  geworden,  nam 
jfijn  degen  en  kap,  om  te  fien  wat 'er 
imoght  te  doen  zi  jn ,  en  roepende  een  Die- 
*aaer,beval  hem  licht  te  ontlteecken ,  met 
tiefe  gingk  hy  al  de  poorten  van  het  huyf 
>eiïen,of  fy  oock  wel  gefloten  waren ,  fon- 

des 


der  dat  hy  cenige  gedachten  hadt,  dat  fijn 
Dochter  dc  ooriaeck  van  dit  gerucht 
moght  zijn  ,  als  wiens  zedige  ftilheyt : ,  afl 
fulcknadcncken  ver  van  hem  deedtblij# 
ven.    Alleenigh  dacht  hy  dat  den  of  den 
anderen  geldt-gierige ,  hem  lucht .van  de 
mocyten  teontlaften,  om  met  lukkeen 
forgc  fijn  Indiaenfchc  fchatten  te  bewa- 
ren Hyquam  eyndelijck  daer  de  beforgM 
de  Dienarette  op  de  fchilt- wacht  ftondt*! 
wachtende  naede  twee  Minnaers ,  delevj 
fiende haren  Heer  aenkomen  ,  hadt  even 
lbo  veel  tijdtsals  noodigh  was ,  orn  hen  te 
verbergen,  fonder  te  dencken  datly  dei 
fteutel  in  de  poort  liet.    Den  ouden  man 
fiende  de  fteutel ,  was  daer  over  feer  ver- 
wondert ,  alfoo  hy  wel  meende ,  de  poort 
dien  avondtfclve  gefloten  te  hebben.  Hy 
nam  dan  de  fteutel  uy  t  het  flot,  en  vorders 
alles  ocfloten  fiende ,  begaf  fich  weder  na  | 
fijn  bedde.   Weynigh  tijdts  daer  nakomt! 
Carlos  met  Eftela  aen  de  poort ,  weynigh 
denckende  wat  'er  gefchiet  was.  Carlos 
riep  aen  de  Maeght.roaer  geen  antwoordt 
krijgende,  meende  hy  dat  de  Dochter  mi 
flacp  was  geraeckt.  Defe  .onder  dies  ge- 
loovende  dat  haer  Heer  weder  te  bedde 
was  ,  quam  weder  om  haer  poft  te  bewa- 
ren,  nier  de  fteutel  miffchende,  merekte 
fy  haer  onvoorfichtigheyt.  Sy ,  hoorendc 
hen  aen  de  poort,  begeeft  fich  na  de  tralie 
en  feghthen  wat  haer  gebeurt  was.  Eftetyt 
•Uw  op  meende  te  fterven  van  fennek  ,e 


D  O  R*T  SC  HE 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  4rj 

•  .-üxJcedtniet  als  luchten  en  klagen.  Carlos 
giag  haer  met  droefheyt  aen.cn  feydc  haer, 
ïïkjdat  dit  ongeval  haer  gebeurde ,  om  dat  hy 
rongeluckig  geboren  was.  In't  kort, klagen 
enoch  kermen  golt  'er  niet ,  men  mort  be- 
fluytcn  wat  men  doen  fou.<  arlostcn  laet- 
mften  vandt  geraden,  dat  men  fieh  te  lamen 
na  het  huys  van  Leonardo  ibu  begeven , 
om  alJacr  met  bctet  gelegentheyt  <>ver  te 
leggen  wat  men  doen  ibu  j  dit  wierdt  goct 
gevonden;  maerde  Dienftmaeghtwild» 
geen  iins  al  leen  in  den  noodt  bl  ij  ven,  noch 
al  den  ftorm  alleen  uytftaen  i  waer  over  fy, 
door  hulp  van  Carlos,  fich  uytdc  naefte 
vcy  nftcr,  neder  liet,  en  fich  met  hen  op  de 
wegh  begaf.  Ten  huyfe  van  Leonardo 
gekomen  zijnde ,  gat  hem  Carlos  te  ken- 
nen hoe  de  Taken  ftonden ,  en  aldacr  wierdt 
goet  gevonden ,  dat,  dewijl  men  ,  ter  oor- 
iaeck  van  hun  groote  vriendtlchap,  ter- 
ftont  vermoeden  op  hem  en  fijn  huys  heb- 
ben fou ,  het  dienvolgens  beter  was,  voor 
dat  den  dagh  aen  quam,  fich  uyt  de  Stadt, 
;  na  een  fchooncn  Lult-hof  vanLeonardo.te 
begeven, leggende  omtrent  dry  mijlen  van 
daer.  Dit  loo  bcfloten  zijnde  ,  wierdt'cr 
een  Karos  vacrdigh  gemaeekt,  en  Leonar- 
do een  van  fijn  Dtenaers  la  ft  gegeven 
hebbende,  om  hen  als  lijn  eygen  pcrlbon 
op  te  wachten,  begaven  fich  dele  twee 
Minnaers  de  Stadt  uyt.  Sy  daer  gekomen 
zijnde,  vonden  de  plaets  feer  goet  tot  hun 
verblijf.  Carlos  feydc  tegen  het  volck  dat 

op 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


>r4  DORTSCHE 

op  de  plaets  woonde,  dat  Eftela  fijn  Sufte? 1 2  b 
was.  Op  dat,in  gevalle  ycmant  van  defel  ve 
in  de  Stadtquam ,  hy  niet  lichtvaerdigh-r 
lijck  de  tong  roeren  moght.Leonardolietp 
niet  na  alle  avonden  te  komen ,  en  hein 
te  berechten  waferomgingk ,  hen  fcher-| 
pelijck  beladende  niet  te  voorfchijn  te  I 
komen,  noch  op  eenige  bemiddeling  te  \ 
dencken,  voor  dat  de  faeckeneen  beter 
aenfchijn  hadden,  en  den  eerften  yver 
over  wasi  want  hy  berichte,dat  den  Vader 
van  Eftela ,  hebbende  fijn  woordt  aen  den 
Graef  gegeven ,  om  dat  hy  oordeelde  fij n 
tijtel  hem  een  groot  aenfien  in  fijn  ge- 
flacht  te  fullen  geven ,  by  na  van  raeierny 
aen  het  woeden  was,  entwee  duyfent 
kroonen  hadt  belooft  aen  die  gene  die  hen 
fou  weten  aen  te  brengen.   Al  dat  niet  te» 
genftaende,  bleven  fy  een  wijl  fonder  ont- 
deckt  te  worden ,  tot  dat  ey  udelijck ,  een  i 
van  de  landt-lieden  binnen  de  Stadt  ko-  | 
mende,  (gelijck  fulcke dingen terftondt  1 
feer  verbreyt  worden)  van  dit  voorval 
quam  teverftaen,  en  hoe  veel  geldts  die 
gene  fou  genietendie  defelve  wiftaente 
brengen,  waer  over  hy,  ick  weet  niet  wat 
gedachten ,  op  de  gaften  die  op  de  woo- 
ning  waren ,  begoft  te  krijgen ,  te  meer , , 
dewijl  hy  licht  het  een  of  het  ander  ge- 
mcrckt  hadt,  dat  niet  heel  Sufterliick  of 
Broederlijck  was  (gelij ck  de  liefde  fich 
lelven  altoos  niet  ontveynfen  kan,)  be- 
woogen dooreen  vervloeckte  gierighey 


ARCADIA; 


4ff 


■ 


i 


dcongeluckige  gelieven  gingk  aenbren- 
gen  j  wijfende  de  plaets  aen ,  daer  twee 
jonge  lieden  waren ,  die  fich  Sufter  en 
Broeder  noemden ,  en  fich  fecr  bedeckt 
hielden.  Maerhalf foo  veel  hadt genoegh 
geweeft,  om  vermoeden  te  geven,  in  voe- 
gen terftondt  order  geftelt  wiert ,  om  hen 
te  vangen.  Carlos  hadt  het  minftc  ver- 
moeden op  dit  ongeval  niet,  maer  genoot 
met  vermaeck  fijn  foete  gcvangkenis, 
wanneer  hem  door  den  Dicnaer  van  Leo- 
nardo  wiert  aengefeght ,  indien  hy  fich  in 
handen  van  het  Gerecht  niet  wilde  fien , 
dathy  fich  fonderuytftel  moft  redderen! 
Gelijckcen  donderflagh  was  fulcksinde 
ooren  van  delen  ongeluckigen  Minnaer. 
Eftela  badt  hem  te  willen  vluchten,  nade- 
mael  de  gramfchap  fich  aldermeeft  op 
hem  uy  tftorten  fou.  Hy  nam  met  duy- 
fenden  van  tranen  fijn  affcheyt  van  haer , 
feggende  tot  beHuyt ,  dat  hy  fich  meende 
na  Granada  te  begeven  ,  tot  dat  de  toorn 
vanhaer  Vader  fou  over  zijn ,  daer  hy 
vrienden  en  verwanten  genoegh  had.  Hy 
tldus  fijn  tijdt  nemende,  wilde  fich  de 
poort  uyt  begeven  ,  maer  wierdt  door  lijn 
vyanden  gedut»  fy  wilden  hem  ftaende 
houden,maer  fyn  moedt  wilde  dat  niet  lij- 
den, maer  treckende  fijn  geweer,  fteldc 
fich  tegen  hen  allen ,  om  fich  foo  lang  te 
befchermen  als  hem  mooghlijck  was ,  en 
waerlijk  fijn  gevangkenis  fou  meer  als  een 
leven  gekoft  hebben,  ten  waer  Leonardo , 

die 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


AS6  DORTSCHE 

die  quam  om  hem  te  waerfchouwen ,  fij  iv 
vriendt  in  die  geftaltenis  fiende,  fichby^ 
hem  gevoeght  hadt,engefeght,  dat  fulc», 
fcheen  meer  een  middel  tot  verlies  van, 
fijn  leven ,  als  reddering  van  fijn  fceckeU 
te  zijn ,  dat  hy  beter  fou  doen  de  faeck  in» 
ftilheytaf  te  wachten,  en  die  ondertuf- 
fchen  fijn  goede  vrienden  te  bevelen.Car-j 
los  dan  gat  fich  gevangen ,  hoewel  met; 
groot  tegenftreven  van  fijn  dapperheydt*  \ 
ondertuflchen  begaven  fich.de  anderen 
om  Efteia  te  (backen,  maer  hun  foecken 
was  vergeefs, :  want  fy  menendodat  Car- 
lostijdt  fou  hebben  gehadtom  te  vluch- 
ten, wilde  het  fel  ve  doen,  en  begaf  fich  al- 
foo  een  achter-poort  uyt ,  met  meening 
fich  na  het  naefte  Dorp  te  begeven,  en  fich 
daer  te  verbergen ,  totdat  fy  gelegentheyt 
fou  hebben  ,  naGranada,  daerfyCarlos 
meende  te  vinden .,  te  reyfenv   Sy  op  een 
aengename .  vlackte  uy  tkomeode ,  begaf 
fich  van  daer  incenigh  geboomt ,  en  foo 
al  wat  vorder ,  tot  dat  fy ,  door  vermoey  t- 
heyt  geparft ,  gedwongen  wierdt  fich  aen 
de  kant  van  een  beeck  neder  te  fetten,  en 
een  wijl  te  ruften,  daerfy  van  verre  een 
Harder  met  fijn  Vee  ge waer  wierdt,  die, 
om  de  tijdt  te  vergeten ,  een  vrolijck  Ue- 
deken  fpeelde.  Sy,  by  hem  gaende,  vraeg- 
de  hem,  hoe  verre  fy  van  het  naefte  Dorp 
was,  en  verftaendc  het  felve  daer  dieht  by 
te  zijn,  vandt  den  Harder  noch  wel  loo  be- 
leeft ,  dat  defelve ,  bevelende  fij  n  V  ee  aen 

een 


i 


ARCADIA. 


417 


<  een  jongen ,  de  moeyten  gewilligi 
anam,  om  haer,  in  het  Dorp,  dat  aen  het 
I  hange n  van  eenbergh  lagh  ,  tegeleyden. 
iUtela hielthaer  daereenkortcn  tijdt ver- 
borgen,  tot  dat  fy  gelegentheyt  vandt  fich 
naGranada  te  begeven ,  om  daerfuh  we- 
f'l  deLtyharen  Carlos  te  vinden :  die  onder- 
r  tuflchen  wel  ver  van  daer,  in  handen  en 
*  banden  van  het  Gerecht  na  Se  villa  reyfde 
•r  Hy  aldaer  in  de  gevangkeni*  geworpen 
:  zijnde ,  vandt  een  yder  fijn  vriendt  en  be- 
gunftiger,  behal ven  alleen  defe,  die  hem 
a  '  l  de  xneefte  vriendtfchap  fchuldigh  waren 
1 1  f  Alfoo  Alfredo  niet  focht  als  fijn  faecken  te 
ï  verfwaren.  Evenwel  foodanigh  was  de 
nvoorfpraeck  van  veel  lieden  van  aenfien, 
(<by  de  vader  van  Eftela,  dat  defelve,na  Jan- 
'  >.  ge  tegenftandt ,  fich  ten  Jaetften  een  wey- 
nigh  gefeggen  liet,  te  meer,dewijl  hy  fagh 
dat  Alfredo ,  nu  meer  door  haet  als  liefde 
; gedreven,  niet  deedt  als  de  gelieven  te 
■'Verfwaren ,  fonder  evenwel  Eltela  Teer  te 
i'begeeren.  De  vrede  wort  dan  ten  laetftcn 
•getroffen  ,  en  Carlos  in  gunlt  en  genade 
jacngenomen  :  alleenigh  fchorte  het  aen 
üEftela,men  fandt  na  de  hoeve ,  om  weder 
.ma  haer  te  vernemen ,  macr  niemant  wift 
;van  haer  te  fpreecken,  men  fochc  het 
;gantfchc  landt  daer  omtrent  open  neer, 
muer  men  vandt'er  taclnoch  teecken  van  ; 
«en yder  bedroefde  fich,  Carlos  meende' 
steontfinnen,  en  den  ouden  man  ,  (gelijck 
'.anenhet  verlorene  het  meelde,  acht)  wift 

V  niet 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4c8  DORTSCH6 
nietwaer  fichtekecren,  hy  hadt  nu  wet 
gaernetienmael  foo  veel  gegeven,  om 
haer  te  mogen  omheUen.als  hy  voor  heen 
op  haer  en  Carlos  hooft  geftelt  hadt :  me- 
mant  was  *er  die  fulcksniet  jammerden, 
als  alleen  de  af gunftige  Alfredo ,  die  haer 
niet  beter  als  onder  de  handé  van  roovers , 
of  onder  de  klauwen  van  het  wilt  gedierte 
wenfehte te  ficn.  Die  ondertuifchen  haer 
rcys  na  Granada bevorderde ,  niet  twijfe- 
lende aldacr  haer  Bruydegom  te  vinden ; 
maer  fy  was  wel  verbaeft  als  niemant  daer 
van  hem  wift  te  fprcecken,  tot  dat  'er  eyn- 
delijck  berichting  quam ,  hoe  Carlos  ge- 
vangen, en  ten  lactften  de  faeekby  geleydt 
was ;  nademael  men  niet  traegh  hadt  ge- 
weeft,  om  het  fel  ve  over  al  te  laten  weten , 
of  fy  bvrgcval  yemant  ontmoeten  moghr. 
Sy  daer  op  fendt  een  bode  na  Se  villa ,  door 
de  welcke  fy  liet  weten ,  oMtfe  tot  Grana- 
da wa».  en  fich  teneerften  tf^yfwaert 
or  wegh  begeven  fou.Onuy*r«xAeliJck 
wasde'blifdtfchap  ,  die  defe  tijding  ver- 
oorfaeckte,  waer  over  fich  een  yder  benef- 
fens Carlos  op  wegh  begaf,  om ..^'f 
ontfangen.  Alleenigh  Altrcdo,  wi  de  fich 
daer  niet  laten  vinden  ,  maer  quelde  fich 
foo  in  fijn  verliepen  vandt  ach  loodamgh 
geparft  door  fpijt  en  verdriet,  dathytn 
veel  dagen  fijn  kamer  met  verliet  ;  het 
welckdagehjcx  meer  en  meer  toenemen- 
Te,  hemtenlaetften  in  het  bedde,  en  eem- 
ge  maenden  daer  na  in  het  graf  braght. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


4T9 


Latende  Carlos  foo  wel  in  het  bt 
lijn  goederen ,  als  van  fijn  liefde.  Carlos 
waerlijck  bedroefde  fich  over  fijn  doodt , 
toonende  dat  met  het  verkrijgen  van  het 
beminde,  fijn  haet  voldaen  was  j  evenwel 
was  de  fmartfoo  groot  niet,  datfe  niet  te 
verfetten  was,  daer  het  aengenaem  leven , 
het  welcke  hy  tot  noch  toe  met  fijn  Efte- 
la  geleeft  heeft ,  geen  kleyne  oorfaeck  toe 
gaf.  Hy  heeft  fich  tot  noch  binnen  Seviila 
gehouden,tct  dat  hy  in  dienft  van  den  Ko- 
ningk,  om  eenigebyfondere  verrichting 
naBruflelgefondcn  wiert,  daer  hem  Am- 
brofio  gekent  heeft.  Rijck  en  machtigh 
zijnde ,  foo  door  de  goederen  van  fijn 
Broeder,  als  die  van  fijnSchoon-vader, 
(die  een ige  jaren  na  hun  houwelijck, 
over  leden  is.  Wat  nu  vorder  de  reden  is , 
waeromme  hyhier  inHollandt  overge- 
komen zy,  is  my  fo«  wel  als  de  Hceren  en 
Jongk  vrouwen  onbekent. 

Euftacchio  aldus  fijn  vcrhael  ten  cyndc 
gebraght  hebbende,  begeeft  fich  het  gant- 
Fchc  gefelfchap  beneden  nacr  den  Hof,  om 
aldaer  met  malkander  het  overige  van 
den  dagh  over  te  brengen,  en  de  acngena- 
me  groente  van  het  rijfende  loof  te  genie- 
ten. Lyfander  nam  de  bevallijcke  Kuphc- 
mia ,  en  Lydamas  Cly tie ,  by  der  handt,  cn 
Polymythus  het  felve  acn  Lucinia  willen- 
de doen,  bevandt  dat  lijn  brieven  van 
gratie  en  Privilegie  noch  niet  gezegelt, 
noch  de  voorwaerden  van  hun  verdrag  gc~ 

V  i  tcec- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


éfc>  DORTSCRE 
tceckent  waren  ,  evenwel,  op  ernftige  be- 
loften fich  te  beteren ,  en  noch  dien  avont 
fijn  misdagh  goet  te  maecken ,  liet  fich  de 
fchoone  Lucinia  gefeggen,  en  nam  fijn 
gefeifchap  weder  aen. 

Periander  en  Euftacchio  terwijl  begaven 
fich  na  boven  opeen  aengename  Beïvide- 
re ,  van  waer  fich  de  Stadt  Dordrecht  op 
het  alderg ierlij ckfte  vertoonde.  Syfich 
daerbv  malkander  nedergefet  hebbende , 
genoten  het  fchoonfte  gehcht  dat  yemant 
fou  konnen  wenfehen  :  het  geen  door  het 
vallen  yan  den  avondt ,  die  feerfchoon  en 
aengenaem  was ,  geenfins  vermindert , 
maer,  door  het  flickeren  van  de  dalende 
Son  ,  vry  vermeerdert  en  verheerlijckt 
wierdt.  Ick  moet  bekennen,feyde  Euftac- 
chio.de  gelegentheyt  van  uwe  Stadt,  heeft 
kingen  my  boven  allen  wel  behaegt,  fy  heeft  alle 
om-    hoedanigheden   van  een  welgelegen 
Vcnt   plaets ,  en  een  Borgery  die  voor  alle  niet 
Stadt  bot  is,  hoewel  grootiheyt  onder  fommige 
Por  •  al  wat  plaets  fchij  nt  te  hebben ;  ick  heb  in 
dregt,  andere  Steden  wel  wat  meer  aenfien  en 
gunft  voor  een  vreemdelingk.maer  in  defe 
meer  geflepentheyt ,  felf  oock  onderden 
gemeenen  man ,  gevonden.  Hoewelden 
kleynen  tijdt  dat  ick  hier  geweeft  ben,  my 
lichtelijck  verfchuont,  indien  ickmyin 
mijn  goet-vindenbcdriege.Namy  berecht 
is,  vervolghde  Euftacchio, zijnde  Voor- 
rechten, waer  mede  defe  Stadt  voorfien  is, 
al  ongemeen,  voornamentlijck  dat  van 


Aen- 

metc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


arcadia:  461 

het  Stapel-recht,  het  welcke ,  mijns  bc- 
dunckens,  een  ongemeen  Voor- recht  Voor 
defeplaets,  enaleenige  ongelc^entheyt 
voor  andere  Steden  is;  ongetwijfelt  fal 
het  fclve  al  out  en  nootfaeckelijck  wel  be- 
weert zijn,  alfoo  foodanige  voordeden 
niet  laten  geduurighlijck  hun  bcltoockers 
te  hebben ;  voornamcntlijck  wanneer  niet 
alleen  het  voordeel  van  den  befittcr,  maer 
oock  cenighlins  de  verhindering  van  an- 
deren daer  mede  vermengt  is.  Peri ander, 
mcrckcnde  dat  Euftacchio  begeerigh  was , 
en  gaerne  eenigh  naerder  bericht  daer  van 
hebben  fou ,  haelde  van  een  planck,boven 
hun  hooft  met  boecken  Üacnde ,  een  uyt 
den  hoop  voor  den  dagh,  zijnde  de  Dort- 
fche  Bclchrijving  van  den  Heer  Iohan  stapel- 
njnn  Beverwij r£,eertijdts  Raet  enOrdinaris  Recht. 
Artz  van  defelve  Stadt.  Sie  daer ,  waevde 
Euftacchio,(antwoorde  hy)  dé  man  die  uw 
verlangen  volkomentlijck  fal  konnen 
voldoen,  en  tcnnaeulten  onderrechting 
van  dit  voor-recht  geven;  dacrfiet  ghy 
vooreenl  dat  het  woort  Stapel,  nadegc- 
tuygenis  van  den  geleerden  Hadriavus  lu- 
nius,  een  voor-recht  aen  een  wel- verdien- 
de Stadt  gegeven  bed  uyt ,  om  vreemde 
waren  ,  dcwelcke  aldaergebraght  wer- 
den ,  op  te  mogen  houden  ,  om  aldaer  te 
verftapelen  of  te  verbodemen  ,  en  cenige 
dagen  gevent  te  werden  :  en  hoe  dat  dei'e 
gerechtighcyt  Dordrecht  gegeven  is  door 
den  Graef  Iohan  den  eerften ,  in  het  Iaer 

V  5  l*-'J9' 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


46i  DORTSCHE 

1299.  na  de  geboorte  van  onfen  Saligh- 
maecker,  en  dat  ter  oorfaeck  van  haer 
goede  dienften,  haren  Heer  betoont.  Sy  is 
daer  na  menighmaei  door  de  andere  Gra- 
ven zijn  na-  en  op- volgers  beveftight,  als 
door  Iohan  de  tweede ,  in  't  Iaer  1300.  by 
Willem  de  vierde ,  in  't  Iaer  1344.  oock 
daer  na  niet  alleen  beveftight ,  maer  oock 
vermeerdert  door  de  Keyferinne  Marga- 
riet ,  in  't  Iaer  1346.  en  1 3  5*0.  oock  by 
haren  Soon  Willem  van  Bcyeren,  1 3  ƒ ƒ. 
en  fijn  Broeder  Aelbert ,  toen  Ruwaert 
van  Hollandt,  1 3  69+  en  na  Willems  doodt 
als  Gravc,  1393.  inhet  volgende  Iaer  by 
Willem  van  Ooftervandt,  en!  1446.  by 
Hartogh  Philips  van  Bourgoengien.  Wat 
aengaet  de  beweering  van  de  felve ,  die  is 
•snede  wel  noodigh  ge  weeft,  alfoo  ver- 
fcheydcn  Steden  daer  groot  ongenoegen 
over  hadden ,  en  daer  over ,  voornament- 
lijck  by  den  Keyfer  Karei  de  vijfde  klagh- 
tigh  vielen ,  als  namentlijck  de  Steden 
Delft,  Amfterdam  , Rotterdam  ,  Gorin- 
chem,  Schiedam»  Alckmaer,  Hoorn, 
Enckhuyfen,  Edam,  Geertruydenbergh , 
Bricl ,  Medenblick  ,  Monnickendam  , 
Woerden  en  Naerden ,  als  oock  de  Dorpen 
van  Wormer  en  Uytgeeft.  Vertoonende- 
door  openbare  en  ingeleverde  verfoeck- 
fchriften  ,  dat  den  handel ,  volgens  hun 
natuurlijcke  en  ingeboren  Vrydom,  op 
alle  Rivieren,  Stroomen,  Wateren,en  Ha- 
venende, vry  ftondt,  fonder  bedwongen 


ARCADIA.  4$$ 

te  zijn  met  Schepen  en  Goederen  tot  feec- 
kere  voorgemelde  plaetfen  te  moeten  lan- 
den of  havenen  ,  volgens  hun  oude  ge- 
woonte i  dat  die  van  Dordrecht  nieuwig- 
heden, tot  achterdeel  van  defevrydom 
voortbrachten,  met  hun  geprctendeert  en 
fubreptijf  Octroy  inhetwerek  te  wille» 
ftellen.  Gelijckfe  tot  verantwoording 
van  het  fel  ve  oock  nietgecompareert  of 
verfchenen  zijn.  Waer  door  fy  door  Har- 
togh  Aelbrecht  fouden  verklacrt  lijn 
van  hun  Recht  voor  eeuwigh  vervallen 
te  zijn.  Dat  evenwel  die  van  Dordrecht , 
by  tijden  van  oorlogh  en  twift.de  Schepen 
hebben  willen  dwingen ,  tot  hun  gepre- 
tendeerde Stapel,  gelijck  fich  de  Sup- 
plianten daer  oock  weder  met  Recht  heb- 
ben tegen  verfetj  daer  van  nochecnige 
ProcefTen  tuflehen  die  van  Dordrecht  cn 
Rotterdam  on-afgedaen  hangen.  Iaedat 
die  van  Dordrecht  niet  alleen  haer  oude 
Recht  hebben  willen  befchermen  en 
voorftaen  ,  maer  oock  met  nieuwigheden 
defelve  befwaren,  als  dwingende  tever- 
ftapelen ,  foodanigc  waren,  als  yemant  tot 
fijn  eygen  behoeten  gebruyek  fou  mogen 
gekocht  hebben ,  als  oock  Loot,  Kennip , 
Kacs,  Hoepen,  Klauhout,  enfulckals 
daer  de  zageof  bij  le  door  gewceft  heeft, 
als  oock  Appelen  cn  diergelijcke :  verfwa- 
rende  dagelijcks  meer  en  meer  het  loon 
en  de  onkoften,tot  fchadc  van  den  handel} 
bchalven  dat  door  het  verbodemen,  dc 


V  4.  wa- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4*4  DORTSCHE 
waren  menighmael  uyt  dichte  en  bequa- 
me ,  in  ondichte  en  onbequame  Schepen, 
die  van  Dort  behoorende  ,  over  gebodemt 
worden ,  tot  fchade  en  gevaer  van  de  goe- 
deren ,  zijnde  noch  daer  en  boven  gehou- 
den foodanige  Schippers  te  betalen ,  foo 
veel  hen  defelve  af  eyfehen,  beneffens  an- 
dere ongeregeltheden  meer:  behalven  dat 
die  van  Dordrecht  hetfelve  recht  noch 
verder  fouden  cx  ten  deren  en  uytbreyden 
als  hun  gepretendeerde  maght  fich  ftrec- 
ken  magh.  Waer  uyt  fy  befluyten ,  dat  de 
felvepretenfle  Voor- rechten,  al  waren  de- 
felve al  deughdelijck  verkregen ,  ter  oor- 
faeck  van  al  de  voornoemde  ongebruyc- 
ken ,  behoorden  vernietight,  en  een  yder 
lijn  behoorlijcke  vrydom ,  van  handeren 
doortocht  op  den  Rhijn,  Wael ,  Mafe, 
Lccke,  Yflel  en  M  er  wede ,  vergunt  te 
worden.  Maer  die  van  Dordrecht  daer  te- 
gen, voor  de  Raden  in  (foliant,  de  deugde  - 
lijckenoorfprongk  van  hun  Voor- recht, 
als  fpruytende  uyt  byfbndere  dienften , 
hunnen  L'rins  bewefen ,  als  oock  de  by voe- 
ging van  andere  voor- rechten,  en  hun 
Ampliatie en  ver mcerderi ngen .ftreckende 
die  vorders  boven  de  dry  andere  Rivieren, 
de  Mafe,  de  Lecke,  en  de  M  er  wede,  tot  op 
den  Rhijn,  WaelenYflêi,  alleen igh  met 
uytfluyting,  onder  (èeckere  reftri&ie,  van 
de  Poorters  van  Middelborgh,  Ziericzee , 
en  Dordrecht ,  alles  ter  oorfaeck  van  hun 
getrouwe  dienden,  &c*  voortbrengende; 


ARCADIA.  4^ 

beneffens  den  langen  en  geruymen  tijde 
vandepoflTeffie ,  of  het  befit  van  defelvc 
Rechten  gehadt  te  hebben,  behalven 
verfcheyden  vonniflen ,  uy  tfpraecken ,  en 
cxecutien ,  foo  by  des  ICeyfers  Hoogen 
Raet,  als  het  Hof  van  Hollandt ,  daer  over 
uytgefproocken,  en  in  het  werek  gefteltj 
oock  het  gegeven  Vonnis  van  Wijlen 
Hertogh  Aelbrecht  bewijfendc  nul  en 
van  geender  waerde  te  zij  n ,  als  zijnde  fy- 
lieden  maer  eenmacl  geroepen ,  en  behal- 
ven dat ,  henlieden  van  rechts  wegen  niet 
geraden ,  als  doe  te  Compareren,  en  voor 
den  voorfz.  Hertogh ,  in  wien  s  ongenade 
fy  door  hun  vyanden  en  quaetwillige  wa- 
ren gebraght,  te  verfchijnen,  gelijck  oock 
'  i  de  plaets,  daer  fy  als  doe  gedaeght  waren , 
voor  hen  niet  feecker  was  j  oock  dat  veel 
van  de  Supplianten  hun  tegenftanders,  als 
fulck  recht  in  hen  erkennende ,  met  be- 
llotene  brieven  menighmael  gratie  en 
gunft  voor  fommige  perfoonen  en  goede- 
ren, aengaende  het  fclve  Stapel- recht,  ver- 
focht  hadden  :  zijnder  door  den  Keyfer 
Commiflarifen  beftelt ,  en  geordonneert , 
om  de  Supplianten  (ondertuffchen  door 
de  Steden  van  's  Hartogenbofch ,  Grave , 
•  I  Reymcrswael,  Tholen,  en  andere  ge- 
.  \  Iterckt)  en  die  van  Dordrecht  voor  hen  tc 
>  doen  roepen ,  en  de  ftucken  en  befcheyden 
vaneen  ydernate  fien ,  en  hen ,  waer  het 
doenlijck ,  te  vereenigen.  Waer  op  eynde- 
liick,  naadviis  en  overlegh  van  de  felve 

V  f  Com: 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4<jrf  DORTSCHE, 
Commiflarifen  en  Gemachtigheden ,  het 
bcuuyt  van  den  Keyfer  gevolght  is ,  ver- 
klarende de  Supplianten  of  verfoeckers  , 
beneffens  hun  by-gevoeghde  voor  niet 
ontfangkelijck,  noch  in  hun  verfoeck- 
fchrift  gefondccrt  ot  gegrondt ,  en  dat  die 
van  Dordrecht  hun  Stapel  en  Recht  van 
dien  foudcn  behouden.   Waer  op  van 
nieuws  des  felven  Keyfcrs  Ordonnantie 
enStatuyt  gevolght  is,  (met  hertelling 
evenwel » om  de  abuyfen  en  miihandclin- 
gen,die  omtrent  het  gefeydeRecht  mogh- 
ten  voorgevallen  zijn ,  te  redderen)  luy- 
dendc  gelijck  uwjEdelheyt  aldacr  lef  en 
kan.  Met  welcke  woorden  Periander  het 
Boeck  den  Italiaen  in  handen  gegeven 
heeft,  die  het  felveeenmael  doorgeloo- 
pen,  enden  inhoudt aengemerckt  heb- 
bende ,  fich  op  de  plaets ,  hem  door  den 
w  ij  fen  Periander  aengewefen ,  gevcft ,  en- 
met  het  lefen  van  foodanige  regelen ,  als 
hier  n* volgen,  befigh  gehouden  heeft. 

v  AERLE,  by der  gratie Gödt* , Roomfch Keyfer *. 

altijdt  Vermeerder  des  Rijcks ,  Koning  van  Geima- 
«icn,  van  Caftilien ,  van  Leon ,  van  Granade ,  van  Arra- 
gon ,  van  Navarre ,  van  Napels  ,  van  Sicilien,  van  Mail* 
fornue,  van  Sardaine ,  van  de  Eylanden  vanlndyen, 
«ode  vatten  Lande  der  Zee  Occane ,  &c  Eerts-hertoge 
van  Ooftenrijck ,  Hertoge  van  Bourgoengien ,  van  Lo- 
irijck,  van  Brabandt,  van  Limbourgh,  van  Liwenbourgh 
endc  van  Gelre.  Grave  van  Vlaenderen,  van  Artoys,  van 
Bourgoengien  Pals-grave,  en  Grave  van  Henegouwe,van 
Hollandt ,  van  Zcelandt ,  van  Fcrrette ,  van  Hagenault  J 
van  Namen ,  ende  van  ïutphen.  Pxincc  vani  Swaben  „ 

Marck* 


ARC  AI>r  A.  4tf7 

Marck-grave  des  Heyligen  Rijcx.  Hccre  van  Vricflandt  f 

>  van  Salins ,  van  Mechclcn ,  van  der  Stadt,  Steden  ende 
•  I   Landen  van  Uytrecht,  Qvcr-Yflcl,  ende  van  Groenin- 

gen.  Dominatcur  in  Afie,  endein  Afrijckc.  Allendcn. 
m  Jgenen  die  defen  onfen  Brief  fullen  fien,  Saluyt:  Alfoo  wy 
indemacntvanO&obri  leftleden  ,  op  't  diner  en  t,gere« 
fen  tuflchen  den  Borgcmeefters  ende  Regeerders  van 
0   onfen  Steden  van  Delft,  Amfterdam ,  Rotterdam ,  Gor- 
rza   chum,  Schiedam,  Alckmaer,  Hoorn,  Enchuyfen,Edarry 
Gcertruydenberge,  Briele ,  Medenblick,  Monickendam  5 
Woerden,  Naerden,  ende  hare  conforten,  Supplianten 
ende  heelTchers,  Borgemceftcrs  ende  Regeerders  van  on- 
r  I    (c  Steden  van  9s  Hertogen-bofcb,  Gr  ave,  ReymerswaJe , 
Tholen,  ende  andere,  hen  luydcn  voegende  met  den 
voorfz  Supplianten  ter  eender  zijde:  Ende  den  Borgc- 
t    meefters,  Schepenen,  ende  Regeerders  onfer  Stede  Dor- 

>  drecht,  Verweerders  ter  ander  zijde:  Ter  eau  fen  ende 
j   uyt  oorfaecke  van  den  Stapel-rechte,  by  de  felve  onfe 

3 1   Stede  van  Dordrecht  gepretendcert,  hebben  onder  ande- 
,\   ten  by  onfe  Sententic  diffinitive  verklaert  ende  geor- 
t  donneert,  dat  de  voorfz.  van  Dordrecht  fullen  behouden , 
^   den  Stapel ,  ende  de  Rechten  van  dien ,  ter  plaetfen ,  te- 
4  •   gens  de  Perfooncn,  op  de  Goeden,  ende  met  fulckc  limi- 
taticn,  ordonnantiën,  reftrittien,  ende modificatien, 
als  wy  dat  verklaren  ende  ordonneren  fouden.   Te  dien 
b^i   eynde  committerende  onfen  lieven  ende  getrouwen 
\%    Ridder  ,  ende  eerfte  Raedt ,  prcfiderende  in  onfen  Rade 
vanHollandt,  Heer  Gcerard  van  AlTcndclf ,  endeMr. 
Peeter  du  Breul ,  onfen  Raedt  ordinaris  f  ende  Advocaet 
Fifcael  in  onfen  Grooten  Rade  te  Mechclen ,  om  in  hare 
handen  te  nemen  alle  de  Stuckcn  byde  Partyen  op't 
voorfz.  different  gedient ,  de  felve  Partyen  te  hooren  op 
de  limitatie ,  ordonnantie ,  reftriftie ,  ende  modificatie 
van  den  Goeden,  Perfonen,  ende  Plaetfen,  boven  geniën- 
tioneerr,  ende  op  de  abuylen  ende  inconvenientiendie* 
tercaufevan  den  voorfz.  Stapel  fouden  mogen  gebeu- 
ren, de  felve  Partyen  te  vergclijkene,  ende  by  haer-luyden* 
contente,  de  Ordonnantie  by  gefchrifte  te  (tellen ,  föo. 
verre  doenlijck  ware  :  ingevalle  nict,van alles  dan  verbael 
tc  makelende  ons,ofte  onfe  feer  lieve  ende  beminde  Su* 

V  6  ft«i3. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


468 


ÖORTSCHE 


fter,  dc  Koninginne  Douag  icrc  van  Hongaryen ,  van  BO- 
hemen,  5c  c.   vooions  Regenteende  Gouvernante  in 
onfen  Landen  van  hcrwaerts  over,  rapport  te  doen,  oml 
voorts  daer  innegeordonneert  te  worden,alfoo  *t  behoo- 
ien  foudc.   Ende  na  dat  onfe  voorfz,  CommilTarillèn 
hare  voorCz  Befoingie  ende  Verbael ,  door  ordonnantiën 
van  onfe  voorfz  Sufter  de  Koninginne  gecommuniceerd 
hebben  den  luyden  van  onfen  Rade  in  Hollandt,  dewelc- 
Jcehen  advijsopal  fchrifteliick  geftelt,  ende  by  den 
voorfz  Commiflariffen  der  felver  onfer  Sufter ,  met  alle 
de  Stucken  by  Partyen  gedient ,  over  «efonden  hebben. 
Doen  te  weten ,  aat  aï  't  fclve  in  onlen  fecreten  Rade  I 
wel ,  ende  in  *t  lange  door  ficn  is  ,  ende  gevifiteert ,  ende 
geconfidereert,  'tgene  des  in  defen  behoorde  geconfide- 
ïeert  te  we  fen.    Ende  nadien  onfe  voorfz  Sufter,  de  Ko- 
ninginne Regcnte,  van  als  rapport  gedacn  is  geweeft, 
willende  ordene  ftcllen  op't  ftuck  van  den  Stapel  onfer 
voorfz  Stede  van  Dordrecht  :  hebben  by  rijpen  advijfc 
ende  deliberatie  der  felvcr  onfer  Sufter  de  Koninginne , 
van  den  Ridderen  van  onfer  Orden  ,  endede  Hoofden 
ende  Luyden  van  onfen  Raden  van  State ,  Secreten  ende 
Finantien,  neftenshacr  wefende  :  Geordonneerr  ende 
geftatueett ,  ordonneren  ende  ftatueren  by  defen ,  de 
Poinften  ende  Articulcn  hier  na  volgende : 

fN  den  eetften,  dat  van  nu  voortaen  gehóuden  fullen 
worden  voor  Stapel- Goeden ,  alle  Koopmanfchappen 
van  Koren,  hart  of  weeck,  Erweten,  Boonen , Wieken , 
ende  alle  Zact  dat  ter  Mate  toe  behoort ,  Wijnen,  Weet, 
Zout,  Hout,  Oeft,  Kalck,  Kolen,  Molen. ftecnen,  Stael , 
ïfet,  Schaclgien,  Hoppe,  Harft,  Runne,  ende  geen 

811  Dat  alle  Koop- luyden, komende  van  boven,  Uytheetn- 
fche,  ofte  onfe  Onderfaten,  metecnige  vandevoorlz. 
Koopmanfchappen  inde  Rivieren  vandc  Merwedeoit 
Lecke ,  vatende  nederwaert ,  gehouden  fullen  weren  tot 
Dordrecht  dc  felvc  Koopmanfchappen  te  Verftapelen ,  te 
Verkoopen,  te  Verbodemen,  ende  de  Rechteamer  nae 
ver  klaert,  daer  af  te  betalen. 

Vul  verftaende,  dat  dc  Steden  gelegen  op  de  Rivieren 
•  boven 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


arcadia:  46P 

bóven  de  Stadt  van  Dordrecht ,  f uilen  mogen  koopen 
en  doen  ontladen,  in,  oft  voor  hare  Havenen,  alle  Stapel' 
Goeden,  nederwaerts  komende,  ende  varende  voorby  d« 
voorlz.  Steden ,  alloo  vele  als  fy  luydcn  behoeven  lullen, 
voor  t  gebruyek  van  de  voorlV.  Steden  ende  Inwoonder* 
alleenluck,  fonder  de  fel ve  Goeden  temogen  anderea 
luyden  Vcrkoopen,  Vermangelen,  ofte  Tranl  poneren. 

Wel  verftaende  oock.de  Kerflcn,  Krieckcn,  Perficken, 
Pruymen  ,  Druyven  ,  ende  diergelijck  wceck  Oeft ,  ge- 
öorte  Runne  ,  ende  Mout ,  allceniijcken  lullen  tot  Dor- 
drechr  Merckt  houden  ,  ofte  blijven  leggen  een  Dagh- 
gerijde  :  ende  dat  gedaen  ,  Tullen  de  Koop  luydcn,  fonder. 
Vcrbodemen ,  daer  mede  mogen  reyfen  ende  vertrecken 
daer  't  hen-luyden  goedt-duncken  ende  gelieven  fal,  (on- 
der yet  te  betalen.  Maer  worden  alfulcke  Waren  binnen 
Dordrecht  Verkocht ,  fullen  daer  at  betaelr  u  orden  de 
«aervolgende  Rechten. 

Item,  dat  onder 't  Stapel-Hout  niet  begrepen  en  fal 
ucfen  Barninck-hout,  Hoepen,  Spccckcii ,  Vclligen , 
W_agen-aiTchen  ,  het  zy  dat  die  dc  Rivicre  van  de  Leckc, 
oft  Merwede ,  opwaerts  ofte  nedcrwaert»  gevoert  wor- 
den. 

Item,  van gelijcken en  fal  niet  fchuldigh zijn  te  Vcr- 
ftapelen ,  alle  Hout  dat  Poorters  van  Gorchum  tot 
commoditeyt  van  den  Inwoonders  aldaer,  ende  van 
den  Ingefetcnen  '$  Lands  van  Arckcl  Vcrwerckcn  ful- 
len. 

Item ,  ende  onder  't  Koren  en  fal  nier  begrepen  welen 
het  Gewas  gevallen  beneden  Viancn  ,  oft  in  den  Lande 
van  Hcufden,  Altena.cndedact  beneden,  dat  een  Landt- 
nian  van  fijn  eygen  Gewafch  in  .Sacken  te  Gorchum,  ofte 
in  een  van  de  ander  Steden  ter  Merckt  wil  voeren,  fonder 
voor  by  Dordrecht  te  palfercn ,  al  fonder  fraude  of  argc- 
lift. 

Item,  dat  Koren  gewaflehrn  in  *t  landt  vanArckel, 
dat  binnen  Gorchum  ter  Merckt  komt,  ende  daer  geladen 
woit  op  Schepen  van  Gorchum,  ende  toe  behoorende 
de  Poorters  ofte  Inwoonders  van  Gorchum  voorfz. 
willende  pafleren  voor  by  de  Stede  van  Dordrecht 
Weft-wacrts  ,    fal  gehouden  welen  ccnen  digh  lange 

V  7  Merckt 


Early  European  Books,  Copyright©  20 1  l  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


47° 


ÖORTSCHE 


Mcrckt  te  hóuden  binnen  dei  Stede  ofteHarene  van 
Dordrecht :    En  de '  t  fel  vc  Koren  tex  Veme  te  (lellen  tot 
redelij  eken  pri  j  fe ,  na  den  Merckt-  gang ,  ende  te  betalen  * 
de  Rechten  van  Makelaerdye,endc  van  den  Meters,  ende 
indien  dat  'et  aldaec  niet  Verkocht  en  wordt ,  lal  mogen 
pafTeren  daer 't  hem  believen  fal,  Tonder  te  Verbode- 
men,  ofte  Volger  te  nemen,  mits  brengende  Certificatie  Jj 
ende  affirmerende 't  felvc  Koren  te  welen  van  den  Ge-* 
wafchvan  Arckel ,  ende  Poorters  oft  Inwoonders  vaof 
Gorchum  toe  te  behooren.   Verbiedende  den  felven  van-; 
Gorchum,  onder  't  dcckfel  van  defen,  ecnigh  Koren 
buyten  den  Lande  van  Arckel  gewaflehen  ,  voor  by,de 
Stede  van  Dordrecht  te  Voeren  fonder  Verftapelen ,  op 
dc  verbeurte  van  't  felve  Koren  ende  Schip,  dar  verkocht 
fal  worden ,  d'een  helft  tot  onlcn  profijte ,  ende  d'andcr 
helft  tot  profijt  van  der  Stede  van  Dordrecht :  ende  bo- 
ven dien  fullen  de  gene  die  in  fulcke  fraude  bevonden 
worden  ,  tot  eeuwigen  dagen  gepriveert  wefen  van  defe 
Vryhcyt.  Ende  om  alle  frauden  te  verhoeden,  fullen  die 
van  Dordrecht  de  Schepen  van  Gorchum,met  Koren  ge- 
laden ,  mogen  Vifiteren,  om  te  befoccken  oft  daer  onder 
ceen  ander  Koopmanfchappcn  verborgen  cii  zijn. 

Item,  dat  alle  Stapel-goeden ,  Koopmanfchappcn  we- 
fende,  komende  van  boven  tot  Dordrecht ,  fullen  aldaer 
verkocht  worden ,  het  zy  t'eenemak,  oft  by  parceelen  , 
foo  wel  den  genen  van  buyten  als  van  binnen  dcf  voorfz 

Sl  De  Goeden  komende  uyt  den  Noorden ,  als  van  Am- 
fterdam  ende  daer  ontrent,  door  de  ftedc  van  der  Gou- 
de  in  de  Riviere  van  de  Yflèle ,  nederwaerts  paflerendc 
voorby  Rotterdam,  en  fullen  niet  gehouden  wefen  tot 
Dordrecht  aen  te  varen,  noch  aldaer  te  Verftapelen ,  uyt 
oenomen  Kant  kout,  Kromhout,  ende  Eycke  Hanc- 
ken  die  Gehouden  fullen  wefen  tot  Dordrecht  Verkocht, 
Verboden* ,  ende  Verftapclt  te  worden,  gclijck  andere 

St  Des  foo^n  fullen  deOnderfcten  van  de  Steden  ende 
Dotpen  van  Noordt-Hollandt,  ende  Weft-Vrieflandr , 
Amfterlandt,  Water-Landt,  ende  andere  Steden  ende 
Dorpen  daer  ontrent  gelegen,  geen  Rijnfcnc  Wimen,van 

bo- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


arcadia;  471 

Boven  komende,  Slijten ,  noch  Verkoopen ,  't  en  zv  dat 
die  fclve  Wijnen  eerft  tot  Dordrecht  tc  Stapel  eeweeft 
hebben ,  op  de  Pene  van  Confifcatie  van  de  voorfz  Wa- 
nen, en  de  daer  en  boven  twee  Carolus  guldens  van  elc- 
ke  Anie  Dordrechts ,  t'appliceren  de  voorfz  Confif- 
catie,  ende  Penen,  een  derdcndcel  totonfen  profiite,  het 
tweede  dcrdendecl ,  tot  profijte  van  onfer  voorfz.  Stede 
van  Dordrecht,  ende  't  derde  derdendee! ,  tot  profiite 
van  den  Officier  van  der  I'Ieckcn  aldacr  de  Wijnen  ge- 
vonden e  ndc  ceapprehendeert  fuUcn  worden !  die  de 
Executie  doen  lal.  ' 

Item ,  infgelijcks  alle  Koopmanfchappen,Stapel-goe- 
den,  komende  van  beneden  door  Berniflè ,  willende  we- 
len te  Schiedam,  Delfs-haven,  Rotterdam,  oftopwaerts 
door  d'YiTcl ,  tot  Goude ,  oft  paflerende  door  dei  felvcr 
Stede  van  der  Goude  ,  enfullennicr  gehouden  zijn  tot 
Dordrecht  aen  te  varen,  noch  te  Verftapelen. 

Wel  verftaende,  dat  alle  Stapel-goedcn,  komende  dóór 
d'Yflel  inde  Mcrwcde,  endc  willende  paflèren  voorby 
de  Stede  van  Dordrecht  Weft  waerts,  ende  oock  dc  felvc 
Goeden  willende  de  Lccke  ofte  Merwcde  ou\*aerts, 
fullen  gehouden  wefentot  Dordrecht  te  Verftapelen, 
betalende  dc  naervolgende  Rechten ,  ende  oock  te  Ver- 
bodemen, dan  fullen  ongehouden  wefen  Verkocht  te 
worden. 

Item ,  dat  alle  onfe  Onderfaten ,  van  herwaers  over , 
fullen  mogen  opwaerts  voeren  tot  hare  Mael-ftede, 
achtalve  mudde  Zouts  ,  oft  daer  onder,  fonder  tot  Dor- 
drecht te  Verftapelen ,  bchoudelijck,  dat  men  de  fel ve 
achtalve  mudde  Zouts  lal  verkoopen  met  ter  kleyndcc 
Maten  by  den  Oe  vere ,  fonder  dat  te  Schepen ,  ofte  in  't 
gros  te  verkoopen,  fonder  argelift,  ende  daer  af  Certifi- 
catie te  brengen ,  als  fy  des  verfocht  fullen  wcfen  van  der 
Stede  van  Dordrechts  wegen. 

Dat  alle  die  ter  Stapel  komen  tot  Dordrecht,  ende 
niet  en  weten  tot  haren  gerieve  tc  verkoopen,.  fullen  mo- 

§cn  tot  haren  Mael-ftedcn  keeren ,  hebbende  hare  Goc- 
cn  op  haren  Bodem ,  fonder  yet  te  betalen  ,midts  bren- 
gende Certificatie  dat  fy  tor  hare  Mael  fteden  gekeett 
zijn,  als  fy  des  by  die  van  Dordrecht  verfocht  fullen  wor- 

dcn*  Alle 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


47* 


DORTSCHE 


Alle  Schepen  ende  Goeden,  ter  Stapel  geweeft  hebbeni' 
de  tot  Dordrecht ,  van  boven ,  ofte  van  beneden  komen- 
de ,  ende  die  men  niet  en  heeft  mogen  vetkoopen  aen  die 
Merckr,  daer  die  felvc  geweeft  zijn,  mogen  pafleren  voor 
by  Dordrecht, Tonder andermael te Vetftapelen,  indien 
de  felve  op  haren  Bodem  gebleven  zijn ,  en  de  Koopman» 
'tlerve  wil  affirmeren.  5j 
Dat  een  vremde  Koopman,  brengende  Wijnc  tot  Dor-<* 
drecht,  fal  de  felve  Wijne  metter  Kanne  mogê  verkoopen 
als  een  Borger ,  Tonder  yet  meer  te  geven  dan  den  vooifz 
Borger, 

DeTgelijcks  ,  de  gene  die  binnen  Dordrecht  wit  Zout  i 
gebroght  lullen  hebben ,  ende  *t  Télve  aldaer  in  't  Gros 
niet  en  weten  te  verkoopen ,  (uilen  dat  mogen  uy  t  Pen- 
ningkwaerdén  met  te  kleyue  Mate,  (onder  yet  daer  I 
van  te  betalen,  dan  den  Meters  haer  Loon. 

Een  Koopman  die  tot  Dordrecht  fijn  Göet  Verftapelf,  i 
Verbodemt ,  ofte  Ontladen  heeft,  van  nu  voortaen  lal 
mogen  kiefen  alTulcken  Schip  als  hem  gelieven  Tal ,  van 
wat  plaetTc't  Telve  Tal  mogen  weTen,  Tonder  dat  de  Schip- 
pers daeromme  Tullen  mogen  loten  ofte  kavelen  :  des 
foo  Tal  een  Schipper  van  Dordrecht ,  willende  varen  om 
den  Telven  prijTc  ende  loon  ,  daet  't  een  vremt  Schipper 
om  vetlaet,  Tonder  ftoude ,  hebbende  een  Schip  (oo  êoet 
als  de  vremde  Schipper ,  voor  den  Telven  Uytheemfchen, 
of  vremde  Schipper ,  Tal  geprefereect  zijn.  Behoudelijck 
nochtans,dat  geen  vremde  Schipper  binnen  Dordrecht  lal 
mogen  laden,  dan  wefeode  van  lutcke  Stede  ende  Haven, 
daer  de  Schippers  van  Dordrecht  mede  toe-gelaten  wort 
te  laden.  Ende  als  ter  cauTen  van  dcfen,  ofte  van  eenige 
andere  Taken,  den  Stapel  aengaende,  eenige  klaghten  (ou- 
den mogen  komen,  Tullen  die  van  den  Gerechte  van  Dor- 
drecht daer  af  de  kenniflè  nemen,  Tonder  de  Take  te  moge 
renvoycren  voorden  Dekens  van  den  Schippers  Gilde, 
ofte  voor  eenige  andere  Dekens,  van  wat  Gilde  dattet  zy« 
Efn  Schipper ,  ontfangen  hebbende  eenige  Koopman- 
Tchappen  te  voeren,  Tal  gehouden  weTen  t'zeyltegacn 
met  het  eerfte  Getijde,  na  dat  hy  Geladen  Tal  welen  by 
de  gene  die  hem  gehuurt  heeft ,  fonder  langer  te  mogen 
verwachten ,  't  en  ware  hy  des  belet  wierdc  by  de  merc- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


f 


arcadia; 


475 


fceüjcke  Wint  ofteOnwedenende  indien  fulckcn  Schipper 
dies  in  gebreke  bevonden  wort ,  fal  van  clck  Getijde  dat 
hy  vertoeft  . verbeuren  fes  Carolus  guldens ,  voor  d'ecn 
hdtt  toronfenDrofijte,  en  d  ander fdft  CM  nrofijtcvan 
.rS?A      * '.  Jaer  aen- de  Exec"t>c  verlocht  lal  worden  , 

L  be,a?enfnb?V;Cn/  lal?,choud™  wefen  den  Koopman 
te  betalen  fijn  (chaden  ende  intereften 

iJ^nSt  ScuhiPPcrv0"^^pen  hebbende  cenig  Koop- 

£7!  S °Cdt^y  Gcu  ,chte.  Ofte  by  de  Mate ,  fafgehou- 

M  l  ?Y  CaU'C  °Vret  tC  Icveren  in  fuld<en  Gewichteen 
Ware,  als  hy  dat  ontfangen  lal  hebben  :  Behoudel.ck,  dat 

men  in  tover- leveren  aenllhouwnen.cn  falopdcee- 
woonehjeke  lackagie,  vallende  in'tverlchieten  van  de 
Granen  :  endefullen  de  Schippers  van  Dordrecht  in't 
ver  leveren  mogen  voMaen,  daer  andere  Schippers 
ede  mogen  voldoen.  rr 
Die  van  Dordrecht  fullen  goede  toelicht  hebben  op 
JtareOffiaers,  om  den  Koopman  te  gerieven,  endcin- 
dien  bevonden  worde  dat  cenigh  van  dien,  dies  in  gebre- 
ke ware,  lulcks  dat  die  Koopman  ofre  Schipper  redenen 
hadden  omme  te  Klagen,  fullen  t  felve  ftraflen  ende  cor- 
ecren,  by  pnvatie  van  officien  ,  ende  Condemnatie  van 
chaden  ende  mterelten.  Ende  tot  dien  eynde  lullen  oock 
toelicht  hebben,  dat  de  Officiers  in  fulckcn  gerale  gcftelt 
?ordcn,  dat  de  Koopman,  oft  Schipper,  terftondt  r erieft 
agh  worden. 

Dat  de  Meters,  Tddrrs,  en  de  andere  Officiers,  van  de 
oopman,  otte  Schipper,  nier  meer  en  lullen  mogen 
ïgeren ,  noch  oock  nemen  ,  dan  den  Taux  hier  na  ver- 
aert,  op  Pene  van  privatie  van  hact  Officie,  als  voren , 
mdc  daarenboven  arbitralijckcn  gecorrigeert  te  wot- 
lacn. 

Ende  ten  cynde  datdevremde  Koopman,  endcoock 
onle  Onderfaren,  niet  geexaltioneert  en  worden  met  on- 
boorliickc  Importen  ofte  Arbeydts  loon  ,  foo  lullen 
c  voort/,  van  Dordrecht,  voor  het  Recht  van't  Verfta- 
'en ,  dat  Escijs  ,  ofte  Makelaerdye  geheetcn  wort ,  en- 
*  hare  Ofriciers  ,  van  den  Goeden  diëten  Stapel  ko- 
snen,  onttangen  als  hier  nacr  volght  ,  ende  niet 
»cer. 

Ecift 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


474 


DORTSCHE 


EerftvanTetwe,  Raep.zaet,  Kool-zaet ,  Erweten 
Blaeuwc  ende  Witte ,  komende  van  boven ,  ende  niet  va 
Weften,  van  elck  Hoedt  tweeftuyvets.  JU 
Van  Rogge,  Mafteluyn  ofte  Roege-meel,  van  dedt;  > 
Hoedt  vier  ituy  vers ,  ende  van  minder  naet  advenanujl 

Van  Garfte,  Spelte  ,  Boonen,  Graeuw-Erweten ,  Wi< 
ken ,  Bouckweyt ,  Li jn-zaet ,  Mout ,  ofte  Kenmp-zaet 
van  elck  Hoedt  eenenftuyvex.    #       ■        .  Jj 
Item,  van  de  Haver ,  van  de  drie  Hoedt  twee  ituyve» 
Welcke  Exci  jfen  betaelt  fullen  worden,  by  den  Koop 
ende  Verkooper,  elck  half  ende  halt. 

Soo wanneer  eenigevande  voorfe.  Goeden,  binnc 
der  Stede  van  Dordrecht  andermael  verkocht  fullen  wo« 
den ,  foo  fal  den  Kooper  gehouden  wcfen ,  't  felve  Ree? 
te  betalen,  ende  de  Verkooper  fal  vry  zijn. 

Ende  van  de  voorfis.  Goeden ,  komende  van  ^  efte 
als  van  Antwerpen,  Zeelandt,  Vlaenderen  ,of  van  cider 
fal  betaelt  worden  als  hier  na  volght : 

VanTcrwe,  Rogge,  Raep-zaet,  Kool-zaet,  Lijn-zaet 
Erweten ,  Blaeuwc  ende  Witte  ,  van  *t  Hoedt  eencn  ftu; 

Van  Garfte,  Mout,  Spelte ,  Kennip-zaet  ,  Gracu* 
Erweten,  Boonen,  Haver*  ende  ander  fpecie  van  Granei 
van  't  Hoedt  ecnen  halven  ftuyvcr. 

De  Metets  ende  Aibcydts  luydcn,  fullen  ontfangep 
als  hier  mei  volght:  . 

Item,  van  Tcrwe  rRogge  meel ,  Raep-zaet,  Kenm 
xaet ,  Lijn-zaet,  Kool-  zact ,  Spelte ,  Garfte ,  Mout ,  va 
elck  Hoedt  een  half  blancke,  de  een  helft  tot  lafte  van  de 
Kooper,  en  die  ander  helft  tot  lafte  van  den  Verkooper. 

Van  Boonen,  Wieken,  Eiwcten,  van  de  drie  Hoct  tw 
ftuy  vers,  tot  lafte  als  voren* 

Item,  van  de  Haver,  van  't  Hoedt  een  oottjen. 

Soo  wanneer  de  Ter  we,  Rogge,  Rogge -meel,  Ra 
zaet,  Kool-zaet ,  Kennip-zaet,  Spelte,  Garfte,  oft  M© 
tot  Dordrecht  onverkocht  opgeleydt  wert ,  ofte  fa" 
onverkocht  vandaer  Vervoert  wordt,  fullen  de  Metei 
voor  haer  recht  hebben,  voor  elck  Hoedt  een  oortje n 
'ten  ware  de  Schippet  dat  wedejomme  voerden  tot  m 
Mael-ftcde ,  dat  houdende  op  fijnen  bodem ,  m  welcke 

ge 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


47f 


i  voren 


gevalle  de  Metets  dacr  niet  afhebben  en : 
crklaert  is. 

Van  *t  Meten  van  Erweten,  Boonen ,  Wieken ,  Bouck- 
ïveyt,  ofte  Lijn-zact ,  dat  opgclcydt,  ofte  Vetvoctt  wort , 
» ils  voren,  vanelck  Hoedt  een  half  blanckc. 

Item,  van  Meten  van  de  Haver,  die  opgclcydt  of 
Vervoert  fal  worden,  als  voren ,  van  de  drrc  Hoedt  cenen 
"Ivcnltuyver. 
Die  van  Dordrecht  fullcn  hebben  voor  den  Koop  van 
■jlrie  Roeden  Rij nfche Wijnen,  endc daer  beneden ,  van 
Weke  Roede,  houdende  thien  Dortiche  Amen,  dertien 
-utuy  vers,  die  de  Verkooper  alleen  betalen  fal. 

Endcfoo  wat  W  ijnen  ineencn  Koop  verkocht  wor- 
jen  boven  de  drie  Roeden,  te  weten,  boven  de  twee- 
aide  veertigh  Amen  Brabants,  dacr  af  fal  bctaclt  worden 
vier  en-twintigh  ftuy  vers  voor  de  Roede ,  totlaftcvan 
len  Kooper,  ende  Verkooper ,  halfendc  half,  endc dacr 
!n boven,  denExcijfcnacr  ecnFlciTche  Wijns  van  twee 
Stoopen,  na  ouder  gewoonte. 

I   Vsxi  een  (^turner  wit  Zouts,  dat  tot  Dordrecht  te  Sta- 
>el  verkocht  wort ,  fal  de  Koopcr  betalen  ,  voor  't  recht 
r.nn  den  Excijs,  ofte  Makclacrdyc,  een  half  blanckc ,  endc 
ie  Verkooper  een  blanckc. 

Van  vier  quartiet  Zeeuws ,  die  maecken  vijf  quarticr 
Dordrcchts  ,  die  Verftapclr  lullen  worden  ,  fal  bctaclt 
worden,  voor  elclc  (Quarticr  Dordrcchts,  negen  Duyts. 

Van't  Meten,  fullcn  dc  Arbeydcrs  hebben,  't  zy  dat  tot 
Dordrecht  Verkocht  ende  Vermeten  wort ,  ofte  niet,  van 
*  dek  Quarticr  cenen  brafpen nine. 

Item,  van  grof  Zout,  lal  de  Stadt  voor  haer  Recht  van 
•Excijs ,  ende  van  Mokclaertlyc  hebben  ,  van  'r  hondert 
""gen  Öuyvers,  ende  de  Meters  van  t  hondert  acht  ttuy- 
ts. 

Van  clcke  Kuype  Wects,  fullcn  die  van  Dordrecht 
woor  hen  ontt'angcn  twee  blancken  ,  tot  laftc  van  den 
oKoopcr,  ende  Verkooper ,  half  endc  half. 

De  Meters  lullen  hebben  van  clcke  Kuype  Wects ,  tot 
^ftcals  voren,  cenen  ftuy  ver,  uyt  gcfchcydcn  van  Weet 


ara 


an  wellen  in  Balen  komende ,  dacr  cn  lal  men  niet  af 


talen. 


Van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


■47* 


DOllTSCHE 


Van  alle  Wefds  Hout,  Getiromert,  ofte  Ongetin 
roert ,  Eycke  Plancken ,  ende  ander  Wefels  Hout ,  d 
ter  Stapel  behoort ,  fullen  die  van  Dordrecht  genictt 
•van  den  Pondt  groote  twee  ftuyvers ,  tot  laftc  van  d< 
Kooper ,  endc  Verkooper ,  half  endc  hal£        ^  jM. 

Item,  deArbeyders  fullen  hebben  van 't  Slijck,  of 
ayt  den  Water 't  Hom  te  Schepe  te  doen,  van  elckc 
Rijns-gulden  een  blancke ,  ende  van  't  gene  dat  fy  luyd<  i 
lullen  fchorten  aen  de  Schepen ,  ofte  Schuyten ,  lullen  l jI 
hebben  van  den  Rijns-gulden  eenen  halven  ftuyver. 

Als  eenigh  Hout  foo  fwaer  fal  zijn ,  dat  de  Arbeyd 
met  fijn  Takel  't  felve  niet  Schepen  en  mach ,  maer  nu  1 
de  Kraen  in  de  Schepen  gefet  moet  worden ,  foo  fal  bt| 
taelt  worden  voor 't  Kraen  geldt  ende  Arbey  den ,  van 
Fondt  groote  vier  ftuyvers.    Indien  de  Koopman  dj 
Hout  van  ondere  begeert  te  bellen ,  ende  dat  doet  Kar! 
ten ,  omme  te  weten  oft  onder  foo  eoct  is  als  boven ,  fft 
van  een  Staendaert  betalen  van  Atbeyden  vijf  ftuyvers»? 
van  een  Scha  ofte  van  een  Steen-balck  eenen  ftootet 
ende  van  een  Molen-roede  eenen  brafpenningh ,  ende  va 
alle  ander  Hout  naadvcnant,  *t  welckde  Kooper  allee 

betalen  lal.  r 

Van  't  Meten  van  Plancken ,  fal  van  't  duyfent  betac 
worden  eenen  ftuyver ,  tot  lafte  van  den  Kooper ,  cnr 
Verkooper,  half  ende  half,  ende  de  refte  van  den  Arbey' 
dies  aengaendc ,  fal  een  yegclijck  mogen  Belleden  m 
fijn  goet  dunckeu. 

Van  Drach-hout,  *tzy  uytten  korten,  ofte  lange) 
Bofch,  fal  men  betalen  voor 't  Recht  van  den  Exciifc 
oft  Makelaerdye ,  van  het  duyfent  vijfthien  ftuyvers,  dae 
van  de  Verkooper ,  die't  van  Boven  af  brenght,  de  thie 
ftuyvers ,  ende  de  Koopers  vijf  ftuyvers  betalen  lullen 
cnde  indien  't  felve  Drach  hout  min  gekocht  wordt  da 
by  den  duyfent ,  daer  af  lal  betaelt  worden  na  advc 

nant.  .,  ,        r  _-^J 

Noch  fal  de  vremde  Koopman,  die  't  voorfz.  Hout  .1 
brengt,  tot  onderhoudeniflè  ende  nwkinge  vande  Plactl 
daer  t  voorfz.  Houtinne  geberght  wort ,  by  tijden  vaj 
Storm  cnde  Onweder,  betalen  een  vierendeel  van  cqS 
Hout ,  't  wclck  men  not mt  een  Keper  Hout, 

D 


Early  European  Books,  Copyright©  20 1  l  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  477 

Degefwóren  Kervcrs,  die  dit  Hout  leveren,  Tullen 
i  ebben  van  elck  duyfent  Drach-houts  thien  Ituy  vers ,  tot 
■yte  van  den  Vetkoopcr ,  endc  indien  *t  min  is,  naer  ad- 
nant. 

Indien  de  Koop-luyden  die't  voorfz.  Hout  van  boven 
brengen ,  cenige  voorderebewaernilTe  begeren  te  heb- 
van  'r  voorlz.    Drach  hour,  mogen  fy  Beftcden 
en  den  Arbeyders  ,  om  me  toe  licht  tot  haren  Houte  te 
'ebben,  *tzy  ofte  fy  der  Stadt  Ecdtgcdacn  hebben,  oft 
iet ,  loo  goeden  koop  als  fy  konr.cn. 
Van  de  Ludix-fparren ,  korte  endc  lange ,  oft  Som- 
bers, die  tot  Dordrecht  tot  Bakken  gereduceert  wor- 
ten ,  lullen  de  Koopcr  ende  Verkooper ,  van  elcken  Balck 
etalen  een  Duyt. 
I  Tot  nukinge  van  de  Plaetfcn  daer  't  Hont  inne  gebergt 
<rt>rdr,  fal  devremde  Koopman  betalen  van 't  hondert 
-alcken  een  Paeymentkcn ,  t  welck  beloopt  op  die  hon- 
en een  thiendcdecl  van  eenen  Balck. 

Als  de  vremde  Koopman  lijn  Hakken  verkocht  fal 
ebben,  foolal  hyden  gefworen  Levcracrs  betalen  van 
-  tle  honden  Bakken  thien  ftuyvers ,  ende  van  minder  gc- 
ulenaeradvenant. 

I  Indien  de  vremde  Koopman  fijn  Hout  niet  en  kan  Ver- 
ooopen,  ende  begeert  bewareniflc  van  den  gefworen 
v^veraezs  ,  endc  fijn  Bakken  geftapelt ,  ofte  op  malkan- 
«ten  gefet  te  hebben ,  voor  Storm  eudc  Onweder ,  lal 
«talen  voor  elcken  Balck  eenblancke,  't  en  ware  W  tot 
minderen  Prijs  konden  accorderen.    Linie  Rillen  die  van 
Oordrecht,  den  Koop  luydenmet  Hout  al  daer  komende, 
jrijfenecn  gerictfclicke  ende  bequame  Plaetfe,  daer  ly 
aaer  voorfz.  Hout  bergen  ende  leggen  mogen. 
\  Alle  Ocft  dat  tot  Dordrecht  te  Mcrckt  komt ,  als  Ap- 
pelen, Peten,  Pruymen  ,  Groene  Ocker- noten  ,  endc 
tnderOcft,  van  wacr  't  felve  komt,  ende  al -daer  ver- 
docht wordt ,  fal  betalen  van  de  Tonne  anderhalf  (en* 
K.ingh  Dordrechts ,  daer  van  de  Kooper  betalen  (al  eenen 
/alvë  Penning ,  en  de  Verkooper  eenen  geheclê  Penning. 
•'I  De  voorlz.  Kertlcn  (allen  betalen  Wnegh  geit ,  als  die 
'  Ot  Dordrecht  vctkocht  worden  ,  te  weten ,  van  't  bon- 
'  nert  wegens  een  Ooit,  tot  laftc  van  dcu  Kooper,  ende 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


>' 


47» 


DORISCHE 


Verkooper ,  half  ende  half. 

Dedrooge  Moten,  die  tot  Dordrecht  Verkocht  end< 
Vexfeodemt  lullen  worden,  dacraf  (al betadt  worden . 
van  de  hondert  duyfent,'t  welck  genoemt  wott  een  groo  i 
hondett ,  twee  ftuyvers ,  ende  daer  en  boven  der  Kerck< 
totter  Fabrijcque  behoef,  eenen  halven  ftuyver,  al't  VCHi 
fee  fal  ftacn  tot  lafte  van  den  Verkooper  alleen. 

Voor  het  Tel-gelt  vaa  de  voorfz  Noten,  fal  men  voot'i  h 
groot  hondert  betalen  drie.  grootcn,  tot  lafte  van  den 

Kooper alleen.  ...      .  ,  , 

Item ,  van  Sme-kolen ,  ofte  Kalck ,  fal  de  Stadt  betael 
worden,  voor  't  recht  van  der  Excijfe,  oft  Makelaerdye  ' 
van  elck  Hoedt  eenen  halven  Brafpenning ,  die  de  Koo«o > 
per  betalen  fal,  ende  de  Meters  voor  haren  Arbeytsloon .  » 
voor  elck  Hoedt  eenen  halven  ftuyver ,  die  de  Vcrkoopcift 

betalen  tal.  .  I 

Van  Hout-kolen ,  ende  Steen-kolen ,  en  lal  met  betael 
worden,  dan  den  Arbeydt. 

Van  Molen-fteenen,  fal  men  betalen  van  t  Pont-groo 
drie  ftuyvers,  tot  proffijte  van  der  Staflt,  tot  lafte  van  dei 
Kooper  ende  Verkooper,  half  ende  hal£ 

VanSchaelgien,'vanCouverdack,  ende  dat  daeraei 
kleeft,  fal  men  betalen  van  't  Pont  groote  drie  ftuyvers  » 
tot  lafte  van  den  Kooper  ende  Verkooper,  half  end» 
half.  Ende  aengaende  het  Tel  geldt,  lal  betaclt  wordei 
van  't  duyfent  eenen  ftuyver ,  rot  lafte  als  voren  :  end<- 
nridtfdicnfullen  deTelders  oock  gehouden  wefen  du 
Schaelgicn  t'Scbepe  te  leveren ,  indien  dat  verfocht  wortt 

VanYfer,  ofte  Stacl ,  dat  tot  Dordrecht  ter  Wag< 
komt ,  fal  men  betalen  van  't  honderr  wegens  een  Oort 
tot  lafte  van  den  Kooper  ende  Verkooper ,  half  ende  half, 

Van  de  Hoppe,  van't  hondert  Porxft  wegens  fal  betael 
worden  eenen  ftuyver ,  by  den  genen  die  de  fclve  Hopp< 

verkoopt,  .  _  , 

Van  Runne  die  tot  Dordrecht  verkocht  lal  worden,  en 

(al  niet  betaelt  worden,  dan  'r  Mcten-gelt. 
Item ,  van  Harft,  van  't  hondert  wegens  een  Oórt ,  toi 

lafte  van  den  Kooper  ende  Verkooper,  half  ende  half; 
Ende  ommedit  onverbrekelijcken  re  onderhouden , 

ende  te  doen  forteien  eifc&  tot  eeuwigen  dagen :  foo  fal 

d< 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  47i> 

lc  Schdut  van  Dordrecht  (in  tijt  wefendc)  als  önfen  Offi- 
ier,  als  Gravc  van  Hollandr,  tot  allen  tijden,  als  hy  dies 
>y  den  Borgemecftcrcn  van  wegen  der  Stadt  van  Dor- 
Irccht  verfocht  falzijn,  fijn  Dienaers  ofte  ander  Uyt- 
eggers  mogen  fenden  ende  houden  op  cenigc  van  dc 
'oorfz.  Rivieren  ,  omine  den  genen  die  tegens  dele 
Ordonnantiën  doen  oft  attentcren  Tullen  f  oftedaerte- 
;ens  gedaen  oft  geat tenteert  haddden,aeri  re  mogen  halen 
net  hare  Schepen  ende  Goederen ,  ende  die  binnen  der 
ïtede  van  Dordrecht  te  doen  brengen  ,  ommc  aldaer  ter 
[uftitie  geftelt,  van  hare  delt&en  en  mefufen^unitic  ende 
:orre&ie  ged*cn  te  worden  Te  weten  f  voor  deeerfte 
reyfe,  dat  die  tegens  defc  Ordonnantie  bevonden  fullcn 
worden  gedaen  te  hebben ,  eerft  ende  al  voren  gehouden 
tullen  wefen  op  te  leggen  ende  te  betalen,  boven  't  Recht 
yan't  verftapelen,  de  koften  van  den  Schout  ende  fijnen 
ienaers  gedaen ,  omme  hen  luyden  acn  te  halen  :  ende 
tcrenboven  noch  by  den  voorfz.  Gerechte  gecondem- 
neert  te  worden  inde  Boeten  van  tfeftighCarolus  guldens, 
by  den  voorfz.  Schout  te  verhalen  acn 't  voorfz.  Schip  , 
endeoock  aen  de  Koopmanfchap ,  Stapel- Goeden  dacr 
inne  wefende*  Ende  voor  de  tweede  reyfe  ,  op  Pcynen 
boven  't  Recht  van  't  Verftapelen)  indevooriz.  onko- 
fcen,  ende  verbeurte  van  honden  ende  twimigh  Carolus 
guldens,  te  verhalen  als  voren. Ende  voor  de  derde  reyfe  f 
op  Pcynen  van  Confifcatie  van  ft  Schip  ende  Goedt. 
Ende  foo  dickwils  ende  menighmael,  als  na  de  derde  rey- 
fe een  Schipper  ofte  Koopman  bevonden  ende  geconvin- 
teert  fal  worden  ,  tegens  't  Inhouden  van  dcfen  gedaen 
te  hebben,  fal  daer  aen  tot  elcke  reyfe  verbeure  fijn  Schip 
ende  Goeden,  als  voren.  Welekcpecunide  Boeten  ende 
Confifcatie  wefen  fullen  ,  v-or  d'een  helft  tot  Onfen 
proffijte  ,  ende  d 'ander  helft  tot  proftijtcvan  de  voorfz. 
Stede  van  Dordrecht*  Ende  fal  dat  Gewij  fde  van  dien , 
gedaen  in  conformitc  van  dcfen ,  byden  voorfo.  van 
Dordrecht  Executie  hebben,  niettegenftaende  Oppoficie 
ofte  Apellatie,  ende  fonder  praejuditie  van  dien» 

Ende  of 't  gebeurde  datdc  Borgemeeftcrcn  van  Dor- 
drecht, den  Schout  aldaer  ver fochten,  ommeeenige  Uyt- 
ieggers  op  de  Stroomen  te  leggen,  endeby  denfelven 

be- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


480  DORTSCHE 

bevonden  wórde  niemant  regens  defe  Ordonnantiën  ge- 
daen  te  hebben ,  fbo  fullen  de  Koften  van  dien  gedtaget  I 
worden  tot  lafte  van  de  voor  fz.  Stede  allee ne .  Ende  om  ï 
nicdat  elck  weten  mach't  Inhouden  van  Onfcr  tegen J 
woordige  Ordonnantie ,  ende  da  er  af  geen  ignorantie! 
pretenderen,  foo  fullen  die  van  Dordrecht fchuldidl 
zijn,dcfe  Ordonnantie  te  doen  fchrijven  in  een  Tafereel  J 
ofte  Berdt ,  ende  't  felve  hangen  binnen  der  Poorte  van 
den  Grooten  Hoofde  der  voorfz  Stede,  ende 'tfclwlf. 
Tafereel  te  doen  onderhouden  tot  allen  tijden,  al- daen  ' 
gefchreven  fullen  welen  d'Articulen  van  defe  Ordonnani  £ 
tie,  ende  dclgclijcks  een  ander  Tafereel  op't  Stadt  huysjti 

i-dacr.  I 

Rclcrverende  niet  te  minaen  Ons  en  Omen  Nakome-S*. 
lingen ,  Grave  van  Hoilandt ,  d' interpretatie  ende  verkla-1 
linge  van  de  duy fter nifle  die  namaels  foude  mogen  ge- 3 ' 
beuren ,  by  verloopen  van  Stroomen ,  by  veranderinge : 
van  de  Koopmanlc  happen,  ofte  anderfints,  by  wat 
manieren  dat  welen  moghte.    Ende  te  mogen  meerderen  L 
ende  minderen  na  de  gelegentheydt  van  den  tijdt  endei 
exigentie  van  Onfe  Saken.    Des  t  oirkonden  hebbenl 
Wy  Onlen  Zegel  hier  aendoen  handen.    Ghegeven  inre' 
Onfib  Stadt  van  BrulTcle,  den  vierden  dagh  in  Junio9|» 
inft  jaerotis  Heeren  vijfthicn  hondert  een-en- veer tiglu 
Van  Onfcn  Kcyfer-Rijcke ,  den  twee-en  wintighftcaJ 
Ende  van  Onfe  Rij  eken  van  Spaengien,  e  n  dc  ander  en  ,1* 
den  fes  cn-twinti^hften.    Onder  (tandt  gefchreven: F 
By  den  Keyfer  in  fijnen  Rade ,  ende  geteyekent , 

Vereycken*! 

Nader  Om  eenige  opftaende  gcfchillen  te  ver- 1 
ver-  hinderen,  ver  volghtle  Periandenhoorende 
d"g"  dat  Euftacchio  tot  daer  en  toegekomen 
die  van  was,  is 'er  naederhant  eenigh  verdragu 
Gor-  tuflehen  die  van  Gorcura  beraemt ,  aen- 
cum*  gaende  eenige  voorwaerden ,  die  in  ge- 
fchil  fcheencn  te  ftaen,  en  dat  volgens  die 

voor- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  4g, 

f  voorwaerden.    Dat  die  van  Gorcum  hun 
■A  eygenTerwe,  Haver ,  Booncn ,  Erweten, 
1  en  Garft,  van  hun  eygen  gewas,  enaa- 
J  dere  die  fy  felfs  gekocht  hebben  ;  fullen 
.1  mogen  voorby  Dordrecht  vocré.Mits  be- 
:::J  talende  voor  de  dry  hocdr,Gorcums  maet, 

0  foo  voor  Maeckelaerdye ,  als  Mcct-gclt,  te 
£  faemen  dry  grooten  vlaems  j  en  een  Vol- 

->?ger  nemende  Schip  of  Schuyt  van  Dor- 

1  drecht,  die  gehouden  fal  wefenfoo  veel 
vracht  tot  Dort  of  onderwegen  over  te 
nemen ,  als  den  Schipper  of  Koopman  be- 
rt lieven  fal.  Maer  alle  andere  graenen  lul- 
9  Jen  die  van  Gorcum  gehouden  zijn  tot 
C  Dordrecht  te  verftapclen.  Dat  fy  op  dc 
ifeive  wijle  inhuneygen,  ofmede-poor- 
t  teren  Schepen ,  Zout  van  het  Weften  ful- 
c  len  mogen  halen ,  mits  betalende  de  ge- 
srechtigheyt  van  Maeckelaerdye ,  of  meet- 

3  geit.  Als  oock  van  het  Noorden  en 
I  Weften  alle  Hout ,  Wagenfchot ,  Sparren  , 
lendiergelijckcn,  tot  huneygen  llcctbc- 
)hoeftigh.  Maer  geen  Kromhout ,  Kant- 
)  hout,  noch  Eycken  planclvin,  als  met  een 

Volger,  cn  de  rechten  betaelende.  Sy 
f  mogen  oock  foodanigc  Stapcl-gocdcrë  als 
'tot  Antwerpé,  in  7,ceïanr,tor  Amild.fam, 

4  of  elders  in  de  Noorder  of  Wefter  quartie- 
.ren  gekocht  zijn  ,  voorby  Dordrecht 
ibrengen  ;  mits  betalende  dc  helft  van  de 
IMaeckelaerdycn.het Meet- geiten  Waegh- 
-geit ,  cn  een  Volger  nemende.  Yemant 
;imagh  oock  by  eenigh  vry  go.t,  dat  tot  het 

X  ver- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4* 


DORTSCH 


verftapeleu  niet  gehouden  is ,  vijf  of  fes  1 
iacken  Meels ,  en  vijf  hondert  Ykrs ,  ion-| 
der  meer,  van  het  Wetten  komende,fonder| 
Volger,  verftapelen  of  verkoopen,  voor byl 
voeren;  mits  betalende,  wegen  hetyferl 
van  de  fes  guldens  een  ftuy  ver ,  en  van  de, ;i 
6  facken  meels  een  halve  ftuyver.  Alle; 
Wefterfcheof  Franfchc  Wijnen  voor  hun^ 
eygen  flijting  en  nootdruft  fullen  fy  oock 
fonder  eenige  belading  mogen  voor  by 
voeren.    Als* oock  een  knyc  Klaphouts  , 
met  een  duyfent  Bodems,  of  vijftigh  ftuck 
Rabben,  of  minder.    Oock  als  die  van 
Gorcum  niet  meer  Stapel-goeder ë  in  twee 
Schepen  geladen  hebben  ,  als  een  Schip 
van  Dordrecht  fou  mogen  voeren ,  lullen 
fy  met  een  Volger  mogen  volftaen  voor 
beyde  fchepen.    Sy  mogen  oock  eenigh 
kleyn  getal  van  Schoot- hout,  Hoogn- 
hout,  Schuppcn-hout,  Klompenen  Blaes- 
balcken  ,  voor  by  voeren ,  tot  diicretie 
van  den  Borgemeefter  van  Dordrecht  j 
roitsberalende  den  Impoft ,  indien  'er  ee- 
nige op  (het.  Als  oock  7.  8. 9«  of  ,0- 0 
ten  uyterften  12.  tonnen  Oefts,  van  Ar- 
kelfch  gewas ,  dat  tot  Gorcum  ter  Marckt 
cebraght  is,  doch  met  verlof  van  den 
Borgemeefter,  en  betalende  voor  yder 
Tonneifi  Penningen  tot  voordeel  van 
de  Kerck.  Tonnen  ,  Horden ,  Rijs ,  Tee- 
nen  en  diergelijcke  zijn  vry  vanallebe- 
laftingen.   En  als  tot  Dordrecht  geen 
Schepen  gevonden  worden  na  vereyicn 


7 


JM 


ARCADIA;  4g, 

van  de  Lalt  of  Lading  van  de  Stapel-goede- 
ren ,  of  dat  niemant  om  rcdelijck  loon 
volgen  wil  ;  lbo  fal  den  Borgemeefter 
van  Dordrecht  daer  bytijts  in  hebben  te 
vooihé.te  wetë.mits  taxerende  'tloon  van 
den  Volger,of  den  Schippers  van  Gorcum 
toeftaende  te  mogen  voort  vaeren,  fonder 
Volger  of  verbodemen.    Wel  verihende, 
dat  als  dien  van  Gorcum  geoorloft  fal  wer- 
den voorts  te  vaeren  Tonder  Volger ,  fy  als 
dan  het  dobbelt  van  JbodanigeMakelaer- 
dye  fullen  beraden,  als  voor  heen  op  clcke 
fpecien  van  goederen  geftelr  is. 

Eulïacchio  roemde  defc  Voor  rechten 
deStadt  leer  voord<.eligh  te  zijn.cn  Icheen 
verwondert.dat  defelve,  hoewel  bloeyen- 
de.noch  niet  meer  in  handel  uytmunte.Sy 
hebben  noch,boven  dele,  het  recht  van  de 
Munt,  vervolghdc  Pcriander,  het  welcke 
geen  andere  Steden  van  Hollant  genieten, 
dat  hen  door  Hartogh  Aelbrechr  van  Bey- 
eren  gegeven,  en  door  Joh  au  van  Beyeren, 
Philips  Hartogh  van  Boorgondien ,  Maxi- 
miliaen  Roomfch  Koningk  ,  Ptfftippm 
Hartogh  van  Ooftenrijck  ,  Karei  de  vijfde 
Roomfch  Keyfer,  Philippus  de  tw.edc 
Koningk  van  Hifpanicn  ,  alfl  Graven  van 
Hollant,  alsoock  na  der-hant door Prins 
Maurits.als Stede-houder,  bunffns mijn 
Hceren  de  Satcn  ,  in  het  her  i  jyj-  ,en  in 
hetlaer  1^35,  en  foo  vervolgens  door  de 
Opper- overigheyt  beveftight  is.  Sy  heb- 
ben hun  Waerdijn,  welck  Ampt  tegen- 

X  2  woor- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


a«4-  DORTSCHE 
woordigh  door  den  wel  Edelen  Heere  van 
Naeldwiick ,  Out-Borgcmeefter ,  bekleet 
wort;  hun  Munt-Meefter,  hun  Pre- 
vooften,  Gefworenen,8cc.  dewelcke  de 
macht  hebben ,  om  alle  mifdaden ,  uytge- 
iondert  vrouwen  -  kracht ,  doodt-flagh, 
moort,  of  diefte,  door  de  Munters  be- 
gaen ,  te  mogen  ftraffèn.  Niemant ,  als  al- 
leen,een  vry  Munter,  vermagh  al  daer  te  ar- 
beyden ,  dewelcke,  als  oock  hun  nakome- 
lingen ,beneflfens  hunne  goederen  (Koop- 
manfcbappen  uyt  gefondert)  in  Hollant, 
Zeelandt,  en  Vrieuandt  vry  zijn  van  alle 
Settingë.Tollen  en  Bedé,  van  alle  Accijfen 
van  Wijn ,  Bier  ,Broot ,  Vleefch,  en  alder- 
hande  Lijftocht ,  die  fy  binnen  hun  huys 
met  hun  Huys-gefin  mogen  uijten,  ge- 
iiick  oock  mede  van  alle  dienden  vanOor- 
loge ,  en  nieuwe  Tollen ;  welcke  Vrydoni 
fy  genieten  in  aller  manieren,  binnen  of 
buyten  de  Munt,  werckende  of  niet 
werckende.   Daer  voor  moeten  fy  ver- 
bonden zijn  tot  allen  tijden  het  werck  van 
de  Munt  by  te  woonen ,  achter  latende 
alle  andere  hantwercken  of  hanteeringen, 
al  waer  het  dat  fy  daer  meer  voordeel  kon- 
den by  doen.   Soodanigh  leggen  de  rech- 
ten en  verbanden  van  de  M  unt. 


Het 





■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


4*1 


Het  VII.  BoeCk. 


Uftacchiohad  metlijdtfaem- 
heyt  defe  Dortfche  Voor- 
rechten doorlefcn  en  ge- 
hoort  ,  wanneer  een  koele 
windt,  tegen  denavondtuyt 
het  Ooften  wat  aenwacke- 
rende,  lien  bcfluy  ten  deed,  fich  na  de  luwte 
in  den  Hof  te  begeven.  Sy  daer  gekomen 
zijnde,en  het  jonge  gefelfchap  fcer  bcfigh 
fiendc ,  met  na  Polymythus  te  luyfteren , 
vraeghde  Periander,  wat  fy  voorhadden  ? 
Polymythus,  antweorde  Lydamas,  is 
doende,fijn  voorgaendc  mifiagen,  met  een 
aerdige  vertelling, weder  goet  te  maec- 
ken ,  daer  in  hy  belooft  heett ,  de  dapper- 
heydtvande  Vrouwen  op  den  hooghften 
throon  te  ftcllen.  Iele  hoop ,  antwoorde 
Periander ,  dat  hy  daer  in  gcluckiger  als  in 
fijn  voorgaendc  fal  zijn,  oï  anders  Jagh  ick 
geen  racdt  tot  fijn  verfocning.  Polymy- 
thus dan  ,  die  alrecdts begonnen  hadt  ,  be- 
gint weder  ter  liefde  van  de  nieuwgeko- 
menc  van  voren  aen. 

De  Vertelling  van  het  Ounoofd 
Over  [pel. 

Het  Spaenfche  Hof  was  tot  Valladolid, 
wanneer  op  een  van  de  alderkoutfte  win- 

X  5  ter- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


486  DORTSCHE 
terfche  nachten  ,  en  omtrent  dien  tij dt 
van  den  nacht ,  wanneer  de  meefte  van  de 
KLloofters ,  de  metten  beginnen  te  luyen , 
een  jongk  Edelman ,  Don  Garcias  ge- 
noemt,  uyr  een  fruys  quam,  daerhy  den 
tijdt  met  tijdrkorring  en  fp^elen  over  ge- 
braght  hadt.Hy  ras  in  de  ftraet  waerin  fijn 
Herbergh  Itont,  fonderdathy,  al-hoe-wel 
den  nacnr  feer  duyfter  wis  eenigh  toorts- 
licht by  fich  hadt ,  het  fy  d  ir  lijn  Lacquay 
de  fijne  verloren  hadt,  of  dat  hy  een  man 
was ,  die  daer  niet  vc  1  na  vracghde :  wan- 
neer hy  fchierlijck  een  duur  fagh  openen, 
en  een  perfoon  daer  uyt  ftooten,  met  fulck 
een  gcwelt ,  dat  fy  aen  de  andere  zijde  van 
de  itraet  voor  fijn  voeten  nedervicl.  In- 
dien hy  daer  over  feer  verwondert  was,  hy 
was  het  noch  meer,  wanneer  hy,defe  mil- 
handeldede  handt  willende  geven,  om  op 
te  helpen ,  bevandt  dat  het  een  vrouw  in 
het  hembde  was,  blijvende  leggen  weenen 
cn  fuchten ,  fonder  de  alderminfte  begeer- 
te te  tooncn  om  op  te  ftaen.  Hy  twijfelde 
terftondt  of  fy  wel  feer  gequetft  fou  zijn , 
en  hebbende  haer ,  met  hulp  van  fijn  die- 
naer ,  op  de  been  geholpen ,  vraeghde 
hacr,of  hy  yets  tot  haren  dienft  konde 
doen  ?  Ghy  kondt  my  mijn  leven  en  mijn 
eer  behouden,  antwoorde  hem  defe  onbe- 
kende, met  een  ftem  die  door  haer  hicken 
en  fuchten  was  afgebroocken  lek  bidde  u, 
vervolghde  fy ,  by  dcfelve  Edelmoedig- 
hevdt,  dewclcke  u  behulpfaem  aen  mijn 

on» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  487 

ongcluck  gemaeckt  heeft,  dat  ghy  my  er- 
gens onder  dack  helpt,  in  fulckcr  voeden 
dat  het  niemandtals  u  ,  en  defe,  van  vvclc- 
kers  trouw  ghy  verfecckert  zijt ,  bekent 
zy.Don  Garcias  deckte  haer  met  fijn  man- 
tel ,  en  bevelende  fijn  dienaer  haer  te  hel- 
pen voortgaen  aende  ecne,  gelijck  hy 
deedt  acn  de  andere  zijde  ,  quamen  iy  wel 
hacfi:  aen  fijn  Herbergh,dacr  fich  een  ydcr 
al  te  ruft  begeven  'hadt,  bchalven  ten 
dienftmaeght,  die,  de  deur  openende ,  niet 
deedt  als  knorren  en  morren ,  om  dat  men 
haer  foo  lang  hadt  laten  opwachten. Maer 
den  lacquay  gaf  haer  geen  antwoordt,  als 
met  het  uy  tblafen  van  de  kacrs ,  het  welc- 
ke haer, terwijl  fy  defelvc  weder gingk 
ontfteecken ,  duyfent  fcheldtv/oorden  te- 
gens  hem  deed  uytbraken.  OndertuiTchen 
leyde ,  of  eerder  droegh,  Don  Garcias  defc 
bedroefde  Vrouw  op  fijn  kamer,  dcwelc- 
ke  cp  de  eerde  verdieping  was,  alwacr  hy  , 
Wanneer  fijn  dienaer  üent  gebraght  had , 
een  van  de  fchconftc  Vrouwen  van  geheel 
Spangien  (agh,  het  wclcke  hem  cp  een 
tijdt  verlieft  en  medeüjdigh  maeckte. 
Haer  bruyn  hayr  fwierde  met  gecfiigo 
krullen  om  haer  voorhooft,  al-hoe-w:j' 
een  wcynigli  in  onorden  ,  en  bedeckte  ten 
dcclen  haer  fchoon  aengcficht  en  haer  wU 
maeckten  hals.  Haer  oogen  waren  vol 
tranen,  haer  armen, handen,  hals,cn  voorts 
haer  geheel  fchoon  lichaem  vol  ftramen, 
buylen,en  blaren ,  als  of  iy  wel  een  bet  met 

X  4  ccn 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4ss 


DORTSCHE 


een  ftegel-reep ,  draeg-bant,  of  diergelijck  1 


Garcias  4 


ruygh  gegeefeh 
verwondert  was  een  foo  fchoonen  fchep- 
fel  te  iïen,  fy  was  niet  minder  verbaeft , 
fich  fel  ven  in  het  gewelt  vaneen  jongk 
Edelman  te  fien,  diewelfcheen  niet  bo- 
ven de  i f  jaren  out  te  zijn.  Hy  vermerck- 
re  haer  verbaeftheyt,  en  dede  njn  beft  haer 
te  doen  gcloovcn ,  dat  fy  niet  te  vreefen 
hadt,  vooreen  Edelman,  diefichfelven 
iou  geluckigh  achten  ,  in  haer  dien  ft  te 
fterven.  Ondertuflchen  maeckte  fijn  die- 
naereen  kleyn  vyer  van  kooien,  gelijck 
men  in  Spangien  gewoon  is ;  en  hy  leyde 
fchoon  ly  waet  op  het  bedde  van  lijn  Mee- 
fter ;  dewelcke  hebbende  defe  bedroefde 
onbekende  goeden  nacht  gewenfcht,  haer 
in  het  befitvan  fijn  kamer  liet,  daerhy 
de  deur  welvaft  van  toe  floot,  engingk 
leggen  by  een  Edelman  van  fijn  vrienden» 
onder  ick  weet  niet  wat  voor-geven ,  die 
in  het  felvc  huys  ter  herberge  lagh.  Hy 
fliep  ongetwijfelt  beter  als  fijn  gaftinne, 
die  niet  liet  den  geheelen  nacht  met 
fchreyen  door  te  brengen.  Den  dagh  aen- 
gekomen  zijnde,  kleede  fich  Don  Garcias 
£00  kofteli  jek  en  net  als  hy  konde ,  gingk 
aen  de  deur  van  de  kamer  ftaen  luyfteren  , 
daer  hy  de  arme  Iongkvrouw  noch  hoorde 
kermen  en  k  lagen.  Hy  maeckte  geen  fwa- 
ri  gheyt  binnen  te  gaen ;  macr  foo  haeft  als 
fy  hem  fagh ,  begoft  fy  meer  als  van  te  vo- 
ren tc  weenea  en  te  kermen,Ghy  fiet  hier , 

fcyde 


4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


M 

mm 


r, 
f 


ARCADIA.  4S9 

eyde  fy  terftondt  tegen  Don  Garcias ,  een 
Vrou  die  op  gifteren  de  geachtrte  was  van 
geheel  Valladolid,  en  heden  in  de  uyterrte 
fchandc,  en  een  erbarmelijcke  ftaet  geval- 
len is }  om  foo  veel  mede-lijden  in  de  har- 
ten te  wercken ,  alsfy  voor  defen  afgunfr. 
gedaen heeft»    Maer  hoe  groot  mijnon» 
geluck  oock  magh  zijn ,  vinde  ick  dc  on- 
derftandt,  dewelckeghy  my  hcbtgcdacn, 
foo  groot  en  tijdelijck,  dat  het|felve  onge- 
twijrelt  cenige  verlichting  en  reddering 
mijn  ongeval  fal  konnen  toebrengen;  in- 
dien ghy  my  foo  guntligh  fult  geweeft 
hebben  ,  dat  ghy  my  tot  aen  den  avont  uw 
kamer  vergunt, en  als  dan,  of  in  een  dracg- 
ftoel,of  in  een  Karos,  in  een  feecker  K.I00- 
fter,  het  welcke  ick  u  noemen  lal ,  voeren 
laet.  Maer , vervolghde fy,  naaldefeal- 
reedts  ontfangene  weldaden ,  derve  ick  u 
noch  defe  afvergen,  namentli  jek,  dat  ghy 
de  moeyten  gelieft  te  nemen,  om  aen  mijn 
huys  te  gaen  vernemen, hoe  het  aldaer  ge- 
ftelt  en  gelegen  is,  en  wat  men  in  het  Hof, 
en  door  de  Stadtfprceckt  van  dele  ellen- 
dige en  ongel uckige,  die  ghy  lbo  Edel- 
moedighlijck  befchermt  hebt.  Don  Gar- 
cias  ,  met  dc  vol  vaerdighcy  t  van  een  man  1 
die  alrectsbegoft  te  minnen,  nam  aen  haer 
in  alles  te  gchoorlimen ,  en  te  gaen  waer 
fy  wilde.  Sy  deed  hem  dc  behoorlijke  aen- 
wijfing,  cn  hy  liet  haer,  om  fijn  laft  te  vol- 
brengen ,  in  foo  veel  droefhey t ,  dat  fy  op 
nieuw  foo  leer  beliondt  te  j amracren ,  als 

X  ?  of 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


4yo  DORTSCHÈ 

ot'  fy  eerft  begoft.  Hy  was  nauwcli  jcks  een 
uuruyt,  en  weder  ty  fijn  bedroefde  Ga- 
ttinne komende,die hem  tiende,  eé gebaer 
beftondt  te  maken,  als  of  fy  alreedts  hadde 
geweten  dat  hy  haer  quade  tijding  braght. 
Me-vrou,  feyae  hy,  indien  gy  Eugenia,  de 
huyf vrouw  van  Don  Sanche,  zijt ,  heb  ick  ; 
dingen  vernomen,  daer  u  ten  alderhoogh- 
ften  aengelegen  is.  Eugenia ,  feght  men , 
is  wegh ,  en  Don  Sanche  is  in  handen  van 
het  Gerecht ,  befchuldight  over  de  moort 
van  Don  Louis,  fijn  broeder.  Don  Sanche, 
is  onnoofel,fcydc  fy.ick  ben  de  ongelucki- 
ge  Eugenia,  en  Don  Louis  was  den  mee - 
ften  boofwicht  die  oyt  geweeft  is.  Haer 
fuchten  en  hicken,  het  welcke  weder  met 
groot  gewelt  begoft  ,  liet  haer  niet  toe 
meerder  te  fpreecken.  Macr  gelijck  al  het 
geen  geweldigh  is ,  felden  lang  duurt ,  foo 
geviel  het  oock  dat  de  droefheyt  van  Eu- 
genia fich  mede  een  weynighbegoft  te 
matigen,  Sydrooghde  haer  tranen  af,  en 
fuchte  niet  meer  met  fulck  een  gewelt  als 
te  voren ,  en  hernam  haer  redenen  op  defe 
maniere:  Het  is  niet  genoegh  dat  ghy  den 
naem  en  ftaet  van  de(e  ellendige ,  die  ghy 
binnen  foo  korten  tij  dt  foo  veel  goets  ge- 
daen  hebt ,  weet ,  maer  ghy  fult  oock  de 
by fonderheden  van  haer  leven  moeten 
hooren ,  en  door  fbodanigh  vertrouwen 
bekennen,  höedanigh  de  verbintenis  is, 
waer  mede  ghy  my  verbonden  hebt.  Ick 
ben,  vcrvolghde  fy ,  uyt  een  vandevoor- 

naemfte 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


ARCADIA. 


i  n  acmfte  Huyfen  van  Valladolid ,  rijcic,  en 
fl  met  fchoonheyt  genocgh  om  niet  ydel  te 
« zijn  geboré.  Al  dele  hoedanighcdé  konden 
Vu  niet  minder  als  my  veel  Minnaers  verwec- 
}È  ken ,  onderdo  vvelckedefe  twee  Broeders, 
C  Don  Sanchc  en  Don  Louis,de  voornaemfte 
v  waren,    Maer  of  defe  twee  Broeders  mal- 
kander  in  ftaet,perfoon,  en  liefde  genoeg- 
i  faem  gelijck  waren ,  vcrklaercen  lïch 
'£  evenwel  mijn  vrienden  tot  voordeel  van 
3  Don  Sanchc,  die  de  oudtfte  was,  gelijck 
:  oock  mijn  genegentheydt  hun  verkieling 
v  volghde,  en  my  geheel  aen  een  man  over 
£  gaf,  die  alreedts  veertigh  jaren  voorby 
v  wasj  die  evenwel  door  lijn  foeten  aerdr,  en 
I  degrooten  yver ,  dewclcke  hy  hadt  om 
r  my  te  behagen ,  fich  lbo  diep  in  mijn  hart 
i  in  drong ,  als  eenigh  ander ,  die  my  in  ja- 
ren gelijcker  was ,  fou  hebben  konnen 
doen.    De  twee  broeders ,  al- hoe- wel  fy 
i  mede-vryers  te  famen  waren  gewesft, 
si  leefden  daerom  niettemin  vreedtfaem 
te   famen.     Hun   huyfen  waren  aen 
^  malkander,  foodanigh,  dat  fy  maer  een 
huyfing  fchenen  te  zijn,  nadcmacl  dc 
i  muur,  dewelcke  hen  van  malkander 
I  fcheyde,  een  deur  hadt,  die, met  gemeene 
J  to.ftandt,  noch  aen  de  een  noch  aen  dc  an- 
:>  derezijdc  gefloten  wiert.  Don  Louis  ont- 
t  faghfichniet  vcor  lijn  broeder,  om  my 
»  defelve  plichten  te  bcwijfen ,  dewelcke 
t  hy  gewoon  was,  terwijl  hy  fijn  medc- 
r  vryer  was.   En  Don  Sanchc ,  diens  liefde 

X  6  door 


491 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


¥jt  DORTSCHE 

door  het  genot  vermeerdert  was ,  wiflr 
hem  fijn  galanteryen ,  en  minne-plichten 
danck.  Hy  noemde  my  felf  de  Meefterffe 
van  fijn  Broeder,  die  van  fijn  zijde  een  , 
waerachtige  min  voor  een  geveynfde 
deedt  doorgaen ,  en  dat  met  fulckeenbe- 
leyt,  dat  ick  'er  felf  door  bedrogen  wierdt. 
Eyndelijck ,  na  dat  hy  my  gewoon  ge- 
maeckt  had,  hem  van  fijn  liefde  te  hooren 
fpreecken ,  in  tegenwoordigheyt  van  een 
yderj  begoft  hy  my  in  het  by ionder  daer 
oock  mede  aen  te  taften ,  en  dat  met  fulck 
een  onhcbbelijcke  aendringentheyt ,  en 
foo  weynigh  aenfiens ,  dat  ick  nu  niet 
meer  van  fijn  godtloofe  liefde  twijfelde. 
Hoe  jongk  ick  oock  was,  foohadt  ick 
evenwei  voorfichtigheyt  genoegh,  om 
hem  te  doen  gelooven  dat  ick  al  het  feive 
noch  al  voor  vey  nfery  c  aen  nam.  Ick  nam 
in  boert  op  al  het  gene  hy  my  in  ernft  fey- 
de,  en  hoewel  ick  noyt  grammcr  ben  ge- 
weeft,  als  doe  wederhielt  ick  my  evenwel, 
ten  beften  dat  ick  konde ,  om  mijn  gelaet 
niette  verliefen.    Hy  wierdt  daer  over  te 
meer  verweckt,  in  de  plaets  van  fijn  voor- 
deel daer  mede  te  doen.  En  my  aenfiende 
metoogen,  dewelcke  fijn  onbehoorlijcke 
crift  genoeghfaem  te  kennen  gaven ,  ley- 
de :  Neen ,  neen,  Me- vrouw ,  ick  veyns  ai 
minder  zedert  dat  ick  u  verloren  nebbe 
als  ick  deed  wanneer  ick  noch  op  u  te  hoo- 
pen  hadt.  En  al-hoe- wel  uw  geftrengheyt 
groot  genoegh  is ,  om  u  wel  haeft  van  een 


I  * 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


A9% 


t  liefde  tc  vcrloflen  ,  die  u  foo  hatelijck  is , 
I  hebt  ghy  my  evenwel  lbodanigh  het  lijden 
gewoon  gcmaeckt,  dat  ghy  het  noyt, 
beter  fultkonnen  zijn ... .'  Om  my  noyt 
meer  alleen  by  u  te  vinden  ,  viel  ick  daer 
tufl'chen  in,  wanneer  een  van  mijn  gevolg 
in  mijn  kamer  komende ,  hem  verhinder- 
de fijn  ongebondentheyt  verder  uyt  te 
breyden,  cn  my  mijn  mifnoegen  tc  too~ 
a  nen.    Doch  ick  was  daer  na  blijde  dat  ick 
ri*  het  niet  gedaen  hadt ,  ter  oorfaeck  van 
n  mijn  man ,  hopende  dat  defen  fnooden 
metter  tijdt  keren  fou,  my  minder  te 
beminnen,  en  meerder  te  achten.  Maer 
hy  gingk  al  vcort  voor  de  wei  elt  tc  vcyn- 
fen  ,  en  my  in  het  byfonder  mocyclijck  te 
vallen.    Ick  diende  my  van  al  mijn  gc- 
llrengheydt  dicickkondc  by  halen,  om 
hem  te  doen  atïchricken,  ja  fclfs  foo  ver- 
re ,  dat  ick  hem  dreygde,  fijn  Broeder  alles 
te  kennen  te  geven. lek  bad  hcm-.ick  ween- 
de ;  ick  beloofde  hem  te  beminnen  als 
broeder;  maer  hy  wilde  bemint  zijn  als 
Minnacr.  Eyndelijck,nu  geleden,  nu  qua- 
lijck  gehandclt,  en  altoos  even  vierigh  be- 
minnende ,  fou  hy  my  de  ongel uckighfte 
vrouw  vin   geheel  Spangicn  gemaeckt 
hebben  ,  indien  mijn  gewiilb,  het  wclcke 
my  fclf  van  de  minlte  gedachten  niet  over- 
tuygen  konde»  heticlve  hadt  willen  toc- 
hten. Maer  ten  laetften  ,  mijn  deught,dic 
fich  fel  ven  tot  daer- en-toe  foo  wel  tegen 
fulck  een  gevacrlijcken  vyant  hadt  weten 

X  7  te 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCHE 

te  befchermcn ,  verliet  my ,  om  dat  ick 
haer  verliet ,  en  ick  verriedt  mijn  felven. 
Het  Hof  quam  tot  Valladolid ,  met  al  haer 
Hoffclijck heden.  En  gelijck  als  alle  nieu-  • 
we  dingen  behaeghlijck  vallen,foo  was  het 
oockdatonfe  Vrouwen  in  de  Hovelingen 
fa  gen,  het  geen  fy  noyt  in  de  braeffte  van  de 
Stadt  hadden  konncn  vinden.   Gelijck  fy 
weder,  van  hun  zijde ,  hun  uytterfte  belt 
deden ,  om  fich  onsbehaeghlijck  temaec- 
ken,  diefy  miflehien  al  voor  verwonnen 
en  ingenomen  hielden.  Onder  de  Ridders 
van  het  hof ,  omaldaer  van  hun  dienrtea 
vergelding  te  ontfangen,  was  mede  een 
Portugees,  Andradegenoemt,  die  fich, 
door  fijn  kloecke  geeft  en  bracf  ge- 
laet ,  boven  ai  de  andere  aenmerckelijck 
maecktc.  Hy  hadt  geen  eroote  middelen, 
maerhet  fpeelen  maeckte  hem  meefter 
van  die  van  anderen,  en  fijn  winft  deedt 
hem  foo  heerlijck  voor  den  dagh  komen, 
als  de  machtighfte  van  het  Hof.   Ick  was 
ongeluckigh  genoegh  om  hem  te  beha- 
gen, en  wanneer  mijn  ydelheydt,  en  de 
teeckenen  dcwelcke  by  my  toonden,  my 
hadden  de  inbeelding  gegeven,  dat  ick  fijn 
genegentheyt  gewonnen  hadt,  geloofde 
ick ,  dat  ick  de  geluckighfte  van  alle  vrou- 
wen was.    Ick  fou  u  qualijck  konnen  tc 
kennen  geven,  hoedanigh  by  fich  felven 
beminnelijck  wift  te  maecken ,  en  hoe 
ovcrtolligh  ick  hem  liefde.  Dien  foogoe- 
den,foo eerbiedigen  man,  dien  ick  getrout 

hadt , 


I 

D 

1 

jm 
jM 

]m 
t 

tav 

■V 


ARCADIA.  4Af 

i  hadt ,  wierdt  my  wel  haeft  foo  verachte- 
lij  ck  als  hatel  ij  ck  ,  en  Don  Louis  noch 
meer  als  hy  oy  t  voor  heen  gevveeft  was;  en 
niet  kon  my  behagen  als  Andrade :  jae  ick 
beminde  niet  als  hem,  en  wanneer  ick 
hem  niet  (agh  ,  maeckteickal  de  wcrelt 
verbaefl:  door  mijn  ongcrultheyt.  Die  van 
fijn  zijde  was  niet  minder ,  jae  foodanigh, 
dat  fijn  genegentheyt  tothctfpel,  voor 
die  van  myte  beminnen  en  te  dienen, 
wijeken  molt  Sijn  gefchencken  wonnen 
mijn  dienareflèn  wel  haeft,  en  fijn  brieven 
en  veerfen  mijn  uyterfte  wil,  gelijckal  fijn 
avondt-  en  morgen-fpeelen  al  de  getrouw- 
de mans  van  onfe  wijck  nadencken 
maecktcn.  Eyndelijck,  hybefprong  my 
foo  wel,  en  ick  verweerde  my  fooqua- 
lijck,  dat  ick  my  ten  laetiten  overgaf.  Ick 
beloofde  hem  al  dat  ick  hem  geven  kon, 
cn  wy  hadden  geen  bekommernis ,  als 
overbequame  plaets  en  uure.  Mijn  man 
wierdt  tot  dc  jacht  genoodight,  daer  hy 
veel  dagen  medebeiigh  molt  zijn.  Ick 
liet  dit  mijn  lieven  Portugees  weten,  cn 
wy  beraemden  onfe  by-een-komftopden 
felven  nacht,  wanneer  mijn  man  desdaegs 
vertrecken  fou.  Ick  had  aengenomen  op 
fecckere  uurede  achter-deur  van  on fen 
Hof  open  te  laten  ,  cn  onder  fchijn  van  de 
koclheydt  van  den  nacht  te  willen  genie- 
ten, deedt  ick  in  een  kleyn  houten  kamer- 
ken dat  a'.dacr  fhet,  cn  rondtfomopen,  en 
van  Orangic-boomen  en  Eglantieren  om- 

cin- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1 

ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninkh 

jke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 

496  DORTS.CHE 
cingelt,een  leger-bedde  decken.  Mijn  man 
danvertreckt  uytdeStadt,  endiendagh 
docht  my  den  langden  te  zijn,  die  ick  van 
al  mijn  leven  doorgebraght  hadt.  Den 
nacht  gekomen  ,  cn  het  bedde  doormijn 
Dienareflen  toegemaeckt  zijnde ,  hieldt 
ick  my  voor  hen,  als  hadt  ick  grooten  luft 
om  te  üapen :  waer  door  fy,  foo  haeft  als  fy 
my  ontkleedt  hadden ,  fich  mede  te  bedde 
begaven,behalven  een  Kamenier,  die  ken- 
nis van  mijn  liefde  hadt.  Nauwelijcks 
hadt  ick  royte  bedde  geleght,  en  mijn 
Kamenier  de  deur  van  het  huysaenden 
Hof  uytkomende  toegeflooten,  wanneer 
mijn  Dienareflên  my  quamen  aenfeggen, 
dat  mijn  man  gekomen  was,   Ick  hadt 
even  tijdts  cenoegh  om  de  achter-deur 
van  den  Hofydie  ick  voor  Andrade  open 
gelaten  hadt,  weder  te  doen  fluy  ten,  wan- 
neer mijn  man  by  my  quam ,  die  my  met 
de  meefte  vriendelijckheyt  van  de  werelt 
bejegende;  maerghy  kondt  wel  bedenc- 
kenhoedanigh  ick  hem  onthaelde.  Hy 
feyde  my,  dat  hy  gedwongen  was  geweeft 
weder  te  keeren,  om  dat  den  Edelman,  die 
hem  ter  jacht  hadt  geleydt,  van  fijn  paert 
gevallen  was,  en  fijn  been  gebroken  hadt  $ 
enbegoft  daerop  mijn  verkiefing,  van 
defe  aengename  flaep-plaets  ,  teprijfen 
feggende,  datliy  metmy  daerden  nacht 
wilde  doorbrengen .  Hy  deed  fich  terftont 
ontkleeden ,  en  ley de  fich  by  my*   Al  dat 
ick  doen  konde,  was,  foo  veel  mooghlijck 

was, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


cv  W: 


E 


ARCADIA.  497 

as,  de  ongenoeghte.die  ickdoor  fijn  on- 
verwacht wedcrkeercn  ontfing ,  te  bedec- 
ken,  en  door  afgedrongen  vriendclijckhe- 
den  te  doen  gelooven,  dat  de  fijne  my  aen- 
genaem  waren»  Andrade  ondertuflehen 
quam  op  de  geiteldc  tijdt  cn  placts,  en 
hebbende  de  poort  gefloten  gevonden,  die 
hy  hadtjgemeent  dat  open  ibu  hebben  ge- 
Weeft  ,  klom  s  door  hulp  van  lijn  Dicnaer, 
over  den  muur  van  den  Hot',  dacr  hy  wel 
gehoopt  hadt  den  nacht  met  my  over  te 
brengen.  Hy  heeft  my  daer  nagefeght,  dat 
hy  dit  voornamentlijck  bcftondt,uyt  min- 
yver,  meen  en  de  dat  een  ander  fijn  plaetf 
ingenomen  hadt,  die  hy  voorgenomen 
hadt,  foo  wel  als  my  ,na  dat  hem  de  gram- 
fchap  als  toé  deed  voornemende  handelen* 
Hy  komt  dan  na  het  kamerken  toe,  macc- 
:endc  fooweynigh  gerucht  alsmoogh- 
lijck  was.  De  Maen  fcheenfeer  klaer, 
waerdoor  ick  hem  wel  konde  licn  in  ko- 
men ,  het  welckc  my  feer  verbaeft  maeck- 
tc ,  cn  hem  deed  toewencken  ,  dit  hy  ver- 
trecken  fou.  Hy  konde  ten  eerlten  niet 
wel  fien,  of  die  gene ,  die  by  my  lagh,  mijn 
man,  of  ycmandt  anders  was;  maer  fiende 
in  mi  jn  gelaet  meer  vrees  als  ontfteltenis, 
en  fchaemte,  en  op  de  tafel  het  k  leet  en  de 
pluymen  ,  die  hy  mijn  man  dien  felven 
dagh  hadt  gelien  aen  te  hebben  ,  cn  die  foo 
byfondcr  alsaenmerckelijck  waren;  twij- 
felde hy  niet  of  ick  lagh  by  Don  Sanche , 
die  hy  gerufor  flapen  lagh,  als  cenigh 

vreemt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


498  DOllTSCHE 
vreemt  Minnaer  fbu  hebben  kontier 
doen.  Hy  evenwel  liet  niet  na.by  het  bed 
de  te  komen ,  en  my  een  kus  te  ontfteelen . 
het  welcke  ick  hem  niet  verhinderd 
konde,  uy t  vrees,van  mijn  man  wacker  t< 
maecken.  Hy  wilde  my  niet  langer  in  deft 
benauwthey  t  laten,  maer  gingk  heen,  hef- 
fende de  oogen  nae  den  Hemel,  lij r 
fchouderen  ophalende  ,  en  geraecktd 
langs  den  fclven  wegh  weder  uyt ,  waeffi 
langs  hy  ingeraeckt  was.    Des  morgens 
ontnng  ick  een  brief  van  hem,  die  vervultif 
was  met  de  treurighfte  klaghten  die  ick 
oytgchoort  heb,  bcneftens  een  geeft igh 
veers,  tegen  de  Tyranny  der  Mannen.  Hya 
hadt  het  overige  van  den  nacht  befteed  tol; 
het  maecken  van  defelve ,  gelijck  ick  den 

feheelen  dagh  met  het  leien  van  de  felvtf 
oorbroght.  Het  gevaer  dat  wy  geloopeni 
hadden ,  deedt  ons  niet  eens  te  meerded 
omfien ,  noch  vreefen  weder  yets  anders: 
aen  te  vangen.  Maer  indien  ick  van  fclven 
niet  genoeghfaem  daer  toe  genegen  was 
geweeft,  noch  door  de  brieven  en  fchr  i  f ren 
van  Andrade  daer  toe  opgeweckt  was  ge- 
Worden  ;  het  aenraden  cn  aendringen  van 
mijn  Kamenier  fou  machtigh  genuegh 
hebben  geweeft  my  daer  toe  aen  te  voeren  $ 
ibodanigh  was  die  totgunft  en  voordeel 
van  Andrade.  Sy  derfde  my  wel  tegemoet 
voeren,  dat  ick  hem  welweynigh  tnoft 
beminnen,  dewijl  ick  foo  vrees- achtigh 
was  5  en  fprack  met  fulck  een  nadruck 

van 


ARCADIA.  409 

van  fijn  liefde  tegens  my ,  als  of  fy  felf  aen  < 
38  den  een  of  den  anderen  Minnaer  haer  ge- 
-   negentheyt  uytgedruckt  hadt;  her  geen 
my  deed  bemercken,  dat  fy  niet  onervaren 
f  m  de  konft  van  minnen  was.  Ick  hadt  my 
o  voorfoodanighvleyen  moeten  wachten, 
•  en  fulck  een    fchadelijck  gelelfchap 
fchouwen  j  maer  wat  is  het,  ick  wilde 
mijn  fel  ven  verderven,  en  indien  fy  dcug- 
delijcker  wasgev/eeft,  fou  ick  haer  mif- 
fchien  minder  vertrouwt  hebben.  Eyn- 
delijck,  fy  braght  myfoo  verre,  dat  ick 
toeftondt  Andrade  in  een  Garderobbe ,  of 
kleerkamer,by  mijn  kamer  ftaende.te  ont- 
fangen  ,  dacrfy  alleen  fliep,  met  befluyt, 
dat  foohaeftals  rnijn  man  in  flaep  fou  zijn 
fy  fich  in  mijn  plaetS  by  hem  leggen  fuu  , 
terwijl  ick  den  nacht  met  Andrade  fou 
doorbrengen.    Dit  wierdt  dan  alfoobe- 
ftelt  ,  en  Andrade  wierdt  in  de  kleer- 
kamer  verborgen.  Mijn  man  viel  in  flaep, 
en  ick  maekte  my  vaerdigh  om  by  Andra- 
da  te  gaen  ,  en  dat  met  fulck  een  ontftel- 
tenis ,  als  een  perfoon  hebben  magh  ,  die 
door  groot  verlangen ,  en  vrees  gedreven 
wordt;  wanneer  een  fchrickelijck  geluyt 
mijn  ooren  llocgh,  en  mijnen  man  wacker 
imacckte,  waerop  wy  de  k  amer  alreedts 
vol  roock ,  en  door  de  glafen  het  flickeren 
ivan  den  brandt  fagen.  Een  fwartinne,  die 
in  de  koocken  arbcy  de.had ,  na  dat  fy  haer 
droncken  gefopen  hadt ,  daer  den  brandt 
ingebraght,  hetwelcke  men  niet  eerge- 

waer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


foo  DORTSCHE 

waer  wiert ,  voor  dat  het  drooge  hout,foc 
van  de  koocken,  als  de  (lal,  daer  na  by 
ftaende ,  daer  door  aengefteecken  wierdc , 
hctwelck  tcrftondt  na  de  d celen  van  on; 
vertreck  begoft  overtegaen»  Mijn  mar. 
was  van  een  yder  feer  bemint ,  waer  ovei 
terftondt  het  geheele  huys  vol  nabuurer 
was.   Mijn  fchoon-broeder  Don  Louis ,i 
die  het  gemeen  gevaer  het  aldery  verigh 
fte  maeckte,  was  het  eerfte  met  fijn  volckn 
om  ons  te  helpen»in  de  weer.  Hy,gedrevem 
door  fijn  genegentheyt ,  vloogn  middenl 
door  de  vlammen  heen  ,  die  nu  de  trap  ak 
begoften  aen  te  taften ,  in  mijn  kamer.  Hyi  - .  -~ 
was  in  het  hembde,  enhadt  niet  als  fijrilfe- 
nacht-rock  aen ,  waer  mede  hy  my  be- 
detkte;  en  hebbende  my  in  den  arm  genoot. ••:  >  - 
men  *  meer  doot  als  levende ,  ter  oorfaeewtia'  '< 
van  tiet  gevaer  daer  Andrade  in  wasj** 
meer  als  van  mijn  eygen ,  braght  hy  my*   ,  J 
door  de  geraeene  deur  in  lijn  huys,  en  levfch^. 
de  my  in  fij  n  bedde ,  alwaer  hy  my  liet  'm%  >: 
de  bewaring  van  eenige  van  fijn  Dienaar 
reflen.   OndertuiTchen  mijn  man ,  en  al%f 
de  andere  die  hem  te  hulp  gekomen  wa«w - 
ren  ,  deden  ioo  veel ,  dat  het  vyer  gebluflr 
wierdt ,  nadat  het  al  veel  fchade  gedaen 
hadt.    Andrade  konde  lich  lichtelijck  in 
defe  verwarring  redderen ,  foo  dat  hy  on«l 
bekent  wee h  geraeckte ,  ennauwelijcks 
is  de  vreught  te  geloovcn ,  dewelcke  ick»,  . ., 
ontfong,  wanneer  Marine,  mijn  Kame-J?.f 
uier,  my  die  boodtfehap  braght.   Hyi,  .  ;  1 

IchreeM  "v 


9  n< 

■ 


ARCADIA.  To% 

reef  my  des  anderen  daeghs  hondert 
fotternyen  ,  dacr  ick  foo  fot  mede  was  te 
lefcn,  als  hy  geweeft  hadt  te  fchrijven. 
Enaltoo  onderhielden  wyons  onderling 
verlangen  valt  op,  met  malkander  brieven 
overen  weder  te  fchrijven.  Nadat  men 
al  de  fchade.die  het  vyer  ons  gedaen  hadt , 
weder  herftelt ,  cn  ick  het  huys  van  Don 
Louis  weder  voor  het  mijne  verwiflelt 
hadt :  hadt  Andrade  niet  veel  motytcnom 
my  te  bewegen ,  noch  eenraael  den  fel  ven 
wegh  te  beiöecken;  dewelcke  hy  meende 
dat  hem  nu  niet  als  door  een  ongemeen 
voorval  gemifcht  was.  Den  fel  ven  nacht, 
dewelcke  wy  totonfeby-ecn-komft  beitelt 
haddcn,gevicl  het.dat  een  Ridder,een  van 
mijns  mans  befte  vrienden ,  fich  genoodt- 
faecktvondt,  (ter  oorfaeck  van  een  ge- 
vecht ,  het  welcke  hy  gehadt  hadt)  een 
fchuyl-plaets  te  foecken  ,  waer  over  hy 
fich  by  feeckeren  Ambafladeur  begaf: 
maeralfoo  hyfich  aldaer  niette  fccckcr 
bevandt ,  mort  hy  fich  nootfaeckclijck  el- 
ders foecken  te  verbergen.  Mijn  man 
braghthem  hcymclijck  in  ons  huys,  cn 
nam  foo  lelt  de  (leutel  van  de  poort  aen  de 
ftraet,  dewelcke  hy  in  fijn  tegen  woordig- 
heytdeedt  toclluyten  ,  uytvieefe  dat  den 
een  of  den  anderen  botterick  van  een  die- 
naermoght  komen  te  ontdecken ,  dat 'er 
ycmandt  in  fijn  huys  verborgen  was. 
Wanneer  defeordcre,tot  mijn  groote  ver- 
baeftheyt,  alfoo bcftelt was ,  liet  Andrade 

het 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


fot  DORTSCHE 

het  gewoonlrjck  teccken  op'de  ftraet  hoo- 
ren.  Marine  dat  vernomen  hebbende ,  be- 
af  fich  aen  een  laegh  gctraly ,  en  deedt 
em  weten , dat  hy  noch  een  weynigh  ver», 
toeven  fou.  Wy  hielden  met  malkander 
daer  op  krijghfraet;  waer  over  fy  hem  met 
weynigh  woorden  gingk  te  kennen  ge- 
ven ,  en  dat  met  de  meefte  ftilligheyt  die 
haer  mooghlijck  was,  dat 'er  wéér  een 
nieuwe  verhindering  gekomen  was;  (lel- 
lende hem  evenwel  voor,  dat  hy  noch  een 
wijl  vertoeven  fou,  tot  dit  al  het  volck  te 
bedde  was ,  om  door  een  kleyn  veynfter , 
het  welke  fy  hem  openen  fou,in  de  kooc- 
ken  ,  die  heel  laegh  Houdt ,  in  te  komen. 
Daer  was  niet  het  welcke  Andrade  fwaer 
of  gevaerlijck  fcheen,  wanneer  hy  Hechts 
fijn  liefde  konde  vernoegen,  waer  over  hy 
fich  genegen  toonde  fulcks  teonderftaen. 
Mijn  man  ondcrtufiTchen deedt  fijn  vrient 
te  bedde  gacn,  en  begaf  fich  oock,  na  mij  n 
voor-beeit,  vrocgh  te  fiapen ;  gelijck  oock 
al  ons  huyfgefin  net  fclfde  deedt.  En  Ma- 
rine ,  wanneer  fy  geloofde  dat  al  de  werelt 
nu  in  flaep  was,  opende  de  kleyne  veynfter 
voor  Andrade,  die  met  weynigh  moeyten 
daer  een  gedeelte  van  fijn  lichaem  door 
krecgh ,  maer  foo  onvoorfichtigi  en  onge» 
luckighlijck  ,  dat,  na  veelgewelts  (het 
welcke  hem  meer  hinderde  als  vorderde) 

f edaen  te  hebben  ,  hy  omtrent  den  mid- 
cl  tuflehen  de  traelien  vaft  bleef,  fonder 
voorwaerts  of  achtcrwaerts  te  konnen  ge« 

race- 


I 


ARCADIA.  f0, 

k  raeckcn.    Sijn  Dienaer konde  hem  in  het 
t  mmilc  geen  hulp  bewijfen  ,  gelijck  oock 
.1  Marine,  fonderycmandt  anders  by  haer  te 
v  hebben ,  niet  konde  doen.    Sy  dan  girgk 
s  heen  ,  om  een  van  de  dienftmacghden  - 
twacker  tcmaecken  daer  fy  vriendtfehap 
mede  hielt ,  tegen  dewelckc  fy  feyde.  dat 
i  'ereenen.haer  vryer,  die  fy  feer  beminde, 
dewelckc  fy|  door  de  koocken  veynltcr 
hadt  willen  in  laten  ,  valt  geraeckt  was , 
I  fonder  dat  iy  hem  konde  helpen,  haer  bid- 
3  dende  de  handt  tc  willen  leencn.  Dit  dcedt 
i  de ander gewillighlijck,  maer  by  gebreck 
:van  een  hamer,  of  eenigh  ander  yfer- 
>  werek ,  fou  de  byftant  van  dele  twee  vrou- 
wlieden vruchteloos  zijn  geweeft,  indien  hy 
*$felf  om  fijn  pongiaert  niet  hadt  gedacht , 
daer  fy  fich  fuo  bequamel  ijck  mede  wiftcn 
te  dienen,  dat,  na  veel  moey  ten  en  arbey  ts, 
de  traliën  uyt  de  muur  geraeckten.  In- 
j  voegen  Andrade  van  de  fchrickeiijeke 
vrees,  in  de  welcke  hy  gewecö  was,  van , 
indien  hy  dacr  betrapt  wiert ,  ten  minlten 
Voer  een  dief  of  roover  gehouden  te  wor- 
den ,  verloft  wiert,    Dit  evenwel  konde 
.\)Imet  foo  wcynighgeruchts  nietgefchiedé , 
lof  een  van  onle  Dienaers  qium  het  te 
)i hooi  en  ,  die  daer  over  het  hooft  uyt  het 
veynltcr  llecckcnde,  Andrade  fagft,  die 
r  met  de  traliën,  noch  aen  fijn  lichaem  ge- 
lijck een  riem  valt  hangende,  gingkloo- 
ï'psn,foo  veel  als  hy  konde,  van  fijn  dienaer 
;;gcvo)ght  zijnde.    De  gebuuren  en  ons 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


jo4  DORTSCHE 

volck  riep,  houdt  den  dief,  houdt  den  dief; 
maerfy  hadden  devoorbaet  :  altoos  daer 
wiert  geen  twijfel  gedagen  >  of  de  dieven 
hadden  door  dekoocken  willen  inbreec-i 
ken ,  daer  men  de  traliën  uytgenomen 
fagh.   Ondertuffchen  quam  Andrade  in 
fijn  huys,  daer  hy  het  yfer  moft  laten  afvij-f 
len,  alfoohet  hem  onmooghlijck  was, 
daer  andere  uyt  te  geraecken,wat  raoeyteni 
ly  deden.   Dit  derde  voorval  maeckte 
hemfeer  ongefint,  gelijck  ick  naderhandti 
vernam  :  voor  my ,  ick  nam  het  heel  an- 
ders ,  en  meende  .  terwijl  Marine,  vol  ver- 
baeftheydt  noch  fcijade,  my  hetverhael 
daer  van  deedt,  my  fieckte  lachen.  Even- 
wel Ket  ick  niet,  focwcl  als  Andrade ,  een* 
groot  ongenoegen  inaldefe  ongeluckige 
of  mifluckte  aenflagen  te  nemen.  Maer 
evenwel,  in  de  plaets  van  te  verkoelen ,  en 
af  te  nemen ,  nam  onfe  begeerte  meer  en 
meer  toe ;  waer  over  wy  niet  langer  kon- 
den wachten ,  om  een  andere  proef  te 
doen,  als  dien  dagh,  die  na  dit  vermaecke- 
lijck  voorval  quam.   Mij  n  man  was  toen 
in  de  Stadt  gegaen,  om  de  faecken  van  fijn 
vrient  tebemiddelë,waer  medehy  fich,na 
alle  fchijn,  den  geheelé  dagh  fou  verlet  en 
onledigh  vinden.  Ick  fandt  Marine  na  An-* 
drade,die  niet  verre  van  ons  huys  woonde.  * 
Sy  vandt  hem  in  fijn  bedde, noch  feer  ver- 
moeyt  van  den  arbeydt  die  hy  den  vorigen 
nacht  gedaen  hadt,  enfoo  mifnoeght  over 
al  defe  ongeluckige,  voorvallen  ,  dat  Ma- 
rine 


ARCADIA.  f0. 
rine  daer  eenighfins  over  t'ontvredei 
Wiert ,  fiende  met  welck  een  koelheythv 
de  voordeden  aennam ,  dcwelcke  fy  hem 
uy t  mij nen  naem  deed  ,  en  om  dat  hy  foo 
weyn.gh  yver  toonde ,  om  my  te  komen 

ZfnA  ft*?'1  fy  hem  2cno^h  ™°r. 
Relde,  dat  de  gelegcntheyt,  dewelcke  üch 

aenboodt,  niet  verloren ,  maer  aenecno- 
men  moft  worden.    Eyndel.jck evenwel 
hy  quam  my  vinden ,  en  ick  ontfing  hem 
met  foodamgen  vrcught,  als  een  perfoon 
iou  konnen  toonen  ,  die  t'eenemael  inge- 
nomen  is.   Ick  was  foo  verblindt,  dat  ick 
minder  bemerckteals  Marine,  hoe  koel 
hy  my  onthaelde ,  al-hoe- wel  het  maer  al 
te blijckehjck was.  Mijn  vriendeliickhe- 
den,  ten  laetften,  trocken  de  lïjne  oock,  de 
welcke  nu  foo  verre  quamen,  als  by  na  het 
hooghfte  te  bereyeken  ,  wanneer  Marine , 
die  om  welftaens  wil  uy  t  de  kamer  gegaen 
was,met  verbaefthey  t  weder  daer  in  quam, 
feggende,  dat  mijn  man  daer  was.  Sy 
braght  Andradcin  de klecr  kamer,  zijn- 
de hy  meer  doodt  als  levende,  en  vry  meer 
verfchrickt  als  ick ,  daer  ick  ruym  foo 
veeloorfaeck  daer  toe  hadt,  als  hy.  Mijn 
manhadt  noch  vets  aen  fijn  volei  te  be- 
laften gehadt ,  aleer  hy  in  mijn  kamer 
quam  ,  welcken  tijdt  my  wel  te  pas  quam 
om  wat  te  bekomen  ,  en  Marine  om 
een  groot  koffer  ledighte  maecken,  en 
Andrade  daer  in  te  leggen.  Nauwelijcks 
was  dit  lbo  beftelt ,  wanneer  mijn  man  in 

Y  dt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ro6  DORTSCHB 

le  kamer  quam ,  en  hebbende  met  anders 
als  in  het  voorby  gaen  roy  eens  gekuft ,  in- 
de Garderobbe  of  Weerkamer  gingk, 
daer  hy  een  Comedie  of  Blyfpel  vandt  lcg- 
scn,  daerhy  inbegoft  te  Men,  alfoo  hjfl 
Lr  een  plaets  gevonden  halt,  dieheni 
behaeghdej  en^dit  lefen  fou  m.flchten 
noch  lang  geduurt  hebben,  ind.en.ck| 
ooor  raedt  fan  Marine .  met  in  de  Uecrfl 
kamer  was  gegaen,  daer  ick  hem  het  lefen  | 
veThinderde*  en  bewoogh  met  my  m  m,,n : 
kamer  te  komen.  Maer  mijn  ongeval  W«t  i 
daernietby.  Don Sanche. fienOedat ick , 
oneeruften  vol  gedachten  wat,  geli)ck. 
kk  wel  reden  hïdt,  wüde.door  fonvro- 
lijckheydt ,  mijn  ongenoeghte  enl  waer- 
moedieheyt  verletten.   Noyt  deedt  bfj 
Seer  loeyten  om  my  te  behagen,  en  noyt  | 
behaeghdeyhy  my  minder,   lek  badt  hent| 
„v  t  mïj»  kamer  te  gaen ,  veynfende  groo-| 
te  begeerte  om  te  üapen  te  hebben.  Maer 
door  een  ontijdelijcke  «rm«^i|ck.| 
hevt,  die  als  doe  buyten  ordmaer  was,  *il- 
delymy.felf  in  mijn  weêr-wil.gefelfchap 

hooien!  ^fl*hT?^,WA%  ■ 
maer  hoe  vermaeckelijck  hy  nch  oock 

konde  aenftellen,  bragnt  hy  my  met  als 

oneeneughte  toe ;  foo  dat  .ck  ten  lartftw 

têf  roneen  wierdt ,  hem  vnendelijcke* 

!ii  re  üvt  te  jagen.  Soo  haeft  als  Minne  dat 

deur  gefloten  hadt,  liepifk  nadekleer fl 

klmef.om  onfen  gevangen  te  verloffenl 

Kopend,  ,n?tW  met  ter  haeft  f 


ARCADIA.  fo7 

en  meende  te  fterven  van  fchricfc ,  gelijck 
ick  mede ,  wanneer  wy  Andrade  fagen 
leggen  londer  beweging,  en  Tonder  pols, 
gelijck  een  menfch  die  doodt  is ,  gelijck 
wy  oock  in  der  dacdt  meenden  dat  hy  was. 
Oordeelt  nu  eens  in  wat  groorer  benauw  t- 
hcyt  wy  beyde  waren  ;  ick  huylde ,  trock 
my  het  hayr  uy t  het  hooft ,  en  maecktc  al 
het  mifbaer  van  een  wanhoopigh  menfch, 
jaick  geloof  dat  ick  moets  genoegh  fou 
gehadt  liebben,om  den  pongiaert  van  An- 
drade my  in  het  hart  te  boorë,  indien  mijn 
My tfteeckendedroefheyt  my  niet  foo  flauw 
gemaeckt  hadt,  dat  ick  gedwongen  was , 
my  op  het  bedde  van  Marine  neder  te  wer- 
pen. Defe  Dochter ,  hoewel  ten  alderuy  t- 
terfte  benauwt,  behielt  evenwel  meer  oor- 
deel  als  ick,  in  ons  gemeen  ongel  uck,  en 
poogde  dacr  hulp-middelen  toe  te  bc- 
fchicken  ,  daer  ick,  foo  fwack  zij nde.geen 
raedt  toe  fou  geweten  hebben.    Sy  leyde 
my,  dat  Andrade  miflehien  maer  in  een 
flaeutewas ,  en  dat  een  Heel-mecfter  ,  of 
dooreen  aderlating,  of  een  ig  andere  hulp- 
i  middel,  hem  miflehien  wel  weder  tot  fielt 
;  fel  ven  fou  doen  komen.  Ick  fagh  haer  aen, 
jfonder  haer  te  antwoorden,  alfoo  mijn 
ifmarte  myde  fpraeck  benam.    Sy  wilde 
rgeenti  jdt  verliefen  over  dit  bcracdtflicn  , 
ïmaergingk  heen  om  te  doen  hetgeen  fy 
►Voorgeflagen  hadt.    Maer  lbo  haeft  als  iy 
ïdedeur  hadt  open  gedaen,  om  uyt  te  gaen , 
quam  'er  mijn   fchoon-broeder  Don 

Y  z  Louis 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


f0g        DORT  SC  HE 
Louis  in  j  wekk  tweede  ongeval  ons  noch 
verfchrickelijcker  was ,    als  het  eerfte. 
Indien  al  het  lichtem  van  Andrade ,  het 
welckdaer  voor  fijn  oogenlagh,  ons  niet 
overwonnen  hadt,  de  ontfteltenis  van  onfe  I 
aeneefichten ,  fou  ons  ten  vollen  verraden  1 
enontdeckt  hebben,  datwy  vreemdeen 
feltfame  dingen  hadden  uy  t  te  voeren ,  het 
welke  hy,als  Schoon-broeder  en  Minnaer, 
fou  hebben  gefocht  door  alle  middelen  uyt 
te  vinden.  Het  was  dan  noodigh  voor  my , 
my  voor  fijn  voeten  neder  te  werpen ,  die 
ick  foo  menighmael  voor  de  mijne  genen 
hadt  ;  en ,  vertrouwende  op  de  liefde  de- 
welcke  hy  my  droegh ,  en  op  de ;Edrfmoe-. 
aielieyt  van  fijn  aerdt ,  die  onfcheydchjcfc 
by  een  recht  Edelman  moet  zijn  ,  al  wat 
my  het  lieffte en  waerdfte  was.m  fijn  wil  te 
ftellen.    Hy  wilde  my  met  gewelt  doen 
opftaen ,  maer  ick  wilde  niet  en  vertelde,! 
hem,  foo  veel  mijn  tranen  en  hieken  vnM 
den  toelaten ,  het  jammerlijck  toeval ,  dat! 
my  gebeurt  was ;  waer  over  ick  niet  t  wik 
felen  kon ,  of  hy  was  in  fijn  gemoet ten  al-i 
derhooghften  verblijdt.  Don  Louis ,  ver-: 
volohde  ick ,  ick  bidt  voor  als  nu  u  EdeH 
mo?digheydt  niet,  om  my  langer  in  het 
leven  te  behouden  ,  mijn  ongelucfc 
maeckt  my  het  felve  hatighlijck  genoegh, 
om  my  kracht  te  geven,  W^f*" 
benemen  ;  indien  ick  niet  vreefde,dat  mnc 
wanhoop  tot  achterdeel  van  mijn  eer  fot 
l>y tgeleght  worden.  Van  het  wclcke  dr 


ARCADIA.  'fty 
▼an  Don  Sanche ,  als  oock  fijn  leven  on- 
fcheydelijck  zijn.Ghy  mooght  gelooven , 
dat  de  veri'mading,  dewelcke  ick  vanu 
gehadtheb,  meer  de  uytwerckfelen  van 
mijn  afkeer ,  als  van  mijn  deught  geweeft 
zijn;  ghy  mooght  u  verheugen  in  mijn  on- 
geval, en  (elf  my  aen  uw  wraeck  opofferen; 
macr  evenwel  foud  ghy  my  geen  müdaet 
derven  verwijten ,  die  ghy  my  felf  hebt 
gefocht  te  leeren ;  gelijck  ghy  oock  niet 
minder  als  toelating  kont  hebben  voor  die 
gene,  die  u  foo  veel  toegelaten  heeft.  Don 
Louis  liet  my  niet  meer  fpreecken.  Ghy 
fiet,  Mc- vrouw,  feyde  hy ,  dat  gy  te  recht 
geftraft  zijt ,  om  dat  ghy  foo  quaden  vcr- 
kieling  in  uw  liefde  en  haet  gedaen  hebt. 
Maer  hier  is  geentijdt  te  verhelen,  oma 
te  doen  fien ,  u  verloflende  uy t  de  benaut- 
hey  t  in  de  welcke  ghy  zijt ,  dat  ghy  geen 
beter  vriendt  als  Don  Louis  inde  werelt 
hebt.Hy  liet  my  daer  mede,  en  quam,  een 
oogenblick  daer  na,  met  twee  mannen, 
van  de  fulcke,die  hun  koft  winnen  met  ar- 
beyden,cn  met  laften  tedragen,die  hy  door 
yemandt  van  fijn  volckhadt  laten  halen. 
OndertufTchen  hadtick  met  Marine  het 
lichaem  van  Andrade  weder  in  degroote 
koffer  gelcght.  Het  welcke  Don  Louis 
hen  felf  hielp  opbeuren,  om  dat  by  een  van 
fij  n  goede  vrienden  te  brengen  ,  die  hy  dit 
voorval  ontdecktc ,  gelijck  hy  oock  voor- 
heen de  liefde  gedaen  hadt,  die  hyj'my 
droegh.  Aldaer  wierdt  het  lichaem  van 

Y  3  An- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


fto  DORTSCHE 
dradc  uy  t  het  koffer  genomen ,  en  op  een 
tafel  geleght.  Terwij  Imen  hem  fijn  klee- 
deren uy  t  toogh  ,  betaftemen  hem  van  al- 
le kanten ,  de  pols ,  en  de  deelen  van  het 
hart ,  daer  men  noch  eenige  beweging  ge- 
voelde ,  waer  door  men  vernam ,  dat  hy 
noch  niet  doodt  was.   Men  deed  terftondt 
een  Heel-meefter  halen,  terwijl  men  hem 
in  het  bedde  leyde ,  en  door  alle  raooglijc- 
ke  middelen  poogde  weder  te  doen  beko- 
men*, waerdoor  hy  ten  laetften  weder  tot 
fich  fel  ven  quam,  en  terftont  da<  r  op  gela- 
ten wiert .  Men  1  iet  een  Dicnaer  by  hem  > 
cnelck  vertrockfich  uyt  de  kamer,  om 
tijdt  aen  de  natuur  en  ruft  te  geven ,  en  al- 
foo  te  volvoeren,  het  geen  men  foo  geluc- 
kighlijck  begonnen  hadt.   Ghy  kondt  u 
wel  in  beelden  hoedanigh  de  verbaeftheyt 
van  Andradewas,  wanneer  hy  na  foo  een 
lange  bef  wij  meling  fich  in  een  bedde 
vandt  •  en  of  hemde  vrees  die  hy  gehadt 
hadt ,  niet  weder  te  vooren  quam ,  en  hoe 
men  hem  in  het  koffcr  hadt  doen  gaen , 
fonder  dat  hy  nu  wift  waer  hy  was ,  of  wit 
hy  te  hopen  of  te  vreefen  hadt.  Hy  was  in 
defe  wonderlijcke  ongeruftheyt ,  wanneer 
hy  de  deur  van  de  kamer  hoorde  openen , 
en,  nadat  men  de  gordijnen  van  fijn  koets 
opgefchoven  hadt,  by  het  licht  van  de 
keerfen  Don  Louis  gewaer  wiert,  dewelc- 
kehy  wel  wift  mijn  Schoon-broeder  te 
zijn,  en  die,  een  ftoel  genomen  hebbende, 
ftch  voor  't  bedde  nederfette,en  hem  defe 

woor» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


ml 


woorden  te  gemoet  voerde.  Kent 
we!,  Heer  Andrade,  en  weet  ghy  wel  dat 
ick  de  Broeder  van  Don  Sancheben  ?  Iae 
ick,antwoorde  Andrade,  ick  weet  het  wel. 
Gcdenckr  u  wel, vervolgde  Don  Louis,  wat 
u  op  gilleren  to*  fijn  ent  gebeurt  is  ?  en  ick 
fwcere  0,  vervol^hde  hy,  indien  ghy  in  uw 
galanteryen  en  minncpartcn  tegen  mijn 
Schoon  futter  vcortgaet,  of  foo  men  u  oy t 
in  haer  ttraetkomtte  fien ,  dat 'er  niet  Tal 
zijn,  het  geen  ick  tegen  u  niet  in  het 
werek  ftellcn  fal;  en  gelooft  voor  feecker, 
dat  ghy  fonder  leven  ibudt  zijn,  indien  ick 
geen  erbarmen  meteen  dwafecn  ongel  uc- 
kige  vrouw  hadt ,  die  fich  nu  op  my  ver- 
trouwt heeft ,  en  indien  ick  niet  vcriekert 
was  ,  dat  de  fchendige  ftucken  die  ghy  te 
famen  ,  tegen  de  eer  van  mijn  Broeder, 
voor  gehadt  hebt,  niet  uytgevoert zijn. 
Verandert  van  wconing.vervolgdc  hy,  ew 
denckt  niet  dat  ghy  tl  foodanigh  fult  kon- 
nen  verbergen  ,  indien  ghy  in  gcbrceckc 
blijft  van  uwwoort  na  te  komen,  liet  welc- 
keickbegecredatghy  my  geeft ,  of  ick  faJ 
middel  vinden  ,  u  denhals  te  breecken. 
Andrade  fou  hem  noch  wel  meerder  be- 
looft hebben  ,en  toonde  hem  de  fnoodtfte 
onderdanigheden  ,  dieoyt  een  kleynmoe- 
digh  hart  fou  konnen  bcdencken.  Hy 
verklacrde  hem ,  dat  hy  hem  fijn  leven  , 
het  welcke  hy  hem  hadt  konnen  benc- 
nemen ,  altoos  fchuldigh  fou  blij  ven .  Sij  n 
fwackhey  t  was  genoegh,  om  hem  als  noch 

Y  4  het 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


rii  DORTSCHE 

het  bedde  te  doen  houden,  maer  de  vcr- 
fchricklijcke  vrees,  dewelcke  hy  hadtge~ 
h  ad  t ,  gaf  hem  kracht  genoegh  om  op  te 
ftaen.Hy  kreegh  toen  fulck  een  afkeer  van 
my ,  als  hy  my  van  te  voren  liefde  gedra- 
gen hadt*  ja  mijn  naem  felve  was  hem  een 
afgrijfen,  Ondertuflchen  was  ick  inde 
grootfte  bekommernis  ter  werelt,  wat  van 
hem  gekomen  moght  zijn ,  tonder  dat  ick 
de  moet  hadt ,  Don  Louis  daer  na  te  vra- 
gen, meerder  als  mijnoogen  tegen  hem 
op  te  heffen.  Ick  fandt  Marine  na  het  huys 
van  Andradc ,  die  aldaer  quam,  juyft  wan- 
neer hy  daer  weder  gekomen  was ,  en  be- 
figh  was ,  met  fijn  goederen  te  packen » 
om  te  verhuy  fen,  en  in  een  ander  gedeelte 
van  te  Stadt  tegaen  woon  en.  Soo  haeft  als 
hy  haer  (agh ,  verboodt  hy  haer  oyt  weder 
van  mijnent  wegen  te  komen  aenfprcken, 
feggende  haer  in  weynigh  woorden ,  at 
het  geen  tuffchen  hem  en  Don  Louis 
voorgevallen  was ,  en  voegde  daer  by ,  dat 
ick  de  ondanckbaerfte ,  en  trouwlooffte 
vrouw  van  de  werelt  was  *.  dat  hy  my  niet 
anders  aenmerekte  als  een  perfoon,  die 
hem  hadt  willen  verderven,  en  dat  ick  niet 
meer  om  hem  behoefde  te  dencken ,  als  of 
ick  hem  noy  t  gefien  hadt.  Na  defe  woor- 
den dreef  hy  Marine  ten  huyfen  uy  t ,  die 
daer  over  niet  weynigh  verbaeft  was* 
maer  hoedanigh  dat  haer  ontfteltenis  was , 
had  Cy  evenwel  (bo  veel  loofhey  t  als  hem 
van  verre  te  volgen ,  totdat  fy  fagh  waer 


ARCADIA. 


P3 


lm 


hy  fijn  goet  inbraght;  wanneer  fy  fich  we- 
der na  huys  begaf.  Het  mifnoegen  dat  ick 
had,  my  fiende  befchuldight  van  een  ftuck 
werks,  daer  ick  onnoofel  in  was,  en  gehaet 
van  een  man  die  ick  foo  feer  beminde ,  en 
voordewelcke  ick  mijn  leven  en  eerge- 
waeght  hadt,  liet  myniet  toe  de  blijdt- 
fchap,  dewelckeick  van  fijn  behoudenis 
hadt,  te  gevoelen,  Ick  viel  in  een  fwaer- 
geeftigheydt ,  die  my  korts  in  het  bedde 
hielp,  en  mijn  fiecktcaen  de  Gences-mec- 
fters  onbekent  zijnde,  quelde  mijn  Man 
tot  aen  lijn  hart.  Maerom  mijn  ongeluck 
tot  den  hooghften  trap  te  brengen,  was  het 
dat  Don  Louis  fich  begon  te  dienen  van 
den  ongemeenen  dienft  die  hy  my  ge- 
daen  hadt  ,  my  geduurigh  afvergen- 
de  ,  het  geen  ick  Andrade  fou  hebben 
willen  geven ,  en  my  verwijtende  dat 
ick  hem  bemint  had  ,  wanneer  ick  hem 
voorftelde  wat  ick  acn mijn  Man,  enhy 
aen  fijn  Broeder  fchuldigh  was.  Indien 
ftaet  was  ick  toen,  gehaet  van  die  ick  be- 
minde ,  al  te  feer  bemint  van  die  ick  hate, 
Andrade  niet  meer  fiende,  en  Don  Louis 
al  te  dickm  aels,  en  mi  jn  fel  ven  geduurig- 
liick  befchuldigendc,  van  foo  ondanck- 
baer  aen  den  belten  man  ter  werelt  ge- 
weeft  te  zijn,  die  alles  deed  ommytebe- 
hagen,  en  alle  hulpmiddelen  in  het  werek 
ftelde ,  om  my  weder  te  doen  genefen  ,  en 
dat  op  dietijdt,  wanneer  hy  de  meefte  re- 
den hadt,  om  my  te  verderven.  Ick  bleef 

Y  f  ge- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


fi4  ÜORTSCHE 
gcheelc  twee  Maenden  in  mijn  bedde,  ver- 
wachtende de  doodt  met  blijdtfehap ; 
macr  mijn  jongkheydt  quam  my  te  baet  » 
en  ,  in  ipijt  van  mijn  onvertrooftelijcke 
droef heyt ,  hielp  my  weder  op  de  been,  al- 
leen om  my  in  fwaerder  ongevallen  in  te 
w  ickclen.    Don  Louis  vervolg hde  my  on- 
dertuflehen  even  y verigh ,  jae  meer  als  hy 
oy  t  gedaen  had,  waer  tegen  ick  Iaft  gaf,aen 
mijn  Oienareflen,  en  voornamentlijckaen 
Marine,  mynoyt  alleen by  hem rc  laten. 
Hy,  verwoet  door  de  ie  verhinderingen,  en 
de  tegenftant  dewelcke  ick  hem  dede,  nam 
voor  fich,tot  fijn  voornemen  te  komen,  en 
dat  door  de  fnoodtfte  verradery ,  die  men 
iou  konnen  bedencken .   Ick  nebbe  u  hier 
voor  gefeght,  hoe  men,  dooreen  deur, van 
ons  in  zijn ,  en  van  zijn  in  ons  huys  komen 
kan,  dewelcke  niet  als  feer  Telden  gefloten 
wierdt.  Op  feeckeren  nacht ,  wanneer  hy 
voor  hadt  lijn  fchelms  befluyt  in  het 
werek  te  ftellen,  en  wanneer  hy  geloofde , 
dar  al  ons  huyfgefinde  in  de  ruft  was , 
quam  hy  door  defe  deur  in  ons  huys,  open* 
de  de  deur  aen  de  ftraet ,  en  maeckte  al  de 
pierden  los,  die  in  oniê  ftal,  en  al  in  een 
goet  getal  waren >  die  wel  haeft  op  de 
plaets ,  en  vervolgens  op  de  ftraet  geraeck- 
t en  .Het  gerucht  dat  fy  maeckten ,  weckte 
mi  jnen  man  wel  haeft  uytfijn  flaep,  als 
oock  de  ftalknechten,die  de  forgc  over  dat 
vee  bevolen  was.   Don  Sanche  was  een 
groot  liefhebber  van  defe  beeften ,  waer 

over, 


li 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA, 


WH 


i 

;  j 


over ,  foo  haeft  als  hy  gehoort  hadt,  dat  de 
fijne  op  de  ftraet  waren  gcraeckt ,  hy  fich. 
ten  bedden  uyt  begaf,  en  na  de  ftraet  Jiep  > 
hebbende  alleen  lijnen  nacht-rock  aen , 
maeckende  groot  gekijf  tegen  de  ftal- 
kncchtcn,en  den  portier,dat  fy  lbo  weynig 
forgc  voor  de  ftal ,  en  voor  de  poort  gedra- 
gen hadden.  Don  Louis ,  die  lich  in  mijn 
voor-kamer  verborgen  had ,  en  mijn  man 
fien  uyt-  loopen  ,  gingk,  een  weynigh  tijts 
na  hem,  na  beneden,  en  floot  de  voor- deur 
achter  hem  toe  i  wachtende  noch  een  wey- 
nigh, om  te  meer  wacrfchijnelijckheydt 
aen  fijn  doen  te  geven  :  Daer  na  komt  hy 
fichan  mijn  zijde  leggen,  fich  foo  wel 
veynfende  mijnman  tezijn,  dathctwel 
vreemt  fou  zijn  geweeft,  dier  door  niet  be- 
drogen te  worden.    Hy  was  feer  kout  ge- 
worden, om  dat  hy  foo  lange  in  het  hemb- 
dehadtgeftatn.    AymyHeer,  feydeick 
tegen  hem ,  foo  haeft  als  hy  de  voeten  by 
my  onderdack ,  hoe  kout  zi  j  r  ghy  !  Het  is 
waer,antwoordc  hy  my  ,  bootlende  mijns 
mans  ftem  aerdigh  na ,  ick  vreefde  al  dat 
ick  op  de  ftraet  fou  verft  ij  ft  hebben .  Z  ij  n 
uw  paerden  weder  gekr  gen?  vracgde  ick 
hem.  Mijn  dienaers  zijn  daer  noch  mede 
bcfigh ,  antwoorde  hy  :  waer  op  hy  my 
naerderdeaisom  fich  te  warmen,  en  toon- 
de my  ongemeene  vriendelij kheyt,  tot  dat 
hy  fijn  fnoode  verradery  ten  eynde  bragt , 
en  fijn  Broeder  en  my  in  oneer  fteldc  Heb- 
bende dan  gedaen  htt  geen  hy  voor  hadt, 

Y  6  veynf 


w 

Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


fi6  DORTSCHE 
veynide  hy  noch  over  fijn  paerden  be- 
kommert te  zijn,  hy  ftondt  wederom  op , 
opende  de  groote  poort ,  en  gingk  foo  ftil- 
lekens,  door  de  gemeene  deur ,  weder  in  ^ 
fijn  huys ,  wel  moedigh  miffchien  op  fijn . 
bedreven  miidaet,  en  Sch  verheugende  in 
die  daedt ,  die  oorfaeck  van  fijn  verderf  is 
geweeft.   Mijn  man  quam  korts  daer  na 
wederom,en  hebbende  fich  weder  te  bed- 
de begeven ,  naerderde  my  vafl: ,  foo  kout 
als  hy  was,  maer  alfo  hy  my  vriendelijck, 
cn,na  my  docht,  buyten  gewoonte ,  weder- 
om beftondt  te  handelen,  badtick  hem  my 
te  laten  flapen.  Hem  docht  fulcks  vreemt 
te  zijn,  daer  ick  my  weder  van  mijn  zijde 
over  verwonderde ,  en  aen  het  verraet  be- 
goft  twijfelen,  dat  mygefchiet  was*  Ick 
konde  dien  geheelen  nacht  geen  ooge 
luycken,  en  begaf  my  wel  vroegh  ten  bed- 
den uyt,gingk  na  de  Mifle,alwaer  ick  Don 
Louis  vandt ,  meer  als  gemeen  uytgeftre- 
ken,  en  met  foo  een  vroli  jek  gelaet ,  als  hy 
het  voor  heen  droevigh  cn  ttraf  hadt  ge- 
hadt ;  hy  boodt  my  het  wy- water  aen , 
het  welcke  ick  met  groote  koelheydt 
van  hem  ont6ng  ,  en  hy  my  aenfiende 
met  een  verfmadelijckcn  lagh,  feyde* 
Ach  my,  Me-vrouw  ,  hoe  kout  zijt 
ghy  l  Op  dele  woorden  ,  zijnde  defel- 
ve  die  ick  hem  gefeght  hadt ,  en  m 
niet  toelieten  meer  aen  het  fchelm 
ftuck  te  twijfelen ,  wierdt  ick  bleeck , 
cn  terftondt  weder  root.   Hy  merek- 

te 


R 


•  i 


C  A  D  I  A.  f  ,7 

te  wel  aen  mijn  oogen  en  gelaet ,  wat  ont- 
fteltenis  my  fijne  woorden  hadden  toege- 
braght ,  en  hoe  ick  my  over  fijn  ongebon- 
dentheyt  vergramde.    Ick  gingk  voort , 
foaderhem  aen  te  fien  ,  en  braght  al  den 
tijdt  van  de  Mifle  met  de  meeftc  ongeruft- 
heyt  van  de  werel tover  :  gelijck  ick  oock 
niet  liet  |mijn  man  te  ontruften ,  wanneer 
ick  over  de  maeltijdt,  en  voorts  dien  ge- 
heclen  dagh ,  n  iet  anders  deed  als  te  fuch- 
ten,  en  vol  gepeynfen  te  fitten,  het  welcke 
genoeghfaem  de  ontftcltenis  van  mijn 
geeft  te  kennen  gaf ,  hoe  feer  ick  oock  de- 
fel ve  poogde  te  verbergen.  Ick  gingk  na 
mijn  kamer,  vroeger  als  na  gewoonte,  my 
veynfende  een  weynigh  onpaflelijck  te 
zijn  ,  nam  duyfent  befluytcn  om  my  te 
wreecken,  toteyndelijck  mijn  raferny  my 
een  inblies  ,  daer  ick  my  aen  hieldt: 
Zijnde  de  uur  om  te  bedde  te  gaé  gekomé  ,r 
begar  ick  my  benefrens  mi  jn  man  te  bedde.' 
Ick  veynfde  my  teflapen ,  om  hem  tot  het 
felve  te  bewegen ,  maer  foo  haeft  als  hy  in 
flaep  was,  en  ick  vermoede  dat  al  ons  huyf- 
gefin  van  gelijckcn  ruftc,  ftondt  ick 
ftillekens  op ,  nam  fijn  pongiaert,  en» foo 
blindt  en  aengefteecken  van  mijn  raferny 
als  ick  was ,  geraeckte  door  de  gemeene 
deur,  cn  langs  den  felven  wegh,  waer 
langs  den  fchender  by  my  gekomen  was , 
in  fijn  kamer;  mijn  raferny,  hoe  groot 
die  oock  moght  zijn  ,  verhinderde  my 
geenfins  mijn  faecken  voorficluighlijck 

Y  7  t» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


jïS  DORTSCHE 

te  beleggen.Ick  voor  fijn  bedde  komende, 
daer  hy  wel  geruft  lagh  en  Hiep ,  tafte  met 
mijn  lincker- handt  na  fijn  boeiem ,  na  de 
plaets  van  fijn  hart,  en  de  felvc  door 
het  kloppen  gevonden  hebbende  ,  gat 
met  de  rechter,  die  met  den  pongiaevt 
gewapent  was,  en  geenfins  door  ecnige 
fchrick  of  beefde  of  mifte,  twee  fteecken, 
in  het  boofe  hert  van  Dun  Louis,en  flrafrte 
hem  met  een  facbter  doot  als  hy  verdient 
hadt.  Mijn raferny  braght  my ioo  verre , 
als  hem  noch  vijf  of  fes  fteecken  daer-en- 
bovcn  te  geven,  waer  naick  my  weder  na 
mijn  kamer  begaf,  met  futck  een  bcza- 
dighthey t  en  geruftheyt,  dat  ick  daer  door, 
mijnfelvenmoft  verfekeren ,  noyteeni- 
gendaetmet  meerder  £cnoi  gen  godaen  te 
hebben.  Ick  ftack  den  pongiaert,  foo  bloe- 
digh  als  hy  was,  weder  inde  fcheyde; 
Ik  kleede  my  indcr  haert,  en,  foo  ftillekens 
als  my  mooghliick  was ,  nam  al  mijn  geit 
enjuweelen  by  my  ,  en  allbo,  meer  gedre- 
ven door  mijn  liefde ,  als  ontüelt  door  het 
geen  ick  gedaen  hadt,  vc»  het  een  man,  die 
my  meer  beminde  als  fijn  leven,  om  my  te 
werpen  in  de  armen  van*  een  jongelingk , 
die  my  meer  haete  als  de  doodt.    De  bc- 
vreeltheyt ,  daer  het  vrouwelijck  ge- 
flacht  gemeenlijck  mede  bevangen  is, 
wierdt  foo  wel  door  mijn  hartstoghten 
overwonnen ,  dat  icfc  fonder  fchrick ,  foo 
alleen  en  fonder  befcher  ming  als  ick  was , 
den  wegh  van  mijn  huystot  aen  de  woo-  ] 

/  ning 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  Tt0 
mng  van  Andrade ,  in  de  nacht,  kon  de  af- 
leggen ,  en  dat  met  fulck  een  verfeeckert- 
hcyt   alsofickeen  goetrtuck  wercksby 
lichten i  dagh  gingk  aenrechten.  Ick  klop- 
:  te  aen  de  deur  van  Andrade,  die  niet  te 
huys  was ,  zijnde  noch  befigh  met  fpelcn . 
byeen  van  fijn  vrienden.    Sijn  Dienacrs. 
die  my  kenden,  en  niet  weynigh  over 
rm.,n  komft  verbaert  ftonden ,  ontfingen 
mymet  groote  eerbied igheyt.  ftoockten 
my  vyer  aen  inde  kamer  van  hun  Heer.Hy 
guam  korts  daer  aen  te  huys ,  fonder  dat 
ick  geloof  dat  hy  gedachten  hadt ,  my  in 
lijn  kamer  te  vinden.    Soo  haeft  als  hy 
myfcgh.fcydehv  :  Hoe,Me-vrouw  Euee- 
ma,  wje  heett  u  h'icrgebraght  >enwit  be- 
geert ghy  noch  van  een  per  Joon ,  die  ghy 
aen  de  na-y  ver  van  een  Schoon  broedermie 
u  bemint,  hebt  willen  op  offeren  ?  Ha  An- 
drade! antwoorde  ick  hem  ,  kght  ghy  [om 
qualijck  lulck  een  onfchuwelijck  voor- 
val uyt ,  het  welcke  my  dwingi  mijn  toe- 
vlucht aen  dien  man  ter  wc  relt  tl  nemen  , 
aen  de  welcke  ick  my  bekenne  het  .neelte 
Verbonden  te  zi  jn  ?  en  neemt  ghy  een  foo 
onvoordeeligh  oordcel ,  van  een  perlbon, 
die  u  foo  veel  teeckeoi  vin  haer  gene- 
genrheyt gegeven  hoeft  ?  Ick  hadt  al  wat 
anders,  als  lulcke  beltraffing,  van  u  ver- 
wacht, en  ghy  foudt  u  niet  bevind. n  in  de 
E.Öaet  om  my  meerder  verwijt  te  doen ,  in- 
dien ick  de  daet  niet  gedaê  hadt.die  gy  my 
te  laft  leght,  en  voor  een  miJdaet  laet  door 

gaen. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


T  S       n  li 


-xo  DOR 

gaen.  Indien  ick ecnigegedaen  heb ,  het. 
is  geenfins  tegen  u  geweeft ,  maer  tegen 
een  man,  die  my  wel  waert  behoorde  tel 
zijn  i  en  tegen  dewelcke  ick  maer  al  te  on-ft 
danckbaer  ben  ge  weeft ,  om  foodanighl< 
niet  tegen  u  te  zijn  ,  en  die  ick  verlaten* 
heb,  om  een  wrecde  te  vinden,  die  my  dus| 
qualijck  handelt.  Indien  uw  doot ,  die  ick| 
geloofde  waerachtigh  te  zijn,  my  t°t£!c|' 
wanhoop  van  een  vrouw  gebragt  hadt,dieffc 
niet  verwachte  als  alle  oogenblick  van  een* 
man  overvallen  te  worden ;  en  wanneer»  . 
Don  Louis  my  in  dien  beklaeglijcken  ftaetw 
vandt,  wat  konde  ick  minder  doen,  als  my f 
op  fijn  Edelmoedigheydt  te  vertrouwen  ,a 
benefifens  de  liefde  die  hy  my  droegh?d. 
Maer  den  fchelm  heeft  fijn  begeerte,  tot) 
nadeel  van  mijn  eer ,  maer  oock  tot  nadeel* 
van  fijn  leven,  hetwelcke  ickhem  metw 
defe  handt  benomen  heb  t  enditishct,* 
mijn  wacrdeAndrade  Jietgeen  myhierto 
gebraght  heeft.   Ick  moet  my  voor  het* 
Gerecht  verbergen  ,  tot  dat  men  komt  ter 
weten,  hoedanigh  demifdaedt  vanDonB 
Louis,en  wat  mijn  ongeval  is. Ik  heb  gelt,5 
en  juweelcn,  en  dat  genoeg,  om  met  u  in  I 
eenigh  eedeelte  van  Spangien ,  daer  ghy 
mijn  ongeluck  fult  willen  vergefelfchap- 1 
pen,te  leven,  ondertuiïchen  fal  de  tijt  aenl 
al  de  werelt  doen  fien ,  dat  ick  eerder  ont- 
ferming als  lafterwaerdigh  ben,  gehjekf: 
mijn  handel  u  mijn  voorgaende  dadenjS 
rechtvaerdigenfal.  Jae,jae,  vielbydaera 
9  tui-to 


II 


ARCADIA.  fJl 
tuflchen  in,ick  fal  de  plaets  van  Don  Louis 
;  gaen  in  nemen,  daer  gy  nu  moede  van  zijr, 
om ,  geli jek  als  hy ,  vermoort  te  worden , 
wanneer  gy  my  oock  moede  foudt  zijn.Ha 
dertele  vrouw,  vervolghde  hy ,  defe  laetfte 
I  daet,  beveftight  my  genoegfaem  in  het  ge- 
voelen ,dat  ghy  my  aen  uw'  Minnaer  hebt 
Willen  op-offeren.  Maerghy  fult'eralfoo 
met  dit  enckel  verwijt  niet  afkomê,cn  ick 
i  fal  eerder  de  beul  van  uw  mifdaedt ,  als  de 
f  mede-ftander  zijn.Met  defe  woordë,trock 
•  i  hy  my  met  gewelt  mijn  kleederen  uyt;  cn, 
i  met  een  wreethey  t ,  die  fijn  eygen  Dienaers 
^  fchrick  aen  joeg,gaf  my  hondert  flagé  met 

>  een  riem,  foo  nacckt  als  ick  was ,  cn  alfoo 
I  fijn  raferny  vergenoeght  hebbende,  en  van 
jflaen  vermoeyt  zijnde  ,  ftiet  my  op  de 
"J  ftraet ,  daer  ick  ongetwijfelt  geftorven ,  of 

i  onder  de  handen  van  die  my  nu  miflehien 

>  foeckë,  fou  zijn,  ten  waer  ick  u  foo  geluc- 
:kighlijck  gevonden  had. Dit  verhaelde  Po- 
/lymythus  op  de  naem  van  Eugenia,  en  ver- 
volgde. Met  heteyndigen  van  defe  woor- 
iden  liet  fy  haer  armen, en  die  declé  van  het 
ilichaem,  die  haer  de  eerbaerheyt  toeliet  te 
>toonen,fien,dewelcke  t'eenemael  volbuy- 
len  en  wondé  waré.Na  het  welcke  gedasn 
tehebben.vervolghde  fy :  Ghy  hebt,  Edel- 
moedige Don  Garcias ,  mijn  jammerlijck 
ongeval  gehoort;  geeft  my  nu  ract.ick  bid* 

»lder  u  ernftigh  om.  Ha  Me- vrouw !  ant- 
>  Twoorde  Don  Garcias,  ick  wenfehte  dat  ick 
-  u  foo  wel  raden  konde ,  als  ick  middel  fal 

vin- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


BI 


,  it        DORTSC  HE 
vinden  Andrade  te  ftraffèn,  indien  ghy  my 
fulcks  toelact :  en  miigunt  my  de  eer  niet 
van  u  te  wreecken,  fonderdat  ghy  behoett 
vrees  te  hebben ,  een  Jongkman  in  het 
werek  te  ftellen ,  die  fou  gevoeligh  is^van 
«  ongeval,  aU  aen  de  belediging  en  het  on- 
geliickdat u  gefchiet is.  Defe  woorde  fey* 
de  haer  DonGarciasmet  een  hevigheyt  é 
dieEugenia  genoeghfaem  deedt •  Tienen 
gelooven.  dathy  foo  veel  liefde  als  erbar- 
men voor  haer  had.  Sy  bcdanckte  hem  op 
debeleeftfte  wijfe  als  fy  konde,en  verlocnt 
hem  de  moeytcn  te  willen  nemen,  en  eens 
weder  na  haer  man  te  keeren ,  om  te  ver- 
nemen  wat  men  eygentlijck  van  naer 
vluchtende  doodt  van  Don  Louis  feyde 
Hyquamdaer  recht  op  detndt,  wanneci 
men  hem  indegevangkenisleyde,  bener, 
fens  al  fijn  huyfgefin,  en  het  volck  var 
Don  Louis,  die  getuyght  hadden,  dat  DonWa 
Louis,  hunmeefter ,  op  Eugenia  was  vcrjt  v 
lieft  geweeft.  De  gemeene  poort,  die  men* 
open  gevonden  hadt,  en  den  bebloeden 
pongiaert  in  de  fcheyde ,  fchenen  hem 
van  de  daedt  eeni?hfins  te  overtuygen 
die  hem  foo  feer  fmerte  als  mooghlijcl 
was.   De  vlucht  van  fijn  vrouw,  met  al 
haeriuweelen  en  geit,  dat  mede  vernuft 
wierdt ,  ftelden  hem  tn  een  wonderhjclcei 
verbaefthey  t,fonder  dat  hy  kolt  nedenckenl 
watvandefaeckwas,  alhetwelckeherrf 
duyfentmael  meer  fmerte  als  de  ^™gJ; 
kehis,  of  het  beleyt  van  het  Gerecht  J 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA;  r*j 

on  Garcias  fpoede  fich  om  Eugeni*3  dit  te 
Kennen  te  geven:  maer  hy  kondè  her  even- 
el  foo  haeft  niet  doen  als  hy  gewilt  hadt. 
en  van  lijn  vrienden,  die  yetsmet  hem  te 
oen  hadt ,  hielt  hem  een  lange  vijl  Itaen , 
n  de ftraet daer  fijn  wooning  wasr.dcwclc- 
:e  juyft  recht  tegen  over  die  van  /tndrade 
ondt;  uytdewelcke  hy  een  Dienaer  ge- 
sterft  en  gelpoort  fagh  komen, die  ccn  Va- 
icsdroegh.  Hy  volgde  dele  van  verre  ntf, 
"fier  fijn  vriendt  vergefelfchapt,  en  hem  in 
et  Pofthuys  fiendegaen.volghde  hem.Hy 
ig"  dit  h"  ''ry  pan^Ln  vnerf'i-h  deeat 
.ouden  ,daer  men  binnen  een  halt  uur  me- 
wegh  rijden  fou.  Don  Garcias  liet  hem 
t  gaen ,  en  deedr  oock  het  gelijcke  getal 
rden,  tegen  defelve  uur,  vaerdigh  ma- 
en.  Sijn  vriendt  vraeghde  hem ,  wat  hy 
er  mede  voor  had  ?  hy  beloofde  het  hem 
fullen  feggen ,  indien  hy  mede  van  de 
arty  wilde  zijn ;  daer  den  anderen  mede 
ïvreden  was,  lbnder  ~ch  vorder  te  be- 
ommerenwat  de  oouucck  was.  Don 
arcias  dan  badt  hem ,  fich  vaerdigh  te 
liaecken,en  hem  acn  het  Pofthuys  te  ver- 
dachten ,  tot  dat  hy  eens  heen  en  weder 
n  fijn  huys  was  ge  weeft.    Sy  fcheyden 
dus  van  malkander,  en  Don  Garcias  bc- 
\f  fich  na  Eugenia ,  om  haer  te  kennen  te 
«ven,  wat  hy  van  haer  dingen  gehoorten 
•ernomen  hadt.    Hy  gaf  fijn  waerdinne, 
tt  een  getrouwe  vrouw  was ,  alle  noodt- 
kelijcke  ordre,om  kleederen  voor  Euge- 
nia 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ri4  DOHT8CHE 
nia  tebeftcllen  .  *n  haer  in  ftact  te  ftellen ,  { 
om  in  een  Kloofter  tegaen ,  van  de  welcke  i 
de  Priorinne  Ijaer  bloet-verwante ,  en  feer  t 
genegen  was.   Hy  gaf  daer- en-bcven  r 
heymelijcfc  order,  aen  fijn  Dienaer^Js 
om  een  teyikleet  aen  fijn  vriendt ,  bM> 
neffens  laerfcn  en  fpoorc'n  re  brengen ,  em; 
hebbende  Eugenia  hooghlijck  aen  ü)1W 
wae,rdinne  bevolen,  om  haer  voor  een  yd<* 
bvdeckt  te  houden,  gingk  fijn  Macker  vin  jj 
den,  met  dewelcke  hy  na  het  pofthuya 
gingk,  daer  Andradej  een  oogenblick  daedfc 
na ,  mede  quam.   Don  Garcias  vraeghddk 
hem ,  waerheen  fijn  reys  laeh  ?  dele  belt- 
rechte  hem,  dat  hy  na  SeviïTe  gingk.  Wjlf: 
hebben  dan  niet  meer  als  een  Poftillon  van 
nooden ,  vervolehde  Don  JGarcias ,  dewi).j 
onfen  wegh  daer  mede  henen  leydtJ 
Andrade  hielt  fich  daer  mede  vergenoegt  J 
(en  fagh  miffchien  Don  Garcias  en.  fijrj 
vriendt  voor  twee fulcke  duppen  aen ,  al 
kk  in  Engelandtbcn  geweeft,  om  hen  onj 
derwegen  hun  geit  af  te  ftroopen.)  Svdart 
vertrocken  gelijckerhandt  uyt  Valladohdl 
en  deden  een  goeden  wegh ,  fonder  ander* 
te  doen  als  gaïlopperen,  of  rennen ,  gchjclj 
men  weynigh  onderlinge  redenen  heett ! 
wanneer  men  te  poft  rijdt»  Eyndelijcj? 
Don  Garcias  fich  fiende  in  een  ftreecl. 
landt ,  ver  afgefcheyden  van  woonlagen  oj 
lieden,  oordeelde  defe  de  rechte  plaets  td 
Zi  jn  ,diehy  focht.  Hy  dan  reedt  een  wey» 
nih  voor  uyt ,  en  quam  daer  op  weder  o 
*  rug 


A  R  C  A  D  IA. 

iggeop  fijn  pas,  en badt  Andrade ft il te 
jhouden.  Andrade  vraeghde  hem  ,  wat  hy 
;  van  hem  begeerde  ?  Ick  wil  met  u  vech- 
sten ,  antwoorde  Don  Garcias ,  om,  indien 
>ick  kin  ,  Eugenia  te  wreecken,  dieghy 
jctoodelijck  beledight  hebt,  dooreen  het 
lihoodtite  ftuck  wereks,  dat  cenighboof- 
1  wicht  fou  konnen  bedencken.    Ick  heb 
jeen  berouw  van  liet  geen  ick  gedaen  heb, 
I antwoorde  hem  Andrade  fier  genoegh, 
►Tonder  eenighfins  verbaeft  te  fchijnenj 
Tnaer  het  fou  wel  konnen  gebeurë,  dat  dit, 
I  het  gene  ghy  beftaet ,  u  moght  komen  te 
:  berouwen .   Hy  was  dapper  genoegh  ,  en 
ftijght  daer  mede  van  fi  n  paert ,  wanneer 
i  hy  iagh  dat  Don  Garcias  hetfelvedeedt , 
fonder dat  hem  de  felve  fijn  antwoort  ge- 
■  waerdighde.    En  fy  hadden  fich  reedts  al 
1  vaerdigh  gemaeckt  met  den  degen  in  de 
handt ,  wanneer  de  vriendt  van  Don  Gar- 
cias hen  quam  frggen ,  dat  fy  niet  iouden 
vechten  i'ondcr  hem;  en  boodt  fich  felven 
aen  ,  om  tegen  den  Dienaer  van  Andrade 
een  kans  te  wagen;  dat  een  kloecke  galt,  en 
vaneen  goet  gelaet  was     Andrade  ver- 
klaerde ,  dut ,  al  hadt  hy  de  befte  fpeeldcr 
van  geheel  Spangien  aen  fijn  zy  ,  hy  even- 
wel noyt  anders  als  een  tegen  een  fou  wil- 
len vechten.    Sijn  Dienaer,  fonder  fich 
met  het  proteil:  van  fijn  Meefter  te  willen 
behelpen ,  vcrklaerde  van  fijn  zy  ,  dathy 
niet  wilde  vechten  tegen  yemant ,  hy  waer 
oock  wie  hy  waer,  in,  of  op  wat  manieren 

het 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ylo*  DORTSCHE 

het  oock  fou  mogen  wefen  :  invoegcr 
dien  vrient  iich  mort  laten  genoegen ,  eer 
toefiender  te  zijn.  Het  gevecht  duurde 
niet  feer  lang,  zijnde  de  (aeckvan  Dor 
Garcias  te  goet ,  om  geen  overwinnir.gt< 
behalen.  Sijn  vyant  wierp  fich  foo  on  voor- 
fichtelijck  op  Don  Garcias,  dat  hy  hem  io I 
het  geweer  liep,  en  voor  lijn  voeten  nedeiè 
viel ,  verliefende  fijn  leven  met  fijn  bloct 
Den  Dienaer  van  Andrade ,  en  den  poftil- 
lon ,  zijnde  den  een  foo  vreefaebtigh  als 
den  ander,  wierpen  fich  voor  de  voeteitf 
van  Don  Garcias  neêr ,  die  geen  fin  hadtu 
hen  een igh  leedt  te  doen .   Alleenigh  be-< 
lafte  hy  den  Dienaer  van  Andrada  het. 
Valies  van  fijn  Meeiter  te  opené.en  daer  al 
het  geen  Eugenia  toebehoorde ,  uyt  te  ne- 
men. Den  Dienaer  vandt  de  (leutel  in  fijn» 
Meeftersfack ,  en  openende  het  valies, ltel- 
de  in  handen  van  Don  Garcias ,  een  man- 
tel ,  een  rock,  en  een  overkleedt ,  alle  feer  > 
koftelijck  ghemaeckt  ,  beneffens  een: 
kleyn  Kaft j en  ,  wiens  fwaerte  deedt  wel 
gelooven  dat  het  niet  ledigh  was.  Don 
Garcias  belafte  den  Dienaer  met  hetlic- 
haem  van  fijn  Meettertedoen ,  wat  fij- 
nen raedt  gedragen  fouj  maer  dreygh- 
dehem  de  doodt,  indien  hy  hemoyttot 
Valladolid  weder  figh.   Hy  belafte  den 
Poftillon,niet  voor  het  begin  van  dé  nacht 
weder  te  kceren ,  en  beloofde  hem,  dat  hy 
de  twee  paerden  ,  dewelcke  hvmet  fich 
nam,acn  hetpofthuys  weder  vinden  fou. 

Ick 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  fl7 

Ickwilwrl  gelooven  datfy  hem  hierin 
tennaeuiten  ge hoor 6  mdm,  als  zijnde 
by  n  i  doodt  van  fchrick  ,  en  fich  achtende 
tenhoogbften  in  hem  gefcoffcfen ,  omdat 
; hy  hen  het  [even  gelaten  hadt,  Men  heeft 
>noyt  vernomen  wat  den  I  >iena<  r  mcr  het 
licbaem  tan  ïiji  Mecirerui  ocrelr  van  fij 
liederen  gedaen  heeft  ;  liet  is  wel  te 


n 


ge- 


üoven,  dai  i  >  der  fich  meeftcr  van  heeft 

>  ge ni iet  k  '  M  .n  weet  OOCk  niet  hoe  fich 
>den  Pottiilon  in  defen  handel  gedragen 

>  heeft ;  maer  Don  Garcias  en  fijn  vriendt , 
-renden  weder  na  Valladolid.  Sy  begaven 
«fich  ter,  huyfe  van  den  Ambafladeur  van 
)den  K-ylcr,  dacr  iy  bleven  tot  aen  den 
'tvondt.  Don  Garcias  liet  lijn  Dienaer  ha- 
len .dewelcke  hem  feyde.dat  Eugcnia  fcer 
^bekommert  was ,  alfoo  fy  hem  niet  weder 
fegh.  De  paerden  wierden  wcder.door  een 
ïonbekent  perfoon.aen  het  pofthuys  gc- 
ibraght,  die  fich  terftont  weder  wegh 

maeckte;nadat  hyfe  de  (ralknccht  in  han- 
>den  gcirelr  hadt.  Men  fprack  federt  van 
>de  doodt  van  Andiade,  niet  als  vaneen 
i  Edelman  ,  die  duur  een  onbekende  vyant, 
lof  door  de  ftroopeisgedoot  was  gr  worden. 
(Don  Garcias  keerde  dan  weder  na  fijn 
•  huys,  daer  hy  Eugenia  vandr.gckleedt  mat 
cfoodanige  kleederen ,  als  h  icr  fijn  waerdin 
)beforght  hadt.  Hf  gaf  Eugcnia  haergoc- 
idcren  weder ,  bent  ff ens  haer  juweclen ,  en 
;  gaf  hacr  tc  kennen  ,  op  wat  wijfe  hy  haer 
rover  Andradc  gewroken  hadt.  Gelijck  fy 

van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


jzV  DORTSCHE 
van  een  goeden  aert  was ,  kon  fy  niet  latei! 
mede- lij  den  te  hebben ,  met  eenperfoom 
die  fy  voor  hcenfoo  vyerighlijck  bemint' 
had.  Dien  fel  ven  dagh  was  'er  binnen  Val- 
ladolit  uytgeroepen ,  datniemant  Eugenia' 
in  fijn  huys  fou  hebben  te  verbergen ,  en 
dat  men  twee  hondert  kroonen  vtreeren. 
ibu  aen  defe ,  die  haer  fou  weten  aen  te 
brengen.    Dit  deed  haer  befluyten  hoe 
eer  hoe  liever  in  een  Kloofter  te  gaen  I 
gelijck   Don  Garcias ,  foo  haeit  alfi 
het  dagh  geworden  was ,  fich  na  de  Prio- 
rinne  of  Abdiffe  begaf ,  die  haer  beloofde  te 
ontfangen ,  en  heymelijck  genoegh  te 
houden.  Hy  gingkdan  een  Karos  huuren  «t  l> 
endefelve  ineeneenfame  ftraet  ftilhou-  fc 
den  die  dicht  by  de  fijne  ftondt,  daer  Euge^j  i 
niaingingk,  beneffens  hacrwaerdin  ,dc 
een  en  de  ander  met  hun  falie  bedeckMg: 
De  Karos  braght  hen  tot  aen  een  feeckere] 
plaets  ,  dewelcke  hy  den  koetfier  aengewe-l  $ 
ien  hid ,  daer  fy  af  gingen ,  op  dat  by  het  j  t 
Kloofter,  daer  fy  fouden  ingaen ,  nieti i? 
weten  fou.  Eugenia  wierdt  daer  feerwelifc. 
ontfangen,  en  Don  Garcias  en  fijn  waer-^ 
din  namen  oorlof  van  haer,  om  na  de  faken*  t 
van  Don  Sanche  te  vernemen ,  van  det  t 
welcke  hy  vernam,datfe  flecht  ftonden,en|H 
hart  gefproocken  wierdt,  van  hem  op  dei! 
pi j nbanck  te  brengen .  Dit  deed  Don  Gar-lit. 
ciasaen  Eugenia  weten ,  die  fich  feer  quel-ta 
de, haer  man  in  gevaer  te  fien,  van  geftraft  ^ 
tc  worden ,  overeen  roifdaedt ,  diehy  niet  & 

ge- 


ARCADIA 

nam  ,  fich  felven  ,n  handen  van  het  Ge- 
recht  over  te  geven.  Don  Garcias  focht 
haer  het  fel ve  te  ontraden,  maer  riet  haer 

denRechtertebefchriiven,enhem  rekten 
weten  dat  ter  niemant  was,als  ly,  die  hem 

3^£O\k0nnen  ™de^chten  wie  Z 
doodtOagh  gedaen  hadt.  Delen  Rechter! 
diejuyfth aerMaeghfch ap  was,  gingk  by 

GerecT  deandere  Ampt-liede^van  het 
Oerecht  Eugenia  beleedt  hen,  dat  fy  Don 

wLShadtr°,mgebr^ht»  a,soock  &  oor- 
beek van  fulck  een  beüuyt.  Men  teecken- 

a!  ?^Wat  fy  bekent  hadt> cn  vertoon- 
de  h«t  felve  aen  fijn  Catholijcke  Maie- 

«eyt.d.e.aenmerckende  de  fware  mifdaedt 
van  Don  Louis,  en  de  gérechtige  gram- 
schap van  Eugenia ,  haer  de  mifdtedt  ver. 
gar   en  Don  Sanche  in  vryhey t  deedt  ftel- 
ien,benefïens  fijneen  fijns  Broeders  huyf- 
genooten  ;  die  haer  de  doodt  van  fijn  Broe- 
dermet  qualijck afnam,  en  milTchiente 
Jieverom  had.  Hy  gmgk  haer befoecken  , 
iooals  hy  uyt  de  gevangkenis  quam,  en 
verlocht  haer  weder  met  hem  tehuyste 
gaen,  maer  fy  wilde  daer  noyttoe  ver- 
ftaen,  hoe fcer hy oock aenhieldt.  Sy  twij- 
felde wel  niet ,  of  hy  nam  de  doot  van  fijn 
Broeder,  gelijck  hy  die  behoorde  te  ne- 
men,  maerfywift  oock  wel,  dathyyets 
Van  het  geentmTchen  haer  en  denl'ortu- 
ees  gefchiet  was,  vernomen  hadt ;  en  dat 
e  minfle  vonck  van  miny  ver  niet  laet  een 

Z  ge- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


„o  DORTSCHE 

e'heelvyerteontfteken.  Den  armen  Don 
Sanche  quam  haer  menighmael  befoec- 
ken;  tooide  haer  de  meelteliefde  vande 
verelt,  om  haer  weder  tot  hem  te  krijgen, 
maer  al  om  niet.   Sy  bedelde  een  onder- 
houdt voor  fich  nabaerftaet ,  en  behalven 
dat  fy  niet  wilde  uyt  het  kloofter  gien , 
leefde  foo  vriendeliick  met  defen  goeden 
»an,  dat  hy  al  de  reoenen  ter  werelt  hadt . 
haer  feer  hoogh  te  pnjfcn    ^aer  al  de 
liefde  die  fy  hem  toonde  inhet  kloofter, 
Termeerdemaer  fijn  quelling,  om  dat  hy 
haer  daer  niet  uyt  kon  kr.jgen ;  waer  door 
hy  eyndelijck  foo  fwaermoedigh  wierdt , 
Sder  fieck  van  tebedde v.el ,  welcke 
fieckte  hem  na  een  tamelijck  lege. m  het 
eraf  hielp.  Hy  badt  Eugen.a ,  hem  het  ge- 
noegen ie  geven,  van  hem  te  komen  be- 
'Sn  ,  if  fi.n.fieckte , eer hJ*£™ 
eeuwiehgingk  verlaten ;  welcke  laetftcn 
dlënft  fy  foo  goeden  man  n.et  weygeren 
kondeüie  haer  altijdt  foo  hadbemmt.en 
„och  beminde.   Sy  was  by  hem  toen  hy 
merf ,  eTmeende  /elf  mede te ; fterven  van 
d  oefneyt,  fiende  degrootebhjdtfchaPd.e 
hv  betoonde,van  haer  nocheenmacl «eder 
in  fiin  huys  te  mogen  fien.  Evenwel  def* 
hae  laetftc  deugnr  bleef  geenfins  oobe- 

v?n  al  (fin  goederen  maeckte;  waer  door  fy 
^vaKhoonfleenrijckfteWeduwen 

^  geheel  Spangien  wierdt^  fc£ 
waoneerfe  korts  te  voren  de  «Idet ellen 


ff-., 


1  WiiaI 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


A..n  ARCADIA. 

dighfte  was  geweeft.  Sy  hertelde  hem  na 
fijn  verdienrten  ter  aerden,  en  eenigcn Hid? 
daer  na  droegc  n  hacr  vrienden  haer  deaen- 
fcnl.jckfte  houwelijcken  op,  die  tekn'i 

ren  hun  eerfucht.  Mier  dewijl  de  fpreeck- 
Plaets  van  het  kloofterdagelijcks  fcoftS 
Befocht  wiert ,  beval  fy ,  d?t  men  hacr  van 

S"dt '  ï  "ï  D°n  ^«^alleen,  fo« 
hten  fien  en  fprcken.  Defen  Jongen  Edel- 
man hadt  haerfoo  welen  wel  te  pas  ge- 
dient,  dat  fy  hem  noytfagh,  of  fy  fcyde 

ichuldigh  was,  als  een  bclceftheyt  en 
danckfegging     Sy  fagh  weluyt  fijn  ge- 
.  volgh,  en  toeftel.dat  hy  niet  rijck  was ,  en 
wasdaer  over  wel  foo  Edelmoedigh  als 
iiem  alle  onderftandt  aen  te  bieden ,  die  een 
minder  van  fijn  meerder  wel  fonder 
ichaemtemagh  ontfangen:  naaer  fijne* 
moet  was  te  Edel  en  te  eerlijck  daartoe. 
Syvrccfde  hem  dan  te  beledigen ,  indien 
iy  hem  een  yereering  deedt ,  die  fijn  ver- 
flienften.enhaermiltheyt  waerJigh  wal 
tn  wilde  aen  de  andere  «ijdemetondanck- 
>  baer  blijven.   Maer  indien  fy  bekommert 
was  om  hem  tebeloonen,  hy  was  het  niet 
:  minder  als  fy  ,  om  hacr  te  beminnen  ,  dit 
ïhem  een  ongerurtheyt  veroorfaeckfe ,  die 
t'eenemael  fijn  geelt  onrlrelde,  fonder 
•dat  hy  evenwel  het  midftc  daer  van  derfde 
'  uaten  blijcken:  want  hoefou  hy  hebben 
«van  liefde  derven  fpreecken ,  tegen  ecii 

2>  2  vrou- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


«ouwe  die  om  de  liefde  foo  vee  geleden 
bad?rn;oornamentlijckopdieti,dt,wan-  I 

neernaer  trcutigh  gelaet,  en  geduunge 
?«ncn  hem  genoefhfaem  deden  oordee- 
lt haTzfel  te  vol  droef heyt  was,  om  I 
plam  voor  eenige  liefde  te  hebben.  Onder  | 
S'elugenil  quamen  verfoecken ,  in  j 
qual  teyt  el  hoedV.gheyt  van  haer  ooj- 
moediehfte  (laven ,  om  met  ter  «jdt  haer  i 

eenen  Don  Djego,  d.e  fich  felven  uytfteec- 
kTndemaeckte6doo,fijn 
hardine,  als  hebbende  geen  andere  laeclc 
om ficn tedoen aenmereken  H, rw* jfoo 
fot  als  eenigh  Jongkman  fou  konnen  z.)n , 
cnfoowoeftalsfoT.enfoo  verdnengh  aU 
loeft.  Hy  was  voor  de  reft  foo  m.f- 
St  van  lichaem  als  van  geeft,  en  alfoo 
Smvan  goederen,  als  begeengh  om  d.e  te 
hebben.   Hy  evenwel  was  van  een  »an  de 
voornaemfte  huyfen  van  Spang.en ,  en  na- 
maeehfehap  van  een  van  de  voornaemfte 
M ScrJ Dienaers  vanft«t  hetgeen 
hem  alleen  des  te  ongebondener  nwekte. 
Men  verdroegh  hem  inde  plaetfendaer^ 
hy  quam,  allefn  ter oorfaeck  van  fijn  ftaet 
m«r  niet  om  een  ge  verdienfte.  Delen 
SoTDWoodanlgh  als  ickhem  u  be- 
Sneven  héb,  achtein  Eugen.aallesge- 

bonden  te  hebben,  ^^,1?"»'^ 
focht,  en  hoopte  haer  1'chtehjck,  door  bet 
gefagh.het  weleke  fijn  Mager .  aen  het  HoJ 
ladden  (die  hem  belooft  hadden,  haer* 


ARCADIA. 


4 


I 


Maer 


doen  hebben 

Eugeniawas  foo  Jichtelïjck'ntct'tebew^ 
gen,  omtrent  een faeck  vanfulckcn  be- 
lang, alsmenfichhadtingcbeelt,  cn  het 
Hot  wilde  geenfins,  ter  liefde  van  een  ee- 
nighpcrfoon  ,  eenigh  gepelt  plegen  ,  het 
geen  het  algemeen  fou  hebben  moffen 
ichaden  of  hinderen.    Eugenias  wijeken 
mhetkloofter,  haer  fhndtvaftigheyt  van 
daerniet  weder  uyt  te  willen  komen,  en 
het  voornemen ,  het  welcke  (j  nam,  hem 
niet  meer  te  willen  hooren  fpreecken  ,  en 
de  koelheyt  felve  van  diegene,  die' fijn 
faeck  voorftonden, benamen  fijn  hoon  die 
hy  genomen  hadt ,  van  haer  fonder  moey- 
tcn  te  fullen  verkrijgen ,  t'eenemael.  Het 
welcke  hem  deedt  befluyten  haer  met  e«- 
welt  uyt  hetkloofter  te  lichten.  Waer- 
lij ck  een  van  de  fwaerlïc  mifdaden,  die 
men  in  Spangien  fou  konnen  bega en  ,  en 
die  flechts  eencn  fot ,  gelijck  hy  was ,  fou 
derven  acnvang-n.    Hy  krecgh  voor  fijn 
geit  hulpers  die  al  ioofot  als  hy  waren  , 
ftelde  ordere  op  ververfchir.g  van  paerden, 
totaeneen  zee-haven  ,  daerecn  Schip  op 
hem  te  wachten  lagh.    Hydan  overwel- 
dighdehet  kloofter,  ontfchaecktc  Euge- 
nia,  endefe  ongeluckigc  wiert  een  root 
van  den  onwaerdighlten  menl'eh  van  de 
geheele  werclt ,  en  was  her  gebleven,  ten 
waer  haer  den  Hemel  een  onverwachte 
byftant  beitelt  had.    Een  man  alleen ,  die 
het  gefchrecuw  van  Eugcnii  verweckt 

Z  l  had  , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


m  DORTSCHE 

had ,  derfde  fich  tegen  den  geheelen  hoop 
ftellen ,  en  hun  aftocht  verhinderen ,  hen 
den  doortocht  en  voortgangk  weygeren- 
de  ,  en  dat  mctfulck  een  dapperheydt  en 
moet ,  dat  hy  Don  Diego  en  veel  van  fijn 
mede-ftanders  quetfte ,  en  tijdt  gaf  aen  de 
Borgers,die  te  met  op  de  been  geraeckten, 
fich  te  faem  te  voegen ,  en'.aen  het  Gerecht, 
dat  mede  by  der  handt  was  geraeckt,  Don 
Diego  in  ftaet  te  ftellen,  of  om  fich  te  laten 
dooden,  of  om  fich  te  laten  vangen.  Aldus 
wiertEugenia  tijdclijck  geholpen  ,  maer 
aleer  fy  fich  weder  na  het  kloofter  het  voe- 
ren, wilde  fy  evenwel  weten,  wie  dien 
dapperen  man  wasgewceft ,  die  fijnlcven 
foó  kloeckelijck  voor  haer  gewaeght  haat. 
Men  vandt  hem  met  veel  fteecken  en  won- 
den in  het  lijf,  foo  als  hy  byna  al  fijn 
bloet  met  fijn  kennis  verloren  hadt.  Eu- 
genia  wilde  hem  fien,  en  had  foo  haefl:  haer 
oogenniet  op  hem  getogen ,  of  fy  kende 
hem  voor  Don  Garcias.   Indien  haer  ver- 
wondering  groot  was,  haer  medelijden 
was  niet  minder,  daer  fy  groote  tcecke- 
nen  van  toonde,  en  die  foo  hertstoghtigh , 
dat  men  defelve  tot  haer  vermindering  lou 
hebben  konnen  uytleggen,  indien  fjr  an- 
derfins van  elders  geengenoeghfameoor- 
faeck  om  fich  te  quellen  had  gehadt.  Sj 
verkreegh  foo  veel,  door  veel  bidden  en 
fmeecken ,  dat  men  haer  Edelmoedige  be- 
fchermer  niet  in  de  gevangkenis  braght ; 
dewelcke  Don  Diego,  foo  fterrendc  ala 

hy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  nr 

lWaV  van  fijn  mede-ftanders 

erkent  hadt.maer  wel  voor  dien,dewelcke 
hen  had  tegengeftacn.    Men  braght  hem 
dan  in  een  by  gelegen  huys.het  welke  dat 
was,  het  geen  voor  defen  Don  Sanche  toe- 
behoort hadt ,  cn  nu  Eugenia  eygen  was , 
daerfynochalle  haer  huyiraet ,  cnecm>c 
van  haer  huyfgelïn  gelaten  had.  Men  ftel- 
gg  hem  onder  de  Binden  van  de  befte 
Wont-heelders  van  het  Hof,  en  van  de 
Madt,  enEugem'a  keerde  weder  nahaer 
doofter,  maerwas  gedwongen  den  vol- 
genden morgen  weder  te  vertrecken  ,  cn 
iichnahaerhuystc  begeven,  naedemael 
aen  alle  Klootfers  een  verbodt  was  gedaen, 
van  eenigc  wcreltlijcke  pcr/oonen  meer 
te  herbergen.    Des  anderen  daeghs  ftierf 
DonDiego,  en  fijn  vrienden  hadden  ge- 
laghsgenoeghjom  te  verhindcren,datrr?eu 
hem  lijn  proces  of  rcchtfplegin.;*  niet 
maeckte,en  hem  een  lchandael  aen  deed 
foo  doodt  alshy  was,    Macr  fijn  model 
ftaenders  wierden  geilraft ,  nadat  lyhct 
verdient  hadden.  Ondertullchen  weni'chte 
Eugenia  niet  anders,als  haer  trouwen  Don 
Garcias  buyten  noodt  te  tien ,  en  was  half 
wanhoopigh,  om  dat  men  hem  buyten 
hoop  van  gencfen  fteldc.    Sy  riep  den 
Hemel  aen  om  hulp ,  beloofde  de  Meeftcrs 
goude  bergen  ;  macr  hun  konft  was  uyrge- 
put,  en  konden  niet  meer  hopen  als  in 
Godt,  en  dejongkheyt  van  den  krancken. 
Sy  gingk  niet  van  lijn  bedde  af ,  endroegh 

2/  4.  nacht 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


n<5  DORTSCHE 
nacht  cn  dagh  alle  mooghlijcke  forgé 
voor  hem ,  en  dat  met  fulck  een  geftadig- 
heyt ,  dat  het  haer  felf  by  na  in  het  bedde 
fou  geholpen  hebben.Sy  hoorde  haer  naem 
menighmael  in  fijn  mondt ,  wanneer  hy  in 
fijn  koortfen  lagh.  Hy  fprack  menighmael 
van  liefde ,  en  foodanige  woorden  als  men 
gemeenlijk  onder  het  vechten  gebruyekt , 
maer  alles  buy ten  order.  Eyndeli jek  over- 
won evenwel  de  natuur  het  ge  welt  van 
fijn  fieckte.komendc  de  genees-middelen 
te  baet.   Sijn  koortfen  verminderden,  en 
fijn  wonden  lieten  fich  in  beter  ftaet  fien : 
foodatde  Heel-meefters  Eugemafijnge- 
nefing  verfeeckerden ,  indien  'er  geen  an- 
dere toevallen  by  quamen.  Sy  deedt  haer 
daer  over  gefchencken  geven ,  en  in  alle 
kereken  voor  den  gequetften  bidden.Toen 
was  het  datDon  Garcias  uy^den  mont  van 
Eugenia verftondt ,  dat  fy  het  was ,  die  hy 
verloft  had,  en  dat  fy  uyt  hem  verftondt  by 
wat  gelegenthey  t  hy  fich  daer  foowelte 
pas  gevonden  hadt,  om  haer  byteftaen, 
komende  van  een  van  fijn  vrienden  te  ver- 
eefelfchappen.    Sy  konde  hem  niet  ver- 
fwiigen,  hoedanigh  fy  de  plichten  achte, 
waermedefy  aenhem  verbonden  was  t 
nochhy  de  uytfteeckende  blijdtfehap,  die 
hy  gevoelde  van  haer  dien  dienft  gedaen  te 
hebben.  Macr  hy  hadt  haer  wel  een  faeck 
van  meerder  belang  willen  te  kennen  ge- 
ven. Opfeeckeren  dagh  als  fy,  alleenigïi 
by  hem  zijnde,  hemernftigh  badt ,  haer 
1         '  niet 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  m 
liet  langer  ondanckbaer  tcgens  hem  te  Ja- 
ten  ,  eniich  van  haer  en  hacr  middelen  in 
cenige  gelegentheyt  te  dienen ;  achtehy 
die  gevonden  te  hebben  ,  die  hem  toeliet 
lijn  oprechte  genegent heden  te  ontdeo 
ken.    Maer  het  overdencken  van  het  geen 
hy  voor  hadt,  deedt  hem  als  een  doode  bc* 
derven,  invoegende  ontiteltenis  v.in lijn 
geelt  foo  fchijnbaer  in  fijn  acngeficht  te 
lefen  was,  dat  Eugenia gedwongen  wierdt 
te  vragen,  hoe  het  met  hem  was ,  en  of  hy 
fich  qualijck  bevoelde  aen  fijn  wonden  ? 
Mijn  wonden, Me -vrouwzijn  geen  fins  het 
grootfte  quaet  dat  ick  gevoel.    Wat  hebt 
ghy  dan  meerder  ?  vraegde  ly,feer  benaeut 
en  bekommert  zijnde.  Een  ongeluck,ant» 
woorde  hy  ,  het  welck  boven  alle  hulp- 
middelen is.  Ket  is  waer ,  vervolghde  Eu- 
geni^,  dat  ghy  ongeluckigh  zijt,  lbo  ge- 
vaerlijck  gequetft  tc  zijn,  om  harent  wi! , 
die  t?hy  niet  kent, en  die  foo  veel  niet  waer- 
digh  is.   Evenwel  het  is  een  ongeluck  dat 
eyndigen  kan  ,  nademael  de  Wondt-heel- 
ders  aen  uw  gene  li ng  niet  twi  jfelen. Dir  is, 
datmy  bedroeft,  ant woorde  Don  Gaixias, 
indien  ick  het  leven  in  uwen  dicnlt  verlo- 
ren hadt,  ick  fou  ten  minltcn  een  heeriijck 
eyndegehadr  hebben,  in  de  plaets  dat  ick 
nu  leven  fal  tegen  mijnen  danck  ,  en  lang 
den  ongeluckighften  van  alle  menfehen 
zijn.    Met  die  goede  hoedanigheden  die 
ghy  hebt  ,antwoorde  Eugenia,  geloof  ick 
U foo  ongeluckigh  niet  te  zijn  als  gy  (egt. 

%  S  Hoe 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


r53  DORTSCHE 
Hoe !  Me-vrouw,  vervolghde  hy,acht  ghy 
foodanigen  man  niet  ongeluckigh ,  die 
weet  wat  ghy  waerdigh  zi  jt ,  die  u  meer 
acht  als  eenighperfoon  terwerelt,  dieu 
bemint  meer  als  fijn  leven,  en  evenwei 
niet  heeft,  waer  mede  hy  u  verdienen  kan, 
fclf  al  was  hem  het  geluck  altoos  foo  gun- 
fligh ,  als  tegen  geweeft  ?  Ghy  overvalt  ea 
ontftelt  my  wonderlijck ,  antwoorde  fy 
hem  ,  met  een  blos ,  maer  de  verfchuidi- 
ging,  waer  mede  ick  u  verfchuldigt  ben , 
geven u een  voorrecht,  het  welckcick, 
in  de  ftaet  waer  in  ick  ben  ,  geen  andere 
als  u  toelaten  fou.*   Draeght  maer  forge 
tot  uw  genefing,  vervolgde  fy,  en  gelooft 
dat  u  ongelucken  niet  lang  f  uilen  du  uren, 
indien  het  üechts  aen  Eugenia  hangt ,  dc- 
felve  ten  eynde  te  brengen.  Sv  verwac  hte 
niet  dat  hy  haer  ant  woorde,  daer  hy  al  een 
deel  Complementen  en  Hoffelijckhedcn 
toe  vaerdigh  hadt ,  die  miffchien ,  in  die 
ontfteltenis ,  gelijck  het  vijfde  radt  te  pas 
fouden  gekomen  hebben }  maer  riep  d»e 
van  haer  Dienaers,  die  forge  voor  hem 
droegen,  engingk  uyt  de  kamer,  op  de 
fclve  tijdt  wanneer  de  Heel-meefters 
daer  in  quamen.   De  vergenoeghfaem- 
heyt  van  onfe  geeft ,  is  de  befte  hulpmid- 
del voor  een  krancklichaem.  DonGar* 
cias  hoopte  uyt  de  woorden  van  Eugenia , 
fulck  eengeluckigh  gevolghin  fijn  «et- 
de,  dat  ai  fijn  moeyelijckheyt  en  quelling 
in  een  uytgelaten  blij  dtfc hap  veranderde. 
*  °  En 


in 

..  I 

J 


ARCADIA.  f$n 

En  defe  blijdtfchap  diende  meer  tot  fijn 
genefing,  als  al  deplaefters  cnhulpmid- 
delen  der  Heel-meefters.    Kortelijck  hy 
wierdt  volkomen  gefondt  i  en  verliet,  cer- 
baerheydts  halven,  het  huys  van  Eugenia , 
maer  niet  de  hoop  van  haer  befit.  Sy  hadt 
hem  ondertuflehen  toegelaten  haer  te  be- 
minnen ,  behoudens  dat  het  bedccktelijck 
gefchiede  ,  en  miflehien  hadt  fy  hem  foo 
lief  als  hy  haer.  Maer  hebbende  een  man 
verloren,  en  fulcke  voorvallen  gehadt,  die 
haer  de  praet  en  hec  onderhoudt  van  het 
Hof  endeStadt  maeckten,  wilde  fyfich 
door  een  verhaeft  Houwelijck  niet  weder 
op  de  tong  van  de  gemeente  begeven. 
Maer  Don  Garcias  eyndelijck  overquam 
al  defe  fwarigheden  door  lijn  verdieniren 
en  ftandtvaltigheyt.  Hy  was  wel  genocgfi 
gemacckt  van  fijn  perfoon,  omeenigh 
mede-vryer  te   doen  wanhoepen  :  was 
jonger  Soon  van  een  van  de  beltehuy  fen 
van  Arragon ,  en  al  hadt  hy  fich  duor  den 
oorlogh  niet  aenlienlijck  gernaeck  t ,  gc- 
lijckhyhadt,  de  lange  dienllcn  ,  dieljjn 
Vader  aen  de  kroon  gedacn  hadt ,  foudcfl 
hem  cenige  aenlienlijcke  vergelding  van 
het  Hof  hebben  doen  hoopen.  Eugenia 
dan  kon  tegen  foo  veel  goede  hoedanighe- 
den niet  langer  op  ,  noch  hem  langer  ver- 
fchuldight  blijven  voor  foo  veel  grootc 
dienllcn :  eyndelijck,  fy  trouwde  hem ,  en 
de  Stadt,foo  wel  als  het  Hof,  keurde  haer 
verkiefmg  voor  goet,  en  op  dat  fy  tg  min- 

Z  6  der 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


lm 


f  40  DORTSCHE 

der  reden  van  berouw  fou  hebben  ,  vereer- 
de hem  den  Koningk  .korts  na  fijn  Houwe- 
lijck,  met  een  Commandery  van  StlacoU 
Sy  kregen  veel  kinderen  met  malkande- 
ren, die  alle  tot  ftaet  geraeckt  zijn  j  en  men 
verhaelt  noch  defe  gefchiedenis  in  Span- 
gien  ,  dewelcke  ick  u  voor  waerachtigh 
toefegge,  geiijckfe  myoock  toegefcght 

lS  Aldus braght  Polymythus  fijn  vertelling  : 
ten  eynde,  ó'lc  alfoo  wey  nigh  aengenomen 
wierdt  als  de  voorgaende.    Ghy  hebt  ons 
daer  de  vrouwen  hcerlijck  opdenThroon 
gefet,  feyde  Euphemia-,  ten  waer  ick  het 
liet  om  Nicht  Lucinia  niet  meerder  tegen 
u  te  verbitteren ,  ick  fou  befluyten,dat  ghy 
niet  anders  voor  hadt,  alsde  felveop  het. 
fwartfte  af  te  malen.  Ghy  toont  ons  hier  , 
vervolghde  Clytie,  wel  een  verwoede, 
maer  geen  dappere;  een  wraeckgierige , 
maer  geen  eerbare  vrouw ,  die  meer  y ets 
beters  als  fy  te  dancken  heeft ,  dat  haer 
ontuchtigh  beüuy  t  geen  voortgangk  hee*t 
gehadt,  als  haer  genegenthey t.  Polymythe 
Polymythc ,  vervolghde  Periander ,  ghy 
maeckt  het  hoe  langer  hoe  Hechter ,  en 
lult  het  ten  laetften  geheel  verkerven.  Ick 
weet  niet  hoedanigh  mijn  Lot  is.ant  woor- 
de  den  Iongeiingk :  ick  "doe  mijn  beft ,  om 
degunft  van  defe  longkvrouwen  te  ver- 
dienen, en  hoe  hetgaet  het  loopt  myte- 
gens  de  boegh.  lek  lal  het  evenwel  trach- 
ten te  verbeteren,  en  het  rechte  wit  te  tref- 
fen» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  ... 
en  ,  of  het  fal  my  aen  macht  cn  verftandt 

on tbreecken.  Hoe  her  is  erf  niet.  berechte 
Eu.hcch.o  daer  op ,  den  Heer  Poly  mythuS 
heeft  ons  daer  het  vcrhael  van  een^out 
™»wel,£k  en  grouwelijck  ftuck  werek 
gedaen   Her  geen  te  aftchouwelijcker  is 
om  dat  het  vaneen  gcfl.cht  voortkomt, 
het  geen  gewoon  is,  meer  door  haer  oogen 
als  handen; re  quetfen.    Men  fou  diefJnt- 
«uedige  dieren  foo  veel  quaets  noyt  kon- 
nen  toe  vertrouwen  ,  vervolghde  Lyf,n- 
er    ten  waer  yerfcheyden  voor- beelden 
an  het  vrouweï.jek  woeden  ons  verfee©, 
erden,  dat  'er met  felden  een  tijgen  hert 
n i  die  teedere  boefera  fteeckr.  Wy  hebben 
ler  binnen  defe  Stadt  een,  her  welck  voor 
duyient  lou  mogen  dienen  ,  mucr  ick  ver- 
trouw  dat  Vader  het  verhaeldaer  van  be- 
ter  iou  kannen  doen,  als  nader  aen  die  rijdt 
ge  eert,of  naeuwer  onderrichting  dter  van 
hebbende,  gebjek  mygedenckt  hem  het 
ielve  menighmaelof  aen  de  tafel,  ofaen 
den  haert,  te  hebben  hooren  vcrhilen 
Wanneer  wy  btter  op  ons  gemack  firn  * 
ui  antwoorde  1'criander,  (die  gifre  dar  het 
Ivondtmael  klaer  was)  fal  ick  niet  laren  . 
den  Heer  Euftacchio  dit  fnoode  ttuck  me- 
de te  deelen  ,  en  de  ftnffedaer  byte  voe- 
gen.    Dit  leggende  nam  hy  Eurtacrhio 
by  de  handt,  en  leydc  hem  m  binnen  ge- 
Volght  van  de  andere  jonge  lieden.  Men 
vandt  de  tafel  alreedts  gedeckt ,  maer 
evenwel  de  fpijie  noch  niet  vaerdigh,  waer 

Z  7  over 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


«•ai  DORTSCHE 
over  den  Heer  Euftacchio  den  HcerPe- 
riander  verfocht,  terwijl  fy  togh  wachten 
moftcn,  hem  het  beloofde  verhael  te  doen; 
Hy  fich  tegen  een  van  de  veynfters  aenge- 
fet  hebbende,  en  de  andere  ten  dcelen  voor 
hem  fittendeten  deelen  voor  hem  ftaendc, 
bcgoft  aldus  den  Itaüaen  te  believen. 
Dor.      Tot  Dordrecht»  in  het  Anckertje  ,  (nu 
dregts  dooreen  eerlijckman  bewoont)  hielt  ee- 
Moort  nen  ian  Smit  Herbergh  en  Nacht-gaften  , 
Vxxy{'  dewelcke,vanTilburgh  inBrabandt  van 
geboorte  iijnde,eenenCornelia  lans ,  uyc 
het  Landt  van  Schouwen,  getrouwt,  en  by 
defelve  verfcheyden  kinderen  gewonnen 
hadt.    De  Duyvel  en  de  fnoode  gierig- 
heyt  drongen  defe  ongeluckige  foo  verre , 
dat  fy  wel  foo  goddeloos  waren,  als  ver- 
fcheyde  gallen ,  en  andere  lieden ,  om  hun 
gelt,en  goederen,  gr  ouwel  ij  ck  te  vermoor- 
den ,  en  de  mif handelde  lichamen  inde 
kelder  te  begraven ;  totwelcke  grouwe- 
lijcke  mif  daden  fy ,  beneffens  hun  eygen 
handen,  oock  die  van  hun  Sonen  en  Doch- 
teren  eebruyekten.    De  eerfte  die  fy  hier 
binnen  de  Stadt  vermoort  hebben ,  was 
een  Wijnkoopers  Gefel,  enden  tweeden 
een  Borgerinne  van  defe  Stadt,  die  hun 
Soon,  Peter genaemt,  met  een  bijl  ver- 
moort heeft,  wiens  huys  fy,nade  daet,met 
malkander  des  avondts  t'eenemael  ledigft 
eemaeckt  hebben.   Noch  een  Iongkman 
van  Doornick,  een  Maeckeher,  fich  a.daer 
ter  Herbergh  begeven  hebbende,  wierdt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  ,it 

geliick  de  reft  vermoort  en  begraven  ; 
WkeenGoutfmit.eneen  oudtman n£ 
eengrooten  baertj  noch  een  Vrouw  van 
Antwerpen  ,  een  Man  van  Waelwiick  cn 

hun  kelder  gevonden  cn  opgegraven  ziin 

hebbed  f  VeQhandIaen  h«  werck  te  flaen , 
hebben  fijn  Soon  Pieter ,  cn  fijn  DochteJ 

Mary    door  bevel  van  hun  Vader,  noch 
een  Vrouw,  Meynsgenaemt,  in  haer eygen 
huys  vermoort,  cn  het  huys  berooft,  laten- 
de  de  Vrou  we,  met  een  mant  vol  fpaende- 
ren  op  den  hals ,  onder  de  trappen  lcpgcn , 
al.oty  vandefelve  doodtgevallcn  wa" 
Gelijckoock  dien  fel  ven  Pieter,  en  flirt 
Broeder  Andries,  mede  uyt  laft  van  hun 
Vader,een  Vrouw  tot  Baerdwijck ,  terwijl 
hun  Vader  hen  tot  Waelwijck  verwachte , 
vermoort,  en  de  goederen  die  fy  daer  von- 
den met  fich  gevoert  hebben.  Defen 
godtloofen  Vader,  heeft  noch  ,  boven  al 
defe  grouwelijckc  rtucken ,  fijn  Soon  Pie- 
ter, met  fijn  twee  Dochters.  Janneken en 
Marye ,  na  Keulen  gcfonden ,  d3er  fy  een 
uytdraeghfter  vermoort ,  en  van  hun  goe- 
deren ,  hetgeen  fy  het  gereed  t  (re  vonden, 
mede  genomen  hebben  ,  gelijckoock  dien 
Pieter  met  fijn  Sulter  Iannckcn  een  Mee- 
Jterflè  tot  Mecchelen ,  en  andere  meer  tot 
13  of  14  toe,  en  dat  al  binnen  den  tijdt 
I  van  fes  jaren  ,  omgebraght  hebben.  On- 
•  dertuflehen  komt  defe  Ian  Smit  te  fterven, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


t \/l  DORTSCHE 

latende  fijn  Vrouw  cn  Kinderen  Erfgena- 
men van  fijn  goederenen  boofheden, 
Twee  Dochters  hadden  fich  met  hun 
Broeder  Iacob  na  Venetien  begeven,  niet 
konnende  de  grouwelen  van  hun  huys-  en 
bloedt-genoten  langer  aen  fien,  alwaer  den 
een  by  een  konftigh  fchilder,  Hans  van 
Calkar ,  omtrent  het  Iaer  .f36.  woonde,  \ 
die,  wanneer  de  fchelmttucken  uytqua-  s 
men,  door  aenfchrrjven,  oock  voor  den 
Raet  aldaer  ontboden  wierdt,  alwaer  ij 
rondt  uy t  bekende,kennis  van  de  boofheyt 
te  hebben,  maer  dat  fy  (om  datfy, door  een 
natuurlijcke  gentgentheytgedreven,  hun 

ouders  niet  aenbren^en,  noch  oock  de 
grouwelen  langer  aen  fienkonde)  verkoo- 
ren  hadde  haer  Vaderlandt  te  verlaten,  de- 
welckeoock  daerover  ontflagen  wierdt. 
Een  wijl  tijdts  re  voren ,  eer  delen  Moort- 
kuyl  ontdeckt  wicrr,  was'er  eenen  Adnaen 
Schildman ,  Soon  van  Schildman  lacobiz. 
Schepen  van  de  Stadt ,  en  luffr .  Maria  van 
Neck,  Adriaens  Dochter.in  huys  geweelt, 
die  de  vryer  over  een  van  de  Dochters 
maeckte,  die  feer  fchoon  was  Deie  niet  te 
Treden  hem  in  de  Minne-ftricken  gevan- 
gen te  hebben,  wilde  hem  noch  eenen  an- 
deren om  den  h  ils  werpen ,  die  hem  wet 
licht  al  fijn  liefde  weêr  fou  benomen  heb- 
ben ,  maer  hy,  iuyft  voor  een  Spiegel  Iraen- 
de,  ontforangk  het,  fondcr  dat  hy  even  wel 
het  ftuck  ontdeckte.  Naderhandt  quam 
dier  mede,  om  defe  fchoone  te  befoccken, 

een 


ARCADIA.  m 

een  R.jcken  Bender,  die  met  Rijnfchen 
Wijn  afgekomen  was,  fitten  drincken. 
Delen  meende  defe  dubbele  Moorderefle 
mede  den  ftrop  om  den  halste  werpen, 
maer  hy  wiert  hergewaer ,  en  fcydetegens 
haer :  Wel  hoe  Vryfter,  fpeelt  gy  met  mv  ? 
Maer  daer  na,  veynlende  geen  achterdocht 
te  hebben,  braght  hy  haer  een  vricndelijc- 
ken  dronck  toe ,  met  eenen  feggende ,  hy 
had  al  veel  beter  wijn  te  fcheep,  dewelcke 
hy  haer  eenmael  wilde  laten  proeven ,  en 
ftondt  met  eenen  op,  om,  geli  jek  hy  feyde, 
een  kruyek  of  twee  daer  van  te  gaen  halen. 
Het  welck  fy  hem  te  eerder  toeltondt,  om 
dat fy  verhoopte,  wanneer  hy  befchonc- 
ken  was ,  haer  werek  met  hem  te  beter 
öyt  te  voeren.  Maer  hy  op  de  ftraet  geko- 
men zijnde  ,  feyde  tegens  haer  :  Het  gene 
ghydaeraen  myfocht  te  doen,  doet  niet 
meer,of  ghy  lult  in  fwarighcyr  gcraecken. 
Het  is  verwonderen*  waerdigh,  dat  dit 
werek  loo  lang  beeft  konnen  verhooien 
blijven  ,  nadcmael  noch  dry  andere  kinde- 
ren (wacr  van  deoudtfte  negenthien  jaer 
oudt  was ,  en  met  fijn  jonger  Suften  ,  ter- 
wijl het  moorden  lijnen  gangk  gingk,  het 
voorhuys  bewaerdejkennia  van  het  werek 
hadden.  Maer  dewijl  Godt  die  grouwelcn 
nier  langer  wilde  ongeftraft  laten,  heeft  hy 
deboofheydt  op  dele  wijfe  uytgebraght. 
Het  gebeurde  dat  Frans  van  Lykerckcn , 
Schout  van  den  Ouden  bofch,  aen  Ian 
van  Drenckweert,  Schout  tot  Dordrecht, 

fchreef, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


f4* 


DORTSCHE 


fchreef ,  hoe  dat  op  den  elfden  van  dien  tfr| 
genwoordigen  Maent  (zijnde  den  Brief  oj 
den  i4gefchreven)  cene  Ianneken  Blow 
maerts ,  in  haer  eygen ,  huys  door  twee 
gefellen  vermoort  was ,  wekkers  kleede^ 
ren  hy  ten  aldernaeuwfte  befchreef,  alt 
mede  den  naem  van  den  eenen ,  dewelcW 
Andries  geheeten  was.    Wanneer  dea 
Schout  van  Dordrecht  defen  Brief  ont«i 
fangen  hadt ,  heeft  hy  terftondt  na  de  ge-; 
legentheyt  van  de  kleeding ,  en  den  naem 
laten  vernemen ,  waerdoor  hy ,  foo  dooi 
den  naem  als  door  de  kleeding,  vernam,da< 
Andries  in  den  Ancker,  ten  tijden  als  dtó 
moort  gelchiet  was ,  uyt  de  Stadt  was  ge«j 
weeft.  Hy,op  defe  verfeeckering,  doet  hetr 
op  den  aivandefelve  Maent  vaft  fetten 
waer  van  hy  de  Schout  van  den  Ouder 
Bofch  de  weet  deed,hem  verfoeckende,  t 
bevordering  van  het  Gerecht,  ecnigelie-l  *: 
den,  die  den  fel  ven  Andries  in  den  Oudenfc 
Bofch  gefien  hadden,  over  te  willen  fen-; 
den.    Het  welckegedaen  wiert ,  en  defe 
gekomen  zijnde ,  betuyghden  dat  Andnei 
een  van  de  twee  was,  die  tot  Ianneken  Bloe- 
maerts  t'huys  gelegen ,  en  de  vrouwe  vern 
moort  hadden.   Hydaer  opfcherpelijckjj 
ondervraeght ,  heeft   ten  laetften  be-d 
kent ,  als  dat  hy ,  ten  verfoeck  van  fijinl 
broeder  Peter  hem  de  moort  hadt  helpen* 
doen ,  en  het  huys  beftelen.  Maer  dewijl 
hy  al  het  geldt  en  de  j  u  weelen ,  de  welcketa 
aldaer  vermift  wierden,  niet  wilde  beken* 

nen  J 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


m 

mm 

m 

m 


ARCADIA.  5.47 

nen  ,  wiert  den  Stedehouder  aen  fijn  Moe- 
der gefonden,  om  daer  na  te  vernemen  , 
feggende,  dat  Andries  veel  meer  geldt  en 
juweelen  van  Ianneken  gehadt  had,  als  hy 
bekennen  wilde,  gelijck  fy  wel  wilt,  en  tot 
haereygen  ontlalting  openbaren  moft  ,  of 
dat  Andries  anders  noch  meer  fou  gepij- 
night  worden.  Dit  geichicdc  in  de  tegen* 
genwoordigheyt  van  haer  Dochter  Mary , 
die,  het  felve  hoorende ,  een  facksken  met 
lilvcrwerck  voor  den  dagh  gchaelt,  en 
den   Stedehouder   over  gelcvert  heeft. 
Wanneer  dit  den  Schout  ter  handt  gcftclt 
Was,  wierdt  Andries  daer  weder  op  ondcr- 
vraeght,  dic,na  veel  dreygcmcnten.beken- 
dc  het  felve  tot  Ianneken  Blocmacrts  ge- 
ftolen  te  hebben.    Den  Schout  is  daer  op , 
met  de  Schepenen  ,  na  fijn  Moeder  ge- 
gacn ,  en  heeft  haer  na  het  ander  goct  ge- 
vracght,  waer  op  fy,  gelijck  oockhaer 
Dochter  Mary ,  met  ccde  verklacrde,  van 
geen  ander  goet  te  weten,  noch  yets  racer 
in  haer  huys  gehadt  te  hebben.  Wanneer 
de    Schout   te   huys    gekomen  was, 
heeft  hem  den  Borgemeclter  een  beurs 
met  negen  ponden  vlacms  te  huys  gefon- 
den, dewclcke  hem  door  een  cerïijckc 
Borgcrs  Vrouw  was  te  huys  gebraght ,  dc- 
Welcke,  verltaende  dat  met  de  kloek  afgc- 
klept  was ,  dat  al  die  gene ,  die  ecnigh  goet 
uyt  het  huys  van  Ian  Smit  hadden  ge- 
braght, of  iien  brengen,  of  een  igh  in  be- 
waring hadden ,  het  Felve  den  Schout»  of 

den 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


j4S  DORTSCHE 
den  Borgemeefter  fouden  te  kennen  J&m 
ven }  of  dat  die  gene ,  by  gebreke  van  dien ,  d 
by  dewelcke  fulcks  t'eeniger  tijdt  daer  na  i 
moght  bevonden  worden ,  als  van  dievery  : 
befchuldight  en  geftraft  fou  worden ;  in 
geen  gebreecke  hadt  willen  blijven.    Uyt  1 
dit  geit  dan  blijekende  dat  Kornelia,  de 
Weduwe,  en  Mary,  lan  Smits  Dochter,  een 
valfchen  eedt  gedaen  hadden ,  wierden  f/f 
beyde  in  hechtenis  genomen.   Het  is  tenf 
hooghftente  verwonderen,  datfichdefcl 
na  net  vangen  van  Andries  noch  inde 
Stadt  dorften  blijven  onthouden  ,  daerfyl 
genoegfaem  konden  dencken ,  dat  hy  aliejj 
fou  moeten  bekennen.    Maer  hetblijcktf 
dat  hen  Godt  de  oogen  verblint  heeft ,  onr 
hen  tot  hun  verdiende  ftraf  te  brengen. 
Defe  oock  ten  naeu wften  en  ten  fcherpfted 
ondervraeght  zijnde,  hebben  gelijckew| 
handt  al  hun  begane  Moorden  beleden/ 
waer  op  de  doode  lichamen, tot  acht  toe,ir; 
de  kelder  opgegraven ,  en  elck  weder  in 
een  byfondere  kift  geleght,cn  alfoomel 
eenbetamelijcken  uytvaert  op  het  groote 
Kerck-hof,  metgevolgh  van  den  Deken 
cn  Canonicken  van  de  Stadt ,  als  oock  van 
de  Minder-broeders,  Auguftijnen,  Dekem 
en  Gilden,  begraven  zijn.  Èenige  dager 
daerna  wierdt  het  doode  lichaem  van  lan 
Smit  (die  eenteen  tijdt  te  voren  geitorver 
zijnde  feerongeruft  in  fijn  eyndege 


was 


weeft ,  en  geduurighlijck  Hoort,  moort 
den  mondt  hebbende)  op  gegraven ,  in  ee 

fterc 


ARCADIA.  f49 
ftercke  kift  geflagen ,  met  een  paert  door 
de  Stadt  gefleept,  en  alfoo  aen  Galgh-oort 
opeen  radtgefet,  mettwaelf  klcppelen 
daer  rondtfom,  alfoo  delaetfte  nae  fijn 
doodt  vermoort  was,  An dries  met  fijn 
Moeder  en  Sulter  wierden  oock  verwcfen: 
eerftdat  Kornelia  voorde  Waegh  op  een 
Wagen  gefer,  van'daer  Ooft-waerts  aen 
over  de  Nieuwe-bru^ge ,  en  van  daer  we- 
Jjler  Weft-waert  over  de  Pclflè-brugge, 
>:tot  wederom  voorde  Wage  fou  gevoert 
•«  worden ;  dat  men  haerondertuflthen  der- 
l:  thien  brandt-  teeckcnen ,  met  de  bijl  daerfe 
de  moort  medcgedaen  hadden  ,  glocyendc 
Igemaeckt,  geven  fou:  een  in  hetopko- 


■\  voordeNieuwe-brugge,  het  vierde  voor 
{ de  Munte ,  het  vijfde  weder  voor  de  Wijn- 
c  brugge  aen  de  landt-zijde ,  het  fefte  voor 

1  de  Tol-brugge  aen  de  landt-zijde ,  het  fc- 
11  vende  voor  de  Vifllhe- brugge  aen  de  filve 
^  zijde,  twee  voor  het  huysdacr  fy  in  ge- 
v  woont ,  en  haer  Moorden  gcplecght  had , 
J  twee  voor  de  ftraet  daer  Klcyjfcen  en 

r4  Mcyns,die  door  hen  vermoort  waren ,  ge- 
il woont  hadden,  het  twaelfde  voor  de  Lom- 
d  baerde-brugge ,  en  het  dertiende  weder 
v  voor  de  Wage.  Alwaer  fy  van  de  wagen 
••w  weder  afgenomen,  en  aen  een  ftacck  gcftelt 
fou  worden,  endaerfoo  lang  levend  igh 
ft  aen  blijven  ftaen,  tot  dat  Andrics  haer 

2  Soon,  en  Mary  haer  Dochter  met  een  vyer 
§  gedoot  fouden  zijn,  waer  na  fy  oock  mede 


tot 


DOHTSCHE 

totter  doodt  toe  gefengt ,  en  na  den  Oor 
gevoert  fou  worden,  om  daer  aen  eer 
ftaeck  te  worden  geftelt ,  gelijck  men  Die 
ven  en  Moorders  gewoon  is  te  doen 
Even  ibodanigh  was  oock  het  Vonnis  var 
Mary,  dewelcke  levendigh  haerbroedefe 
Andries  moft  fien  ter  doot  brengen ,  en  al** 
dan  mede  verbrandt ,  en  haer  lichaem,b) 
haer  Moeder ,  aen  een  ftaeck,  op  den  oort  I 

f eftelt  worden.  Andries  wierdt  mede  tof  ! 
et  om  voeren,  endertien  brandt- teecke-fc 
nenverwefcn,  om  daer  na  levendigh  aect 
een  wip  gehangen  te  worden ,  over  eer 


groot  vyer  ,  in  het  welcke  hy  tot  vijf  rey 
Jen  toe,  in  en  uytgelaten,  en  na  devijfd 
reyfe  totter  doodt  toe  verfengt ,  en  alfoo, 


5 


beneffens  fijn  Moeder  en  Sulter,  aendemb 
Oort  tot  een  Spiegel  geftelc  fou  w'ordenat 
Welck  Vonnis  over  dele  mifdadigen  op* 
defe  wijfe  uyt-gevoert  wierdt ,  fter-rf 
vende  fy  alle  met  groot  berouw  en  leedt-* 
wefenvanhunfonden.  Waerlijck,  fcydej 
Euftacchio ,  fien  de  dat  Periander  fweegh ,  J 
dat  was  een  grouwelijck  beftaen ,  en  by  na^ 
een  ongehoorde  booflieydt.  Een  dierge«# 
lijck  opfet,  feyde  Lydamas,  ick  vooreeni-* 
ge  jaren  tot  Amfteldam  begaen  en  geftrafW 
heb  gefien.  Seecker  Waerdin ,  AbigaiH, 
genoemt,  wonende  omtrent  het  Kamper»  3 
4amfe  hooft,  daer  Bergen  in  Noorwegen  uyt-1 
Huys-  hangt ,  hadt  met  haer  tweede  Houwelijck  5 
moort  een  boorman  getrouwt,  diemaer  tame-  a 
lijck  wd  met  haer  leefde  *  te  meer,  alfoo  t 

de*)> 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA  rrl 

dcfelve  Vrouwe  eenighlïns  foet  op  den 
dranck  was.  lafoodanigh  was  hun  huys- 
.houden,  dat  dcfelve  Waerdin  menigh- 
4  mael  aen  eenige  goede  bekenden  gcklacgt 
1  had  datie  vreefde ,  dat  haer  den  Noorman 
j  noch  eens  vermoorden  fou.  Daer  woonde 
•  cJn  Diemlmaegt  by  dele  Vrouw,  die  meer 
.  de  vrouw  als  de  maeght  (peelde  ,  en,  in  de 
plaers  van  tegehoorlamcn,  fich  droegh  als 
ot  ly  iel  ve  dc  \  rouw  was  geweeft,  defe. 
t  zy  dat  fy  verhoopte ,  dier  door  lel  ver  de 
vrouw  te  worden,  ot'  door  eenige  verbit- 
terthcydt  tegen  haer  Meeftcrfle  aenge- 
fteecken,  of  door  den  Man  acngedreven 
jas,  (het  wclckely  evenwel  ontkent,  en 
hem  ontfchuldight  heeft)  neemt  haren 
ilaghwaer,  dat  haer  Meefter  droncken en 
ia  het  bedde  gegaen  ,  en  haer  Vrouw  in  de 
ichter-koocken,  by  den  haert,  meteen 
pijp  toeback  te  fuygen,  befigh  was.  Defe 
goddeloofe  Deerne  (dat  na  mijn  onthoudt 
medeof  een  Noortfc  hc  of  Oeeni'chc  pry 
ivas)  om  haer  Ituck  uyt  te  voeren  ,  werpt 
haer  Vrouw  van  achter  een  dru  k  om  den 
hals,  van  meening  haer  mede  te  verwur- 
gen ;  mier  niet  wel  tot  hier  voornemen 
,onncndegeracckcn,alfoo  fich  de  Vrouw 
Teer  weerde,  en  haer  alrcedts  feer  vinnigh 
nden  duym  gebeten  had, neemt  een  brant- 
hout ,  het  geen  ten  den  haert  ftont ,  en 
geeft  haer  daer  eenige  ftagé  mede  voor  en 
Dphet  hooft ,  totdatdeongeluckigedooc 
"as.   Sy  dit  ioo  uytgevoert  hebbende, 

fleepÊ 


/ 

Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


j.f,  DORTSCHE 
fleept  of  draeght  het  mifhandclt  lichaerr 
't  zy  alleen ,  of  met  hulp  van  haer  med> 
géiel,tenhuyfen  uyt,  leght  het  aenc 
water-kant  op  cenige  houten  en  balckc 
voor  over ,  en  gaet  foo  ftillekens  weder  i 
huys.  Des  morgens  vroeghwierdt  het  li 
haem  door  de  waeckers  gevonden  enb 
kent  Men  klopt  aen  de  deur,  dewelcke  g 
opent  zijnde,  vertoont  men  de  dienfi 
maeght  het  doode  lichaem  van  had 
Vrouw  defe,  fonder  lich  feer  daer  over  *v 
ontftellen ,  feght  of  roept,  dat  dit  het  geeg 
is ,  dat  fy  haer  menighmael  had  te  voor» 
gefpelt ,  als  dat  haer  noch  het  een  of  h<1 
ander  ongeval,  door  haernacht-loopen,  W 
droncken-drincken,  gebeuren  fou*  Dl 
Man  komt  mede  voorden  dagh,  die  mee»i 
der  ontfteltenis  als  droefheyt  toonde.  H: 
lichaem  wort  eyndclijck  door  het  Gercch' 
wech,  en  foo  den  Waert  als  de  Dicnte 
maeght  in  de  ge  vangkenis  gebraghr.  E 
wonde  en  beten ,  in  haer  vinger  of  duyu' 
ftaende ,  gaven  terftondt  eenigh  vermoert 
den  ,beneffenseenige  andere  teeckenerm 
daer  fich  een  fchuldigh  gemoet  naeuwu 
lijeks  vanvryen  kan.   Sy  wordt  over  hl' 
ftuck  ondervraeght ,  en,  na  fcherp  ondeb 
foeck,belijdt  eyndelijck  de  mifdaet,en  <ï* 
uorfaeck,die,  of  waerachtigh  of  valfclfc' 
my  ontgaen  is.  Onderftaen  zijnde,  of  haeu 
Meefter  haer  mede- plichter was,  heeft M 
fulcks  ontkent ,  en  den  Noorman  t'eena 
mael  ontfchuldight ,  die  daer  over  oocIe 


ARCADIA.  m 

sijnde  in  het  byfonder  nacuw  onder- 
vraegt,  en.voor  onkundigh  geoordeelt,  na 
eenige dagen  van  fijn  gevangkenisontlla- 
gen  is  geworden.    De  MoordereflTe  wiert 
ter  doot  veroordeelt,  en  ter  beftemder  tijdt 
opeen  Schavot  ,aen een  ftaeck,  meteen 
«out  en  onverfchrocken  wefen  geftelt, 
aen  de  welcke  fy  naeuwelijcx  half  gewurgt 
wicrdt ,  wanneer  den  Scherp- rechter  haer 
dry  of  vier  flagen ,  met  het  lelfde  brandt- 
hout,  waer  mede  fy  haer  Vrouw  gedoodt 
hadt,  voor  het  voor-hooft  gegeven  heeft , 
dat  'er  het  bloet  in  overvloet  by  neer  liep , 
Jiaer  toen  voorts  met  de  koorde,  waer  me- 
dehy  begonnen  hadt ,  af  makende.  Godt 
blijft  foodanigh  boofwichten  (fcyde  Pe- 
k'v  riander,  fich  beneftens  fijn  gaftcn  ter  tafel 
fettende)  noyt  fchuldigh ,  maer  komt 
vroegh  of  laet  tot  fijn  recht  en  gerechtig- 
Jieydt.    Ick  hebfe  fien  Griffen  wclckers 
dootflaghtien,  ja  twintigh  jaren  bedeckt, 
of  geheeit  isgeweeft,  en  eyndelijck.na  foo 
een  lang  verloop  van  tijdt,  na  verdien/te  te 
f  huys  gefocht ,  gelijck  ick  een  Veen-boer 
"  hebiien  onthallen  ,  die  in  een  gekijf  met 
fijn  Vrouw  voor  een  Moordcr  uytge- 
laeckt,  en  dacr  op  aengegrepen  wierr.Het 
bloedt  dat  vergoten  wordt,  wil  niet  onge- 
wroken blij  ven, 

Eynde  van  't  fivtnét  Boccl>K. 


A  a 


II  ET 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCH  E 


Het  VIII.  Boec 

I  Ldus  valt  men  ten  laetften  aen  '\ 
defpijfe,  en  het  hevighfte 
over  zijnde ,  begoft  Lydaroas 
>  v  de  goede  Polymythus  weder 
!^§^-S  al  boertende  voor  te  nemen, 
cn  hem  als  in  fijn  ongenade  te  vertruoften , 
enfich  fclvenaente  bieden  om  fijn  vrede 
met  de  Iongkvrouwen ,  en  yoornament- 
liickmet  de  fchoone  Lucinia  te  helpen 
bemiddelen.   M  aer  Euftacchio  daer  op  in 
vallendcfeyde:  Indien  ick  niet  vreefde  den 
bcvallijcken  Polymythus  ongelijck  te 
doen,  of  vermoeden  te  geven,  als  wilde  ick 
fijn  belangen  onderkruypen ,  ^u  ecn 
vertelling  voortbrengen ,  die  de  Iongk- 
vrouwen (vertrouw  ick)  eenigh  genoegen 
fou  konnen  geven.   Hetfal  my  daer  ten 
minftentoedfenen.  berechte folymythu5 

daer  op  ,  om  hen  het  g^«^L*"£ 
men,  het  welcke  fy  van  ons  in  het  pmo 
hebben,  als  hadden  wy  he  quaetlte  ver 
trouwen  van  hen ,  en  my  alfoo  den  wegn 
te  banen ,  om  te  beter  tot  m.jn  veran  - 
vroording  te  komen.  Begint  dan  vry,  Edele 
Euftacchio,  en  het  fal  hen-lieden,en  in  hen 
my  verbinden.  Het  felve  verfochten  oock 
de  andere  Heeren  en  Iongkvrouwen,  en  al- 
foo begoft  Euftacchio  fij  n 

Vtr» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  m 

Vertelling  van  de  Spaenfche 
Amazone. 

Defe  geweldige  beweging  des  gemoets , 
daer  de  Dichters  een  Godtheydc  van  ge- 
maeckt ,  en  diefe  Liefde genoemt  hebben  , 
heeft  noyt  minder  ydele  roem  gehadt,  om 
fichfelvenfegeteeckenen  toeteeygenen  , 
als  teroorfaeck  van  het  gevolgh  en  inhout 
van  defe  gelchiedenis.  Nademael  in  het 
midden  van  de  borgerlijckeen  bloedigh- 
fte  oorlogen  ,  door  de  welcke  Spangien  is 
ontroert  geworden ,  zedert  dat  fy  van 
het  jock  der  Mooren  is  verloft,  fy 
de  al-der-uytfteeckenfte  blijck  van  haer 
kracht  getoont  heeft ,  die  men  oyt  van 
haer  heeft  gcfien. 

DeKoningklijcke  ftadtToledo  toonde 
als  doen  wel  haer  macht  en  vermogen, fich 
felven  in  dealgemeene  verdeelingen  van  't 
Rijck,  en  in  de  byfondere  gcfchillen  van 
de  twee  doorluchtige  Huyfen ,  dat  van  de 
Palomeques ,  en  dat  van  de  l'acheques,  in 
I  ftaet  en  wcfen  behoudende.    De  hoofden 
v  van  de  Palomeques  waren  op  die*  t  ij t  twee 
(broeders,  vermaert  door  de  Edelmoedige 
i  Edelheyt  van  hun  Voor-ouders,en  door  de 
roem  van  hun  eygen  daden  ,  van  de  weJc- 
ikedeoudtftc  Don  Ferdinand,  en  den  ander 
!  Don  Pedro  genoemt  wiert.    Die  onder  de 
\  Pachecjues  het  hooghfte  acnlien  hadt ,  was 
een  Riddcr,Don  Lopez  genaemt;  vaneen 

Aai  leer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


*>y<5  DORTSCHE 
feer  doorluchtigh  Huys  voortgeforoten,enl  W 
van  de  geheelc  werelt,  ter  oorfaeck  vani 
fijn  uytlleeckende  deugden.geprefen,  doord 
de  welcke  hy  den  naem  van  den  volmaeck-tl  * 
ten  Ridder  verkregen  hadt.  DefetweeijK 
Huyfen  droegen  malkander  een  onver-a  'ft 
foenlijcken  hact ,  dewelcke  al  van  den  Va-ij  j* ; 
der  tot  op  de  Kinderen  over  erfde ,  f onder 
dat  men  anderfins  daer  den  oorfprongk  \iF>* 
van  weten  kan.  Nauwdijcks  gingk'ereen  W*> 
dagh  voor  by ,  of  deaenhangers  van  defe* 
twee  Huyfen  wierden  hier  of  daer  in  de  > 
Stadt  handt-gemeen.  En  Don  Lopcs  hadt  m 
tot  t weemael  toe  de  Palomeques  gedwon-  s 
genToledo  te  verlaten ,  dewelcke  hy  met 
fulck  een  y  ver  vervolgde ,  dat  hy  hen  ver- 1 : 
fchevdemael  in  een  Slot ,  niet  verre  van  de 
Stadt  gelegen,  belegert  hielt,  uyt  het  welc-  ■ 
ke  fy  Sch  evenwel  altoos  dooreen  verbor-  y 
gen  uyt-gangk  wiften  te  redderen.  In  voe-  o 
gen  wanneer  fy  het  huys  vermeefterende,  afci 
en  meenende  de  hant  aen  de  twee  Broeders 
teflacn  ,niemant  vonden.  Dit  wasdeoor-  tor 
facck,dat  men  den  naem  van  het  huys, van  f<" 
te  voren  Cigarral,  in  die  van  hetbetoover-  »?? 
de  Hot  veranderde.  In  het  midden  van  defe 
onorden ,  geviel  heulat  fich  Don  Lppez  m  j  - 
eé  gefelfchapbevandt,  daer  hy  Lome  fag,  f  - 
dewelcke  hy  oordeelde  een  Iongk  vrouw 
van  alle  volmaecktheyt  te  zijn.   Defe  was 
de  Dochter  vaneen  Borger  van  Toledo, 
riicker  in  aenfien,  als  goederen  van  het  ge- « 

luck ,  en  door  defe  brefle  was  het  dat  Don  | ; 

Lopez  1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  fS7 
Lopez  dit  flot  beftondttc  beftormen.  Hy 
i  dedeal wathy konde,  om haer fijn gene- 
gentheden  te  ontdecken ,  en  haer gunlt  te 
verkrijgë ;  en  door  de  koftelijke  gelchenc- 
ken ,  dewelcke  hy  dede,  gcraeckte  hy  lich- 
telijck,  ten  eynde  van  fijn  voornemen. 
De  groote  jongkhcydt  van  defe  jonge 
»t  Dochter,  en  de  byfondere  genegentheyt 
om  koftelijck  voorden  dagh  te  komen,  en 
de  kleyne  gelegenthey  t  om  daer  toe  te  ge- 
raecken,  begunftighden  de  aenleyding  van 
delen  Edelman  ?    in  voegen  fy  fich  kor- 
teliijck  feeraen  hem,  meer  door  fijn  milt- 
dadighey  t ,  als  door  haer  eygen  genegent- 
heyr,  verfchuldight  en  gehouden  fagh :  lbo 
dat  fy  hem  gedwongen  was  toe  te  ftaen , 
l  dat  hy  hier  quam  belbecken ,  wanneer  fy , 
».  door  het  af- fijn  van  haer  Vader,  daer  gelc- 
gentheydttoe  konde  krijgen.    Door  ver- 
Joop  van  tijdt  veranderde  de  verbintenis 
van  Lorize ,  in  een  oprechte  genegentheyt 
tegen  Don  Lopez,  ten  aenfien  van  fijn  hoo- 
ge  verdienfkn  ,  en  byfondere  waerdi^he- 
den-,  evenwel  moght  hy  dat  geluck  niet 
lang  genieten :  want  den  Vader  van  Lorize 
a  wiert  wel  haeft  gewaerfchouwt  van  Don 
Lopcz,  gien  en  komen  in  fijn  huys ,  en  dat 
f  door  een  Iongkman,  die  heymelijck  fijn 
C  Dochter  ten  houwdijck  veribcht.Dic  uyt 
i  liefde  niet  naliet  wel  op  fijn  hoede  tczijn, 
k  en  op  den  handel  van  Don  Lope  te  letten ; 
n  waer  door  hy  hem  eenmael  gewaer  wiert, 
"  foo  als  hy  met  fijn  Minnares  aen  een  veyn- 

A  a    3  fter 


■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ff8        D  O  RT  SC  HE 
fterfprack,  cn  hoorde  datfy  tegen s  hem 
feydej  dat  iy  twijfelde  dat  haer  Vader  ce- 
nigh  quaet  vermoeden  hadt ,  nademael  hy 
haer  minder  vricntfchap  betoonde  als  voor 
heen ,  jac  foo,  dat  hy  haer  dreygde  in  een 
kloofter  te  willen  fteecken.Don  Lopez  ftel- 
de  haer  daer  op  voor,  dat  hy  haer  wel  haeft 
meende  van  haers  Vaders  Tyranny  te  ver- 
loten, indien  fy  daer  toeverftaen  wilde  j 
dat  fy  maer  alleen  noodigh  had ,  van  plaets 
te  veranderen.   Sy  was  over  dit  beüuyt  in 
heteerft  al  een  weynigh  verbaeft,  maer 
dewijl  de  liefde  roeckeloos  in  het  befluyten 
is ,  ftondt  fy  fulcks  ten  laetften  toe ,  cn  fou- 
den  dien  volgenden  nacht  hun  voornemen 
in  't  werck  geftelt  hebben  :  maer  defen 
mede-vryer,  gedreven  door  fijn  min-yver, 
liet  niet  na  haer  Vader  alles  ten  naeuwften 
te  kennen  televen .  Defe  tijding  maeckte 
den  man  feer  verdagen  en  ontfte!t,ter  oor- 
faeck  van  defchande  die  hem  Don  Lopez 
focht  aen  te  doen ,  waer  over  hy  beüoot 
-  alle  middelen  aente  wenden,  omfichop 
hem  te  wreecken.   Het  eerfte  dat  hy  dede 
was,fich  voor  fijn  vyanden.de Palomeques, 
te  verklaren,  en  het  naefte,  fijn  dochter  m 
de  bewaring  van  de  Moeder  der  twee  Palo- 
meques te  ftellen,  dietotToledo  woonde; 
fich  inbeeldende,  datfy  aldaer  het  alder- 
(êekerftefouzijn,  alfoo  Don  Lopet  noy t 
de  ftoutheyt  hebben  fou,  om  aldaer  fijn  be- 
fluyt  in  het  werck  te  ftellen.   Dit  gedaen 
aijnde,  verlact  hy  fijnhuys,(foodanigh  was 


3\ 


...si 


AR   C  A  D  I  A.  579 

de  drift  die  hem  vervoerde ,  hem  in 
treuren,  en  fijn  Dochter  tot  een  jammcr- 
lijck  eynde  braght)  neemt  de  wapenen 
aen ,  en  begeeft  fich  by  de  Palomeques.die 
als  doe  buyten  de  Stadt  waren  ,  omalfoo 
gelegenthcyt  te  vinden ,  Don  Lopez,  over 
de  hem  gedrcygde  oneer,  te  ftraflkn.  Waer- 
lijckhy  hadt  beter  gedaen,fijn  leedt  teont- 
veynfen  ,  en  fijn  Dochter  heymelijck ,  acn 
diegene,  die  haer  verfocht ,  te  honwelijc- 
ken,  alsfulck  een  onbedachte  daet3en  te 
vangen,  waer  door  hy  veel  quaets  fou  heb- 
ben konnen  verhinderen ,  en  fich  en  fijn 
huys  in  ruft  ftellen.  Wanneer  men  Don 
'Lopez  de  tijding  braght,dat  fich  den  Vader 
van  Lorize  aen  de  zijde  van  de  Palomeqdtes 
hadt  begeven,  maeckte  dit  hem  weynigh 
bekommernis,  alfoo  hy  fijn  tegenftanders 
niet  veelfterckte  fou  konnen  toebrengen  : 
maer  wanneer  men  hem  daerby  feyde,  dat 
men  niet  w  ift,waer  hy  fijn  Dochter  gelaten 
hadt,  meende  hy  (alfoo  fich  de  gramfchap 
met  fijn  liefde  qmm  tc  vermengen) 
t'eenemael  tcontfinnen.  Hy  deed  haer  in 
alle  kloofters  Ibecken,  geloovcnde  dat  haer 
Vader  haer  ineen  van  de  felve  gefteecken 
.hadt,  volgens  fijn  dreygen  ;  maer  al  ver- 
geefs; gelijck  oock  al  fijn  anderen  arbeydt 
was,  die  hy»om  na  haer  te  vernemen ,  aen- 
wende,  niet  anders  dan  of  fyinhetinge- 
want  van  deaerde  was  verborgen  geweeft. 
Waerlijck  hy  had  toen  al  fijn  verft ant  wel 
van  nooden ,  om  den  naem  van  den  yoU 

A  a   «ft  maeck- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


s6o       DO  R  T  SCHE 

roaeckten  Ridder  niet  te  verliefen ,  en  fijn 
overtollige  gramfchap  te  bedwingen.  Lo- 
rize  onder  tuflehen  was  in  al  iöogrooten 
qu.  i  i  ing  als  hy ;  fy  merekte  de  plaets  daer 
iy  was ,  niet  als  een  wooning,  raaer  als  een 
gevangkenis  aen,  ter  oorfaeck  van  de  kley- 
ne  gelegenthey t  die  haei  gegeven  wierdt, 
het  aengename  voorwerp  van  haer  gene- 
genthey  t  te  iien:  maer  bet  meelt  c  dat  haer 
quelde,  was  dat  fy  noch  gedrongen  was 
haerfmert  te  ontveynfen,  waertocfyal 
haerkonft  enbequaemheydtin  het  werek 
ftelde.  Evenwel  groeyde  haer  fwaermoe- 
digheydt  foodanigh ,  dat  de  alderflechtfte 
wel  konde  bemereken ,  dat  fy  door  eenigh 
iawendigh  leet  gedreven  wiert;  al-hoe-wel 
niemandt  daer  de  oorfaeck  van  konde  uyt- 
vinden.  De  vrouwe  bydewelckefy  woon- 
de ,  pooghde  haer  door  alle  mooghlijcke 
middelen  vermaeck  aen  te  doen.  Haer  aert 
was  van  foodanigen  bevallijckhey  t ,  dat  fy 
al  die  gene,die  haer  fagh,  tot  genegentheyt 
bewoogh ;  en  evenwel  in  defe  naeuwe  ge- 
vangkenis  was 'er  niet  het  welcke  haer 
vreugt  of  genoegen  konde  toe-brengen, en 
ten  waer  geweeft  door  het  gefelfchap  van 
de  Dochter  van  defe  Me-vrouw ,  en  de  Su* 
fter  van  dePalomcques,Cefaliagenoemt, 
fy  fou  wel  haeft  het  eynde  van  haer  leven 
gefien  hebben.  Defe  Iongk  vrouw  wiert  by 
haer  Moeder  opgevoedt,oiet  foo  naeuwen 
oplicht ,  dat  fy  niet  alleen  niet  van  de  ande- 
re Iongk  vrouwen  van  de  Stadr^tnaer  oock 


ARCADIA.  ?6i 
felf  ter  naeuwer  noodt  van  het  eygen  huyf- 
gefm,gekentofgefien  wiert.  Haerfchoon- 
heyt  was  in  der  daet  leltfaem  ,  en  uytfteec- 
kender ,  alseenigepcn  foumachtighzijn 
te  befchrijven.  Sy  beminde  Lorize  feer , 
gelijckoock  defchaer  by-zijn  tcnalder- 
hooghllcn  aengcnacm  was.  Cefalic  was  vry 
:  jonger  als  Lorize ,  maer  hadt  evenwel  de 
3  geert  foo  wacker  en  vaerdigh,dat  haer  ver- 
3:  ltant  het  gebreck  van  haer  ervarentheydt 
#  overvloedighlijck  vervulde  cn  vergoede. 
•<  Door  defe  loete  gefellinne ,  voelde  Lcrizc 
)  fich  al  vry  verlicht ,  en  bequaem  'er  uyt  tc 
v  wachten  ,  dat  de  tijdt  ccnige  verandering 
r  in  haer  faecken  moght  komen  te  veroor- 
faeckem  Ccfalie  deedt  niet ,  als  haer  alle 
uuren  te  verfoecken,  haer  het  geheym  van 
haer  droefheyt  te  willen  ontdecken ,  daer 
toe  aen wendende  al  haer  minnelijckheden 
die  fy  konde  by halen,  te  meer  alfoo  fy  wel 
oordeelde,  dat  daer  de  liefde  deoorfaeck 
van  was  :  maer  Lorize  vrcefde  de  gene- 
gentheytdie  haer  Cefalie  diocgh  tc  doen 
veranderen ,  indien  fy  haer  nicuwfgierig- 
heydt  daer  in  voldecdt ;  waer  door  ly  haer 
liefde,  die  fy  Don  Lope  droegh.hacr  vrecf- 
de  te  ontdecken  ,  alloo  defen  naem  haer 
niet  anders  als  hitelijck  kondezijn;  heb- 
bendefy  defen  doodelijcken  haet  met  de 
melck  van  haers  moeders  borden  ingeto- 
gen. Evenwel, na  veel  uytllcls.vandt  fy  lich 
gedwongen  opening  te  doen,  verfchoo- 
nende  haer  ongeregelde  genegentheyt ,  op 

A  a   ƒ  de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


S6t  DORTSCHE 
de  hooge  verdienden  van  Don  Lopcz. \ 
Ccfalie  bleef  een  wijl  fonder  haer  daerop  j 
te  antwoorden,  ten  hooghften  verwondert  * 
over  de  vreemde  ontmoeting  van  defe  ge- 
negentheyt.  Sy  poogde,  door  veelvcrtoo-J 
ningen  y  defen  foo  wel  ge  wilden  naem  uy  t  \ 
het  hart  van  Lorize  te  bannen ,  maer  vandt  B 
al  haer   verftandige  voorftellingen  tel 
krachteloos ,  voor  fulck  een  fware  uyt-  j 
wercking :  want  Lorize  was  noy  t  foo  wel- ; 
fpreeckende ,  als  toen,  om  het  voor-recht » i 
het  welcke  fy  boven  alle  andere  Iongk- 
vrouwen  hadt ,  van  foo  braven  Edelman  te 
befitten,  te  beweeren.  Het  blijckt  wel,fey- 
defy  tegen  Ce&iie,  dat  ghy  onkundigh 
zijt ,  hoedanigh  de  heerlijcke  gaven  zijn 
van  defen  on  vergelijckelijcken  Ridder,  en 
dat  het  alleen  de  vyantfchap  is ,  die  u  fulck  j 
een  mifgevoelen  van  hem  doet  hebben.  J 
Het  zijn  de  aldergeeftighfte  gebaren,  de 
volmaecktftebevallijckheden ,  hetaenge- ; 
naemfte  aengeficht ,  en  het  Edelmoedigh- 
fte  hart  van  al  de  Edel-lieden  van  dit  Rijk , 
die  hem  met  den  tijtel  van  den  volmaeck- 
ten  Ridder  vereercn*  en,  fonder  te  liegen , 
ick  moft  t'eenemael  van  oordeel  en  ver- 
(tandt  berooft  zijn,  indien  ick  met  mijn 
genegentheden  de  fijne  niet  beantwoor- 
de, nademaelhy  van  al  de  werclt  bemint 


is. 


Het  fcheelde  weynïgh,  of  de  kracht  van  i 
haer  rt  d  .nc  n ,  en  de  moed ighey  t ,  met  de-  i 
welcke  Lorize  haer  redenen  ftijfde ,  hadt  i 

de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


dtquaden  indruck,  die  Cefalicvan  Don 


hadt ,  t' 


:1  in  hacr  doen 


eenemael 

dwijnen.Maer  indien  Lorize  daer  toe  geen 
volkomen  vermogen  hadt,  ten  minllen 
braght  fy  foo  veel  te  wege,  dat  liet  geloof , 
hetwelcke  menhaerhad  ingeplant,  dat 
Don  Lopez  een  Barbaer  ,  en  menlchen- 
moorder,  en bloedtdorftigh menfeh was, 
by  haer  vernietight  wierdt.  Jae  Cefaliebe- 
goft  in  haer  hart  dc  verkiefingen  liefde 
van  Lorize  voor  goet  te  keuren,  en  beflont 
haer  te  beloovcn ,  in  alle  gelegcntheden 
haer  daer  in  gonftighte  fullenzijn.  Het 
vervullen  van  defc  belofte  was  twijfelach- 
t  tigh  genoegh,  en  daer  was  groot  gevaer  in 
r  gelegen,  fich  daer  aen  te  gedragen,  en  daer 
<}  op  te  vertrouwen :  evenwel  liet  Lorize  niet 
na,  haer  voor  defe  goetwilligheydttebe- 
dancken ,  en  te  bidden ,  haer  gun  ft  tègens 
haer  niet  te  vecminderem  OndertuflTchen 
lietfy  niet  na,  wanneer  fy  alleen  was,  von- 
den te  fmeden,  om  Don  Lopez  de  pl  aets  be- 
kent te  maken,  daer  hacr  Vader  haer  op- 
gefloten  had:  want  fukks  hem  te  kennen 
te  geven,  was  (gelijckfe  fich  voorliet 
ftaen)  deneerlten  trap  van  haer  genoegen 
tc  leggen.  Na  veel  overleghs,  vandt  fy  een 
middel ,  om  haer  genoegen  te  voldoen. 
Omtrent  dees  tijdt  hadt  de  Moeder  van 
Cefalieccnb.devaert.aen  het  hcylighdom 
de  la  Piedra  tot  Toledo ,  begonnen ,  dier  fy 
des  morgens  ten  fe  ven  uuren  henen  gingk, 
en  ten  negen  uuren  weder  van  daen  quam, 

A  a   6  ai- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


364  DORTSCHE 

altoos  metCefalie  enLorize  vergefelfchapt 
hebbende  alle  het  aengeficht  met  hun  &» 
lien  bedeckt.  Op  een  van  defe  dagen  wilde  ü 
fich  Lorize  van  defe  gelegenthey  t  dienen  ,  m 
om  een  begin  van  haer  beÜuyt  te  maecken.  m 
Sv  fchreer  dan  twee  brieven,  van  een  felf-fleau 
den  inhoudt  en  opfchrift,  dewelcke  fy  welf 
toezegelde ,  houdende  acn  Don  Löpez  Pa-.««:w 
checo.  Op  vijftighfehreden  ontrent  vanfe ^ 
haer  huy  s ,  liet  fy  een  van  defe  brieven  f 
len ,  en  den  ander  foo  als  fy  van  de  bcde- 
vaert  quamen ,  latende  die  fooaen  de  gunft 
van  hetgeluck  j  fich  inbeeldende ,  dat  het 
aenfien  van  dien  naem,  den  een  of  den  au- 1 
der  bewegen  fou ,  hem  die  brieven  9\  ofte»  J 
minfteneen  van  beyden,  ter  handt  te  ftel- 
len    om  hem  daer  door  eenigen  goeden 
dienft  te  doen.    Defe  vondt  gcluckte  haet 
noch  beter  als  fy  gemeent  hadt ,  in  voegen 
hy  beydedefe  brieven  noclkyoor  den  mid- 
dagh  in  handen  kreegh.   Evenwel  hadt 
fich  Lorize  foodanieh  aen  haer  geiuck 
niet  vertrouwt ,  of  ty  hadt  den  fin  en  den 
letter  van  defe  brieven  feerduyfter  cnuiv 
bekenbaer  geïchreven »  foo  dat  men  noch 
den  fin  raden ,  noch  haer  fchrift  bekennen 
konde.DonLopez  defelve  geopent  hebben- 
de, wiert  een  weynigh  verwondert  over  de 
onbekende  letteren,  dewelcke  hy  in  de  i  elr 
vc  vandt  >  uy  t  de  welcke  hy  defe  woorden 
las. 


Brief , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


f6f 


Brief  van  Lorizeaen  Don  Lopez 
Pacheco. 

Vytvreefe  vantnijn  verlies  te  bever  ePen  , 
beneffens  dat  van  defen  Brief,  heb  ick  voor  een 
tweeden  bevjaert ,  u  cengeheym  van  belang  be- 
%  kenttemaecken,  het  vjekke  uk  voor  defe  reyfe 
%  aen  het  geluck  niet  heb  derven  vertrouwen 
t'  Maeromuvanden  onlujl ,  daer  u  het  lefenvan 
I  dejen  Brief  in  [oukonnen  Jl ellen ,  teverlofen, 
&.c  befsveereicku,  by  al  vj  at  u  het  lief (le  fott 
t  mogen  zijn,  datghy  op  morgen  ten  negen  uitren , 
t  met  alle  mooghhjeke  zedigheydt  en  voorfuhtig-- 
heyt,  u  in  de  Capelle  de  La  !>iedra  laet  vinden. 
Dejen  Brief,  dewelcke  uk  u  verjoeke  in  uw  han- 
den te  willen  dragen,  fal  het  teecken  zijn,  vjaer 
aen  uk  u  kennen  [al,  gelijck  een  andere  my  aen 
u fal doen,  devjelckeick  op  dien f elven  onder 
den  hoeck  van  het  tapijt  fal  leggen ,  het  vjelcke 
%  de  trappen  van  den  Mtacr  bedeekt ,  daerghy  de 
I  uytlegging  van  dit  geheym  fttlt  vinden.  Den 
A  Hemel  vuil  u  behoeden, 

)  Ongelooflijk  was  de  ongeduldigheyt  van 
Pon  Lopcz,  in  het  verwachten  van  den 
acnftacnden  morgen,  om  te  weten  door 
welcke  handt  hem  defen  brief  gefchreven 
was ,  zijnde  de  hant  van  Lorize  daer  in  foo- 
danigh  verandert ,  dat  het  hem  onmooghr 
I  |ijck  was,  defelve  te  kennen.  Hy  kondede 
*  bcftelde  uure  niet  verwachten ,  maer  alfoo 
l  baeft  als  hy  opgeftaen  was  begaf  hy  ficli 

A  a    7  na 


I 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


f66 


D  ORTSCHE 


ftaende  op  de  aengewcfcn 
pïaets,  met  den  brief  in  de  handt.Hy  fteldc 
fich  aen  een  hocck,  om  te  minder  genen  te 
zijn,  endezedigheydt,  die  hem  van  defe 
onbekende  foo  ernftigh  bevolen  was , 
waer  te  nemen.  Eenigen  tijdt  daer  na  iagfc 
hy  verfcheyde  vrouwen  in  en  uyt  gaen, 
dewelcke  daer  hun  gebeden  quamen  doen, 
maer  omtrent  acht  uuren  quam  Lonze 
daer  oock .  met  haer  ge woonhjek  gdel- 
ichap.  Syhadt  den  Ridder  wel  haeftin  het 
ooee ,  fondcr  van  hem  bekent  te  zijn ,  om 
datdezedigheyt  van  haer  gewaet  ,  en  het 
kleet  dat  fy  over  haer  aengeficht  had,  nacr 
onkenbaer  maecktc.  H&bende  haei rg£ 
b-dtffedaen  ,  en  vaerdigh  zijnde ,  om  de 
Moeder  van  Cefalie,  cn*defe  felve  te  vol- 
een ,  leyde  fy  haren  brief  op  de  aengewe- 
fen  plaets.  Maer  fy  was  foo  verheught  van 
hem  ecfien  te  hebben ,  dat  fy  hem  aen  Ce- 
falie  wees,  aleer  fy  uyt  deKerck  gingk,  om 
daer  door  haerverkiefmg  tebcterte  we  - 
tieen.  Totdaer.en.toehadtdeonnoofele 
Cefalie  de  kracht  van  defe  tochten  noyt 
geproeft;  zijnde  haer  hetgeficht  en  het 
lefelfchapder  mannen  onbekent,  behal- 
ven  haer  afgefondert  leven ,  daer  m  ft» 
houden  wierdt ,  als  zijnde  geduunghhjek. 
,u(Tchen.  de  geheyme  wanden  van  haer 
Moeiers  huys  beflotcn  geweeft :  maei  loo 
hacft  als  <y  haer  oogen  op  Don  Lope* ;  gc- 
flagenhadt,  vandtfy  fich  tenhooghftcn 
op  getogen  ,  <ulck  een  fchoone  vyandt  van 


Arcadia, 


1  fcaer  gedacht  te  lïen.Lorize  \ 

I  ftcltenis,  die  fy  in  haer  merkte,  haer  aengê- 
boren  haet  toefchrijven  ,  dcwelcke  haer 

i  Broeders  Don  Lopez  roe  droegen  ;  en,  bc- 
drogen  door  dit  gevoelen,  liet  niet  na  Ce- 
falie  geduurighlijck  inet  fijnuytiteecken- 
de  hoedanigheden  te  onderhouden,  om 
alfoo  haer  liefde  te  meerder  te  wettigen : 
maer  eylaes !  het  waren  foo  veel  fulphur- 
priemen ,  daer  fy  de  aengroeyende  vlam- 
men van  Ccfal ie  meer  en  meer  mede  ont- 
ftack. 

Sy  eyndelijck  vervolgden  hunnen  wegh 
te  huyiwaert,  daer  Lorizc  nu  meer  als  voor 
heen  een  droeve  en  befwaerlijcke  gevang- 
kenis  vandt ,  alfoo  het  geficht  van  Don 
Lopez  haer  verlangen  meer  en  meer  hadt 
opgeweckt.  Ondertuflchen  defe  vrouwen 
waren  foo  haeft  niet  uyt  de  Kerck ,  of  Don 
Lopez,hebbcnde  fich  verfeeckert  van  het 
verborgen  pandt,  gingkhet  gehcym  van 
fijn  vorigen  Brief  in  defe  laetfte  onder- 
foecken  :  indewclckc  hy  defe  woorden 
vandt. 


Brief  van  Lorize  aen  Don  Lopez 
Pacheco. 

Van  de  nure  af  dat  myn  Vader  my  u  en  mijn 
(elven  ontnomen  en  ontvoert  heeft ,  ter  oorfaeck 
van  de  kennïjfe ,  detvekke  hy  van  «nsvoor- 
'V  \  nemen  gekregen  had,  hebben  mijn  oogen  niet  an» 
dert  gedaen  ah  wee?:en  ;  en  ick  bekenne  dat  de 

njjan- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


f<j3       DO  RTSC  HE 
wanhoop  een  eynde  van  mijn  leven  feu  hebben 
gemaeckt ,  maienm'ijnnoodtfaeckehjckheydt  en 
wijn  liefde  my  defen  vjeghmet  geef  ent  hadjx 
den.  Maer  dewijl  het  jckjnt  dat  mijn  ongeval 
felfmedebjden  met  my  gekregen  heeft,  enick  \ 
rwete  dat  wwEdebnoedigheyt  u  buytenaüe  befef*  \ 
fing  van  vreefe fielt ,  heb  ickgeen  fwarigheyiP  1 
gemaeckt  ute  bidden,  my  defen  aenftaenden 
vacht  te  komen  befeecken.    Ickben  in  het  huys  v 
van  de  Palomeques ,  daer  my  mijn  Vader  befieu 
heeft ,  om  onfe  onderhandeling .  door  detoejtcht  1 
van  de  Moeder  en  Sufler  van  uw  vyandëje  vet'  É 
hinderen*  De  aenrnercUng  van  deplaets,fchijnt  l| 
welmijnverfoeck  onbiüijck,  en  het  ondernam  \ 
gevaerlijck  te  [uilen  maken,  maer  vjanneerghy 
fult  toeten  dat  Uk  her  een  vertrouwde  vrien*  § 
dinne.die  my  behulpfaem  vjefen fal ,  verkregen 
hebbe  ,  fnltghy  hetgevaer  foo  hoogh  niet  ach* 
ten.  Debequaemfienure  fal  die  van  den  mid- 
dernacht zijn.    lek  fal  u  dan  aen  een  veynfier 
van  den  Hof  die  aen  de  firaetttftkomt ,  en  van 
de  andere gebuur-huyjen  afgefondertftaet, ver- 
wachten ,  om  dat  die  plaets  eenfaem  en  buyten 
gevaer  is.  De  duyfiemis  van  den  nacht  Jol  u  oeck  % 
gunftigh  ijjn ,  als  oock  het  af  fijn  van  uwe  vy- 
anden.  Ghy  xJjt  Don  Lof  ex,  Pacheco,  en  ick  die 
u  verfoecke ,  de  fiandtvafiige  Lorize.  hk  beb 
geen  beter  redenen, om  uw  moet  op  te  vjecken,ab  L. 
defe,gelijckghy  geen  genocghjame  fult  konnen  '■ 
vinden ,  om  u  van  dit  verfoeck  te  verfchoor.en ,  i ; 
-   omdefelve  een  volmaeckehhrmarejfe  niet  t*\ 
te  fiaen.  k 

Hoe  i 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  f6rj 
Hoe  menigerhandc  waren  de  gedach- 
ten die onfen  Edelman  ontruftigdê,  nadat 
\  hy  defen  brief  gelefen  hadt :  Hy  was  uyt- 
I  termaten  verblijdt  fijn  Meelterfche  weder 
?  gevonden  te  hebben,  die  hy  meende  dat 
)  voor  hem  t'ecnemael  verlorê  was.  Maer  acn 
J  de  andere  zijde  bèvandt  hy  lich  t'eenemacl 
ï  ongeruit,  aenmerekende  dat  het  huys  daer 
Xiyinbewaert  wierdt,  foo  vermoedelijck 
voor  hem  was,  dat  hetminlte  van  allen 
I  maghtigh  genoegh  was ,  de  groot fte  moe- 
i  oigheydt  flaeu whartigh  te  maecken.  Hy 

0  maeckte  duyfent  overleggingen  by  fich 
5  felven  ,  of  dit  voornemen  van  Lorizc  het 

betrachte  eynde  wel  fouden  bereyeken;  en 

1  viel  ten  laetften  inde  vreefc,  dat,  of  al  wel 
fchet  gcluck  hem  in  het  cerfte  gunftigh 
•  quam  te  zijn,  by  verloop  van  tijdt  lijn  gaen 

en  komen  ontdeckt  moght  worden,  en  al- 
foo  defejongk  vrouw  een  eeuwige  fchande 
op  den  hals  jagen,  beneffens  het  verlies  van 
fijn  eygen  aenfien.    Maer  gelijck  Vr  geen 
redenen  zijn,  die  een  Iterckegencgentheyt 
vermeefteren  konnen,  belloot  hy  evenwel 
het  begeeren  van  Lorize  toe  te  flaen,  en  na 
tekomen,en  eer  lijn  leven  in  gevaer  te  (tel- 
len, als  ongehoorlaem  te  zijn.   Hy  dan  be- 
;geeft  fichioo  heymelijckals  hy  konde ,  na 
ideplaetsdewclcke  hem  was  aengewefen. 
IHydtedtdc  ronde rondtfom denhof,  om 
3te  onderfoecken  of'er  nergens  eenige 
agen  geleght  wierden  ,  niet  dat  hy  geen 
"oet  vertrouwen  op  Lorizc  hadt,  maer  om 

dat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


fjo       DOllTSCHE  ■ 
dat  hy  vreefdedat  fy  oock  fou  konnen  ver-jta? 
raden  of  bedrogen  worden ,  nademael  eenlpa 
derde  haer  gehcym  wift.   Siende  dan  dati  w» 
'er  niets  te  voorschijn  quam ,  begeeft  hyl  n, 
fich  onder  het  veynfter  van  den  hof,  enira 
een  weynigh  tijdt  dacr  na  hoort  hy  eenie 
open  doen ,  daer  fijn  vriendinne  fich  lich-lp 
telijck  van  hem  deed  bekennen.  Sy  genoo-fr.t 
ten  met  malkander  eenige  uoren  een  ver-*ra 
makelijckeby-een-koraft,  en  fcheyden  at-to 
foo  vaneen,  nadatfy  bedoren  hadden .fc 
malkander,  foo  menighmael  als  de  gc|e-fct 
genthey  t  fou  aenbieden ,  op  de  felve  wijfie**? 
te  vinden.    De  blijdtfehap,  die  Lorixei^ 
door  de  aenfpracck  van  haer  vriendt  ge-fc* 
voelde,  was  tc  groot,  om  in  een  boefcm  al- 
leen befloten  te  blijven,  fy  moft  diehacm 
vriendin  Cefalicmedcdeelen:  maer  de  uyt- 1 
wereking  was  foodanigh ,  dat  Cefalie,  die 
het  aireets  mede  wech  had  ,  hoorendeditl 
acngenaem  verhael ,  by  het  quaet  dat  haeri 
alreedts  pi  jnighde  ,  noch  dat  van  de  mm-| 
yver  voeghdc,  watgewelt  fyoock  aen-; 
wende  om  het  een  en  het  ander  uyt  haer 
gedachten  te  bannen  i  jae,  in  tegendeel,  het  1 
gewertvan  haer  liefde  grocydein  fulckcïl 
manieren  aen ,  dat  fy  het  bedde  moft  hou- 
den, enfelf  ingevaer  van  haer  leven  gc- 
raeckte.  De  Geneefmeefters  wenden  alle 
hulp-  mjddden  aen ,  tegen  de  koorts  die  fy 
uytwendighfagen  en  voelden,  maer  dele 
waren  heel  ftrijdigh  met  de  wareheckte; 
die  haer  aentafte,  in  voegen  het  hoe 

lan- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


arcadia:       r7  i 

•>fL  langer  hoe  erger  wierdr.     Dc  groote 
M|genegentheyt  die  haer  Lorize  droegh , 
verbondt  hacrgeduurigh  by  haer  tcblij- 
.ven,  waerover  fy  de £elegenthcydt  niet 
s  nemen  konde,  om  haer  Vriendt  Don  Lopez 
■  1  °P te  wachten ,  alioo  fy  des  nachts  ,  fondcr 
«groot  vermoeden  aen  de  Moeder  van  Cefa- 
j  »ihc  te  geven.niet  derfde  uy t  de  kamer  gaen. 
Evenwel  bleef  fy  niet  t'cenemael  ionder 
3  vertroofting.    De  laetfte  reyfe  dat  fy  Don 
:>  Lopez  gefproocken  hadt ,  waren  fy  onder- 
ahnge  overeen  gekomen,  dat  wanneer  de 
'  gelegcntheyt  niet  diende  om  by  malkander 
ste  komen  ,  hy  aen  dc  veynfter  van  den  hof 
-  ©een  woort  fchrifts  aeneendraet  fou  vin- 
.itdcn  hangen ,  waer  uy  t  hy  de  reden  van  haer 
r;  verhindering  verftaen  fou.  Met  defe  vondt 
>  mollen  fy  fich  behelpen  ,  om  dit  af-wefen 
reen wcynigh  te  verfoeten.  Lorize,  die foo 
i  blint  in  de  fieckte  van  haer  vriendinne 
fwas,  alsdeGenecf  meerters  felf,  gaf  haer 
aróionnooflijck  defe  haer  vondt  te  kennen  , 
udaer  defe  iïecke  fchcen  een  groot  ver- 
maeck  in  te  nemen  i    ondertuirchen  vol- 
komen berecht  krijgende  vandegehey- 
..3  men  van  hun  liefde,  gelijck  fy  haer  ge- 
ï  noeghfaem  verbandt,  om  niet  voor  haer  te 
verfwijgen,  wetende  door  haer  ^acuwe 
3  geeft,  die  al  die  van  haren  ouderdom  te  bo- 
even gingk,  het  binnenftc  uyt  het  hart  van 
Lorize  te  halen.    Defe  loofc  Cefalie  hadt 
.shiet  foo  haeft  het  naeuwfte  berecht  van  de 
-onderhandeling  van  Don  Lopez  en  Lorize 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


f7*  DORTSCHE 
gekregen,  of  fybefloot  fichdaer  van  te 
dienen,  omalfoo  een  hulp-middel  voor 
haer  quael  te  vinden ,  en  haer  leven  van  de 
doodt,dcwelckehaerdreygde,teverlo(len. 

Ondertuffchcn  de  hindcr-palcn ,  dewelcke 
Don  Lopez  geduurighlijck  in  fijn  liefde 
voorquamen ,  en  de  kleyne  gelegentheydt 
dewelcke  hy  faghom  die  te  boven  te  ko- 
men ,  bcgoftcn  hem  moede  te  maken ,  en 
fijn  geneger.theyd*tc  verminderen ,  even- 
wel liet  hy  fulcks  niet  ten  vollen  btijcfcen  •  i 
en  vervolgde  alle  nachten  fijn  veynfter  tel* 
befoecken ,  om  tijding  van  Lome  te  hoo- 
ren,  en  haer  van  fijn  ftandt  te  laten  weten.** 
Maer  ten  laetften  ,  t'eenemael  moede  vaafc; 
al  dit  vergeefs  gaen  en  komen ,  liet  hy  Lojfev 
rizedoor  een  brief  ken  weten,  dathyge-jfr, 
drongen  was  een  kleyne  reya  aentene-ft, 
men?  dewelcke  hyhaer  verfocht  hem  te*,, 
willen  toelaten,  en  dat  hyden  tweeden!, 
nachtdaeraen  fijn  affcheyt  van  haer  fout. 
komen  nemen.    Soo  haeft  Lonze  dele*, 
droevige  tijding  verftaen  hadt ,  hetfy  niet* 
na Ccfalie  die  mede  tc  dcelen,  noch  nat  van 
tranen  zijnde ,  die  fy  onder  het  leien  ge-  j 
ftort  hadt.    Cefalie  pooghde  haer  te  ver- 
trooften  ,  met  de  foetfte  woorden  die p 
konde  bedencken ,  maer  de  droefheydt  du 
fv  gevoelde  was  foodanigh  ,  dat  het  naei 
ónmooghlijck  was  gedult  tc  konnen  n* 
men.    Door  de  geweldige  quell.ng ;  4 
haer  geeft,  engebreck  van  haer  ordinaej 
voedffel,  verhitte  haer  het  bloet  in  fulckc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA 


oegen ,  dat  fy  door  een  brandende  koorts 
icngetaft  wierdt ,  dewelcke  haer  binnen  de 
ijdt  van  vieren twintigh  uuren  in  den 
lyterften  noot  ftelde.   De  nacht  dewelcke 
laerDonLopez  geftelt  hadt ,  om  fijn  af- 
dlcheyt  van  haer  te  nemen,  komteyndelijck 
iaën  :endeongeluckige  Lorize  ,  tiende  dat 
>f  haer  ongel  uck  haer  dit  genoegen  weyger- 
cdc ,  vandt  iïch  genoodtfaeckt  de  tuflchen- 
:finiddehng  van  Ccfalietegebruycken.  Lo- 
srize  dan  deedt  haer  verftaen,  hoedanigh  fy 
«haer  hulp  van  nooden  hadt ,  en  gaf  haer  een 
nbriefken,  het  wclckc  fy  hacr  badt  aenden 
ndraet  vaft  te  maecken.  Ongelooflijck  was 
edeblijdtfchap  dieCefalie  gevoelde,  over 
,-defe  onverwachte  gelegenthcyt,  dewelcke 
'fy  wel  meende  niet  te  laten  voorby  gaen. 
•  3Het  begin  van  de  iiecktevan  Lorize,  was 
shet  begin  van  degenefing  van  Cefalie,  ge- 
>(lijckof  den  Hemel  tot  dele  veranderingen 
Ifelf  geftemt  hidt :  foo  veel  als  de  ficcktc 
vi  tfcan  Lorize  aennam  ,  foo  veel  nirn  die  vin 
ïCefalieaf ,  en  dit  verfoeck  dat  hacr  Lorize 
>*|decdt,  wasmiddels  genoegh  om  Cefalie 
ovolkomentlijck  te  genefen,  Behalvcn  dek 
3gelegentheydt,  kreegh  fy  oock  dele,  van  de 
akamer  van  Lorize  voor  haer  alleen  te  laten, 
JjAiyt  vree fe, foo  fy  voorgaf,  hier  ruft  te  ver 
oftooren  ,  en  hacr,  wanneer  fy  in  (lilte  was , 
fhlleen  te  laten  ,  om  haer  inde  fel ve  niet  te 
verhinderen.    Defe  vryheyt  wift  fy  wel  te 
ilgebruycken ,  om  haereygen  gedachten  op 
.;  ïfiet  papier  te  ftellcn ,  en  dat  briefken,  in  de 

plaets 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


«74  DORTSCHE 
plaets  van  dat  van  Lorize ,  acn  den  draet  t< 
hangen.   Wanneer  nu  de  uure  gekomet 
was,  op  de  wclcke  Don  Lopes  aen  het  vcyn 
fter  komen ,  en  iy  haer  loof hey t  uytvoerei 
fou,  begeeft  fichCefalie  na  de  gewoon» 
plaets.   Sy  hadt  foo  haeft  het  veynfter  me 
geopent ,  of  fy  vernam  Don  Lopez,  die  he 
gewoonlijck  teecken  deedt ,  om  fijn  vricn 
din  te  kennen  te  geven,  dat  hy  daer  wachte 
Cefalie  hem  dan  kennende,  liet  mcteei 
bevende  handt  den  draet  nederdalen ,  dae 
fy  haer  leven  of  haer  doodt  aengebondei 
hadt,  en  veynfendc  het  veynfter  te  lluyten 
liet  het  felve  een  wey  nigh  open ,  om  te  fier. 
hoehy  fichfou  acnftellen.   Don  Lopez 
celoovendedatdit  Lorree  was,  die  doe 
eenige  ongeluckige  voorvallen  gedronge 
wasfichtevertrecken,  begeeft  fich  na  d 
de  muur,en  taftende,  krijgt  dë  draet  en  hc 
papier  dat  daer  aenhingk  m  handen .   H  e 
welckehy  grooteren  fwaerder  als  na  ge 
woonte  bevandt  te  zijn.  Hy  begaf  fich  dae 
mede  na  fijn  huysj  maer  door  ongedult  v* 
denbrieftelefen,  kondehy  foo  lang  me 
wachten,  tot  dat  hy  te  huys  gekomen  was 
maer  hielt  aen  de  deur  van  een  Kerck  ftil 
daer  een  lamp  ontfteecken  was ,  en  openc 
aldaer  den  omflag  met  eenige  ontfteltenis 
dacrhy  een  brief  invandtvan  een  andei 
hant,  als  die  van  Lorize ,  gefchreven ,  im 
een  kleyn  doofken  van  gout,  geefmaheer 
daer  in  gefloten.Hy  (lont  een  wijl  verbael 
fonder  te  weten  wat  te  doen,  of  eerftde 

brie) 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  m 
.ef,  of  eerft  het  dooiken  te  openen  \  cyn- 
-M  Jclijckbegoft  hy  met  het  dooiken,  die? 
rj  ?en  (Irael  als  die  van  een  blixem  uytquam , 
Kiewdcke  hem  de  oogen  floegh.  Defe 
ij  juam  van  een  Afbeelding  voort,  dewelcke 
de  meette  fchoonheydt  vertoonde ,  die  oyt 
iffnikfr  oogh  onder  den  Hemel  gefien  heeft. 
iy  befagh  de  Af  beelding  een  lange  wijl  met 
jroote  verbaeftheyt,  en  opende  daer  op  den 
vief,  om  daer  door  fich  felven  in  dele  duy- 
terhey  t  licht  te  geven ,  na  dat  hy  het  doof- 
den weder  toege floten  had  :  maer  hy  vandt 
•  lier  noch  meerder  reden  van  verwonde- 
ing ,  als  hy  den  inhoudt  van  defelvequam 
*  verftaen,  dewelcke  foodanigh  was. 

Brief  van  Cefalie  aen  Don 
Lopcz. 

Daer  is  niet  als  den  Hemel  dat  het  lijden  weet, 
'f  tck  heb  uytgeflaen ,  eer  tck  my  foo  verre  heb 
I  'erven  inlaten  ,  als  defen  Brief  uyt  mpn  handen 
»  de  uwe  over  te  fenden,  en  roep  dtfelvl  tot  ge- 
uyge ,  ofmy  de/mert  tot  het  punt  van  de  doodt 
Mtgebraght  heeft  >  terwijl tckpooghde  mijney- 
tntegenflant  te  cvcrkomêten  eenfaek  te  bejlaen, 
iïe  mijn  eer  mgevaer fielt  x  by  defe,  die  een  doodt- 
yam  is  van  mijn  ge/lacht.  Maer  ind'.ede  opperflt 
acht ,  die  over  alle  anderen  heerfcht ,  heeft ge- 
tilt, my  in  uw genade  te Jlellen,om  uw  zegeteeke- 
;  m  y  over  de  volkomen  nederlaegh  van  ons  huys , 
«  vermeerderen ;  tot  wat  vry- plaets  fal  ick  my 
wgen  heren ,  daer  ick  my  fal  verfesckert  v'n:- 

den  ? 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


r7$  DORTSCHE  W 
den  ?  en  me  is  bet  die  my  befchermen  faüEntn- 
dien  de  dapper beyt  van  mijn  Vader  en  Broeders 
voor  uw  wapenen  beeft  weten  buyge.boefiu  het 
tnoogbUjckxtjn,  datdefwacketegenftandtvan 
ten  Dochter genoegbfam  feu  bevonden  VJordmi 
om  ficb  te  befchermen.  UtUes \  Den  Lopez ,  hot 
gro9tisiUge^engheyttéehetmtlottegensm  \ 

huys oefent,  nademael,  inde  pUets  van  voldoe 
mng  oen  onfe  belediging  te geven,  defelve 'tegen*  \ 
woordigb  een  nêeu  fitcbt-ofer  veer  me  Autaret^ 
Mu  erndaer ,  ahde laetfie reemdie u vanuw 
vyanden  noch  overig  was,ge*tfere  te  worde  .  Di 
kenmfjedieLotite  myvanubeeft  doenhebben 
beeft  u  een  volkomen  beerfebappy  evermygege-  i 
Ven,endiefoegeweldigb,datmijnbantmetzot  l 

derven  onder pen  u  defelve  uyt  te  drucken  \  be  ï 
balven  dat  de  tranen,  die  dit  papier  uyt  mtjnoo 
gen  befprengen  en  netten ,  geen  plaets genoegh  la  f 
ten,  om  daer  de  noodige  woorden  op  uyt  te  druc\ 
ken.    Indien  bet  verkoel ,  het  weleke  Lenze  nnf 
fiomenighmael  vanuw  verdienfiëgedaen  beeft f 
„neracbtigbzy.ismtjn  ftmabeydthcbtebjekt 
verfehèonen,  enickbeb  reden  te  hoopen  eemg 
gunfl  by  u  tevnden,  devjijlick  dezelve  verfeec 
%e  door  bemiddeling  van  deze  ïoodinne,die  defe) 
Brief  vergefelfcbapt.    icl^  bidde  u  oomoemf 
luckjiefdve  foogebeym  en  met  foo  veel  aenfie)  • 
H  bandelen ,  als  men  van  een  volmaeckt  Rid 
der,  daer  gby  den  naem  van  draeght  j  omtren 
httgefiacht  en  de  perfoon  die  defelve  meh 
brengt,  te  vemachen  beeft.  Uaer  om  my  dii 
vmtltedoen  genieten,  moet  gby  geen  ach 
*  J  flat  i 


ARCADIA.  f77 

pmopdt  verbittertheyt  die  ghy  hebt  telen 
mnt  naem,  noch  mffifanïep  by  die  fan 
Lm*  vtrgduckejaer  m  denckbeelt  de  af- 

ukïou  nop  Inboet  dat  Uk  van  u  verwacht 
nament!,^  uJeftn  aenfunde  nacht  ob  de 
gcwoonc  uure  enplaets  te  mogen  firn,  kpnnen 
verhop.    Den  Hemel  wil  u  dier  toeMeZ 
aen,  en  my  «engenaem  aen  uw*  oogoi  maken. 

Cefalie  Palomeque', 

DonLopcz.hebbendedefen  brief  door 
icien ,  en  den  naem  van  Cefalie  gefun 
meende  in  fijn  finnen  betoovert  te  zijn' 
Nu  fagh  hy  de  fchildcry  aen  ,  en  dan  ^ 
der  den  brief,  cn  konde  fich  niet  inbeelden 
heteenen  htt  ander  te  beiïtten  :  en  den 

verraft  hebben  ,  ten  waer  fijn  volck,  dat 
hem  iocht,  by  hem  gekomen  was.  Hy.fi  jn 
Dienders  kennende,  floot  fijn  brief,  en  dit 
kortelijck  afbeeltfel  weder  toe ,  en  einek 
met  hen  na  fijn  huys ,  foo  vol  verwonde- 
ring, dat  het  hem  onmooghlijck  was  ren 
oogete  luyckcn.    Ondertufilhcn  lieten 
oock  verfcheyden  na-bedenckin^en  niet 
na  hem  aen  te  taften,  als  of  dit  wel  een  la- 
gcen  loofheydt  van  haer  Broeders  moeht 
xijn  ,  om  hem  daer  door  te  verftricken  ■ 
maerfijudapperheydt  bchielt  ten  ahler- 
laetftedeoverhandt,  bencffenshet  verlan- 
gen fijn  goet  geluckte  onderfoecken 
ier  door  hybefloot,  alle  vermoeden  acn 

B  b  een 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


-7S  DOllTSCHE 
een  zijde  te  ftcllen ,  om  foo  fijn  eer  als  fijn 
leven  aen  de  handen  van  Cefahe  te  ver- 
trouwen. Met  dit  bcüuyt  verwachte  hy , 
metonlijdtfacmheyt,  debeftemde  ftondt, 
wanneer  hyeen  pantfierof  raalien-rock 
aentoogh ,  en  fich  van  andere  bequame 
wapenen,  om  in  tijdt  van  noot  wederltant 
te  bieden,  voorfagh,  en,  fondervanye- 
mant  vergefelfchapttezijn ,  om  beterde 
ftilte  te  genieten,  fich  na  de  gewoone 
plaets  begaf.    Op  het  eerde  aenkomen 
vandt  hy  het  alles  itil ,  maer  een  weymgh 
tijdts  daer  geweeft  hebbende ,  wierdt  het 
veynfter  llillckens  geopent ,  daer  fich  Ce- 
falie  in  vertoonde,die  hem  by  fijnen  naem 
groete.  Don  Lopez  vocghde  fich  daer  op 
dichterby  de  tralie,  en  brack  de ftilte  met 
defe  woorden  :  Ick  wil  voortacn  de  ge- 
dachtenisvan  Lorize  in  te  grooter  waer- 
den  houden,  endeuure  vanhier  eerde 
kennifle  zegenen,  dewijl  door  haer  toe- 
doen ,  de  afichrick  die  ghy  van  mijn  per- 
foon  mooght  gehadt  hebben ,  in  een  on- 
vercelijckelijcke  eer  verkeert  is.  Ben  ick 
betoovert ,  of  is  het  waerachtigh,  dat  ick , 
die  den  onvcrfoenlijcken  vyandt  ben  van 
oiw  huys,  magh  waerdigh  geacht  worden, 
voor  u  te  verfchijnen.  Voor  u,  wiens  vol- 
maecktheden  alle  bedenckingen  en  in- 
beeldingen overtrerTen.En  dat,in  de  plaets 
van  my  te  vernietigen ,  en  tot  aflche  te 
verbranden ,  ghy  my  toelaet  die pralen  te 
genaken  ?  Het  geen  ick  dan  te  bidden  hety 


ARCADIA.  f70 

is?dat  ghy  my  heIpt,Me,vrou  vv.de  behou- 
dmg  van  defe  roem  te  veiieeckeren 
Neemt  my  voor  u  flaef aen.en  gelooft,  dat 
ick,in  gevaer  van  mijn  leven  en  aenfien,  u 
al  de  proeven  van  een  volmaeek  te  gehoor- 
iaemheyt  toonen  fal.    Cefjlie  wierdt  foo 
opgetogen  door  defe  aengenamc  woor- 
den, dat  fy  van  blijdtfehip,  naeuwelijcks 
Will  waer  fy  was  ,  en  antwoorde  hem  ten 
eerften  met  een  fucht ,  en  daer  na  met  de 
ioetfte woorden  dichaer  delfde  konde 
mgeven,  die  ick  voor  by  wil  gaen  ,  om  u 
geen  vermoeden  te  geven,  dat  ick,  gelijck 
veel  andere  ,  die  uyt  mijn  ey gen  poot  fuy- 
ge.  Altoos  fy  bedanckte  hem  duyfentmacl 
voor  de  eer  die   hy  haer   acndeedt , 
en  beval  de  hare  aenfijr.  deughten  op- 
rechtigheydt ,  ey fchende  geen  andere  ver- 
gelding van  hacr  bettaen  ,  als  alleenigh  fo- 
danige,  daer  hem  fijn  eygen  deught  toe 
verbandt.Hem  voorts  gevende  tc  bedenc- 
ken,of  Lorize  veniienlkn  genoeg h  hadt, 
hem  tot  een  eeuwige  fliverny  te  verbin- 
den ,  of  dat  fy,boven  lucr,  het  voor  recht 
fou  mogen  bedingen.  Macr.bclloot  fy.Jioe 
het  zy  or  n-erjier  zy  fy  leve  of  fterve  in  uw 
gedachten  ,  ick  fal  my  noyt  als  over  mijn 
ongel uck  beklagen,  poogende door mijn 
tranen  mijn  brandt  te  bluffen,  en  mijn 
fmertdoor  mijn  lijdtfaemheydt  tc  over- 
winnen ,  en  indien  ick  heb  teftcnen  ,  fal 
icktenminrten  die  vertroofting  hebben, 
sJatickde  Moordcresvan  mijn  eygen  fel- 

B  b    2  ven 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


«■8o  DORTSCHE 
ven  niet  ben,  hebbende  de  ware  middelen 
gefocht,  die  tot  mijn  genefing  dienen. 

Don  Lopez  liet  niet,  hacr  met  veel  hof- 
felijckheden  te  betalen ,  ten  eynde  van  de 
welcke  fy  hem  ontdeckte,  wat  bedrogh  fy 
gepleeght  hadt ,  om  hem  haer  genegent- 
heydt  teontdecken,  gevende  hem  met  ee- 
nenden brief  van  Lorize,  om  daerop  na 
fijn  goet- vinden  te  antwoorden ,  hem  fwe- 
rendc,defelve  haer  getrouwelijk  ter  handt 
te  ftellen,  behoudens  dat  hy  niet  ontdeckte 
wat  ontrouw  fy  haer  gefpeelt  had.  Laten- 
de hem  anderfins  toe,  foodanigen  {tij  1  te 
gebruyeken  als  hem  goet  dacht ,  dewijl  fy 
welfoo  hoovaerdigh  was ,  als  fich  {elven 
alreedts  een  volkomen  macht  over  lijn 
ftantvaftighey  t  te  belooven. 

Daer  waren  omtrent  twee  uuren  verftre- 
ken  ,  dat  defe  twee  nieuwe  Minnaers  defe 
eerftelingen  van  hun  liefde  plucktenj  wan- 
neer DonLopez  niet  verre  van  fich  een 
ftommelend  gerucht  hoorde ,  het  geen  in 
het  naerderen  vaft  meer  en  meer  aenwies. 
De  duyfterhey  t  van  den  nacht  belette  hem 
te  fien  wat  het  was ,  evenwel  hy  vandt 
fich  genootfacckt  te  rugge  te  wijeken ,  en 
Cefalie  te  verioecken  ,  het  felfde  te  willen 
doen,  en  haer  veynfter  te  üuyten.  Hy  be- 
gaf fich  aenftondts  tuflehen  het  loof  en  de; 
ruyghte  van  de  groene  kruyden,aende! 
muurftaende,in,  fich  nederleggende ,  inJ 
f ulcker  voegen,  dat  defelve  hem  genoegh- 
faem  konden  bedecken ,  om  te  fien  waer 


A  R  CA  Dl  A.  r8l 
d rt  gerucht  van  dacn  quam.    Een  oo /en 
W.ck  dier  acn  fagh  hy  een  groot  getaC- 
wapende  lieden.  ^lJ»ige 

Hier  belt  Euftacch  io  een  weynigh  rtil , 
a  fo  h  y  bemcrekte  dat  I.ydamascn  Cly  ê 
een  kleyne  reden  twirtludden  acngevan- 
gen  ,  van  dewclcke  dele  fcer  op  den  onge- 
tle"hn  d  van fü°**fee IongkvrL 
wenbeftondt  uyt te  varen,  als  die  al  het 
vrouwchjek  geüacht,  oWoodaniw  on- 
™h?H   Vr'TcdjShcvt,  van  hS  ge- 

verkja.en.^handcacndcdcni  cnLy.iamas 
defelve  dacr  m  focht  te  VerfcJtoonen  ,  fich 
op  de  gewoonte  van  die  talden  beroepen- 
de .  Euaacchio.hcn  willende  fcheyden 
viel  daer  tuflehen  in,  feggcndcMf  vrouw 
men  heeft  te  weten  ,  dat,  behal ven  de  £ 

ZT\Ca  "Ianlere'  dicdi<*mael  deon- 
wettighlte  dingen  ccnighfins  fchijnt  te 
Wettigen  ,  noch  een  andere  verbintenis  in 
die  geweftcn  is,  die  de  vrouwen  aldaer  tot 
die  fpoorlool  heyt  kan  bewegen  ,  nament- 
lijck.de  forge  die  men  aldaer  aenwent,  om 
hen  bedeckt  en  onbekent  voor  het  oogc 
der  mannen  te  houden,  wacrdoor  iy  groot 
gevaer  loopen  ,  om  noyt  by  nageiien  ,  en 
d«en  volgens  fwaerlijck    aengcibcht  te 
worden  ,  terwijl  fy  door  hun  jaloufyen  , 
gehjek  iy  de  dichte  traliën  van  hun  veyn- 
iters  noemen  ,  een  yder  Hen  en  bekennen  , 
en  alfoo  menighmael  verkieien,  fondcr 
hoop  van  verkoren  te  worden  te  hebben , 

B  b    3  Wacr 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


f  ^  2,  U     V/     L\      *  ^     —  - 

waer  door  fy  fich  dickmacl  genootfaeckt 
vinden,  hun  genegentheden,aen  die  fy  wei 
willen,  te  openbaren ,  indien  fy  niet  al  be- 
vende, en  ongelieft  willen  blijven.  Sulcx 
neemt  geenfins  de  onwettigheyt  van 
hunnen  handel  wech ,  berechte  Clytie 
daer  op ,  alfoo  noyt  Dochter  haer  gedach- 
ten verder  als  de  verkiefing  van  haer  Ou- 
ders behoort  te  laten  gaen,  en  een  yder  lbo 
veel  fchaemte  behoorde  te  hebben  ,  als 
geen  man  foo  veelgefagh  over  haer  eer- 
baerhey t  te  geven.  Penander ,  haer  reden 
geprefen  hebbende ,  verfocht  den  Italiaen 
infiinredenvoortte varen.  Wantwyfijn 
felve  met  hem  (vervolghde  Euphemia>n 
dearootfte  benaeuwtheytterwejelt,ter 
ooFfaeck  van  defe  gewapende  heden ,  die 
hem  foo  onverwacht  overgekomen  zijn , 
datwy  van  nu  af  aengeen  andere  ftaet 
maecken,  alshemterftontontdcckt,  en 
inftucken  gelcheurt  tefien.   Wy  lullen 
hem  liever  van  dat  gevaer  (antwoorde 
Euftacchio)  verlofTen ,  niet  tegenftaende 
defe  nieuwe  aenkomelingen  geenfins  van 
fiinbefte  vrienden  zijn.   Hy  dan  fich  een 
wey  nigh  herhaeit  hebbende ,  vervolghde 

aldus.  r  mjt. 

Iudien  oyteenigh  Ridder  of  Minnaer 

reden  gehadt  heeft,  verradery  en  bedrogh 

te  vermoeden,  waerlijck  Don  Lopez  nadt 

daer  het  meefte  recht  van  de  wcrelt  toe  : 

iae  hy  quam  foo  verre ,  dat  hy ,  in  fpijt  en 

xnifvertrouwen  vande  fchoone  woorden 

^  van 


DORTSCHE 


y 

M 

}j 
v 

^3 


ARCADIA: 

van  Cefalie,  niet  anders  geloofde,  of  fy  had 
hem  aen  haer  Broeders  verkocht,  en  rtont 
nu  om  hem  te  leveren;  na  dat  hy  foo  Ioof- 
hjck  door  het  aes  van  hner  brief  aen  den 
angel  was  geraeckt.    Zijnde  dan  in  dat 
gevoelen,  nam  hy  evenwel  voor,  fijn  leven 
iood-cralshykonde  te  verkoopen-  even- 
wel w.ldc  hy  het  gevaer  niet  voor  loopen  , 
maer  wachte  met  kloeckmoed.ghcyttct 
dat  hjn  vyanden  hem  op  quameniwanncer, 
inde  plaetsvantenaerderen,  hy  hen  nac 
een  kleyne  poort  van  den  hof  faghgaen, 
dewclcke  omtrent  hondert  fchreden  van 
hem  at  ftondt ,  daer  fy  een  eyndiken  bran- 
dende Jont  in  de  lucht  fmeten ,  het  welck 
door  die  van  binnen  met  het  felveteec- 
ken  beantwoordt  ,  en  daer  op  de  poort 
geopent,  en  terrtont  weder  toegcfloten 
wiert.  Soo  haeft  dcfe  gewapende  binnen 
waren,  en  Don  Lopez  niemandt  meer  om- 
trent fich  fagh ,  gingk  hy  na  het  ey  ndc  van 
de  ftraet ,  wier  langs  dit. volck  gekomen 
Was,  daer  hy  een  troep  R  uyters  gewaer 
Wierdt,  die  fich  tegen  een  gi'ooten  tooren 
van  de  Stadt  in  order  geftelt  hadden  ,  de- 
welcke  fcheenenhet  geleyde,  vandefe, 
dewelcke  in  gegaen  waren  ,  te  zijn.  Al 
defeomflandigheden  deden  hem  geloo- 
ven,  dat  de  Palomcqucs,  Broeders  van  Ce- 
falie,  in  deStadt  waren,  en  dat  fy,onweten- 
de  van  hun  komft,  en  onnoolel  van  eeni^e 
verradery  was.  Lopez  achte  fij  n  belang  te 
feer  daer  aen  gelegen  te  zijn ,  als  toe  te  la- 

B  b   4  ten, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


ir 


DOU.TSCHE 
«n,  dat  fijn  vyanden  alfoo  in  de.Stadt  fc* 
den  neftelen,  en  om  te  toonen,  dat  ny  Ken- 
nis had  van  hun  minfte  tochten,  w.lde  hy 
hen  een  valfchen  alarm  geven ,  gelijcK  ly 
hem  gegeven  hadden.    Hy  dan  begeeft 
fich  in  aftei  haeftna  fijn  huys.daerhetal  m 
diepe  ruft  bgh,  behalveneenkamer-die- 
naer ,  op  dewelcke  hy  fich  feer  vertrouw- 
de ,  deFe  landt  hy  terftondt  aen  fijn  vrien- 
den, om  hen  aentefeggcn.datfyfich  by 
fiinnuysfouden  latenv.nden.  Metdefe 
begeeft  hy  fichnuxtepacrt.en  doorveel  K 
van  fiinhuvfgenotenvergefelfchapt ,  laet 
denatom  blffen,  op  dat  de  Womeques 
fuUk.  hoorende,  tijdtmoghten „hebben 
om  te  vertrecken.  want  hy  wilde  fich 
gSnfins  van  het  voordeel .  het welcke :  hy 
f  U  doe  op  hen  hadt .  dienen ,  alfoo  hy  hen 
lichtelijck  in  handen  fou  gekregen  heb- 
ben,  indien  hy  hun  Sufter  mmderachtmg 
toedragen  hadt.  Wanneer  hy  nu  oor- 
fl«fde  datfy  tijdts  genoegh  hadden  ge- 
hadt,  omfich  felvenin  fockerheydtte 
ftellen ,  hielt  hy  fich  als  of  hy  hen  wilde 
lain  foecken,  en  inde  p.aets  van  d.cn 
iegh  te  nemen,  dewelcke  hy  wel  w.ft  dat 
fy  door  moften,  fioegh  geheel ?en  andere 
in,  komende  alfoo  weder  te  rugge.  fonder 
veis  uytgerecht  te  hebben ,  en  doende  op 
het  aen-Tcomen  van  den  dagh  de"  aftocht 
blafen-Ondertufichen  was  hy  in  het  groot- 

fteoneedult  vande  werelt,  om  te  weten 
door  wat  middel  Cefalie  in  haer  kamer 


m 

Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  f$f 
was  geraeckt,  fonder  van  die  vernomen  te 
zijn  ,  die  foo  onvoorfiens  in  den  Hof  ge- 
komen waren ;  waer  door  hem  den  dagh 
feer  lang  en  verdrietigh  viel.  Eyndelijck 
evenwel  komt  de  lang  gewenfchte  uur 
aen;  hy  begeeft  fich  na  de  ordinareplaets 
van  hun  gefpreck,  daer  hy  Cefalie  vandt, 
die  mede  om  fijnent  wil  indegrootftebe- 
naeuwtheydt  van  de  werelt  was  gew  eelt , 
vreefende  dat  hem  eenigh  ongeval  beje- 
gent was.    Maer  om  malkander  uyt  het 
verlangen  te  helpen ,  vertelde  haer  Don 
Lopez  eerft  al  wat  hy  gedaen  ludt ,  het 
Welcke  haer  groot  genoegen"  toebraght, 
in  vergelding  van  het  welcke  fy  hem 
weder  vrymoedigklijck  deoorfaeck  ont- 
deckte ,  waerom  haer  Broeders  gekomen 
waren ,  namentlijck,  om  haer  moeder  de 
gelegentheydt  vaneen  Houwelijck,voor 
haerCefalie,  aentedienen.  Kortelijck 
het  eynde  van  dit  nacht-gefpreek  was,dat 
Cefalie  Don  Lopez  beloofde,  het  Houwc- 
lijck.foo  veel  haer  mooghli  jck  was,uyt  te 
ftellen.    Don  Lopez  ftelde  haeroock  de 
antwoort  op  den  Brief  van  Lorizc  ter 
handt ,  en  alfoo  fchcyden  fy  voor  dien 
nacht. 

Ondertuflchen  bleef  de  arme  Lorize 
onkundigh  van  het  ongelijk  datmen  haer 
aendeed ,  latende  fich  van  Cefalie  alles  wijs 
maken  wat  defe  wilde,  het  welcke  hier 
in  haer  fieckte  en  quelling  ten  minden  on- 
lerhieldt.   Sy  door-las  den  brief  die  haer 

lb  j  Ce- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


*%6      DORT  SC  HE  M 

Cefalie  ter  hant  ftelde ,  na  dat  ly  haer  ver- 
haclt  had,  het  hacchelijck  ongeval  dat 
Don  Lopez  gedreyght  bad,  het  welcke  fy 
feydedeoorfacck  vart  haer  lang  vertoeven 
oeweeft  te  zijn.  Den  inhoudt  van  defen 
brief  was :  Dat  Don  Lopez ,  hebbende  de 
fieckte  van  Lorize  verftaen ,  het  voor- 
nemen van  te  vertrecken  geftaeckt  had  , 
dat,  dewijl  hy  fagh  dat  de  yreefe  van  fijn 
afzijn  haerfoodanigen  öuelhngaenbragf, 
hy  haer  beloofde  alle  gelegentheden,  die 
haer  droefheyt  moghten  veroorfaecken , 
uy  t  fiin  hart  te  bannen,  haer  biddende,  tot 
b  'fluyt,goede  onderhandeling  met  Cefalie 
te* houden,  door  wiens  toedoen  fy  bequa- 
melijck  hun  brieven  konden  wiffelen. 
Soodanigh  was  de  vertroofting.  die  Lon- 
zc  door  dit  bedrogh  ontfing,  dat  haer 
fieckte  dagelijcks  meer  en  meer  begoft  te 
minderen ,  maer  fy  was  foo  afgemat,  dat» 
al  eer  fy  de  macht  had  om  uyttegaen  , 
Don  Lopez  en  Cefalie  tijdts  genoegh  had- 
den, hunfpeluyttefpelen.  Terwijl  Don 

Lopez  fichaldus  in  fijn  liefde  onderhield  , 
waren  dePalomeques ,  fijn  vyanden ,  niet 
{til,  maer  leyden  geduurighh jk op  hem 
toe  y  om  hem  door  den  eenen  of  den  ande- 
ren middel  in  handen  te  krijgen,  en  op 
eenmaal  al  het  leetdathy  henaengedaen 
had  te  wreecken  fy  hielden  altijtecn  ver- 
fpieder  in  de  Stadt ,  die  al  fijn  gangen 
waer  nam,  en  fijn  Meefters  geduunghlijclc 
vau  alles  onderrechte.   Pelè  volvoerde 


ARCADIA.  T87 

fijn Iaftfoo wel,  dat  hy  wel  haeftgewaer 
wiert,  dat  onfen  Minnaer  alle  nachten 
uy  tgingk.om  op  een  plaets  te  gaen.daer  hy 
geen  ander  gefelfchap  als  de  liefde  van 
noodenhad»  Dele,  Tonder  vorder  te  ver- 
nemen ,  wat  plaets  het  waer  ,  daer  hy  alle 
nachten  heen  gingk  ,  gaet  terftont  fijn 
Meettors  de  tijding  van  dir  gacn  cn  komen 
brengen.    Defe  wilden  geen  tij t  verloren 
laten  gaen ,  om  defen  hunnen  vyant  te  be- 
traepen.    De  lichtigheyt  die  fy  hadden 
om  t'allen  tijden  in  de  Stadt  tekonnen  ko- 
mcn,gafhen  daer  goede  gelegenthcyt  toe, 
en  moedighde  hen  tot  den  acnvangk.  Het 
geviel  dan  dat  Don  Lopcz,  bcfigh  zijnde 
met  fijnCefalie,  om  te  Tarnen  de  midde- 
len ,  van  haer  Houweli jek  te  verhinderen, 
fdaer  fy  door  haer  Moeder  Teer  toe  aenge- 
drongen  wiert)  te  beramen  ,  fijn  reden 
door  een  geroep  van  ontallijcke  itemmen 
verhindert  vant,  het  wclck  gevolght 
wiert  van  ccnyflelijck  geklanck  van  Wa- 
penen j  het  weick  dién  Ridder  deed  gcloo- 
ven,  dat  defen  alarm  van  fijn  vyanden 
voortquam.    Hy  nam  terftont  fijnoor- 
hi  van  Cefalie.die  valt  beefde  als  een  loof, 
en  hem  op  fijn  eedt  afvorderde  haer  van 
hem  te  laten  hooren,  indien  hy  het  gevaer 
ontquam.  Gelijck  als  Don  Lopcz  gedacht 
l  had  ,  lbo  was  het  oock ,  de  l'alomeques 
waren  dien  nacht  heymelijck  in  de  Stadt 
gekomen,  en  hadden  fichterliont  na  het 
auys  van  Don  Lopez  begeven ,  het  fel- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ƒ38 


DORTSCHE 


ve  overweldight,  en  alles  wat'eringe 
yonden  wierdt,  neder  geir.aeckt,  en  na  da 
fy  alle  hoecken  en  winckclen  door  ge- 
tocht en  geplondert  hadden,  de  wooning  i 
aen  brandt  gefteecken.    Dit  gedaen 
hebbende  ,   vallen  fy  op  fijn  mede- 
ftanders ,  daer  fy  defelve  wreetheyt  en  dol- 
heyt  aenrechten ,  foo  dat  men  noyt  in  ee- 
nige Borgerlijcken  oorloogh,  fulckeen 
verwoefting  in  eenige  ftadt  van  eygen 
ingefetenen  gefien  heeft.  Ondertuflchen 
onïenMinnaer,volfpijt,  van  wegen  het 
voordeel  dat  fijnvyanden,  door  fijn  ver- 
fuym,op  hem  gekregen  hadden,  wilt  niet 
wat  te  beginnenj  hy  derfde  fich  fel  ven  aen 
defe  woedende  Barbaren  niet  vertoonen  * 
niet,  dat  hy  niet  garen  fijn  leven  aen  de 
fchimmen  van  detë,  die  voor  fijn  feeck  ge- 
{neuvelt  waren ,  fou op geofifert  hebben, 
maer  om  dat  hy  alleen  te  fwack  tegen 
fulck  een  menighte  was.   Al  het  gene 
hy  indefe  gelegenthey  t  konde  doen ,  was, 
fich  in  het  eerde  huys  van  fijn  vrienden , 
het  welcke  hy  open  vandt,  te  begeven, 
daer  hyby  geval  een  van  fijn  Dienaers 
vandt,  die  de  raferny  van  fijn  vyanden 
ontkomen  was,  en  fijnen  Heer  vertelde : 
hoe  de  Palomeques  tot  fijnent  huys  ge- 
houden hadden,  en  hoe  eenige  van  lijn 
vrienden  en  de  reft  van  fijn  huyfgefin  iicn 
op  een  kley  n  (lot ,  het  welcke  hem  toebe- 
hoorde, ftaendc  omtrent  dry  mijlen  ^ van 
Toledo ,  en  op  een  hoogh  en  fteenachtign 

2^ 


ARCADIA.  «fc 

geberght,  beneffens  al  fijn  koftelijckfté 
goederen  en  juwcelen  , begeven  hadden. 
De  Meefter  van  dithuys,  dacrfich  Don 
Lopez  in  begeven  hadr ,  was  de  Vader 
van  defen  Dienaer,  die  hem  defe  tijding 
braght,  waer  over  hy  aldaer  fecr  wel  ont- 
haelt  en  verborgen  wierdt,  a!-hoe  welde 
Palomeques  groote  ftraf  aen  een  yderge- 
dreyght  en  doen  verkondigen  hadden,  die 
fou  onderrtaen  Don  Lopez  in  fyn  huystc 
nemen.  Men  fou  naeuwel.jcx  konnen  be- 
ichnjven  ,  wie  van  defe  twee  gelieven  de 
mcefte  quelling  gevoelde ,  geduurende  dit 
onweer  ,  of  Don  Lopez,door  fijn  verlies , 
en  het  miflehen  van  fijn  beminde ,  of  Ce- 
falie  ,  door  de  vrees  die  fy  voor  haer  Don 
Lopez  had;  doch  defe  laetfte  was  het  mee- 
fte  te  beklagen,  alfoo  fy  foo  ongel  uckigh 
was,  dat  fy  haer  verdriet  door  geen  teecke- 
nen  derfde  laten  blijeken  ,  maer  op  krop- 
pen mof}.  Al  het  geen  men  aen  haer  Moe- 
der boodtfehapte,  van  wegen  de  overwin- 
ning van  haer  Sonen,  was  haer  een  fteeck 
in  haer  hert,  en  vermeerdering  van  haer 
quelling,  ja  haer  liefde  overwon  de  natuur 
ielve,  doende  haer  1'elf  met  het  bloedt  van 
haer  Broeders  haer  Minnacr  het  voordeel 
toewentchen.    Soodanigh  was  haer  on- 
ruft, terwijl  Don  Lopez  van  fijn  zijde  niet 
vry  wis,  lijdende  evenwel  met  gedult  de- 
fen aenlloot  van  fijn  ongeluck.  Maerge- 
lijck  het  ongeval  (ich  wel  haelt  vermoey  t 
yant  defe  te  beftrijden ,  die  haer  met  mot: 

Bb    7  tegen- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCHt 


ttgenftaen,  atfoo  liet  fy  oock  wel  haeft  af, 
dcfen  dappere  Edellink  dus  hevigh  aen  te 
taften,  gevende  plaets  aen  eé  gelegentheytf 
dcwclcke  fich  aen  boodt ,  om  eenige  vol- 
doening voor  dit  ontfangcn  verlies  te  ver- 
krijgen.  De  Palomeques ,  hebbende  een' 
wi  ltiidts  naLopc»  omgefien,  en  hem 
niet  meer  in  de  Stadt  vernemende ,  geloor- 
dendat  hymede  uyt  fijn  Vaderlandt  ge- 
vlucht was,  en  trocken  derhalven  uyt,om 
ceni£ren  oproer  te  ftillen ,  die  in  een  van  de 
voornacmfte  vlecken  van  Caftille  ontftaen 
was,  gelijck  het  geheele  landt  als  doe  vol 
twiften  muyterywas.   Op defe  tijding 
beftoot  Don  Lopez  wederom  uyt  fijn 
fchuylhoeck  te  voorfchijn  te  komen ,  om 
fijn  verftroyde  troepen  by  een  te  verfame- 
len,  en  een  goede  gelegenthey  t  af  te  wach- 
ten, omfich  eenmaelopfijn  vyandente 
wreken.  Maer  aleer  hy  uy  t  de  Stadt  ver- 
treek,  wilde  hy  fijn  beloften  aen  Cefahe 
voldoen,  en  beproeven,  of  de  overwin- 
ning  van  haer  Broeders  haer  genegent- 
hey  t  niet  verandert  hadt }  zijnde  door  de 
oneemeene  fchoonheydt  van  defe  de  ge- 
dachtenis van  Lorize  t'eenemael  uyt  fijn 
hert  wech  genomen ,  daer  mede  feer  toe- 
geholpen  hïdt ,  dat  haer  Vader ,  hebbende 
fich,  alsgcfeght  is,  aendez.jde  van  de 
Palomcques  begeven ,  defen  raedt  van  al 
defeverwoefting  aen  te  rechten,  aenfle- 
ftl  ve  gegeven  hadt ,  invoegen  hy  aen  haer 
aietmetr  dencken  konde,  als  met  een 


MM 

f  cc 


ARCADIA.  "f9i 
ornemen  ,  om  haer  kuyiheydt  te  ver- 
korten ,  tot  wraeck  van  het  leedt  dat  hy 
van  haer  Vader  ontfangen  hadt :  maer  fijn 
gemoet  was  te  Edel  om  fulck  een  fnoodt- 
,  3  heydt  te  beft aen ,  waer  over  hy  van  twee 
uquaden  het  rainfte  verkoos,  nemende 
-  de  onftantvaftigheyt  voor  verradery.  Om 
ii  dan  fijn  voornemen  uyt  te  voeren,begeeft 
(hy  fich  des  nachts  tenhuyfen  uyt ,  alleen» 
(üjckmet  defen  Dienaer  vergefclfchapt  l 
3  hebbende  een  dieven-lantacrn  by  fich ,  en 
jkomt  foo  aen  den  muur  van  den  hof,  die 
a  hem  menighmael  foo  dier  geltaen  hadt. 
}Hy  deedt  hetgewoonlijck  teecken,  maer 
i  wierdt  van  niemant  beantwoort  j  hy  talie 
iniet  de  hant,nadcn  gcwoonlijcken  draet ; 
ij  dien  hy  in  handen  krecgh,  en  een  brief  ken 
idat  daer  aen  vaft  gemaeckt  was ,  gelijck  fy 
ifulcksalle  nachten  onderhielt,  hetlclve 
rmet  den  morgenfront  weder  wechncmen- 
jde.  Hy,  met  het  ielve,  begeeft  fich  t  ien  of 
*twaelfichredcn  vandacr,  en  las  het  fchrift 
\by  den  Lantaern ,  vindende  daer  in  dcfe 
woorden. 

Brief  van  Cefalie  aen  D.  Lopez. 

Indien  den  Hemel  n  in  het  midden  van  al  de', 
1  (è  vertcoeflingen  betcaert  heeft  >  en  uro  ontfan- 
ngen  leet  tivo  geenjïnts  u  eedt  doenvergetenynoch 
u  liefde  in  h.iet  verkeeren ,  foo  blij  ft  doch  niet 
'vgebreecken ,  u  defen  naefl-aen  ftae?iden  nacht 
l  hier  te  laten  vinden ,  tot  u  en  mijn  verge* 
egen.  Met 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCHE 


eeft  fich  Dor 


berichting 
Lopez  weder  nae  fijn  verblijf- plaets ,  om 
de  tijt  te  verwachten,  dewelcke  hem  ge- 
ftelt  was  ,  hebbende  ondertuffchen  duy-iü 
fent  gedachten  wat  het  moght  zijn ,  dat» 
Cefalie  hem  wilde  te  kennen  geven.  Wan-1 
neer  eyndeiijck  de  uur  aengekomen  was , 
gaet  hy  na  de  gewoone  plaets ,  op  de  fel 
ve  wijfe  als  den  voorigen  nacht  verfeit 
Hy  was  daer  nauwelijcks  gekomen,  of  hy 
hoorde  Cefalie  aen  het  veynfter  fuchten , 
om  hem  te  toonen  de  ongemeene  droef- 
heyt  die  fy  ontfine  uyt  de  vreughdc  van 
haer  Broeders ;  om  het  welcke  te  beveili- 
gen ,  deed  fy  hem  weten  *  dat  fy  beuoten 
had,  alles  te  doen  wat  hy  van  haer  begeer- 
de.  Indien  ghy  begeerte  hebt ,  antwoor- 
de  Don  Lopes ,  om  my  op  het  alderhoog- 
fte  te  verbinden  ,  de  gelegent  heyt  biedt 
fich  tegen  woordigh  daer  toe  aen,  die, 
voor  by  ge wefen  zijnde ,  milTchien  novi 
weder  verfchijnen  lal.  Hebt  ghy  liefde 
en  trouwe  gcnoegh,  fchoone  Cefalie,  om 
op  deie  tegenwoordige  ftont  uw  huys  te 
verlaten,  en  my  te  volgen?  Jae  ick,  ant- 
woorde  Cefalie  al  bevende ,  en  met  een 
groote  fuchtj  twijffelt  niet,  ick  heb  u 
fulck  een  volkomen  maght  over  my  gege- 
ven, dat'er  niet  is,  het  gene  ick  om  uwent 
wil  niet  fou  verlaten.  Evenwel  fal  het  al- 
leen op  die  voorwaerden  zijn,dat  ghy  my 
voor  uw  bruyt  houden  fult,  en  dat ,  tot  'er 
tijde  ons  houweüjck  volkomentlijck  lal 


ARCADI  A.  SOr 

i  voltrocken  zijn,  wy  met  malkander  als 
.  f  Broeder  en  Sufter  fullen  leven.  Ick  roepe 
daer  over  de  hoogcMajefteyt  tot  getuy  ge, 
antwoorde  DonLopcz,  cnbidde  dat  die 
.  my  door  fijnen  Blixcm  wil  ichenden,  in- 
|  dien  ick  cenigh  ander  voornemen  heb',  als 
de  minfte  van  uw  bcgeertC-,  als  een  heylige 
I  wet  te  onderhouden.    Het  ongeluck,  het 
;we!ckc  niet  fdden  onfe  aldergrootfte 
|  hoüP  hefpor,  liet  fich  oock  nu  aenficn  ,  de 
uytvoering  van  dit  werek  te  lullen  ver- 
S  hinderen.  Lorize,dicfelden  Hiep,  door  de 
9  aenmereking  van  haer  ellenden.hadt  me- 
3  nighmaelgehoort,  dat  Cefalic  des  nachts 
l  ftillekens  uyt  haer  kamer  gingk.  Dit 
9  deedt  haer  gelooven,  dat  fy  eenigen  handel 
b  dreef ,  die  fy  haer  niet  wilde  gemeen  ma- 
v  ken.  Dit  gaf  haer  eenigh  mifnoegen,  aen- 
eemerekt  fy  haer  foo  vrymocdighlijck 
3  5acr  hert  ontdeckt  hadt;evenwel  wilde  fy 
iaerover  haerbeklagh  tegens  haer  niet 
iocn ,  maer  uyt  wachten  dat  de  ti  jdt  haer 
i  Je  rechte  waerheydt  van  alles  ontdeckte. 
De  kleyne  hoop  die  fy  hadt ,  van  oy  t  het 
ongetrouwe  voorwerp  van  haer  lijden 
lieer  te  fien,  onderhielt  haer  geeft  met 
-  luyfent  droeve  quellingen,  juyftopdie 
fc  ijdt  wanneer  Cefalie  uyt  haer  kamer 
jingk.om  voor  dele  reys ,  naden  inhoudt 
fi  /an  haer  briefken,  by  Don  Lopcz  tcgaen. 
t  Wanneer  Lorize,  die  niet  fliep,dc  deur  van 
i  le  kamer  van  Cefalie  hoorde  open  gaen , 
.  ictondt  fy  oock  een  weynigh  daer  na  ftille- 
kens 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


V 


rg±  DORTSCHE 

kens  op,  om  haer  nieufgierigheydt  te  vok 
doen/onder  te  dencken  dat  haer  belangen^ 
daer  foo  feer  mede  vermengt  waren.  Sy| 
gingk  door  al  de  deuren  heen  die  fy  opent 
landt,  gingk  in  den  Hof,  enfoototaeni 
het  veyniler,  denckende  haer  aldaer  tert 
fullen vinden ,  gelijck  fy  deedt ,  komendeÉ 
aldaer  achter  haer,  juyft  op  dien  tijdt,  dat* 
DonLopez  haer  de  verfeeckering  deedti 
van  fijn  trouw.    Wanneer  fy  de  ftem  vai 
Don  Lopez,  en  het  dobbele  verraedt , 
men  haer  fpeelde,  kennende  wiert,  wierd 
fy  foo  ontRelt ,  dat  het  weynigh  fcheelde 
of  fy  was  van  haer  fel  ven  daer  heen  gevalf  tr 
len:  en  waerlijck  fy  had  als  doe  wel  al  bae* 
wïifbeyt  en  ftandtvaftigheyt  van  nooden- 
om  te  beletten  dat  haer  min-yver  met  uyt 
borft,  Sy, ficnde  fich  dan  op  defe wijf« 
mif handelt, keerde terftondt  haer  liefdé 
ineen  bloedige  wraekgierighcyt,  en  iwoe 
op  die  uure  defe  twee  ongetrouwe  der 
doodt.  Wanneer  fy  naderde  om  de  rett  var 
hun  befluy  t  te  hooren ,  faghfy  dat :  Cetalr 
hetveynfter  verliet ,  fy ,  denckende  dat  f 
wederom  tc  bedde  gingk,  maeckte  n 
haeftighlijck  voor  uyt ,  uyt  vreefe  var i  f 
fien  te  worden,  en  floot  fich  weder  m  h 
kamer.Maer  ey  laes!  fy  was  wel  bedrogen 
want  Cefalie  begaf  fich  geenfins  naebm 
nen,  gelijck  fy  geloofde,  wanneer  fy  hef 
veynfter  verlierTmaer  gingk  nae  de  pooi| 
vanden  Hof,  dewelcke  fy  opende,  oré 
fich  felvcn,  en  haer  eer  m  handejb 

vai 


tul 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  w 

.van  Don  Lopez  te  ftellen.  En  waerlijck 
liet  was  wel  van  haer  gewaeght, 
nengemerckt  degerechtige  reden  die  hy 
oiadt,  omfich  over  haer  Broeders  op  ce: 
.311'gerwijfe  tewreecken.  Evenwel  lijn 
Toprechte  liefde  drong  hem  tot  fulck  een 
lerbiedighey t  regens  haer,  dat  hy.in  dc  al- 
leruyterfre  ellende,  noyt  de  minfte  ge- 
pachten  hadt ,  den  eedt  dewclcke  hy  haer 
b-edaen  had  te  verkorten.  Hy  was  foo  op- 
retoogen  door  de  ongemeene  liefde,  de 
s/elcke  fy  hem  toonde ,  lich  foo  vrymoe- 
-ighlijck  in  fijn  ge  welt  begevende ,  dat  hy 
:heen  fijn  fpraeck  en  beweging  verloren 
I  hebben,  wanneer  fy  by  hem  quam. 
x>  als  hy  haer  naeckte.om  haer  de  hant  te 
hutten ,  feyde  fy  tegens  hem,  Don  Lopez 
ii  dien  ghy  u  felven  niet  ftcrek  genoeg  be- 
rint,  om  my  uw  beloften  te  houden ,  laet 
zins  niet  vorder  gaen  ,  macr  fcheyden  dc- 
{yij I  het  noch  tijde  is.  Neen,  Mevrouw, 
ntwoorde  hy.de  HoogMte  Macht,  die  het 
innende  van  onfe  harten  kent,  laet  trgen- 
roordigh  de  aerde  haren  mont  opfp.ilkcn, 
tm  my  te  verllindcn  ,  indien  hy  liet  of  bc- 
aent ,  dat  eenigh  fnoodt  voornemen  ,  te- 
ïn  de  eerbiedigheyt ,  dewelcke  ick  uw 
eught  fchuldigh  ben,  in  mijn  gemoet 
(uyiveft.  Op  defe  tegenwoordige  ftond 
;m  ick  u  acn  voor  mijn  bruydt,  en  de 
)lkomene  MeefterlTe  van  al  mijn  gene- 
itheden.  Met  defe  woorden  deed  hy 
jn  dienaer  naderen ,  en  nam  hem  tot  ge- 

tuy- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


5*o6       DORT  SCHE 
tuyge  van  het  gene  hy  gefeght  hadt. 
falie  dan,  gemoedight  door  dcfe  nieu&j; 
verfeeckenng,  en  onderrecht  van  het  vtf^ 
trouwen  dat  Don  Lopez  op  defen  Dien»* 
hadt,  verliet  haerhuys,  en  wierp  fictó 
fijn  armen  en  ge  welt,  en  gaen  foo  te  farml 
de  Stadt  uy  t ,  door  een  wegh  die  Don  bo" 
pez  alleen  bekent  was,  fonder  van  yenut 
gcfien  te  zijn.    Sy  waren  nu  omtrent  «Of 
mijlweeghs  van  de  Stadt,  eebruyckeric 
niet  als  omwegen  enonbelcende  pade£ 
om  te  minder  ontmoet  of  gevolghtf 
worden ,  om  na  het  (lot  te  gaen ,  daer  is 
vrienden  op  gevlucht  waren  :  wann<* 
hy  begoft  te  vreefen  ,  dat  de  moeyelij<k 
heydt  van  den  wegh ,  en  dit  ongewor e 
gaen  Cefalie  te  feer  vermoeyen ,  cn  vnt 
hitten,en  lichtelijck  in  gevaer  van  fiedel 
ftellen  fou,  (hoewel  fy  moet  en  kloet* 
heydt  genoegh  toonde  te  hebUen)  wf 
over  hy  ftille  hielt.en  fijnDienaer  beval  * 
een  paert  voor  Cefalie  om  te  fien ,  en  in 
vrienden  van  fijn  kom  ft  en  gewin  te  r  J 
wittigen,  terwijl  hy  foetelijck  raethr 
fijn  wegh  vervolgen  fou ,  foo  haeft  alqr 
haren  adem  een  weynigh  fou  gehao 
hebben.    De  Dienaer  begeeft  fich  ci< 
voor  uyt,  maer  hy  was  geen  vijfti* 
fchreden  van  hem ,  om  op  den  vaer-wei 
te  gaen ,  wanneer  hem  Don  Lopez  Ic^ 
jammerlijck  om  hulp  hoorde  roept. 
Defe  de  ftem  van  fijn  Dienaer  kennend* 
badt  Cefalie,  haer  in  de  jenever-ftruyek* 


.       ARCADIA.  ro7 
.ledaerftonden  te  verbergen,  terwijl  hy 
.  een  gmgk,om  te  fien,waerom  den  armen 
Jienaer  djtgdchrcy  maeckte,  latende 
aer,n  de  wonderlijckfteongerurtighcyt 
f  ;r  werelt     Maer  laet  ons  hier  een  wey- 
«gh  in  defe  ongeruftheyt,  cn  hen  na  fijn 
Menaer  gaen  laten  ,  en  eens  te  ruggc  nae 
ome  keeren.    Yder  oogenbJicÉ,  het 

van  hacr 

entter  weder  in  haer  kamer  komen  fou , 
uurde  haer  wel  hondert  jaer.  Sy  luyfter- 
e  geduurighlijck  toe,  om  haerinhaer 
amerte  hooren  gaen,  en  oordcclende  , 
t'er  nu  wel  ee  n  half  uur  verrtreken  ,  en 
falie  noch  niet  weder  gekeert  was, 
reegh  duyfcntderhande  gedachten,  de 
elcke  haer  buytcn  alle  bepalingen  van 
ntlagh  tteldui ,  om  Cefalie  te  gaen  foec- 
en  ,  en  hacr  haer  trouwlool  heydtte  gaen 
srwijtcn:  wnl  min-y  ver  weet  van  geen 
lact  of  regel  te  ramen. Sy  dan  keert  weder 
Ui  daerly  gekomen  was,  tn  vindt  de 
aorten  noch  open.  Degramfchap  dreef 
ler  tot  aen  de  plaets,  dacr  fy  Cefalfc  noch 
leende  te  vinden,  maer  hacr  dacr  niet 
m'dende ,  gaet  na  de  poort  van  den  Hof, 
ewelcke  Cefalie  in  het  uytgaen  hadt 
M-gcren  te  lluyten.Sy  dit  fiende,maecktc 
groot  gcki  ijt,feggendc:  ha  ongetrouwe 
'on  Lopez !  ha  goddeloofe  Cefalie  !  is  het 
m  foo,dat  ghy  mijn  onnoofclheyt  verra- 
:n  moer?  Daer  op  "gaet  fy,vol  raferny,het 
mtfche  huyigeün  opwecken  ,  bedecken- 

de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


jpS  DORTSCHE 
dehaereygen  belang  met  den  yverdieii)5 
betuyghde  aen  de  eer  van  haer  herbergo^i 
te  dragen»  Met  defe  driften  komt  fy  in  d  S 
kamer  van  de  Moeder  van  Cefalie,  e  «" 
ontdeckt  haer,met  de  tranen  inde  oogera 
het  ontfehaecken  en  vervoeren  van  naea 
Dochter,  en  den  ontfehaker  Don  Lopezsc 
welcke  ellendige  Jongk vrouw,tegen  dea  i 
raet,  die  fy  haer  foo  mcnighmael  gegevei's- 
hadt ,  fich  foo  fottelijck  hadt  laten  verley ' « 
den  en  bedriegen,  om  haer  en  haergant> 
fche  geüacht  defe  onuytwiflelnck  i> 
fchande  aen  te  doen.  De  Moeder ,  op  def  j 
bedroefde  klaghten,begecft  fich  flucx  tei  > 
bedde  uyt  ,  doet  haer  naefte  vrienden 
ontbieden ,  en  bidt  defelve,benerfens  haef 
huyfgenooten ,  den  roover  achter  aen  tr 
rennen.  Defe  begeven  fich  daer  over  ter 
ftont  te  paert,en  fich  in  twee  troepen,  yde  j 
van  tien  wel  gewapende,  verdeelende  '. 
treckenaUbo  elck  fijn  by  fonderen  wegh.; 
Den  dagh  begoft  aireets  aen  te  breker- 
wanneer  fy  den  ongduckigen  DonLopej  i 
achterhielden,  daer  hy  met  lange  ftoc  * 
ken  befigh  was  fijn  dienaer  uyt  te  helpen. i 
die  in  een  put  gevallen  was,  diegelijcfc 
der  fterden  ftondr.  Hy,  fiende  loo  vee - 
volcks  op  hem  aen  komen ,  (loegh  de  hani : 
aen  het  geweer ,  en  fich  een  weynigh  aet 
een  zi:de  houdende,  nam  voor  fich,  eer-; 
der  fijn  leven  te  laten,  als  fich  in  hun  han- 1 
den  te  iien,  Hy  toonde  fulck  een  tegen- 1 
weer,  dat  hy  twee  van  fijn  vyanden  tei 

ncdei 


ARCADIA.  <.0<» 

■ieder  ftiet,  eer  hy  eenige  wonde  ontfen- 
jen  had ,  maer  tor  fijn  ongeluck  ,  willen- 
•le  een  hou  af  ichutten ,  die  hem  gebracht 
-"crt,  brack  fijn  degen  aen  her  gcvelt 
Kortaf,  waer  door  hy  de  fiagh  op  de  ichou- 
'ler  kreegh,  die  door  drie  fteecken  ge- 
olght  wiert,  waer  door  hy  halr  doottef 
<  erden  viel.    De  leven  ,  die  noch  overge- 
leven  waren  ,  bonden  hem  wel  valt ,  en 
raghren  hem,  foogequenlals  hy  was.gc- 
•  angkclijck  na  her  flut  van  de  Palomeques 
aer  wy  voorheen  van  gefproocken  heb- 
ren,  uyt  vreefe  dat,  indien  fy  hem  na 
I  oledobraghren,  hy  door  vernam  van  fijn 
vrienden  moght  verloft  worden  Dit 
oolck  hem  daer  hebbende ,  verbood  aen 
ren  Slot-vooghr ,  tegen  ycmanr  re  leggen 
ar  Don  Lopez  daer  was ,  en  begaf  iieh 
r»ae  Toledo,om  de  moeder  van  Cc- 
ilie  de  boorfchap  van  hun  verrichting  re 
-oen.    Doch  defe  penoeghde  hier  tc 
blinder, om  dut haer dochter by  hem  niet 
vevonden  was ,  en  dat  defe  lieden  van  haer 
iteen  tijding  wükn.    Sy  evenwel  font  hen 
i!:rltont  ni  haer  Sor.en  ,  om  hen  die  tijding 
i  ï  laren  weten,  ais  ook  het  onheyI,dat  haer 
uys  over  gekomen  was ,  te  kennen  te  ge- 
sn,op  dar  iy  den  gevangen  moghten  gacn 
a  verkl  aring  afdringen ,  waer  hy  haer 
.fter  gclaren  had, eer  hy  quam  re  iterven, 
'el  vreefende  dar  hy  van  die  wonden  niet 
Jpkomenfou.    Onderruflchen  de  verla- 
n  Cefalie ,  hoorende  het  gerucht  van  de 

ftrij- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


*00        DORT  SCH  E  m 
ftriiders,  toonde  door  haer  woorden  en 
fuchten,  die  de  ftecnen  fouden  bewogen 
hebben,  het  leetwefen  dat  fv  had,  van  nittt  ? 1 
by  haren  Don  Lopez  te  wefen,  om  een  g«?s  J 
fellinne  van  fijn  ongevallen  te  zijn  j  al- 1 
hoe  wel  de  Goddelijcke  fchicking  h  aet  ^ 
wel  haeft  vergunde  het  geene  fy  begeerde  t  i  fc 
want  eer  den  avont  aenquam,  wierdtiy,| 
dacr  fy  valt  hier  en  daer  ginck  dwalcn.door .  j 
den  anderen  troep  gevonden.  Sy  vraeghde 
hen  terftont,  wat  Don  Lopez  gebeurt  was?  l 
maer  dele  wiften  niet  van  hem  te  fpreeken  j 
fy  evenwel  gelooide  dat  fy  hem  omge- 
firaeht  hadden ,  en  dat  fy  fulcks  voor  haer 
fochtcn  te  verbergen;  waer  door  fyhen^ 
wel  duyfentmalen  badt ,  haer  mede  het  le-^ 
ven  te  willen  benemen ,  maer  fy  iprack 
voor  doove  ooren ,  en  dcfe  barmhartige 
onbarmhartigen ;  fetten  haer  achter  op 
een  van  dePaerden  ,en  braghten  haer  in 
het  fel ve  flot ,  daer  hun  gefcllen  Don  Lo-  ( 
pez  gebracht  hadden,  dewijl  hetnaecKen 
van  den  nacht  hen  belette  nadeStadttef 
rijden.   Hun  weghleyde  hen  juyft  voor  by 
den  Put  daer  den  dienaer  van  Don  Lopez  in 
gevallen  was  ;en  defen  ongel uckigen,hoo- 
ïende  het  gerucht  van  de  Paerden ,  en  de 
ftem  der  Ruyteren,  riep  om  hulp  cnby- 
ftant.  Sy.daerop  ft  il  houdende,  begaven 
fichnadeplaets,  daer  het  geroep  van  daer 
quam,  en fagen delen ellendigen,  dienau- 
welijcks  machts  genoegh  had,  om  netr 

hooft  langer  boven  water  te  houden. 

ö  kenden 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  6oi 
kenden  hem  terftondt,  opfijneerfteaen- 
fpraeck ,  voor  den  Dienaer  van  Don  Lo- 
per, en  op  voorgegeven  hope ,  om  hem  te 
^helpen,  trocken  al  het  gcheym  uyt  hem 
jdat  hy  wi(tj  en  voorts,  met  de  meeik 
Wreedtheyt,  die  men  bedencken  kan, 
wierpen  hem  met  flccnen  doodt,  en  lieten 
hem  l'oo  onder  het  water  fincken ,  in  de  te  - 
genwoordighcyt  van  Cetalic,die  daer over 
meerimcrt  gevoelde,  en  meer  vcrvlocc- 
kingen  tegens  hen  uytipoogh,  als  men  lou 
konnen  bedencken. 

De  leyder  van  defen  trop  fteldc  haer  in 
bewaring  van  den  llotvooght,  ('ouder  hem 
tefeggen  wacrom,  hem  alleemgh  hela 
ftende,  haer  met  n iemand t  te  laten  fprcec- 
ken  die  van  buytcn  quam ,  tot  dat  haer 
Broeders daer  fouden  zijn.  Cefalie ,  haer 
fiende  foo  ruym  geherberght,  buy  ten  haer 
Verwachting,  nadcmacl  haer  den  Hot 
Voogt  vry  door  het  huys  lier  gaen,  gingk  , 
op  het  duyrtcren  van  den  nacht ,  na  de 
plaets  te  ioecken ,  wacr  door  men  aen  den 
heymclijckcn  uytgangk  quam  ,  wam 
langs  haer  Broeders  hch  hadden  wecli  ge- 
maeckt,  wanneer  fy  door  Don  Lopez  bele- 
gert waren.    En  terwijl  fy ,  de  plaets  ge- 
vonden hebbende,    bciloot  oocfc  daer 
door  haer  uytkomft  te  wagen  ,  om  lich 
vandegeftrenghcyt  van  haer  wraeckgic- 
rige Broeders  te  bevrijden,  hoorde  fy  de 
ftem  vaneen  man,  die  droeve  klaghten 
deedt.  Nac  dat  fy  de  plaets  waergenom  en 

Cc  hid , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


6ot        DORTSCHE  1 
hadt ,  van  waer  de  ftcm  quam ,  begat 
fy  fich  ai  bevende ,  daer  na  toe ,  terwijl  d#  I 
bedroefde  defe  woorden  voortbraght : 
Twiifelt  ghy  noch,mijn  ziel,  dit  ellendige 
Ikhaetn  te  verlaten,  daer  ghyfoo  veel 
doorgangen  hebt?  Ghy  toont  wel  groote  \ 
bloodheyt.  Wel  aen,  verloft  my  te  gelijck 
van  al  defe  ellenden,  daer  mijn  jammer- 
liick  ongeluck  my  in  geftelt  heeft ,  nadc- 
macl  ick  een  afkeer  van  het  leycn.en  geen 
behoudenis  of  vreugde  meer  in  de  werelt 
te  wachten  heb,  dewijl  men  myafgefon- 
dert heeft  van  haer  ,  die  machtigh  was,  ( 
door  haer  tegenwoordigheydt  alleen ,  al 
miin  quellingen  te  verdrijven.  Op  dele  i 
woorden  wierdt  hem  Cefalie  kennende ,  > 
en  wierdt  daer  over  foo  ontftelt,  datiy 
meende  ter  neder  te  zijgen ,  ten  waer  de 
blijdtfchap,  van  hem, die  fy  foodanigfc 
beminde,  noch  in  het  leven  te  fien ,  en  de 
begeerte  om  hem  te  helpen,  haer  gemoe- 
dilht  hadt.    Don  Lopez  lagh  op  een  deel 
ftrooy  uytgeftreckt,  ineen  lagcnederxael , 
ziinde  met  groote  koorden  aen  de  kram- 
men, die  in  den  muur  waren,  valt  ge- 
maeckt, dewelcke  geheel  met  fijn  bloedt 
.   beloopen  waren.  Cefalie  liep  toe  om  hem 
teomhelfen,  en  fich  hebbende  aen  hem 
bekent  gemaeckt,  fcheeUehetweynigh 
of  dc  uy tfteeckende  blijdtfchap  hadt  hem 
den  geeft  doen  geven.   Neen,  neen,  mnn 
waefdeDonLogpez,  fevde  fy ,  het  ,s tijdt 
van  al  dit  jammeren  af  te  laten ,  en  loc 


ARCADIA. 


°3 


53  vcclkrachts,  alsghy  nochovcrigh  hebt, 


by  een  te  roepen,  om  het  uyterfte  te  wa- 
gen, en  het  geluck  nochmael  tebcfoec- 
■  ken,  dat  ons  miflehien  noch  niet  geheel 
verlaten  heeft.    Tenminften  indien  wy 
.  voorde  tweedemael  in  handen  van  onfc 
1  vyanden  komen  te  vallen,  lullen  wy  dat 
I  genoegen  hebben,  met  malkander  teller- 
I  ven.    Met  defe  woorden  maeckte  fy  hem 
I  los,  en  ademde  op  li  jne  wonden,  fpreken- 
a  de  eenigc  woorden,  die  hacr  vocditer  haer 
:  geleert  hidt,  waer  door  de  lclve  terltcndt 
af  lieten  te  bloeden.  Een  andere  wijle  van 
v  genefen,  viel  daer  Polymy thus  op  in  ;  in- 
dien wy  hier  den  Heer  Ambrulio  noch 
hadden  ,  moght  ons  die  daer,  gelijck  van 
hetpoeyer,de  reden  van  geven.  Dele  din- 
;en  zijn  boven  de  natuur,  berechte  daer 
'eriander  op  ,  en  konnen  in  geen  natuur- 
lijeke  redenen  belraen,maer  het  zy  hoe  het 
Wil,  den  Heer  Euftacchio  lal  gelieven 
Voort  te  varen  ,  en  wy  willen  daer  de 
Gods-geleerden  laten  over  reden-kavelen. 
Eultacchio  dan  vcrvolghde  aldus.  Don 
;Lopez  wilde  hacr  na  fijn  uyterüc  vermo- 
sgende  vreughde  betonnen,  dewelcke  hy, 
odoor  haer  by-lijn, gevoelde, maer  fy  weder- 
ihielthem,  feggendc ,  dat  de  tijdrlulckc 
unoodclooiheden  niet  toeliet,  maer  hen 
svermaende  na  hun  oorbacr  om  te  fien.Cc- 
ie  hadt  twee  machtige  hoedanigheden 
nhaergewelt,  om  de  alder-bitterllc  ge- 
finoederen  te  bewegen,  en  tot  haer  gunft  te 

Cc    i  tree- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


H h 


604.  DORTSCHE 
trecken ,  wanneer  fy  fich  liet  fien  of  hoo*  4 
ren,  de  eene  was  haer  fchoonheydt,  die  de  j 
genegentheden  aen  fich  trock,  en  de  ande- 1 
re  haer  welfpreeckentheydt,  die  de  finnen  1 
betooverde.  Met  defe  wapenenen  befluy  t  j 
fyde  geeft  van  hun  Kercker-bewaerder  * 
aen  te  taften, en  te  fien  of  fy  hem  tot  mede-  4 
lijden  fou  konnen  trecken  ,  om  hen  be- 1 
hulpfaem  te  zijn ,  op  datfe  door  den  hey-  1 
melijcken  uytgangk  moghten  wech  ge- 
raecken.    Sy  gaet  dan  by  hem  ,  en  vertelt  n 
hemkortelijck  deoorfaeck  van  haer  ge- 
vangkenis ,  en  die  van  Don  Lopez ,  en  dat  1 
met  foodanige  beweeghlijcke  redenen ,  a 
dat  fy  hem  deedt  bekennen  dat  hun  doen  j 
niet  boos  noch  fchandelijck ,  en  dat'et  1 
niet  als  de  blinde  en  Moedigen  haet  van 
haer  Broeders  was ,  die  de  fc hult  van  alles 
op  te  laden  ftondt.  Eyndelijck ,  voegende 
by  al  defe  beweegh-redenen  de  kracht ; 
van  een  Diamant  van  hondert  piftoletten , 
en  groote  beloften  van  hem  te  vorderen , 
boogh  fy  hem  t'eenemael  onder  haer  be- 
lieven, en  deet  hem  befluyten  met  haer  de 
bewaring  van  dat  huys  te  laten ,  en  hen  te 
volgen  waer  fy  henen  toogé.Sy  toefde  met 
lang  Don  Lopez  die  bekent  te  maken , 
die  dacr  over  ten  alderhooghften  verblijdt 
was ,  evenwel  vreefde  hy  of  defen  onge- 
ftadigen  van  meening  moght  veranderen, 
en  om  hem  te  meer  te  verbinden,  deedt 
hem  een  vereerine  van  een  goude  keeten , 
die  hy  onder  fijn  kleederen  droegbj  aen  de! 
'  welck 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


I 


ARCADIA.  6o? 

welcke  het  af-beeldtfel  van  fijn  beminde 
hing.  Het  welcke  hy  evenwel  voor  fich 
behielt.  Wanneer  dit  danalfoobefioten 
was ,  betoonde  den  flotvooght  noch  een 
tweede  gunftaen  Don  Lopez,  waflchendc 
fijn  wonden  met  olie  en  wijn  ,  en  daer  een 
koftelijck  nat  in  doende  druypen  ,  waer 
door  den  gequetftcn  groote  verlichting 
ontfing.  Twee  uuren  voorden  dagh  fatcn 
fy  alle  dry  te  paert ,  en  reden  den  wegh  na 
Portugael  op, van  meening  dagh  en  "nacht 
te  reylen  ,  tot  dat  fy  in  een  placrs  van  ver- 
feeckertheydt  fouden  zijn.  Dit  was  wel 
een  herden  tocht  voor  Don  Lopez  in  de 
ftaet  in  de  welcke  hy  was ,  in  voegen  het 
een  groot  wonder  was ,  dat  hy  fich  op  het 
paert  konde  houden  ,  maer  liefde  en  moet 
vermagh  veel,  en  boven  al  de  hoogeHe- 
melfche  genade,  die  de  middelen  aenwen- 
de ,  tot  het  eynde  dat  in  den  hougen  racdt 
beflooten  was. 

Ondertuffchcn  ont(ïngcn  de  Palome- 
ques den  Brief  van  hun  moeder  ,  alsoock 
een  ander  van  Lorize  ,  die  het  verhael  van 
hun  fchande  inhielden,  met  woorden,  die 
delijdtfaemheydt  felvc  gaendegemaeckt 
fouden  hebben.  Syvertrocken  terftontna 
Toledo,  maer  eer  fy  daer  waren,  bevonden 
fich  onfe  gelieven  al  op  degrenfen  van 
Portugael.  D^fe  Broeders  verltonden  als 
doen  uyt  de  mont  van  hun  Moeder  en  van 
Lorize,  de  omltandighedcn  van  hun 
fchande,  en  de  gramfchap  fich  meefter 

G  c    j  van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


6o6 


DORTSCHE 


il 


I 


van  hun  geeft  gemaeckt  hebbende,  fme- 
den  duyfent  wreetheden ,  om  den  vyandt 
van  hun  Huys ,  die  fy  noch  waenden  als 
gevangen  te  hebben,  die  te  doen  lijden. 
Met  defe  bloedige  gedachten  begeven  fy 
fich  na  Ligarral ,  vergefelfchapt  met  dele 
die  de  gelieven  daer  gebraght  hadden.  Sy 
klopten  lang  aen  de  poort,  maermemant 
gaf  hen  antwoort,  als  alleen  de  weêr- 
klanck  van  het  kloppen.    Dit  deeat  hen 
terftondt  eenigh  nieuw  voorval  vermoe- 
den ,  fy  hadden  geentuygh  om  de  poort 
met  gewelt  te  doen  openen ,  en  moften 
derhaiven  wachten,  tot  dat  men  ladders 
cehaelt  hadt ,  om  de  muur  te  beklimmen.' 
Opdefewijfe  quamen  fy  eyndelijck bin- 
nen, daer  fy  niet  vonden  als  een  eenfame 
ftilheydt  5  daer  was  noch  ftotvooght,noch 
gevangen ,  noch  Sufter ,  en  niemandt  die 
hen  daer  befcheyt  van  konde  geven,  als 
alleen  het  bloedige  ftrooy  en  de  koorden , 
daer  DonLopez  open  aengelegcn  hadt. 
Sy  beftonden  op  malkander  met  de  meelte 
verwondering  van  de  werelt  te  hen  i  blij- 
vende alfoo  voor  een  wijl  ombeweegh- 
lijck  ftaen.    Sy  twijfelden  terftondt  dat  iy 
den  bewaerder  of  om  gekocht,  of  omge- 
praet  hadden ,  nademael  defe  noch  doodt 
noch  levende  te  vinden  was.    Sy  fochten 
alle  hoecken  vanher  huys  deur,  en  ko- 
mende inde  ftal,  vonden  de  felvefoo  le- 
dighals  al  de  reft.Sy  reden  weder  uyt  net 
huys  ,enbefteden dry geheele dagen,  om 


ARCADIA.  607 

A  het  landt  te  door-rennen ,  omtelienoffy 
•v  yets  van  hen  vernemen  konden ,  maer  te 
v  vergeef?»  Eyndelijck,  fiendedatfy  verra- 
b  den  waren,  toen  fy  het  feeckerlte  meenden 
te  zijn,  keerden  hun  fpijten  gramlchap  in 
een  dolle  raierny  ,  daer  de  ongcluckigc 
Lonze  de  droevige  uytwerckïelcn  van 
gevoelde.  Sy  oordeelden  terlïont  dat  defe 
}  de  eeritc  oorfaeck  was  gewecit ,  van  den 
t  tocgangk  ,  die  Don  Lopez  tot  haer  Surtcr 
hadt  gehadt.cn  dat,fonder  hacr,hy  noyt  na 
hun  huys  fou  gecaelt  hebben  ,  en  duylcnt 
diergelijcke dingen  meer,  altenlalle  van 
Lorize,  van  wiens  iietdetot  Don  Lopez 
fy  al  yets  van  haer  Vader  gchoort  hadden  ; 
door  al  het  welcke  fy  iïeh  foodoor  gram- 
fchap  lieten  vervoeren,  dat  fy,  te  huys  ko- 
mende, tot  ichennis  van  al  de  wetten  van 
gaft  vryheydt ,  enhuncygen  aenlien,dc 
ellendige  rampfalige  longkvrouw  met 
hun  ponjaerden  het  hert  doorboorden. 
Defe  verte  hrickclijcke  wreetheyt  macck- 
te  hen  aen  al  de  werelt  hatelijck  ,  en  daer 
was  niet  een  van  al  hun  vrienden ,  hou 
w reedt  hy  oock  inoght  zijn,  die  dele  dact 
niet  boven  alle  bool  heden  verfoeydc  en 
vervloeckte.  Terwijl  dit  treur- fpel  tot 
Toledo  gefpeelt  Wierdt,  zcgepraelden 
onfe gelieven  over  hunleet,  vindende  fich 
ineen  vrye  placts  in  Portugael ,  dicht  by 
de  StadtEbora,  by  een  Edelman  van  dc 
naeuwlte  vrienden  van  Don  Lopez ,  daer 
lijn  volkomen  genefing  weder  kreeg  , 

C  c    4  hoe 


{ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


1 


6o8  DORTSCHE 
hoewel  fijn  wonden  door  en  onder  het 
reyfen  in  lillek  een  ftaet  waren  geraeckt , 
dat  het  weynigh  fcheeldeof  Cefalie  fou 
haer  weduwlijcke  ftaet  hebben  moeten 
beklagen ,  felf  al  eer  fy  getrouwt  was, 
Maer  den  Hemel  hadt  het  anders  met  hen 
voorfien  j  want  Don  Lopez ,  in  volle  ge- 
fondtheyt  zijnde,  trouwde  Cefalie ,  in  de 
tegen  woordigheyt  van  defen  Ridder,  voor 
fijn  echte  vrouw. 

Nac  dat  Don  Lopez  alfoo  fijn  eedt  vol- 
dacn  had ,  ftelde  hy  lich  metter  tijt  yaft  in 
Portugael,  verklarende  noyt  weder  in  Ca- 
ftille  fullen  te  komen,  ten  waer  om  fijn 
fchoonbroeders  te  bedervé.Ondertuflchen 
fchreef  hy  aen  fijn  vrienden  wat  hem  we- 
dervaren was ,  ontboodt  fijn  dienaers,  met 
hetgeen  hem  van  fijn  goederen  overge- 
bleven was ,  van  Juwcclen  ,  en  andere 
rijckdommen,  die  men  vervoeren  kondc. 
Nae  weynigh  dagen  verfpreyde  fich  de 
tijding  van  dit  Houwelijck  door  geheel 
Caftille,  hetwelckdeoorfaeckwas,  dat 
de  Palomeques  berouw  kregen ,  van  de 
overlaft  die  fy  dien  Ridder  hadden  aenge. 
daen  ,  wiens  befiuyt  foo  ftrijdigh  met  hun 
meening  en  verwachting  was ,  en  die 
foo  veel  aenfiens  hun  Sufters  eer  toe  gedra- 
gen had.  Sy  deden  hem  aen  fpreeckcn  om 
te  verdragen ,  en  hun  gefchil  by  te  leggen, 
maer  hy,  fich  op  nieuw  ten  alderhooghrten 
beledight  vindende  ,  door  de  rafende 
wreet  heyt ,  die  fy ,  zij  nent  hal  ven ,  aen  de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  60«; 
onfchuldigc Lorize  gepleegt  hadden ,  wil- 
de daer  niet  nae  luyfteren.   Jae  in  tegen- 
deel ,  wanneer  hy  iich  fel  ven  in  volkomen 
gefonthcyt  en  kracht  bevandt,  gingk  hy 
een  verfoeck-brief  aen  Don  Juan  de  darde, 
:  Koningk  van  Portugael,acnbiedcn,  door  dc 
welcke  hy  verlof  verfocht ,  een  ontfeg- 
brief  de  Palomeques  toe  te  fenden.  De 
Koningk  fteldc  hem  een  lange  wijl  uyt  eei 
hydaer  toe  wilde  verftaen  j  nademacl  hy 
een  vyandt  van  foodanigen  flagh  van  ftrij- 
den  was.    Maer  ten  laetften  fiende  dat  hy 
foo veel oorfaecks  had,  om  fijn  vyanden 
reden  van  hun  doen  af  teeyfehen  ,  en  de 
Koningin  Donna  Catherina  lijn  huyl- 
vrouw  die  de  brave  dcughden  van  Don  Lo- 
j  pez  fecr  hoogh  achte  ,  hem  daer  mede  toe 
bewegende,  ftond  hem  fijn  begeerte  toe. 
Detijdt  tot  dit  gevecht  beitelt ,  was  den 
veertighften  dagh,  nae  de  verkondiging 
Van  den  ontfegh-brief ,  en  de  plaets  de 
Stadt  Ebora ,  daer  den  Koningk  als  doe  fijn 
J  Hot  hield.    Don  Lopcz  dan  lant  fijn  brief 
;aen  al  dc  voornaemlte  Steden  van  Caftille 
f  inhoudende  bittere  verwijtingen,  van  de 
r  fnoode  daden  van  dc  Palomeques  ,  tot 
v  wraeck  van  de  welcke ,  hy  fich  felven  aen- 
I  boodt,  alleen  tegen  hen  bcyden  te  ftrijden, 
en  indien  fy  fulcks  niet  wilden  aen  nemen, 
c  foudc  hy  een  Ridder  tot  fich  nemen.  Dit 
|  gerucht  vervulde  alfoo  geheel  Spangien  » 
I  waer  door  een  groote  menighte  volcks  r 
i  van  alderhande  ftaet ,  fich  tegen  die  tijdt 

Cc    |  tot 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


éto  DORTSCHE 

tot  Eboralict  vinden,om  getuygen  van  dat 
Ridderlijck  werck  tc  zijn,  De  Palome* 
ques  waren  wel  te  vreden  met  dit  befluyt 
van  den  Pacheco ,  nadcmacl  fulcks  de  uy«^ 
terfte  voldoening  was ,  die  fy  van  malkan-si 
der  konden  eyfehen ,  waer  over  fy  fich  van* 
alle  nootfaeckelijckheden  verforghden,  eo 
fich  vaerdigh  hielden  ,  om  opdebeftemde 
plaets,  entijdtteverfchijnen,  omtegerg 
DonLopez  cn  fijn  tweede  denftrijdtaentcr 
vangen. 

De  onluften  van  het  RijckvanCatlille 
begollen  als  doe  een  weynigh  ,  door  de 
komft  van  den  dapperen  ICarel  de  vijfdc,op, 
te  houden ,  de  wclcke  vaft  fijn  Rijck  meen 
en  meer  bevredighde ,  wanneer  defen  ont-r 
fegh-brief  aengeflagen  wiert.  Maer  defen  i 
grootmoedigen  Vorft,  willende  den  val 
van  defe  twee  doorluchtige  Huyfen  voor 
komen ,  fchrcef  acn  den  Koningk  van  Por- 
tugaei,  lijn  fchoon-broeder,  dat  hy  wilde 
gelieven  eenigen  fachtcr  middel  uyt  tc  vin- 
den ,  om  defe  Ridders  te  bevredigen ,  fon- 
der  dat  hun  leven  behoefde  in  gevaergeftelt 
te  worden.  Don  ]  uan ,  die  daer  alfoo  groo- 
ten  gencgentheyt  toe  hadals  hy,gebruyck- 
te  al  de  vonden  die  hem  mooghlijck  waren, 
om  het  befluyt  van  DouLopez  te  doen  ver- 
anderen.. Maer  het  was  te  laet ,  hy  had  het 
tocgertaen  ,  behal  ven  dat  de  eer  van  Don 
kopez  daer  aengelegen  was ,  foo  dat  de 
Koningk ,  fiende ,  fonder  den  Ridder  ten 
hooghftente  verkorten,  fijn  voornemen 

niet 


A  R  C  A  D  I  A.  6xi 

niet  tc  konnen  beletten,  fijn  toevlucht  tot 
l  defen  treek  nam ,  doende  onder  dc  handt 
i  al  fijn  onderdanen  weten,  dat  hy  hem  voor 
i  fijn  vyant  houden  fou,  die  fich  Don  Lopez 
fou  derven  tot  byitandt  aenbieden.  Dit 
I  felvedeedoock  Karei  in  Caltillc, tot  groot 
|  miinoegen  van  veel  Edel  lieden  van  liet 
I  een  en  het  ander  PJjck  ,  die  grootc  luft  en 
:  begeerte  hadden,  om  fich  aen  de  zijde  van 
Don  Lopez  tc  Hellen :  om  hem  fijn  vyan- 
;  den  re  helpen  overwinnen,  of  in  fbo 
fchoonen  gelegenth?ydt  te  (tervcn.  Don 
■  Lopez ,  die  van  dit  verbodt  niet  wift  ,  was 
v  welvcrbaeft  datdetijdt  van  het  gevecht 
l  vaft  naerderde  ,  en  dat'er  niemant ,  noch 
|  uyt  Caftüle,  noch  uyt  Poitugael ,  tc  voor- 
fchijn  quam  om  hem  lijn  faeck  tc  helpen 
beweeren:  evenwel  verminderde  dierom 
fijn  moet  niet.    Wanneer  nu  den  beitem- 
den dagh  gekomen  was ,  begaf  hy  fich  al- 
leen in  het  perek  ,  het  welck  geheel  met 
ftellagien,  vol  van  den  grootften  Adel  vm 
Portugael,  en  de  voornaemfte  vrouwe,  die 
alle  DLopez  de  overwinning  toe  wenfeh- 
ten,lxfet  was.  Alleen  de  fchoone  Cefalie 
wierdt  dacr  niet  gevonden ,  zijnde  dit  te 
droeven  Schouw- fpcl  voor  hacroogen,  tc 
meer,  dewijl  fy  v  reefde  dat  hier  Don  Lo- 
pez fich  niet  ontiien  fou,alleen  tegen  twee 
te  ftrijden,  by  gebreck  van  een  tweede. 
H  Hy  dr,n,  hebbende  fijn  lieve  Cefalie  meer 
doodt  als  levende  gelaten  ,  konv,  met  een 
groot  getal  Edelen  vergefelfchapt ,  na  de 
c  C  c    6  w'.jfe, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


6n  DÖ11TSCHE 
wijfcïn  de  vecht-placts,als  gefeght  is»  Hy 
hadt  fich  dien  dagii  niet  bemoeytom  fich  'ir 
met  veel  ydele  verderfden  op  te  tooyen ,  rijn 
al  het  geen  cierlijck  aen  hem  was ,  waren  ajji 
fijn  wapenen  en  fijn  fchilt,  die  als  een  4 
Criftallijnenfpiegelbloncken*  Sijnpaert  f: 
was  graeuw,  meer  wacker  en  moedighals  3* 
fchoon.    In  defe  geftalte  reedt  hy  rondt  >|i 
om  het  perck,en  hebbende  deRechters  en  êi 
de  Vrouwen  gegroet  (want  noch  den  Ko-  h 
ningk  noch  de  Koningin  hadden  willen  U 
tegenwoordigh  zijn)  ftelde  fich  aen  fijn  ft: 
plaets,op  defel  ve  tijdt ,  wanneer  fijn  vyan  - 
den  aen  de  andere  zij  de  inquamen.  Defe  ijv 
hadden  meer  forge  als  Don  Lopez  gehadt»  % 
om  fich  op  te  proncken ,  poogende  foo  i 
hun  macht  enrijckdom,als  hun  dapper-  % 
heyt  te  toonen, invoegen  men  fou  geieght 
hebben ,  dat  fy  meer  quamen  om  een  y 
fteeck-fpel  aen  tegaen  ,  als  om  Hjf  om  lijf  l. 
te  vechten.  Hun  wapenen  waren  met  gout  ^ 
en  azur  geftreept,en  met  koftelijck  fteeck-  f 
werck  verkiert ,  en  hun  paerden  van  Cor- 
doua,bruyn  van  hayr,  droegen  de  door-  ! 
luchtige  wapenen  van  hun  Huys.  Wan- 
neer de  Palomeques  in  het  perck  quamen,  i 
en  den  Pacheco  alleen  fagen,waren  fy  een  i 
wijl  in  bedencken  wat  fy  doen  fouden,  of 
hem  (gelijck  hen  de  wettenen  denonfc»  I 
fegh-brief  toelieten)  te  gelijck  aentaften  ,  1 : 
of  een  alleen,  en  malkander  helpé,indien't  I? 
den  vechter  het  quaetfte  quam  te  krij-  h 
gen,    Eyndelijckbeflotenfy,deneenna  { 

den 


1 


I 

:  v 


M 
>v 


*.1 


ARCADIA.  613 

den  ander  te  vechten ,  nademael  Don  Lo- 
pez  foo  laetdunckende  was,als  hen  fonder 
tweede  te  verwachten»  De  oudtfte  van  de 
Palomcques  mort  dan  de  voorgangk  heb- 
ben ,  endenftrijdt  heteerfteaenvangen : 
maer  terwijl  de  twee  Ridders  wedersijts 
het  teecken  verwachten ,  fict  dacr  een 
Ridder  met  fwarte  wapenen  bedeckt,  cn, 
met  alles  dat  tot  een  gevecht  noodigh  was 
voorfien,  in  de  vecht- plaets  komen.  Hier 
op  bleven  de  Campioenen  ftil,  om  te  weten 
wat  defen  nieuwelingk  voor  hadt ,  hy 
gingk  fich  deRechtersaenbiedcn,en  groe- 
te  hen  feer  beleefdelijck,  en  daeropfijn 
heimet  openende ,  fprack  defe  woorden 
tegens  hen :  Edele  Heercn  ,  daer  is  tegen- 
woordigh  niemant  buyten  verwondering, 
wanneer  hy  hoort  en  fiet.dat  in  uw  Rijck, 
wiens  wapenen  over-al  foodanigh  gevreeft 
zijn ,  een  vreemt  Ridder  foo  weynigh 
gunftontfangt,  dat  hy  geen  tweede ,  tot 
uytvoering  van  fulck  een  doorluchtige 
dacdt  kan  krijgen ;  doch  nademael  de 
onvergclijckelijckc  deughden  van  de- 
fen Ridder  defe  gunft  niet  hebben  konncn 
verkrijgen,  fal  uw  eer,  indien  die  noch 
plaets  by  u  heeft,  my  het  verlof,  dat  ick 
verfoeck,  om  uwe  misflagh  te  helpen 
verbeteren  ,  en  mijn  leven  in  dienlt  van 
defen  ,  in  fulck  een  fchoonc  gelegentheyt, 
te  wagen,  niet  konnen  wcygeren.  De 
Rechters  waren  tenalderhooghften  over 
defeftoute  woorden  mifnoeght ,  evenwel 

C  c   7  ver- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


6i4  DORTSCHE 

verberghden  fy  hun  onluft,  en  een  van:  vf 
hen -lieden  antwoorde  op  defe  wijfe:  l 
Ridder  het  blijckt  wel  dat  ghy  niet  weet ,  I 
in  wat  achting  wy  de  moedige  zielen  heb-  * 
ben,nademacl  ghy  het  aenfien  dat  ghy  ons 
fchuldigh  zijt ,  foo  lichtelijck  derft  ver- 
korten- Gy  hebt  ons  door  uw  verwijt  wil- 
len bewegen  om  u  dit  bcgeeren  toe  te 
ftaen  ,  weet  dan  ,  dat,  indien  hy  u  wil  ont- 
fangen  voor  fijn  tweede,  ghy  vrymoe- 
dighlijck  uw  dapperhcytin't  werk  Hellen 
mooght.  Sonder  u  evenwel ,  foo  ghy  het 
leven  behoudt,  te  ontQaen  van  de  ftraf  die 
ghy  door  uw  onbefcheydentheyt  verdient  - 
hebt :  cn  weet  oock,  dat,  ten  waer  het  be- 
vel van  fijn  Majefteyt,  hier  genoegh  brave 
Ridders  omtrent  zijn,  dieu  in  dit  b*fluyt 
welfouden  voorgekomen  hebben ,  indien 
de  vreefc  voor  des  IConings  gramfchap 
hen  niet  wederhouden  had.Sijn  Majeftey  t 
fal  my  het  vergeven  ,  antwoorde  den  on- 
bekenden ,  indien  ick  fegge,  dat  dat  geen 
goede  middel  was  ,  om  het  gevecht  van 
Don  Lopez  te  beletten,  en  dat  defelve 
hem  verongeli  j  kt,  te  gelooven,dat  hy  niet 
moets  genoegh  fou  hebben ,  alleen  den 
ftrijdt  te  wagen,  die  herts  genoegh  heeft , 
om  al  die  hier  tegenwoordigh  zijn  het 
hooft  te  bieden.  Met  defe  woorden  geeft 
hy»  fonder  na  antwoort  te  wachten,  fijn 
paert  falfoo  fwart  als  lijn  wapenen)de  fpo- 
ren  ,  en  begeeft  fich  aen  de  zijde  van  Don 
Lopez,  die  fijn  dapper  gelaat,  als  een  goet 

voor 


ARCADIA.  $td 
voor-teecken  van  de  overwinning  aen- 
i  nam.  Hy  wilde  hem  acnfpreecken,  maer 
i  de  aenkomft  van  den.  Konir.gk  belette 
hem  voort  te  varen  ,  dewelcke ,  hebbende 
.5  verlraen  dat  DonLopcz  een  tweede  ge- 
i  kregen  hadt,  fich  met  dc  Grooten  van  fijn 
■I  Hof  na  de  vecht  plactsbegif,  om,  door 
[  fijnhooge  macht  cn  gcfagh ,  dc  Ridders 
9  de  voorrgangk  te  verhinderen ,  iiende  dat 
.(i  fijn  eerfte  lilt  Tonder  vrucht  was  Hy,  ko- 
er mende  in  de  kamp-plaets,  belaftcde  Rid- 
y  dersiïch  (til  te  houden,  terwijl  de  Palo- 
n  meques ,  cn  den  Pacheco  affregen  ,  en  hun 
n  helm  openden ,  om  fijn  Majefteyt  te  groc- 
ï  ten.    Evenwel  delen  onbekenden  ftondt 
i  niet  af,  noch  ontdcckte  fijn  hooft ,  maer 
boogh  fich  alleen! ijck  op  fijn  paert,  het 
i  wekk  met  groote  verwondering  van  de 
!  tocfienders  waergenomen  wierdt.  De 
Koningk  feyde  hen  dat  fijn  begceren  was, 
datfe  fich  te  vreden  (ouden  houden,opdc- 
fc  pJaets  van  eergekomen  te  zij  n ,  en  dat 
fy  de  moet  te  groot  hadden  ,  om  aldus 
malkander  te  verderven,  dacr  Cf  beter 
dienft  voor  het  Vaderlandt  konden  doen : 
dat  den  Kcyfer  hem  door  een  bode  hadt 
laten  weten  ,  dat  hem  ten  hooghften  acn 
■   het  leven  van  den  een  en  den  ander  gelegen 
;   was ,  om  welcke  oorfacck  hy  hun  gefchil 
t|i  op  fich  nam,  beneff  ns  dc  befcherming 
van  hun  eer.   Met  dele  woorden  naderde 
I   hy  de  Ridders  om  hen  te  omhelfen  ,  kee- 
tende  fich  eerlt  na  Don  Lopez  ,  die,  fiende 

defca 

1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


<$,<$  DORTSCHE 
dcfen  Prins  door  lulck  een  y  ver  gedreven  jb'f 
fich  genoodtfaeckt  vandt  lijn  wilby  deb  ^ 
fijne  te  voegen,  gelijck  dePalomeques 
mede  aireed ts  gedaen  hadden.  Terwijl 
den  Koningk  deie  aenfpraeck  deedt ,  hielt 
fichdefen  onbekenden  aen  een  zijde,  en*  >s. 
fiende  dat  een  yder  vertrock,verfocht  ook 
verlof ,  om  temogen  vertrecken.  Maer 
den  Koningk  belafte  hem  vaft  te  houden  , 
als  die  begeerde  te  fien,  wie  van  fijn  onder- 
danen foo  rtout  was  geweeft.als  fijn  bevel 
te  overtreden.  Hy  deedt  hem  dan  tot  dien 
eynde  afftaen,  en  fich  ontdecken  ;  maer  als 
men  hem  den  heimet  afgedaen  had,  vandt  -m 
men ,  daer  men  een  Mars  verwachte ,  het 
ware  wefen  van  de  liefde ,  vallende  een 
fchoone  bos  van  gout-geel  gekronckelc 
haer  over  de  fchouderen  en  wapenen 
heen.  DonLopez  kende  haer  terftondt 
voor  fijn  Bruyt ,  en  de  Paiomeques  voor 
haer  Sulter ,  het  ecnige  onderwerp  van  al 
defe  voorvallen.  De  ftemmige  foetigheyt, 
en  kloeckmoedige  daedt  van  defe  vrouw , 
behaeghdeden  Koningk  ten alderhoog li- 
ften ,  en  de  Koningin,<fie  daer  hacft  de  tij- 
ding van  hadt ,  landt  boden  aen  den  Ko- 
ningk, om  hem  te  verfoecken,defe  fchoo- 
ne  Amazone  haer  toe  te  willen  brengen. 
Wanneer  fy  voor  haer  quam ,  verklaerde 
haer  Majeftey t ,  foo  grooten  fchoonheydt 
noyt  geficn  te  hebben ,  die  op  het  rouw» 
ftael  loo  wel  afftack,als  op  het  alderkofte- 
lijckfte  gewaet.  Men  fprack  lang  inhet 

Paleys 


ARCADIA.  6t7 

hkys  niet  anders ,  als  van  dit  vreemde 
voorval,  het  welcke  al  de  wereldt  in  ver- 
<  wondering  ftelde.    De  Schoon-broeders 
wierden  door  bemiddeling  van  den  Ko- 
ningk  ten  laetften  t'eenemael  vereenight, 
daerfy  de  eenighlteoorfaeckfgelijck  oock 
die  van  hun  laetrtegefchil)  van  was  ;  be- 
loovende  eenyder  van  fijn  zijde ,  alles  te 
vergeven  en  vergeten,  en  de  voorwaerden 
vanhunverdragh  op  het  aldernaeuwfle 
na  te  komen.    Na  al  het  welcke  de  helt- 
achtige  Ccfalie  haerManen  haer  Broe- 
ders weder  gelevert  wiert ,  urn  met  defel- 
ve  na  haer  Vaderlandttc  kceren.  Maer 
;er  Cefalie  ontwapent  wiert,  en  het  Paleys 
trerliet.deedtden  Koningk ,  tereeuwiger 
gedachtenis  van  defe  diet ,  een  trcft'elijck 
fchilder  komen  ,  die  haer  in  de  felve  ge- 
ftalte ,  als  fy  als  doe  was ,  af  maelde.  Defe 
ifbeelding  is  lang  in  de  kamer  van  den 
Koningk  te  ficn  ge  weert:,  maer  wiert 
Jacr  na  in  het  Koningkli  jcke  Wapen-huys 
^ebraght,  dacrfe  noch  tegenwoordigh  is, 
Df  altoos  noch  onlangs  geweeft  is:  Ge- 
ijck  de  waerheydt  van  dele  gefchiedenis  , 
'niet  tegenftaende  alle  onnatuurlijckhe- 
ïendiemen  fich  daer omtrent fou  willen 
/oorirellen)  by  diegene  die  des  landts  ge- 
fchiedenifTen  weten,  genoeghfaem  bekent 
>. 

De  vertelling  van  Euftacchio  fcheen  het 
refelfchap,  en  voornamentlijck  de  Iongk- 
r  rouwen ,  feer  aengenaem  te  zij  n ,  die  den 

ver- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


6i3  DOllTSCHE 
verftandigen  Italiaen  niet  wilden  laten  te 
bedancken,  om  dat  hy  de  eer  van  dit  ge- 
flacht  in  fulcker  voegen  had  willen  groot 
maecken.   Hoe  wel  der  noch  wel  yets  of 
den  ongetrouwen  handel  van  Cefaliete 
feggen  viel.   De  nacht  ondertufTchen 
aenkomende ,  deed  hen  allen  goetvinden ,  m 
fich  een  ydcr  nae  fijn  ruft  begeven,* 
om  den  volgenden  morgen-ftondt ,  de- 
wclcke  hen  ,  door  het  vriendelijck  da- 
len van  de  Son,  heugelijk  bcloortwas, 
te  verwachten.  Defe  ten  laetften,  nat 
hun  verwachting,  lieflijck  acnbreecken- 
de,  noodighde  Euftacchio,    als    oock  . 
den  wijfen  Pcriander  het  loome  legert' 
te  verlaten,  en  fich  in  de  groente  te  be-  v; 
geven.    Euftacchio  was  de  eer  ftc  inden  t- 
Hof,  die  nau  drie  keeren  gedaen  had,  of  hy  u 
ontmoete  den  ouden  Pcriander,  foo  als  hy  j 
de  trappen  afquam.om  in  denHof  te  gaen.  *, 
Sy  deden  noch  eenige  keeren  met  malkan-  * 
der ,  en  hun  genoegen  van  de  Blommen  en  S: 
Kruyden  ,  die  met  den  varfchen  dauw ,  als  r 
een  ontallijcke  menightc  Peerlen.bezaeyU 
{tonden,  en  den aengenamen  morgen-ge- * 
fangk,  van  het  queelende  gevogelte,  en  - 
den fchettcrenden  Nachtegael  genomen 
hebbende,  verfocht  Euftacchio  den  ouden 

Heer ,  om  weder  nae  den  fchoonen  Bclvc 
<kre  op  te  klimmen,  en  fichmethetge-  g 
ficht  van  het  omleggende  landt,  en  de  * 
Maegdelijcke  Stadt  te  vermaecken;  die  «j. 
fich  daer  ten  hoog hften  toegenegen  toon-  ' 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA:  6iq 
ie.  Sy  nu  boven  zijnde,  ilaen  hun  geficht 
In  het  ronde ,  en  daer  mede  ten  laetiten  op 
net  nieuw-aengewonnen  Lant  van  Wiel- 
olrecht,  en  het  gewed  van  Dubbeldam 
'allende,  leyde  Periander :  Dien  ichoo- 
ten  ftreeck  Landts  die  ghy  daer  liet,  Edele 
iuftacchio,  is  by  ons  gedencken  noch  wa- 
er  geweeir,  naedat  inhetlacr  14n.de  pjjrt- 
ojrooteWaert  van  Zuyt-Hollant,een  fchoo-  SjL_ 
ie  ftreeck  Wey-landts ,  beneffens  7*.  Pa- vloet.- 
ochyen,  en  menichte  van  Heeren  huyfen, 
>ndergevloeyt  is ,  waer  door  veel  duy  fent 
nenfehen  ,  en  een  ontallijckc  menighte 
Tcc  verfmoorde  ,  ketende  de  ovcrblijfiels 
rm  en  bijltcr.  Dc  oorfaeck  van  dit  onge- 
ral  leggen  iommige  op  etn  booien  Huys- 
nan  ,  die  den  Dijck  moetwiilighlijck  iou 
loor  geftcecken  hebben  \  andere  op  het 
jroot  on weder»  en  den  i'waeren  ftorm  , 
yaer  door  omtrent  dien  felven  tijttot  Ter- 
en en  andere  plaetlcn,  als  oock  in  Zee- 
andt,  Vrieflandt,  Vlacnderen  en  elders 
rrootefchade  gefchict  is.  Andere.met  de 
neefte  wacrlchijnelijckhcyt,  geven  de 
>orfaeck  daer  van  aen  de  vergunning  van 
•lertogh  Willem  van  Beyercn  ,  waerby 
ïy  den  Heer  van  Sevenbergcn  toeftond, 
ie  zijl  of  hetwater-geleyde  te  openen  en  te 
Uiyten,  felf  fondcr  kennifle  van  Dijck- 
;raer*  en  Heemra.den.    Welckc  vergun- 
ling  foo  qualijck  betracht  is  geworden» 
lat  Teven  jaren  daer  na,  door  forgeloos- 
ïeyt  van  de  huys-lieden,  die  de  zijl  open 

lieten» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


J  do  DORTSCHE 

lieten ,  het  water  des  nachts  in  het  lanc  rste' 
geloopen  is.  In  fulcker  voegen  dat  fchoo  4*  tas 
geweft  verdroncken  zijnde,  heeft  lan 
gelegen,  eer  het  wederom  bevorftko  £ 
werden,  foo  ter  oorfaeck  dat  het  fee  v 
leegh  en  moerachtigh  was ,  als  door  de 
inlantfchen  oorlogh  in  Hollant ,  het  wekv? 
ke  al  den  luft  vanbedijckenwechgem 
men  heeft,  hoewel  Hertogh  Philips  va  <.  < 
Bourgondien door  eenige  fijne  hint-verte 
het  felve  feer  focht  te  bevorderen.  Nadei  t  *• 
hant  evenwel  is  noch  dat  gedeelte  het  wel«  t 
ke  ghy  daer  rontfom  fiet,  door  het  aer 
flijeken  gehooght  zijnde,  bedijekt ,  en  tc  T 
die  geftalte  gebraght  dewelcke  ghy  moo|  v 
fien }  het  geen  noch  daegelijcks  toe  neem  >  - 
en  hoop  geeft  van  fijn  ouden  ftandt  t'een  - 
ger  tijt  te  uillen  krijgen.   Eenige Iare  U. 
Brandt  j^j.  na  heeft  net  vver  Gp  fijn  beurt  de  Sta  • :, 
Dor-  wederom  ten  alderhoogft  en  befchadighC^  ^ 
dicgt,  verbrandende  wel  600  huyfë,van  die  hoe  1  -.. 
ge  Poort,  diegy  daer  tegen  over  uaend  r  . 
waterkant  fiet ,  af ,  tot  aen  die  kerek  (hc 
Sacraments  Gaft-huys  toen  zijde)  daer  di 
Cupula,  offtompklock-huyfkenoptlaet 
en  nu  deFranfche-kerck  is,  toe.  De  Hal  - 
nu  het  Raet-huys,  verbrande  oock,  benei v. 
fens  de  Groote  Kerck  met  den  Toorem, 
De  huyftn ,  toen  meeft  van  hout  zijnde 
zijn  daer  na  heerlijcker, van  fteen,uyt  haeif; 
aflehen,  op^ercfen.  Aldus  heeft  defe  Stad  1  ; 
feer  veel  fchade  en  ongevallen  moetei  ^ 
I  uy  tftaen,  behalven  die ,  dewelcke  fy  doo  k.;;; 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  61 1 

lorgerlijcke  Oorlogen  geleden  heeft , 
in dewelcke fy  fich altoos feerdapperlijck 
1  ïeeft  gedragenj  gelijck  fy  in't  Iaer  1417. 
rlertogh  Jan  van  Brabandt ,  dewelcke 
:iaer  belegert  hielt,  gedwongen  heeft  het 
>elegh  op  te  breken.  Onder  anderen  wort 
jen  aerdige  lage  verhaelt,  die  fy  den  vyant 
witten  te  leggen.  De  Borgcrs  hadden  ee- 
lige  Schepen  met  eetbare  en  andere  Wa- 
ren geladen,  en  lieten  defelve  drijven,  fon- 
der  eenigh  volck  op  te  hebben,  gelijck  of- 
fedoor  het  on weder  los  geraeckt ,  en  foo 
met  den  ftroom  afgedreven  waren.  De 
Brabanders,  fiende  dcfe  Schepen  te  met 
naerderen,  en  nicmant  daer  op  vernemen- 
de, vallen  met  menighte  daer  in  j  mier  die 
van  Dordrecht,  de  Schepen  met  dicke 
touwen  onder  aen  den  bodem  vafl:  gc- 
maeckt  hebbende,  trecken  dcfelvc  we- 
derom te  rugge  na  de  Stadt,  gelijck  als 
viffchendie  met  een  lock-aes  gevangen 
worden;  Dit  wordt  foo  van  een  011  Jt  Ge- 
fchicht-fchrijver ,  die  omtrent  het  Jaar 
147  f.  noch  leefde,  in  fijn  Litijnfch  J  icr- 
boeck  verhaelt ,  hoe  wel  het  my  feer  011- 
gelooflijck  fchijnt  :  want  indien  de  Bra- 
banders daer  met  fchuyten  aengekomen 
waren  geweeft,  fy  hadden  daer  met  fchuy- 
ten weder  konnen  afkomen.  Wy  laten 
een  yder  fijn  gevoelen.  Recht  achter  die 
hooge  Molen,  dewelckeghy  daer  aen  de 
waterkant  op  de  vellen  fiet  (toen,  is  de 
ftraet ,  als  noch  de  Grave-ftraet  genoemt , 

in 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Kerck 
ftich- 
ting 
tot 
Dor 


6u  DORTSCHE 
in  dewclckc  Diederick  de  vierde,  Gril 
van  Hollant,foo  als  hy  (na  dat  hy  de  Luy< 
en  Ceulenacrs,  die  heymelijck  in  de  Stat» 
gekomen  waren,weder  uytgedreven  haci 
iich  een  weynigh  gingk  vertreden,  u: 
een  huys,het  vvelckc  tegenwoordigh  noJ 
den  naem  vanHollandtdraeght,  meteei 
vergiftige  pijl,dooreé  veynfter,  van  eé  dtl 
verborgen  vyanden,  in  fijn  dyegefchotco 
wiert,  aen  welcke  wonde  hy  twee  dage*, 
daerna  gertorven  is.    De  Kerck  die  ghT 
aen  geen  eynde  liet  ftaen ,  St.  Nicolaes  tot? 
geëygent,  nu  de  nieuwe  genaemt,is  eertijd 
een  van  de  ParochyofHooft-kerckengei 
weeft ,  maer  was  als  doe  grooter  als  tegen 
diegt.  wooor(jigh,  want  als  fy  in  het  Iaer  iféï 
op  den  ai.  van  Loumaent  verbrande  (wae 
van  de  afbecelding  noch  in  hethuysvai 
den  Ed:  Heer  Adriaen  van  Blyenborgh 
Oudt  Borgemeefter,en  Curator  of  Opficn 
der  van  onfeLatijnfche  Schoole  >  noch  tc 
fien  is)  is  fy  maer  alleenigh  itucks  wijft 
weder  opgebout.  De Groote Kerck,  die 
ghy  daer  Set ,  is  een  treffelijck  en  uytne- 
mend  konftigh  werek ,  voor  de  verande- 
ring van  den  Godtfdienfl:  met  47  Auta- 
ren,  en  groote  konft  van  Schilderyen  ver- 
ciert.  Sy  isbegollinhetjaer  1064»  maer 
den  Tooren  (die  men  feer  hoogb,met  een 
Spits,  had  gemeent  op  te  bouwen,  maer  ter 
oorfaeck  van  de  fwacke  grondt  nagelaten 
is,  gelijek  het  uytbeeltfel  daer  van  noch  in 
de  Kerck  hangt)  is  lang  daer  na  begon- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA;  6is 

en,namentlijckinhetjaer  1339.  In  het 
ler  145-7.  isdefeKerck.als  ge/èght,is  mc- 
e,  beneffens  dat  gedeelte  vandeSradt, 
en  brandt  gerjcckt.  Die  Kerck  ,  die  ghy 
aer  in  het  midden  der  Stadtlict,  is  de 
-erek  van  de  Auguftijnen,  is  voltrockcn 
ahet  Jaer  15-13.  en  wat  verder  fictgby 
ietKloofter  van  Maricn-born  ,  nu  tot  het 
Vees-huys  gemaeckt  Maer  daer  achter , 
ter  ghy  dien  vierkanten  dubbelden 
Toorn,  met  de  Balufter  daer  boven  op,fiet, 
vas  het  Klooftcr  van  de  Graeuwe  Suftcrs, 
'»n  de  derde  regel  van  den  heyligcn 
'rancifcus.  Dewclcke  in  het  her  15-79. 
ot  dc  Latijnfche  School  gemaeckt  is, 
olgens  dit  vers ,  het  welcke ,  aen  de  Ooft 
ijde,  op  een  van  de  toegcmetlelde  deuren 
tact. 


Quifuit  idolis  ptcratns  tempor e  lov.go 
Nunc  Chnjh  &  Studijs ,  eji  locus  ijle  facer. 

Iet  wclck  aldus  door  ccfl  van  mijn  kennis 
prduytitis 

Deesplieis-gedoemi  ten  dien  ff  van  d' Af  gom 

langen  tijdt, 
ls  Chrjjlus  eynd'lijck  en  de  Ko? ijlen  toege- 
tüijdt. 

,  Vacrlijck  verfcheyde  brave  Mannen  heb- 
ben dele  School  jbeftaende  in  leven  Claf- 
1,  als  Rectoren,  en  Beftierders ,  voor  de- 

fen 


Stich- 
ting 
van 
het 

Latijn- 
fclie 
fchoo!» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


6%\  DORTSCHE 
fen  vereert.  Onder  de  welcke  den  Gelee* 
den  Vomus  en  braven  j£milius,beyde  dacr 
na  Profeflbrenof  Hooge  Leer-raecfters  4 
den  eenen  tot  Amfteldam,  en  den  ander 
totUirecht,  geftorven,  devoornaemfte 
zijn  geweeft :  Wanneer  fy  oock  boven  alle 
Scholen  van  Hollandt  de  uytftekenfte  was 
geacht ,  foo  in  getal  van  buy ten- kinderen, 
als  onderwijfing  van  de  jeugtj  maer  federt 
dat  in  het  Iaer  3  6  of  37  .  de  fterfte  al  hier 
tot  Dordrecht  quam,  heeft  fy  een  grooten 
krack  gekregen,  want  een  van  de  Leerlin- 
gen in  de  School  komende  van  de  peft  te 
iterven ,  bewoogh  de  andere ,  dat  meeft 
'  Zeeuwen  waren,de  School  en  Stadt  te  ver- 
laten.   Doch  defe,  zijnde  al  een  groot  ge- 
tal, met  malkanderen  een  Schip  af  huu- 
rende,  om  naeZeelandt  te  varen,  wier-U 
den  by  Willemftadt  over-zeylt,  en  ver-; 
droncken  al-te-famen ,  behalven weynige  | 
die  daer  af  quamen,  fmoorende  alioo  hun  i 
leering  in  het  water,  die  fy  het  vyeron-  J 
trocken  hadden.  •  De  Heeren  Curatoren  , 
en  opfienders  daer  van  komen  met  het  ge- 
tal der  Claflen  over  een,  enzijntegen- 
woordigh,den  E.  Heer  en  Meefter  Adnacni 
van  Blyenborgh ,  Out  Borgemeefter ,  dent 
E.  Heer  lohan  vander  Burch ,  den  E.  Heerj 
Cornelis  de  Witt,Ruwaert  van  Putten.fcc* 
den  E.  Heer  Penfionaris  van  Slingelandt, 
cn  den  E.  Heer  Penfionaris  IohanBerck , 
den  E.  D.  Col  vius ,  Predikant  van  de  Fran- 
fche,  en  de  E.  D.  Henricus  Dibbetius,Ue- 


arcadia; 


6i  f 


1  raer  van  de  Duytfche  Gemeente.  Macr 
ii  ick  hebbe  my  verwondert ,  feyde  Euftac- 
:  chiodaertuflchenin,  datfoo  de  Schout 
li  als  de  Borgermeefters  van  defe  Stadt,  yder 
n  met  dry  Helbaerdiers  vergcfelichipt  gaet, 
ri  het  welke  ick  noy  t  in  eenige  andere  plaets 
si  van  Hollandt  gefien  hebbe.    De  Borger- 
Tmeefter,  antwoorde  Periander,  is  hier 
timer  een  in  het  getal,  daerfe  in  andere 
l  Steden  tweeof  vier  zijn,  cn  heeft  alhier 
-  groot  ge/aghen  acnficn ,  welck  Ampt  te- 
genwoordig door  den  Ed:  Achtbaren  Heer 
Jacob  van  Beveren,  Heer  van  Swijndrecht. 
bekleedt  wordt.  Sy  worden  gemeenlijck 
twee  jaren  in  dien  dienlt  gehouden  ,  boe 
Wel  ly  alle  vier  Maenden  by  den  Outraedt 
weder  herkooren  worden .    Macr  wat  de 
Hellebaerden  belangt ,  dele  zijn  hen  in 'c 
Jaer  i  ƒ02.  vergunt,  wanneer  Willem  van 
Alblas  H  eeren  Janfz.  Ambachts-heer  van 
der  Mijleen  Dubbeldam  ,  als  doe  Borger- 
meefter  zijnde  ,  door  een  Prieftcr  op  de 
ftraet  doodt  gcftcccken  wiert.  Kn  als  doe 
wierden  delclve  oock  des  GracfFclijck- 
heyts  Officier ,  of  Amptman,  roegeftien. 
Ondertuflchen  hceftdeStadt  van  tijdt  tot 
i  tijdt  feer  aengewonnen  cn  toegenomen  ; 
want  voor  eerft  ,  die  fchoone  ry  Huyfcn) 
dieghy  daer  voor  u  fiet,  zijn  een  nieuwe 
^aenwas  vandeStadt,  als  oock  die  uyt- 
Ifteeckende  Haven  na  de  rechterhandt, 
>;gelijck  de  Stadt  doorgaensaende  water- 
izijdc  feer  aengewonnen  heeft ,  alsheb- 

d  bende 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


éi6  DORTSCHE 
bende  die  geheele  haven,  vandieHooft- 
poort  af  tot  aen  de  Groote-kerck  toe, 
metdeftraet  daeraen,  (macckendeby  na 
eenkleyne  Stadt  uyt)  aen  de  oude  Stadt 
geveft,  tot  groot  cieraet  en  gerief  vandeji 
Stadt  en  Koopmanfchap.    Maer  om  tigi 
fel ve  beter  van  onfe  Regeringe ,  en  geldf 
gentheydt  van  onfe  Stadt  en  Borgers ,  als 
oock  haer  gefchichten,re  dienen,  Foo  leeft;  i 
ditBocck  van  den  Heer  Iohan  van  Bever- 
vj'ijck  ,  het  welcke  ick  u  Edelheyt  vereer  i 
rej  en  ghy  fultufelven  volkomentlijck 
konnen  vergenoegen.    Euftacchio  be- 
danckte.  Periander,  en  liet  hem  voort- 

Aert    Saen*    Maer  &cvr'lfl  ickugifteren  cen 
det  In-  woert  van  de  natuur  en  eygenfehap  van  de 
gèfcte-  inwoonders  heb  hooren  fpreecken ,  yer- 
ne«      volghde  hy,  wil  ick  u  wel  lbo  veel  bericht 
daer  van  doen ,  dat  fy  een  gematighden 
aert  hebben ,  tuffchen  Brabandts  en  recht 
oudt  Hollandts.  Niet  los  als  het  een ,  noch 
bot  ais  het  ander.  Niet  te  fpaerfaem  noch 
te  milt  in  eerbieding,  behalven  die  loye 
hoeden  dragen ,  die  men  van  dienarbeyt 
verfchoonen  moet.  Door  de  banck  wel  ter 
tael ,  maer  een  weynigh  fchimpachtigh , 
vrolijck  en  levendigh  van  geeft,  het 
geen  men  al  vryden  goeden  Rij  niche  n- 
wijn  tedancken  heelt.  Meer  als  naden 
ouden 

Hollandtfchen  aerdt  genegen  tot 
konden  en  wetenfehappen,  felf  de  hoogh- 
fteen  fwaerftedieder  zijn ,  tot  de  dieplte 
aenmerekingen  van  de  Philofophy,  ot 

wijs- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


2tt* 


i 


ARCADIA. 


Wijs -begeertefgelijck  heteenige  van  onfe 
duytlche  Lettcr-gietcrs  noemen)  en  de 
werckchjckfte  deelen  van  Ww-kunft  en 
Sterre-kunft  toe  fdf  die  anderfins  buyten  ^ert 
kennis  van  gelccrthcyt  zijn.  De  Poely  cn 
Kijm-konlt  vint  hier  lbo  wel  hucr  bemin-  na. 
naers  als  belijders ,  en  waerlijek  wcynigli 
ftedenfouden  te  vinden  zijn,  die,  na  hun 
groote  ,  foo  wel  daer  mede  voor hen zijn  : 
hetwelck  miflehien  oock  deoorfaeck  is 
dat  weynigemet  diekonlt  rijck  worden  : 
alfoofe  malkander  inde  weeghzijn,  cn 
het  broodt  alfoo  uyt  de  mont  trecken.  Sy 
hebben  onder  hen  een  wij  ic  van  eenRe- 
publijck,  rtraffendcgelijckcr  hanr,  die  een 
van  henlieden  bende  fou  derven  beledi- 
gen.   Gclijckfedaer  uytdruckelijck  hun 
Scherp-rechter  toe  hebben  ,  die  met  ftecc- 
kende  ,  geeflelende  en  brandt-merekende 
veerfen,  demifdadige  weet  door  te  ne- 
men.Een  van  den  hoop.die  nLt  geerne  een 
van  de  minltelou  zijn  ,  heeft  my  onlang-, 
dit  gedicht  oponfeStadt  Dordrecht  ver- 
eert, het  welcke  ick  u  fal  laten  fien,  wan- 
neer ick  alleenighfalgefegt  hebben  ,  dat 
Dordrecht  niet  te  vergeefs  den  naern 
draeght  gclijck  het  vers  feght  : 

Begeert V  een  fchoon  VJtff of  een  ergh  , 
Soo  foeckt  tot  Gorcum  of' ten  Bcrgh. 
En  komt  ghy  noch  te  kort 
Soo  gaet  en  foeckt  te  Dort. 

cSyzijn  geenfins  van  de  Simpliciottc  of 

D  d    z  flecht- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


6*8  DORTSCH8 

flecht-hoofden ,  door  ons  Polymythus  m 
Laura  een  befchrijving  van  gemaeckt 
heeft ,  en  voor  de  reft  in  bevallijckhey t , 
talie  of  geftaltenis,en  het  geen  men  anders 
fchoonheydt  noemt,  boven  die  van  geheel 
Nederlandt  te  (tellen.  Ick  fpreek  in  't  ge-, 
meen  a  pat  te  prédominante  &c.  &  ab/ït  va* 
iitas.    Siet  nu  hetbelootde  gedicht  eens 
over,  waerde  Heer  Euftacchio,  terwijl  ick 
eens  beneden  gae ,  om  te  fien  of  het  onbijt 
vaerdigh,  en  het  vrouwen-getimmer  in 
order  is.  Met  defe  woorden  gaf  Penander 
Euftacchio  eenbladt  of  twee  met  veerfen 
•ver,  die  defelve  opflaende ,  las. 


D  E 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 

D  E 


€19 


MERWE-KROON. 

De  Stadt 

DORDRECHT 

Tos-geeygem. 

Inhoudt. 

E  Rhijn,hUts,meltmm 
Leek  Godtn ,  afgunfigh  over 
dê  Memede  ,  viltm  Reen»  ai- 
(P  tC££//$  reedts  ïneen  Heerhjch  Stadt 
begint  uyt  te  brallen ,  doen 
daer  over  hun  beklagh  aen 
den  Zee-God t  Nettunus,  Defe,  cm  hciue  ver- 
noegen ,fendt  hen  na  het  Fatum  (witlij  wo?iing 
bejehreven  wordt;)  defe  Godimie  tooit  deft 
Str oom-Goden,  in  Metale  afbeeldsels,  de  dingen 
dewelcke  Dordrecht  u)  (voeren  fal.  Sy,  over  dg 
Roem  van  defe  aengroeyende  Stad:  ,  met  te 
meerder  afgun!}  ontfeecken,  begeven  fich  na  de 
bergh  Hecla  ,  daerfy  eenfchadclijck  V)er  fojfe 
van  daen  halen,  door  het  welke  fy  de  Stadt  Dor- 
drecht aenf  eken. l>  alias, die  daergaeme  een foei 
*van  gele  ertheyt  had  opgericht,  Iele:  den  voort- 
gangk  van  de  brant.  De  Stroom  Goden,  noch 
niet  te  vreden,foecken  door  het  Water  de  Stadt 
te  verdelgen ,  waer  door  fyjx  Dorpen  met  de 
Groote  Waert  onder  water  feilen,  lupitereyn- 
delijck  van  boven  affende ,  fet  de  Stadt  door 
■  de  brant ,  en  de  Waert  door  de  vloet  befchadtgt, 
I  wier  over  vertoornt,  vracgt  na  de  oorfaeck ,  en 

D  d    3  onu 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


G 


630  DORTSCHE 

ontbiedt  de  Goden  al  te  /amen  voor fich.  Païïas 
beJchuldightdeStroom-Goden  van  dit  beftaen ; 
die  daer  overge(lraft%  en  verwefen  worden,  de 
Stadt  Dordrecht ,  voor  altoos ,  de  Stapel  et' 
kentcniste  doen.  Alsoock  Mercurius  belaft  den 
hophandel  aldaer,tot  vergoeding  van  defcha- 
de,te  planten, 

MERWE-KROON. 

Root  Meefter  van  het  Al,  voor  wie  den  Hemel 
(wicht, 

Die  oude  macht  vernielt  en  nieuwe  Steden  lucht , 
Groot  Bouw-  heer,  die  de  gront  van  foo  veel  wonderhedé 
Hebt  fonder  grom  geleght,  en  op  den  dagh  van  heden, 
't  Geen  uwe  ham  vermoght ,  en  hoogh  en  laegh  verctert, d 
Soo  krachtigh  als  noch  oy  t  bereddert  en  beftiert. 
Dees  veft,aeu  't  rijfen  rects,en  fchijnbaet  acn  *t  bedijeo* 
Hoed  door  uw  arm ,  bchoct  haer  nieuwe  Borgeryen  j 
Dat  ongeval  noch  leet  hun  ftille  ruft  verfteur , 
In  fy  al  meer  en  meer  het  hoort  ten  Hemel  beur< 
Ten  onwil  van  de  Nijt  verheft  dees  lage  Muuren 
En  maeckt  haer  gtoot,  tot  fpijt  van  nijdge  nae-gebuuren. 
Dat  haet,  noch  afguntt  haer,  noch  leedt,  noch  ongeval 
*efcheer,maerongeiuckftuyte  af  onnare  wal;  v. 
Dat  nimmer  vyandt  geef  haer  rijeken  roof  ten  beften  . 
Maer  fy  een  kuyfche  fchoot  beware  in  hare  vetten. 
Dus  fprak  de  Nymph,die  't  hooft  uyt  kille  ftroome  tteeRt, 
Daer  Hollants  groote  Waert  defiagh  derbaerenbreeckt, 
En  ftrekte  haer  hant  om  hoog,half  leenend  op  het  drooge, 
Haer  Stadt  beftralendc  met  lieve  en  gunftige  oopn. 
Terwijl  de  Maes-Godr,  deun  gedoocken  achter  t  hes , 
Siin  hayreD,groenbemoft,  in  fijne  ftroomen  wiefch. 
Uenieut  op  dit  geluyt ,  te  keetligh  voor  fijn  ooren , 
Keert  hy  fich  darwaerts,om  het  nauft  befcheyt  te  hooren  ; 
En  hoort  en  overleght  de  woorden  tegen  een , 
En  ant  woott  by  fich  felfs  de  Nyroph  met  defe  reen.  ± 
Hoovaerdigh  wicht ,  hoe  ver  fal  hooghmoet  u  verweken  i 
Hoe  vei  laet  gy  u  felf  verracefteren  door  uw  nucken : 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 

Dat  ghy,üfdrs  ontmunt ,  u ,  waerdenict  befeft, 
En  onbefchaemdclijck  u  boven  ons  verheft. 

J?-aer'iPfmii"  ftrloomen» ,r°°  geprefen  bovên  anderen. 
Die  lullen  haren  loop  vctbijfl  ren  en  verandrrn 
Ot  dces  uw  ydle  roem,  wan  met  ghy  ons  bellhcmpt 
ci  Sal  door  ons  coc-doen  zijn  vernietight  en  gedempt  ' 
.    Uyt  liadhy,  en  is  voort,  op  't  u  incken  eener  ooce 

Dwars  door  lijn  ftroomen  hren.naer  ondren  af  Jcvlo^en. 

M  M.IL    !)'tgai^Va"  *  Lc^,daerYfcI,  Rijn.cnVSaci 
M  Malkander  toefden  op  een  «iewlelifck  omhad  , 
M  Met  druyvcn-fap,  geperftaen  Lil  er  fijn  altaren, 

Vermengt  met  Bronnen  nar,  om  't  hooft  niet  te  Ldwaic- 
Cjcdoocken  inde  khaeuw  van  wilqhen  populier  5 
Op  groene  beddingen,  beiïeeckcn  met  Laurier, 
En  ricckend  noten-loof,  aenfsendijck  van  bladen,  ' 
Met  half-volwailcn  vrucht  geciert  en  overladen 
Het  ftaet  u  lehoon,  feydt  hv,  foo  haeü  hy  binnen  tradt 
O  arme  Goon,  uw  leedt  te  dooven  in  het  nat , 
En,  fonder  meer  of  ramp  of  ongeval  te  dentken 
Hetfpringend  lap  aldus  in  -t  parlcmoer  te  fchencken 
En  onder  dies  uw  kroon,  gelooft  of  niet  gelooft  ' 
Tc  laten  fchandelijek  u  ftrijeken  van  het  hooit.  ' 
De  Merue  Kvmph.diellroom  ontleent  van  arid'rcflrOO 
Van  mv,en  mijn gebutu  aenoephlaem aftekoniM 
Die baftert  half- Godin, d!e, Ion, kt  hooft  of n  «ert 
Haer  heerlrhappy  bepaelt  in  Hollandts  tirootè  Q  'err 
Heeft  oock.ak  kaeks ,  om  oock  van  haer  te  laten  hoore'n 
ten  Stadt  geftidlt  ;  die  bralt  nu  met  henr  l.alve  tooren  ' 
En  ileeckt  het  Imoftom  hooch.als  mijrer i  w  jfo  gehuil  ' 
En  fy  ontliet  fich  niet  te  tergen  ons  geduft, 
En  ick  en  weet  wat  nors  en  fchandelijck  verwijten 
Als  nijdigacis  ,  en  u  en  my  voor  't  hooft  te  ('mijten 
f  Terwijl  fy  moed.gh  ftoft ,  op  dit  haer  viiicheis-ncft 
!  En  d'eeuu  igheyt  belooft  aenliaeren  hatc  velt. 
.  V  ie  't  dulden  wil, die  duld,  en  fpane  fieh  van  klagen 

Voor  tt»y  die  trorf  heyt  valt  my  rcuvel  te  verdragen/ 
i  Die  't  lult  die  volge  my.ick  ga  foo  heen,  te  ftcur , 
I  Recht  na  den  Oceaen,de  groene  golven  deur, 
]  En  aen  den  Vader  dit  verwijten  en  dit  hoonen  , 
En  d'hocghmoet  van  dit  wicht  al  klagende  vertoonen* 

D  d-  4  En. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


éii  DORTSCHE 

En  ondetftaen  of  hy ,  die  trots  den  drytant  fwtyt 
Van  't  eerfte  Rijck  om  laeg,haer  hoogmoet  niet  en  breyr. 
Dus  voer  den  Maes-Godt  uyr.vaft  fwellendc  van  tooien, 
En  op  fijn  reden  liet  de  Leek  fich  weder  hooren. 
Beroemde  nagebuur ,  racckt  u  de  fmaet  aen  't  hert , 
En  twijfelt  niet,  wy  zijn  deelachtigh  aen  de  fmert ; 
Wie  fou,  die ,  foo  beroemt  door  hoogh  vergoode  magen, 
d'Onfterflijckhcyt  geniet,  verfmadingkonnen  dragen s 
In  aen  fijn  minders  trots  vergunnen  'r  oone  leen , 
Of  fich  baldadighli  jek  met  voeten  laten  trcen  > 
Indien  ghy  zijt  gefint  te  zeewaert,  wilt  niet  vreeTen , 
lek  fal  de  tweede,  en  hy ,  die  wil,  de  derde  welen. 
Men  toom  de  Steuren  op,  wy  volgen  alttmael , 
Voer  d'Yflel  daer  op  in ,  te  lamen  met  de  \\  ael , 
Alleen  en  foud  het  ons  niet  pallen  ftil  te  blijven  , 
Maer  vinden  raetfaem  in  uw  acnvang  u  te  ft  nven. 
Een  yder  trouw  hier  op ,  de  Nymph  't  verderf  belwóer , 
En  dacr  op  gingk  rontfom  het  fchuymend  perlemoer. 
Ten  laetUen ,  om  te  eer  behouden  rcys  te  hoopen , 
Sit  yder  wacker  op,  eer  't  ty  quam  te  verloopen , 
En  dacr  me  voort  na  laeg ,  den  Oceacn  re  moet , 
Opvlu*eefteuren,doordekoelc  wintgevoct.  (ftrandc, 
EePn  tós  leyt  Noortwaert  aen ,  op  ftreeck  van  duyn  c  n 
Na  Teflel  toe  en  't  Vlic,  zant-rijeke  Waterlanden  , 
Door  rampen  en  gevacr,  by  't  varent  volck  beroemt , 
Den  Hontlbos  overlang  geëernacmt  en  genoemt , 
Dewiil  het  wellen  van  d  onevenheyt  der  gronden 
OP'tpaclwercknaetgeUiyt,gelijcic  'tgebas  van  honden, 
Dat  met  byfond're  fchrick,  die  door  de  leden  gaer , 
Wel  diep  in  zee  her  oor  der  bleecke  ftuurluy  flaet , 
En  leert ,  om  op  het  laeg  niet  heylloos  te  verva  en  , 
»c  Ontwenden  het  gevaer  van  dees  gevrceWe  ^llen. 
Hier  houdt  den  Zee-  God  hof,  met  hof-ftaet  en  gemacl , 
ln  'tblinckend  kriftalijn  van  fijn  gegoten  zael , 
Om  van  dien  oever  af,  daer 't  hem  geviel  te  leven , 
Aen  d'een  en  d'an d'rc  zee  fijn  keur  en  wet  te  geven. 

't  Licht  daelde  vaft  om  laegh,  beneden  onie  kim , 

En  maeckte  't  klevnc  vee  tot  Monjtaa.door  haer  fchim, 

Als  defc  Goón  het  hof  van  Pofcydon  bereden , 

Dc  golven  klievende,  tet  vlucht,  in  twee  geleden.  . 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  633 

(  Doet  Triton ,  na  gewoont,  blies  een  en  andeimacl, 
tn  dner  op  opent  lich  den  ingangk  van  de  Zacl. 
Sy  flux  na  binnen,  jujft  hadt  Godt  Neptuyn  de  Goden 
Van  't  wijt  geilreckte  Mcyr  in  fijn  vertreck  ontboden , 
Vergramt  op  't  aerts  geflacht,  dat  om  gewin  en  luft 
De  baren  meer  ci^mccr  met  kielen  maeckt  omruft) 
Om  raet  te  plegen ,  door  wat  vonden  ,  door  wat  wetten 
De  koene  vryheyt  van  dat  volck  een  pael  te  fetten, 
d  Den  Raet  gcicheyden ,  gaf  men  toe^angk,  na  't  vertreck, 
d  Den  trotfeMaes  ,  dc  Wad  ,  den  Yiclende  Leek, 
Q  Om  heymlijk  aen  de  Vorft  het  geca  hen  moght  behagen, 
4  Als  nacuwe  vrienden  en  begunde,  voor  te  dragen* 
3  Een  yder  let  lich  neer ,  na  t  onderling  onthacl , 
:£  In  zetels  ,  opgemaeckt  van  pecrlcn  en  Korael  i 
I  En  als  gelegcnthcyt  gegunt  wiert  om  te  fpicecken , 
•3  Gingk  aldereerft  Neptuyn  aldus  dc  ftiliicyt  brcecken  : 
1  Beroemde  ftroomen  ,  wat  belang ot "ongclijck 
I  Dringt  11  de  xeys  te  doen  ten  hove  van  mijn  Rijck  } 
Cl  De  ftaet  dic'gy  ten  Hoof  gewoon  zijt  te  br' 
Dingt  in  uw  goede  faeck  nae  mijn  aendad 
Is't  onrecht  dat  u  deert ,  of  Stroomcn-dwj 
't  Is  *t  £ccn  onlijdbacr  is ,  antwoort  dc  M 
Geduchte  Water- God,  en  hoon  >  wel  fwaer  tt  uragen  , 
En  fulcks,  als  nict.vergecl's  ons  op  maeckt  om  te  klagen. 
De  Merw,  die  halve  ftroom,  diCPfCUtfcbf  bafteit-vlucr, 
Is't  die  door  hacre  irots  uw  Machten  qtwlling  doet, 
En  brallende ,  in  ick  weet  w  at  nicu  geiden  w  allen  , 
Dc  kroon  van't  hooft  fpreckt  feil  de  hooft-vlocn  met  htü 
Ons ,  die >  van  atkomft  foo  veredelt ,  al  te  m$4  (allen; 
Vereert  zijt)  in  ons  loop  met  meer  als  eene  lacl  ♦ 
En, wil  den  Bergh  God  met  fijn  winden  fulcks  gehen-gen, 
Koyt  laten  fchatting  aen  uw  Vorftlijck  hof  te  brengen. 
Vergeefs  is  't  dat  onf  roem ,  cn  mogemheyt  gdHxk, 
Voor  heen  gedrongen  is  in't  mergh  van't  Rcomlche  Kijk, 
Wanneer  Vitell  verheft  de  roem  van  't  zegc-praien , 
J)oor  Burgerharten  cn  beftreden  Ccrealcn  ; 
Indien  wy  nu  het  hooft,  foo  trots  wel  eer  verlicht , 
Te  buygcn  ftacn  voor  dit  rampfaligh  water  wicht* 
Kont  gy  niet  al-te- wel  ons  leet  fien  voor  uw  oogen  , 
Koch  door  verdriet  in  fmart  ons  killen  fjen  veiiiioogen , 

D  d   j  Nock 


eden , 
heden, 
ol  fliijt  ) 
is  fpijt  , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


«34 


DORTSCHE 


Noch  van  uw  kroon  gerooft  de  peetien  van  uw  Rtjck, 
Bedwinat  haer  moetwil , wreeckt  dit  bitter  ongelijck. 
Verlcv  t  of  dempt  haer  ftroom,  uw  Vorften  te  gevallen , 
Of  met  uw  drytant  floopt  de  gront-veft  van  haer  wallen , :  | 
Of  gunt  ons  weer  het  nat  dat  ly  van  ons  ontleent , 
En  maeckt  ons ,  zijn  wy  nu  gefcheyden ,  weet  veteent. 
Dus  fprak  de  Stroom  en  fweeg ,  en  naer  een  ftont  verleae»  * 
En  wat  bcdenckens ,  dient  Neptuyn  hem  op  fijn  reden. 
Vcrheve  Machten  en  beroemde  Watci-Goon  > 
Geduchte ftutfels  en  vcrcierfels  van  mijn  kroon,  - 
vertrouwt  me  uwleet  bedroeft  uw  opper  hoort  van  nertc, 
£n  ick  heb  deel  aen  al  't  geen  u  vermagh  te  fmerten ; 
Maer  wie  fal  't  zijn ,  die  fijn  gewelt  of  kracht  verfacmt 
Or  *t  eecn  het  lot  befcheert ,  en  Broer  lupijn  bcraemt , 
Dc  hooghfte  Godtheyt ,  die  het  alles  kan  tetoomen , 
«?te!t  Rikken  op  en  af,  vcrleyt  en  dwingt  de  ftroomen , 
Xn  foo  door  mijne  handt  en  Scepter  yets  gelchiet , 
Siia  Godtheyt  evenwel  is't  daer  mijn  macht  op  üet.  . 
Gv  vol't  mijn  Raet,befoekt  het  Fatum  met  malkand  re  , 
Vim  ghy  daer  geen  befluyt  ,  'k  fie  middel  tot  verand  ren  s 
lek,  door  verlof  gefterekt  van  't  opperfte  gefagh , 
*al  ftcllen  in  het  werek  al  wat  mi  jn  handt  vermagh» 
Uy  t  had  de  Stroom-heer,  en  het  dubbel  paer  der  Goden 
Neemt  oorlof,  en  is  flucx  wcêr  zeewaert  in  gevloden  ,^ 
£a"t  Noort,t echt  t  oe  recht  aen,daer  d'y fzee  bergen  zaey  t, 
In  't  oneemeten  Ront  op  eeuw 'ge  polen  dracvt , 
Daer  't  dick  bevrofen  nat  verbiet  den  wegh  te  banen» 
Ka  Noorder  Iaponnees ,  en  ongaftvrye  Anianen. 
Daer  wat  den  blancken  Brit  of  Batavier  befluyt , 
in  *  t  midden  van  de  zee  op  glafe  klippen  ftuyt . 
ïen  Berah  leyt  op  het  verft  dat  'tAertrijk  kan  bereyeken , 
Gckroont  in't  hóoft-punt  door  het  een  en*  ander  teyeke» 
Op  welckers  korte  fwier  fijn  breedt'  den  ftierman  gift , 
Ms  hein  de  zuydcr  kring ,  en  's  werclts  fackel  mift ; 
scs  Mane  -  ringen  fiet  hy  fich  van  't  licht  berooven ,  J 
|n  fo  veel  maenden  hout  God  Phoebus't  hooft  daer  bovc, 
vv  en  hy  een  nacht  befchrijft ,  als  nimmer  Theben  fagfa,  1 
Wauneer  Iupitn  in  vrouw  Alcmenas  armen  lagh  , 
A-n  't  zuydcr  as  geheel  het  Sonne-licht  ontvloden, 
£ n  gunt  een  lange  Qaep  de  taftendc  Antipoden.  ^ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCA  D  I  A. 


6lf 


Hier  heeft  de  Macgt  haer  woonft,  wiens  Diamanten  ipil 
Stelt  felf  lupijn  deVct,  en  regel,  als  fy  wil , 
En  in  onbuygfacm  ftael,  voor  tijt  noch  kracht  te  vlieden^ 
Jnlet  Diamanten  fmjt  wat  Cü  wat  moet  gclchiedcn. 
De  Tarckcn  dienen  haer  met  Qjinrock,klos  cn  fch^t* 
't  Sy  d  eeuwighcyr  belluytden  yvoederóen  fiarbaer, 
Gclijck  een  water-vlöct  /Etirope  op  't  hart  te  fmijtcn  > 
Of  Afia  ten  rootte  gunnen  acn  de  Scijtcn  , 
Of  den  Tyran,verlaet  van  lijnes  Mecflers  bloei 
W  éér  van  fijn  hoogen  troon  te  werpen  onder  voet» 
Of  *s  wcrclts  Dwingclandt  in  't  midden  van  fijn  pogen , 
Tekorten,  en  fijn  luit  ,  lijn  leven,  en  vermogen.  ° 
Na  veel  verdricts,  en  moert,  en  arbcyt ,  cn  gevacr  f 
Van  driftige  cylanden,cn  klippen, hier  cn  daer, 
Fn  't  vreeflelijckgeficht  van  SchcpfcU,?! remt  geiHuMfli 
Gevimdc  Dieren,  Ichcrp  voorfien  met  dubbel  \vapcn , 
Al  wat  de  aert  bewoont, of  in  dc  boomen  fpcclt , 
Verandert  in  natuur ,  in  viflchen  uytgebrdt  \ 
Komt  dooi  de  fchollen  heen ,  die  hen  als  dol  befpringen 
Het  dubbelt  Goden-piet  na  d'heyl'gc  wooning  dtingen, 
Hun  Steuren,  eyndelijck  van  haere  vracht  ontlaft , 
M3cckt  met  don  teugel  clck  aen  klip  of  oever  vaft  , 
En  loo  te  landt ,  voorlicn  met  1  pictftlfj  om  de  Beercn  , 
Of  ander  wreet  gedrocht  dacj  med'  van  't  lijf  tv  kecrcnt 
Den  ingangk  van  het  hol  daer  't  hooge  Noot  lot  woont 
Strcckt  zuyd'en  lan  twaett  aen ,  ccn  lhlcdciu  vcrlchoont 
Den  tocgaogk  ,  wel  voorfien  met  grendels  cn  nu  t  floten , 
En  ftcreke  hengfelen  niet  reclijck  op  te  ftooten. 
Ook  wort  noyt  ftcrfli  jk  menllh  den  doortocht  daer  gejont 
JMaer  voor  de  Godheyr  wijekt  en  bout  en  boom  tcrllonr. 
Een  fcbaei  van  menfehen,  of  van  menkheiijeke  fchimmê, 
Su-ckc  als, door  toovcr-fang  geroepen,  opwaerts  klimmen 
Uyt  't  duylter  Rijck  dat  aen  dc  derde  Godtheyt  hoort , 
Vertoont  fich  aen  de  Goón  ,  lbo  voor  als  aen  dc  poort; 
Den  cenen  befich  door  fijn  bidden  en  fijn  lïneccken  , 
Een  ander  met  gewclt  dc  deuren  op  te  breccken  f 
Een  derde  ,  met  gclolen  vreeflelijck  gebaer , 
Schrijft  kringen  in  het  zant ,  en  teeckens  hier  cn  daer, 
Roept  Hel  en  Hemel  aen ,  met  prevelen  cn  fingen  , 
piDjWtf  het  mooghlijckjtcr  poorten  in  tc  dringen; 

D  d   6  |k| 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


DORTSCHE 


Macr  alles  dat  hy  wint ,  is  niet  als  ydlc  waen, 
Somwijl  een  raedfcl,  fwact  en  duyrter  te  vcrltaen , 
Of  yets  dat  t'  (amen  ruyekt  na  waerheyt  en  na  logen  , 
Steels- wijs  mifichié  Mevrouw  uyt  hacr  geheyra  ontogen , 
üfuyt  ue»  dagh  boeck,eer  't  gekcurfteent  is  geweeft, 
Getrocken  door  dci*ef,*v»  of  andre  loofejgecft  , 
Die ,  licht  eenogh,raet  macin  f«n  vcerten  om  te  koopen, 
Ter  fluyps,  by  onty,  het  gchcym  is  ingeflopen. 
Veel  fiender  nacr  't  geftart  dat  aer>  den  Hemel  dwaelt , 
Koe  dat  den  eenen  rijft ,  hoe  dat  den  ander  daelt  ♦ 
Wat  huys  dat  dces  bewoont ;  wat  hemels- top  een  ander; 
Hoe  ver  dat  Vcnus  ftaet  met  Mavors  van  malkander ; 
Met  wie  fich  defe  voegt ;  wat  vrcught  hy  ginder  vint  j 
Hoe  vele  machten  hy  by  fulck  een  teecken  wint ; 
Hoe  tulcks  al  invloeyt  op  't  belang  van  landt  cn luydcn  ; 
Maer  al  fijn  winning  heeft  maer  weynigh  te  bcduyden. 
Soo  als  fy  naerderen  dit  onbegangklijck  huys  , 
Ontfluyt  de  poort  van  felf,  met  fchrickehjckgedruys , 
Door  hunne  kracht ,  die  acn  yets  fterfiijeks  is  verboden  , 
En  gunt  de  toegangk  aen  den  troep  der  Water-goden  ♦ 
Die  naeuwlijcks  binnen  , orden  ingangk,  vers  betreen, 
Sluyt  Bcfa  van  fclver  toe  ,  foo  valt  weer  als  voorheen. 
Daer  fat  Me-vrouw,omheynt  met  Maegdencn  Dienaren, 
En  fchrijft  de  fchickingen  op  ftalc  en  yfre  blaren , 
Xn  geeft  het  dry-getal  der  Parckcn  haer  beiluyt , 
Om  op  hun  rock  hun  wiel  en  fpil  te  wereken  uyt. 
De  middels  ,  in  getal  tenoemm  noch  te  tellen  , 
Staen  vaerdig,om  haer  wil  rerftont  in  't  werek  te  Rellen. 
De  ftonden,  uuren ,  dagh,  en  maent ,  en  eeuw,  cn  jacr , 
Die  volgen  allcfins  haer  Godheyt  hier  en  daer ; 
In  het  geval  leyt  vaft  aen  voeten  en  aen  handen , 
Geboeyt  met  eeuwige  en  onbreeckelijcke  banden. 
Soo  als  fv  voor  haer  zijn,  wiens  kracht  het  alles  baert , 
Buygt  ydér  van  de  Goón  ootmoedgh  fich  ter  aerd  ; 
En  als  haer  vryhevt  was  gegeven  om  te  fpreken , 
Gaet  voor  de  reft 'aldus  de  Macs  de  ftilheyt  breken : 
Grootmogende  ,  op  wiens  wil  en  Aert  en  Hemel  went , 
Die  ouder  Godheyt ,  als  Iupijn,  voor  Vader  kent  j 
T  behege  uw  Majefteyt  ons  reuckloos  onderwinden, 
En  onverwachte  komft,  tot  hier  toe  goet  te  vinden. 

Dit  's 


1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Begint  een  Stadr,wiens  nacm  noch  ver  was  Korts  te  vore, 
In  glants  en  mogenthcyt  de  woleken  te  doorboren, 
t  T  belang  dat  ydcr  dringt ,  tot  aenwas  van  lijn  ft  art , 
"  fT  nieufgierigh  onderwind  te  weten  ,  't  goct  of 't  quaet , 
Dat  h:m  of  fijne  Stam  fal  treffen  of  gebeuren  , 
Doen  ons  na  fulckeen  tocht  uw  diepe  ftilhcyt  fleuren  : 
Om  *t  onderfoedcii ,  en  als  uy  t  te  vinden ,  wat 
Befloten  fy  omtrent  den  acnu  as  van  de  Stadt. 
Kcptuyn  ,  op  wiens  bcwioi  de  Water-goden  draven , 
Die  *t  vlugge  pijn  hout  ftiert  en  in  en  uyt  de  haven  , 
Sand  ons  om  dit  berecht  nacr  herwaerts  om  de  Noort  j 
Is  't  oorbaer ,  en  uw  wil ,  men  help  ons  weder  voort. 
Dus  fprackhy,  en  genoot  dcfe  antwoort  op  fijn  reden; 
Hoe  wetteloos  het  zy  in  dit  gehcym  te  treden  , 


Is ,  als  onftcrffelijck  ,  geen  Goden  onbekent ; 
l    Jvïacr  wat  verberght  Iupijo,wat  fchreurnt  hy  toe  te  geven, 

Aen  die  beneffens  hem  de  eeuw  -igheyt  beleven  ? 
j    Behalven  foo  veel  plichts  als  ick  my  vind  verpant 
JfT  Te  plegen  acn  Ncptuyn,mijn  diere  bloct-verwanu 

Gy,  volghtmy  nac't  vettreck,  daer  ick  u  flac  te  toönen 
at  voor-  wat  onfpoct,lcct,of  roem  uw  Stadt  fal  kroonij 
Dusfweegfe,  en  gingk  hiei  voor,  een  duvllrc  kamer  in, 
Toegnr.ckclijck  aen  geen  van  al  het  huyfgcfin; 
Daer  't  geen  befloten  is  fy  gaet  by  een  vergaren , 
i  [  En  hangt  in  order  aen  de  wanden  en  pvlaien, 

Daer  fagmen  d  Hcetfchappyjclaci  Afliu  naem  vandraegr, 
»A  Aen  t  grocyen,op  fijn  hoogft,  en  fchiclijck  u  eer  verlacgt; 
TI  En  Cyrus  mogentheyt ,  die  mact  noch  regel  kenden  , 
In  eenen  Codemanen  waggelen  en  enden  : 
En  voorts  de  korte  fwier  van  d'ingecuymde  thróftn , 
Die  dj[  pcrlijckbefchrecdt  d'ontgode  Macedoon. 
Out  P.omen  in  't  vcrvoïgh  fijn  nae  gebnuren  tergen, 
M:t r!  matige  begrijp  van  twee  beroemde  bergen  , 
Met  'tzact  van  Venus  Soon,  en  Alba  t'facirfgcvocghr  f 
Nu  Komngkiiick  beftiert ,  dan  Koningklijck  mifnoeghr , 
Om  't  vrouwe  fchendë,dat  noch  enkel  recht  wou  fchiji.c, 
Dc  ftocl  ontfeggen  acn  d'hoovacrdigc  Tar^uij  nen. 


Den 


638  DORTSCHE 

Den  Borger-heer  geftelt  in  't  hcyligh  CapitOOl; 
Met  Pontus  't  Rijck  in  't  werek  op  d'oevw  van  Pa£ool'f  * 
In  Tchrik  voorDidosStadt,tot  wraek  van't  echte  Tchennc^ 
By  Cannas  op  de  vlucht ,  de  kans  fich  weder  wennen  > 
Als  't  toeven  meer  vermagh  en  krijghs-lift  hoogcr  geit, 
En  't  dcrtel  Capua,  dan  't  uyterfte  gewelt ; 
En  dien  Aniiicars  Soon ,  daer  't  al  voor  fchijnt  te  vallen  t. 
Gedrongen  wordt  het  fwaert  te  trecken  voor  fifn  wallen.*; 
Voorts  't  Rijk  fich  fclftegtootjfijn  Borgers  tot  een  roof, 
Van  buy ten  tweedracht,  pracht  en  dwinglandy  ten  hoofV^ 
Een  Cxfar  op  de  been ,  die  Timet  niet  kan  verfwelgen , 
Sijn  grooten  Schoon- foon  in  fijn  hoogfte  roem  verdelgd 
Een  nieuwe  ftaet  gerecht  de  vryheyt  tot  haer  val ; 
In  9t  midden  van  Hen  Raet,  door  wonden  Tonder  tal» 
Den  grooten  Vorft  gevelt ,  die  zege  koft  behalen 
Op  d'onvcrwonncn  by  d  AmoniTche  Phar  Talen* 
*t  Rijck  jammerlijck  op  't  laetft  gereten  voor  een  wijl i 
Een  derde  in  hoerery  verwacrlooft  aen  den  Nijl , 
En  alles  uytceput ,  door  Borger-  zegepralen , 
Na  Too  veel  ftri jdens  in  Auguft  fijn  adem  halen  ; 
Bedrogen  in  Tibeer,  mi  T  handelt,  en  ge  moor  t 
Door  hem  die  'tcerft  de  plaets  wou  fien  van  fijn  geboórt* 
Aen  't  flibberen  langen  tijdt,  lang  wat  lang  niet  met  allen 
Twee- hoofdig  lang,op  9t  laetft  deKcrck  te  beurt  gevallen. 
Men  Tagh  'et  oock  't  befluyt  van  d'Ed'le  Batavier , 
Den  braven  Burgerhert  oprechten  fijn  bannier , 
En  Romen  trotlen ,  die  fijn  vrydom  Tocht  te  drucken ,  • 
En  dit  b eiken  dat  volck  tot  wond  'ren  s  toe  gel  u eken. 
Ten  tweedemael  het  kleyn,  doch  mach  tig  h  Watertandt, 
Door  heerTchappy  gedruckt,  door  oorlog  h  in  de  brandt 5 
Haer  Heer,  in  Tpfj  t  van  al  dat  kracht  of  macht  kan  baren, 
De  handt  uyt  houden  ruym  de  tijdt  van  tachtigh  jaren,. 
En  eyndTi jck,als  het  ftael  genoegh  is  van  de  Tneê , 
Haer  zegen  kroonen  met  een  heereli jeke  vree* 
Men  Tagn'er  noch  al  meer  dat  wonder  koft  gelijcken  > 
De  v  al  van  Babel ,  het  verbeuren  van  dry  Rij  eken , 
Door  ft  ccnigh  Voor-bcelt  van  verweten  Majefteyt  ; 
Een  ballingk  op  den  troon ,  den  d wing'landt  afgelcyt ; 
Dry  werelt-plagersjdic  naeuw  wapens  konden  dwingen  * 
Verrcyfcnmet  verTcheel  van  weynigh  Mane-ringcn# 

Dit 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  ^ 

Ditaenfien  had  gewis  de  Goón  noch  lang  verlet 
$Had  de  Godin  haer  oogh  niets  anders  voort  gefct  * 
■Sier,  feydfe,  om  defe  plicht  uw  Godthecn  te  bewijfen » 
*t  Afbeeltlel  van  uw  ftadt ,  gelijckft  ftact  te  rijlèn  j 
do  heerhjckfal  ten  toon  haer  Noordcr  oever  ftacn 
•oSoogroeyen  dees  omtrent  ruym  halfvolwaflèn  Macn. 
i'Dien  aenwas  lult  ghy  fien ,  omtrent  dc  Wcrter -declcn 
Van  Huylen.of  veel  eer  Paleylen  en  Kaftcelen  , 
,Tadat  fy  menighmacl.dcs  Brabandts  fchricken  moi'ht, 
•Dentrayn  geherberght  heeft  .gevaerd.ght  tot  den  tocht. 
3<De  derde  Didnjck,  waert  met  Graeflijck  gout  te  brallen 
tf. Geert  d'eerfte  aenwas  acn  dees  cerft  beknopte  w  allen  , 
c;  En  ftelt  een  tol ,  die  al  wat  handel  maeckt  befwaen , 
c  Dat  of  na  boven,  of  voor  Aroom  mei  onder  vaert. 

Maer  dit  geluck,  te  groot  voor  een  geringen  zegen , 
i  Is ,  na  verloop  van  tijdt,  met  rampen  op  te  wegen  , 
t  Wanneer  een  vierde  die  de  felvc  name  dtaeghr , 
~)oor  Luycklchen  Adei,en  Sticht  Keulens  wrod<  gedaefff 
A  at  Luycks  of  Keulens  mrtght  vertieren  fijne  (handen  " 
Tot  bcete  van  fijn  fmacd,  doet  (luopen  en  verbranden.' 
e  wraeck  volght  dit  bclluy  t ;  den  want,  onverwacht, 
Otnt  heymlijck  acn,  cn  valt  de  wallen  in  by  nacht. 
Maer  Dicdrijek  daci  omtrent,  rackt  in,  hout  rtal.ten  lertc 
eftrijdt,  en  drijft  op  't  cynd  den  I.  uyeker  n 
laer  lbo  hy ,  afgedacn  gcnoeglifaem  'r  dre 
Sich,  ftrijdens  fat, een  wijl  vcrlullighi  en  v 
Treft  hem  cc  fchicht,  bequaem  de  ziel  het  li 
En  overwinnacr.valt  door  fcbclmlche  en  Int.. 
Doch  dit  verlacht  geen  wrotk  acn  dees  of  gene  kant : 
.Maer  d'eerfte  Floris  neemt  het  werek  op  nieuw'  ter  hanf 
Moer  om  het  dreygend'  leedt  te  weeren  van  fijn  palen, 
;Als  's  Broeders  ncêrlaegh  Op  den  vyant  te  verhalen.  * 
;  Hier  gek  bedrogh  cn  lilt  vry  meerder  als  gewelt , 
En  d 'opgedolven  grom  maeckt  Floris  heer  van  't  velt , 
Als  dooreen  oorloghs  raet ,  fy  gaven  wie  Cc  gaven, 
rDcn  ecnen  vyant  door  den  ander  wort  begraven  • 
'En  d'cen  cn'd'ander  valt,  fèlfibnderflaghofftoot, 
En  't  graf ktijght,  eer  hy  is  verfeeckert  van  fijn  doot. 
'  Graef  Willem ,  treft  liet  bet ,  hoe  Koningklijck  geboren, 
:  Die  graegh  den  dollen  Vries  fdfin  iijnneïï  teftooren, 


»jn  verten. 
Dd  kedt , 

'ontdragé, 
—en. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


6*4° 


DORTSCHE 


In  droeve  lagen  valt,  en,  leydet ,  buytens  wals 
Gcraeckt  met  honderden  van  Merwers  om  den  hals. 

Als  d'Ed'len  nader  handt  met  noch  een  Floris  twifteifi 
Hem  dooden  op  de  vlucht ,  en  vaft  zijn  eer  fy  't  wiften  1 
riecat  Dordrecht  oock  haer  wraeck  op  't  wreevlig  onbe-| 
Wanneer  fy  Baerlant  'thooft  voor  fijne  voetë  leyt,(fcheyt^ 
Maer  of  dit  Rechr,gcpleegt  aen  d'Ed'le  wracck-gefinden^ 
Den  Iongen  Grave  Ian  genoegh  zy  te  verbinden, 
»t  Geweygert  Recht  nochtans,  op  goede  gront ,  den  He» 
Stelt  teeen  fijne  veft  en  Boreers  in  't  geweer. 
Maer  eénen  Wolf  gedoot ,  die  *t  alles  wil  vermelen , 
Verloft  na  't  lang  belcgh  die  opgeflote  zielen : 
Die,  tot  een  welcr- wraeck,  op  't  overfchot  van  't  quaet  J 
Den  wreeden  Alandt ,  f  faem  ontloffen  haren  haet.  I 
Maer  noch  isH  niet  genoeg;  den  Vlaming  tracht  de  wallé,! 
Van't  Zuyder  Holland  flechts  maer  ov'ngh,  t  overvallen,! 
En  dondert  met  gewelt  de  daken  in  de  brandt  ,  • 
Maer  opeeflagen ,  ruyrot  voor  Putt  enStryen  t  landt, 
Terwiil  dat  Witte  aen't  Duyn  fijn  enk*le  kiel  gaet  (rieten, 
En  met  fijn  Roode  Leeuw  op  proncken  fijn  banieren,  J 
En  al  de  Vlaemfche  naem ,  die  't  gantfche  landt  omruft . 
Hier  krachtloos  maeckt ,  en  daer  ten  vollen  uvtgcbUift. 
Die  zegen  wott  vervolght  in  overbuurfche  palen: 
AU  Ifabel,  na  lang  te  fwerven  en  te  dwalen » 
Den  woedende  Eduwart,  door  Spencer  opgeftoockt , 
Geftut  dooi  Dortfche  macht,  het  ingewant  beroockt , 
Den  derden  Willem  gunt  de  eerc  van  den  zegen , 
En  't  Rijk  haer  Ionge  Soon,door  klaer  gewelt  verkreget 
Op  *t  laetft  krijgt  Wit  en  Root  door  al  dit  oorloghs-vyd 
De  plaets  in  Do'rderccht,  haer  Wapen  en  Bannier , 
Wanneer  een  Keyferin,  door  baren  Soon  ge  la^en , 
O  Macs,  uw'  (hoornen  verft ,  en  dry  geheclc  dagen 
Ghv  felf.half  bloet.half  nat,half  blanck,half  purper  Root, 
Neptuyn  een  droeve  gift  komt  ftorten  in  de  fchoot. 
Maer  4  naefte  iaer ,  in  plaets  van  defe  wont  te  heelen , 
Laet  Arckel  't  leven  in  het  midden  van  het  fpeelen , 
Befluyt  fijn  jonge  tl jdt  in  fulck  een  droeyc  öeck , 
En  keert  in  droevigh  ernft  het  aengereebt  vermaeck.  J 
Toen  wort  de  brave  Stadt  een  wijck  van  groote  mannen* 
Van  Hettoahs  kinderen,  uyt  't  Vadalandt  gebannen , 

Een 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA. 


6jLi 


IcnHcrberg  voor  dcnVorft  dic't  RoomfcheTUjk  beftierr, 
M  ijl  Arckel  wort  vcrwoeft  »  cn  't  woeden  vflijck  tiert , 
j  Hoccx  cn  Kabbel  jaufch  een  ftoel  en  Stadt  bewonen, 
\k\s  erven  van  den  haet  van  Moeders  en  van  Sonen  ; 
^Tot  dat  Iacoba  ,  door  een  rcuckeloos  bclluyt  , 
♦tHaer  landt  en  zee-macht  lact  dc  Burgrry  tot  buyc  ; 
ifEn  Aelbiechts  Kallacrt  in  fijn  opgeworpe  verten 
ilHet  woedend'  oorloghs  vokk  met  lijf  met  li  ten  beften, 
/IMcer  onhcyl  is  befcheert  aen  dccs  beroemde  Stadt , 
iTTen  dcelen  door  liet  vyci ,  ten  deden  door  het  nat  , 
IHet  wclck  met  breedt  berecht  ten  vollen  aen  te  hooren  , 
iMet  reden  weygert  mijn  bedencken  acn  uw'  ooien , 
kMiikhicn  ofghy  daer  van  de  oorfaeck  cn  de  grond, 
'ïEn  't  geen  u  felvcn  raeckt ,  in  uwen  boefem  vond. 
.^Veel  Borger  twiften  heeft  fy  cynd  lijck  te  verdragen  , 
•Gevacr  van  overval,  door  lift  én  Hocckfchc  lagen , 
'{•tllytbecldfcl  van  het  diicft  en  rocckcloos  heftacn 
er  Grayciue^ens  den  ramplaligc n  Trojaen. 
anncer  den  Horgcrhccr  geen  (entkk  heeft  te  verletten 
cn  kop're  moes-pot  tegens  llormhoen  cn  helmetten  | 
aer  door  te  grootcn  macht  geperft  cn  overmant  , 
_ telt  leven,  ftadt,  en  volck  den  Manckcn  in  dl  htBti 
3 Dus  wort  dc  veft  een  Out  voor  't  Graeffelijck  gebieden, 
|#t  Plantfoen  van  dappere  en  door  ft  act  beroemde  heden, 
3  De  lchrick  van  elck  gebuur ,  den  Vlaming  cn  den  Zeeuw  f 
1  Pc  roem  en  d'e^rfte  Hem  van  d'hoogh  geachte  Leeuw  ; 
1  Pc  hultfloel  ,  om  met  gout  dc  hayren  tc  verkroppen 
V  Van  Roomfche  Koningen  èn  Keyleilijcl  e  koppen  ; 
A  Acn  d'opgan^k  van  de  Son  en  ncdeignn«k  bekent  f 
>  Wanneer  fy  Ooft  cn  Wed  hacr  Staeu  Cclantcn  feut, 
1  Of  acn  den  blanckcn  Krit  *t  gemeen  gelach  doet  lecvren  , 
i  En  een  rn  mecrmaels  door  hacr  Ridderlijke  Hecvren  f 
1  Oftuflchen  Sondcn  Belt, den  Noortfché  Vorft  befchenkt, 
j  Of  met  verftaelde  vreé  den  S  weed  tot  reden  brengt , 
Of  hacr  belangen  ftijft ,  om  nia  van 't  wit  te  dooien  , 
Omtrent  den  Wcyflel  ftroom  by  Gotthen  en  by  Polen, 
Of  Marcus  Zec-ftadt  met  een  Bereken  bilt  begroet , 
Pen  Ottoman  te  lanc; een  doren  inde  voet  :. 
Terwijlfe  t'buyj  in  ruft  vaft  grocy t  door  Stcedfche  forgc, 
Door  Witten»  BC veren,  en  Mceuwc  ca  Blycubor^en. 

Meer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


6it 


DORTSCH! 


l 


Meer  Onderricht  vercylcht,  mijns  oordecis,  getn  belaag 
Des  als ' t  u  lu ft  begeeft  u  weder  op  de  gang ; 
Een  langer  ledighey  t  aen  yemant  te  hefteden 
Wor t  door  het  werekend  rond  aen  my  tans  niet  geleden* 
Dit  draegt  noch  echter  mee ,  dat  ghy  na  menigh  jaer , 
Een  and  "re  Godtheyt  lult  befchouwenop't  Altaer  > 
E  n  wat  men  Goden  noemt  ten  zetel  afgetogen , 
En  't  menfchelijck  gedacht  ont  wert  van  mift  en  logen , 
Tot  dat  de  fuy  v're  leer ,  foo  onver  valft  als  ldaer , 
De  maet  komt  ftellen  aen  't  onfuyver  kerek-gebaer , 
En  door  een  vafte  gront  t'ontworft'leu  noch  r  'ont  wen 
De  ware  Godtheyt  leert  befchou wen  en  bekennen.' 
Dus  eyndigt  haer  bericht  y  en  fielt  den  uytgangk  (choon 
En  vaerdignt  fpocdifth  af  dces  onvernoegde  Goón  t 
Die,  woedende  van  fpijt >  met  blixcm  in  haer  oogen , 
Op  't  vinnige  gerit  weer  t'zeewaert  fijn  gevlogen» 
Door  't  yfigh  yfer  heen,  dat  voor  haer  Godtheyt  (wicht 
En  hadden  nu  aireets  den  vycr-bcrgh  in  't  geficht  f 
Die ,  met  op ' t  vreetTelij ckft  en  nacht  en  dagh  te  blaken, 
' t  Benaeuwde  Y Handt  dreyght  tot  kool  en  afch  te  maken ; 
Wanneer  de  Maes-godt  eerft  aldus  fijn  mom  ontüoot  t  I 
By't  licht  dar  ginder  vyert ,  dat  d'afgront  uyt  haer  fchoo 
In  vlammen  baert ,  tot  pijn  van  diep  -gedoemde  zielen , 
In  »t  duyfter  Acheron  en  Tartars  nare  wielen : 
Mijn  haet  fal  fich  verfaên ,  in  fpijt  van  dwang  of  wetf 
En  alle  fchickinge  d  ie  fich  daer  tegen  (êt. 
Is  't  ons  onmooghlijck  haer  ten  vollen  uyt  te  toeyen* 
Ten  minften  fal  fy  niet  in  alle  voorfpoet  groeyen  : 
Maer  voelen  wat  de  fpijt  van  gramme  Goón  vermagh , 
En  haer  verlies  op  't  minft  befchreyen  jaer  en  daglr. 
D  us  hy;  en  d'Yflèl  geeft  berecht  op  fijne  reden. 
Wy  zijn  in  dit  belang ,  o  Vorft  ,  niet  ingetreden 
Om,  daer  men  d'acnvang  maekt  voortvarend  en  te  vlugh 
Weer  fonder  vrucht  teflaen  het  hooft,  verbaeft  :  te  rugh 
Maer  om  in  ons  beftaen ,  foo  als  w'  in  d'acnvang  waren 
Het  kofte  wat  het  wil  f  ten  eynde  voort  te  varen. 
Maer  wat  is  uw  befluyt  omtrent  dees  mifgeboort  ? 
Wat  konft  bedenkt  uw  lift  ?  brengt  ons  uw  mening  voort 
\Vy,als  verwanten ,  en  aen  u  met  eed  befworen , 
Eefluyten  anders  niet,  als  naer  uw  wet  te  hooren; 


/ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


arcadia:  645 

\  tZy  Oöck  wat  ghy  beraemt,  of  fluyt  naer  uw  befticr* 
"aer  vcft  te  roeven  uyt  door  water  en  door  vyer , 
erecht  de  bitt're  Maes ,  cn  alles  tc  verdelgen  f 
Al  fou  't  fich  Iupiter  en  al  de  Goden  belgcn  ♦ 
öOns  ftroomen  zijn  genoegh,  aen  d'een,  aen  d  and're  ?j 
-eeft  ons  bequame  ftof  dien  vyer-poel  dichte  by , 

aer  ik  my  fterk  maeck,fulk  een  uloet  van  daen  M  brenpé, 
En  fulck  een  mengeling  van  peften  tc  vermengen  , 
~>at  felver  fteen  noch  ftacl,  wanncert  't  aen't  glocyë  gact, 
oe  onvertccibaer  ,  fulck  een  v 'lamme  w  eder  ftact. 
olght  my  inaer  derwaerts  aen.  dus  hy,en  door  dc  G  den 
evolgh,  keert  landtwaert  ncn  lijn  fnd  gevimdc  bode, 
alf  vleelch  half  vifch,  geaeft  alleen  met  wint  en  lucht, 
aer,  nu  te  lant ,  terftont  een  yfleli  jek  gerucht 
e  ooren  flact ,  vermengt  met  droef  en  kltgfatigfa  kermc, 
n  keten-flagen  door  geu  elt  van  kraghtige  ermen  , 
't  Geen  dondert  onder  een  een  vrecilclijck  pedruys  ; 
edrochten  fonder  cyndt  omwaren  't  ceuwigh  buya 
er  droeve  fchaduwen,  van  u  efen  gantfeh  vetfehcyden  , 
sBclaen  met  zielen,  diefc  in  delen  Kcrcker  leydcn  , 
-Wiens  jammerlijck  geklaeh  door  »t  oor  in  t  harte  gact  f 
n  met  een  wedergalm  den  Hckla  't  voorhooft  tfaet. 
en  poel  ftaet  aen  de  voet  des  Berghs  aen  dorre  dalen  , 
v-Gevoet  door  't  brandend  nattdat  dikmads  afkomt  dalen, 
1  En  als  een  vyergC  ftrooin  door  't  dor  geboomte  krielt , 
1  En  w  at  haer  komt  te  voor  op  ftaende  voet  vernielt. 
)  Een  flagh  van  lijm,  gefwind  en  hevigh  in  het  branden  , 
1  En  niet  te  bluffen  door  gewelt  van  menfehen  handen, 
equalt  de  ftrandt  ,  die  rond  dees  helfche  poe!  bcllnyt , 
tGeen  (hê^;  het  fwalpend  flijm  werpt  op  den  oever  uyt 
it  Êactt  de  Maes-godt  op,  ibo  veel  als  was  van  nooden, 
iilaed  met  dele  vracht  fich  (elf en  d'and're  Goden  , 
Gev  ult  in  horens,  aen  de  ftrant  der  zee  vergaert , 
:En  tot  een  lijck- vyer  van  d'onfchuldge  macght  bewaert. 
Om  't  vyer  te  bluffen  dat  fijn  y  ver  doet  vergrammen , 
En  tochten  van  den  haet,  door  dees  onlef  bre  vlammen* 
Dus  flaen  fy  weer  op  reys  ,  en  laten  't  landt  op  zy  , 
-En  binnen  korten  tijdt  zijn  Groenlandt  heel  voorby, 
Beroemt  door  viffchen- jacht ,  daer  voor  't  harpoen  doet 
Het  yfiijck  zee-gedrocht  by  bergen  te  gelijken;  (wijke, 

Voorts 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


'44 


DORTSCHÊ 


Voorts  H  vifch-rijck  Friflandt  f  daer  den  armen  Viflche  $ 
Tc  leven  by  lijn  vangft,  en  't  gene  dat  hy  droogt,   (pootff  . 
De  Noortkuu,wijt  beroemt  door  Den- cnMaftc-boomc  0 
Aen  ftier-boort  d'Orkades,  bcquaemdenSchottetoomèff 
En  't  boomeloos  geweft  ,  't  geen  Hollant  is  getrooft  f 
Hier  laer  op  Iaer  de  vloot  t'ontdecken  uyt  het  Ooft ; 
Soo  Schotlant,berghrijck,en  de  krijdge  Strand  der  Britti 
Daer  Kareis  Soon  wel  eer  fijn  zee- macht  voor  liet  fitten 
En  d'Horifond  voor  by ,  beroemt  voor  Iaer  en  dagh , 
Wanneer  deNoort-fchael  fteeg  door  'twinnc  van  een  (lat; 
Slagh,  die  een  Karei  wees  den  wegh  der  droeve  fchimmé 
En  F  reder  ij  ck  den  Throon  in  vrede  deed  beklimmen» 
Soo  naecken  fy  te  met  en  huys  en  huys-gefin  f 
En  met  de  nieuwe  vloet  fiaen  yligh  Maes  - waert  in. 
Voorts  opwacrts,achter  om,  voor  golven  en  voor  iï rome 
Om  met  de  flagh-boegh  foo  de  Merw  op  't  lijf  te  komen  I 
Het  minder  licht,  datf met  haers  broeders  glans  beftraelt,f 
De  tweede  eer  om  hoogh  aen  's  Hemels  ront  beha  el  t , 
En  Drygeftaltigh  op  haer  mindren  of  verineeren  9. 
De  groey  of  mindring  werekt  aen  Oevers  en  aeu  Meyren 
't  Zy  dat  haer  lijfend  licht  de  baren  rij(ên  doet , 
Of  haren  dray-ring  druckt  de  tegenftaende  vloet , 
Was  nu  weer  vol ,  en  gaf  do  vult  aen  Zee  en  ü  ro  omen , 
En  werekaen  Dijcken  Dam  om  n  peeckel  tebetoomen 
Wanneer  de  Maes,  ter  fluyeks ,  verfeit  met  't  ecdc-gefpan, 
Si  jn  trouwdoofc  lift  aen  Dubbels  Stroom  began , 
Te  middernacht ,  als  »t  natfich  hooger  opgaet  beuren  f 
Met  Goddeli jek  gewelt  gaet  op'nen  fchot  en  deuren , 
En  geeft  de  ftroomen  bot ,  die  voor  een  goet  begin 
Verheeren  Dijck  en  Dam,en  vallen  Land  waert  in. 
Wat  jaminerlijcke  ftandt  was  daer  om  aen  te  fchouwen ! 
Wat  droevigh  floopen  van  de  fchuuren  en  gebouwen  t 
Wat  flagh  aen  Menfch  en  vee,  dar,twi  jfligh  waer  het  blij! 
Verruckt  door  9t  vallend  nat ,  aen  geenen  Oever  drijft. 
Het  kloecke  ros ,  gewoon  ,ten  fpijt  van  boogh  en  pijlen. 
De  fnelle  Koorde- wint  ter  vlucht  voor  by  te  ylen9 
Komt  in  fijn  loop  te  kórt ,  voor  't  vallen  van  de  droom 
En  fneuvelt  in  het  nat ,  al  eer  *t  fijn  wijck  bekoom , 
En  't  rappe  wilt ,  van  Wind  noch  Bracken  te  verraden , 
Vim  gecne  loop-baen  als  in  poel  ca  water-plaflcn. 

Wat 


li 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


ARCADIA.  tyf 

1  :V'at  fwelght  men  op  fijn  koets  al  galpend  nat  in't  lijf! 
i:loc  menigh  doot  verraft  den  Huysman  met  fijn  v\  ijf ! 
iploeraenigh  teederSchacp,de  wiegh  noch  niet  omwallen, 
fy)iijft  ziel  loos ,  in  de  ruyght ,  in  wielen  cn  moerallèn  ! 
3loc  weynigh  vant'cr  heul ,  inet  't  geen  hy  oyt  befal , 
cnijdc  Stroom  godin  ,  in  uw  Mee-waerde  Stadr , 
er  nauwer  noot  ontred  !  De  vloet  befcheert  tcllorpen  f 
>  W  icldrecht,  in  haer  wiel  wel  viermael  achticn  Dorpen, 
ftOoen  fagh  den  fteéling  aen  ,  daer  liy  ter  dacike  lagh  , 
n£cn  zee ,  daer  hy  foo  korts  een  lihoonc  lantttrceck  fagh  , 
t  fin  al  fijn  hoop  van  Ocgft  ,  foo  wel  gegrond  te  vooren  , 
isvlet  't  op'nen  van  den  dagh  ïn't  droeve  nat  vcrfmooien  ; 
sOaer  fagh  de  Land  man  ,dic  't  onlangs  niet  nau  en  ftack, 
n/an  al  lijn  goct  niet ,  als  een  gevel,  vorft,  endack. 
L)t  Gerucht  klimtHcmcl  hoogh;clk  Liet  lijn  klaghtc  hoore, 
>rOees  om  fijn  bed  genoot  ,  in  ft  overval  verlooien  , 
n£en  tweede  om  't  zaet  dat  hem  den  Hemd  heeft  gegont , 
u  £cn  darde  om  fijn  gewas ,  dat  korts  foo  hccrlijck'ftond  , 
n  £cn  ander  om  fijn  vee  ;  't  vee  (cl ver  wil  niet  [\\  ïjgcn  , 
3  Loeyt  nae  fijn  hoy  en  ft  al ,  cn  weet  geen  voer  te  krijgen, 

Elicnd'geflnct ,  die  elck  lbo  ovcrmatCD  fmart  f 
i  Hem  die  de  fdhade  draegt ,  hem  diefe  gaet  aen 1  t  hart ! 
Maer,  noch  walt  niet  genocgh  fijn  diepe  wrok  gewroken, 
Noch  Dordrecht  haer  geluck  ten  fuurftcn  opgcGroockcn  t 
De  wracck  molt  verder  gacr,  en  't  geen  het  hooge  lant 
Van't  water  had  gebergnt,  verdelgen  door  den  want. 
t  Heyllooos  verbont ,  loo  als  »t  gefternt  bcgoft  te  vallen, 
Rampfaelgc  Maegt ,  vervoegt  fich  binnen  uwe  wallen , 
En  ftroyt  haer  Helfche  ftof /  gemengt  een  tijr  voor  heen, 
Ontfteecken  en  bcreyt ,  door  ai  de  Straten  heen  , 
Daer  't  flux  ,  in  lichter latt,  uyt  venfteren  cn  daecken , 
Verfchrickelijck  begint  te  flick'rencn ft blaken  i 
En  alles  racckt  in  roer ;  elck  toont  fijn  hoogfte  kracht , 
Tot  lcfiing  van  het  vyer ,  veel  i'yfiijck  by  den  nachts 
uJMacr  te  vergeefs  •  het  nat ,  in  t  vn.nigh  vyer  gegoten , 
En  fchecn  niet  anders  als  diens  krachten  te  vergrootenj 
Men  liep  er  radeloos  de  Straten  op  en  nee; , 

erghr  wat  men  bergen  kan  ,  cn  fpaend  van  tegenweer , 
_ewi)l  de  brant  alleen  niet  wijekt  voor  kracht  van  gieten, 
)  -Ma«  felf  in  weêr-wil  fchijm  fijo  nubuur  toe  te  fchictca 

lae't 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


li 


646  DORTSCHE 

Iae'twasmetugedaen»  en  wat  uw  veft  bevat, 
O  Edele  Merwc  kr  oon ,  6  Hollants  eer  ft  c  Stade  * 
Sooeenigh  Godtheyt ,  daei  gewoon  verblijf  te  makelt 
De  fchaed  niet  had  bepael  t ,  in  fes  mael  hondert  daker  £ 
En  dat  gebouw  dat  oyt  lbo  trotft  en  heerlijck  was , 
In  ruym  foo  deftigh  is  verreien  uy t  fijn  as» 
Wat  was  de  uwe  een  finart,ó  Merwe- Nymph,  te  noemer  1 
Hoe  rukte  gy  van  't  Hooft  u;v  krans  van  water  bloemerv 
Hoe  t  rockt  ghy't  blonde  hayr  met  handc  vol  uyt  't  hoofiw 
Wat  ftaeckt  ghy  keel  en  op ,  van  finnen  als  berooft ! 
Wat  riept  ghy  Goden  aen ,  om  hulp,  het  pat  te  banen  I  f 
Wat  goot  ghy  in  uw  fchoot  al  biggelende  tranen ! 
Var  bracht  ghy  waters  toe !  maer,  na  't  gefchaepen  lagk p- 
9t  Quaet  wift  van  wijckê,noch  voor  middel  noch  geklaef 
Jupijn,  als  't  licht  verrees  voor  fterfelijkc  vol  eken, 
S  tack  by  geval  het  hooft  va  n  boven  door  de  Woleken »  * 
En  fiende  om  her ,  100  ver  't  half  run  op  't  veerft  belcnt  * 
SagDordrecht  roo  kende,  cn  haerMaegdc-kruyn  gefchétt 
Kontfom  't  geweft  in  zee  verandert ,  en  in  ffroomen  ,  H 
Van  't  lant  geê  teeckê  meer,als  't  top  van  weynig  boomf  ft 
Flux  (end  hy  Maas  Soon ,  om  't  onderfoeck,  beneên  »  1 
Die  ftrax  befcheyt  kreegh ,  van  het  fchendigh  overreên. 
Der  vloeden  optocht ,  en  het  leggen  van  de  lagen , 
En  toeft  niet,  Vader  daer  de  tijding  van  te  dragen, 
Die  flux  de  Merwe  Nymph  te  lamen  met  de  Goön » 
Om  recht  te  plegen,  heeft  in  fijn  Paleys  om  boon. 
Sy,  op  gekomen,  ftaen  te  fiddren  en  te  beven , 
Klaer  overtuygt  van  'tgeen  haer  boofhey  t  heeft  bedreven* 
De  droeve  Nymph  in  rouw ,  met  doogen  vol  van  nat ,  • 
Betreurende  t  verlies  van  vol ck, van  lant, van  Stadt. 
Wanneet  den  Dondcraer,  vol  ongedult  cn  tooren, 
Aldus  het  dondren  liet  van  fijne  ftemme  aenhooren : 
Onwaerde  Goden ,  die  den  Naem  ten  onrecht  draegt , 
Wat  Raferny  heeft  u  't  verftant  dus  opgejaegt 
d'Ontfchuldigen  aldus  ten  ondergangk  t  ontleggen  f  •  / 
Een  Landt  in  t  water ,  en  een  Stadt  in  d  as  te  leggen  Y± 
Zijt  ghy  foo  onvertfaeght  voor  mijn  gevreerde  macht? 
En  fchi  jnt  mij  n  hooghey  t  waert  van  u  te  zij  n  veracht  J 
En  geeft  ghy  foo  veel  toe  uw  ni jdighey t  en  tooren , 
In  i  pi;  t  van  al  wat  Godt  of  Godtheyt  heeft  befchoren: 

SQP 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


A  R  C  A  D  IA.  6,- 

óó  heeft,  tot  tooming  van  uu  ongebondeluft , 
ttoor  ual  veel  te  lang,  mij:i  ülixem  vy  er  geruit/ 
/ttnt'waer  ick  nochontiag  d'ontlterfelijkheyt  te  fchcndé 
i  ck  fou,  met  Phoebus  Soun,  u  nac  mijn  broeder  (enden! 
x)och,  op  dat  ftrafteloos  u^  aenflagh  niet  ventte 
ntfaer't reuckeloos  bedrijfuop  fijn  breucke  föe ; ' 
ïhy  Maes,  ghy  Leek,  ghy  Wael,  ghy  Yiel,  mi,n  bevelen 
'eritaet ,  om  nauw  te  zijn  verrecht  in  alle  dcclen  , 
3y  lult  van  nu  voortacn  de  Maget  Chtjnfbaer  zijn  . 
ftZy  dat  gy  Boom-gewas ,  Merael ,  of  Zaet,  of  wijn, 
)Naer  %-nder  icheept,  geen  kiel  hacr  boom  voor  by  doen 
zeylen, 

tVlaer  hacr  ,  haer  recht  voldoen ,  en  hoeden  u  van  fcylen  I 
&3elijck  ons  na-bericht  (al  geven  te  veiitaen , 
ingy,  vergode  Maegt,  fuif  meer  en  meer,  voortacn 
n  waerde  groeven ,  en  u  kruy n  iich  ficn  verhellen ,  * 
:nu.»  gebuuicnver  onrgaenen  ovcrtrcilen. 
Ieren,  c  (al  in  Bw  wal  fijn  handel  (tellen  rail , 
J,w  Stranden  krielen  doen  van  kielen  vol  van  lail, 
i  Uw  Oever  van  den  Wijn ,  in't  Ooft  en  't  Z-uyd  geboren , 
'  ll  v  Spijckers  boorde  vol  van  vruchtenen  van  koren  , 
'  U  v  Havens  op  geflopt  met  Schepen  londcr  tal , 
f  Envreugtcnwèivaert  plaets  doen  hou  den  in  uw  wal, 
)  De  Maes,  omceren  plicht  en  (chaemte  tebetuygcn  ,* 
"  Sal  hebben  voor  uw  naem  tefwichtcnen  rebuyven 
i  En,  onder  'tklcyu  beilagh  dat  u\i  ( n  boelèm  tnaecfct 
j  Sijn  lhoom  verbergen ,  als  hy  uwe  velt  genaeckt.  ' 

Dus  verre  hadt  Euftacchio  het  gedicht 
'.geleien,  wanneer  hemden  Dienaer  van 
5  Periander  quam  aenfeggen.dat  het  ontbijt 
gereedt  ftondt,  en  lijn  Edelheydt  alleen 
•  verwacht  wiert,  met  te  meerder  begeerte, 
i  om  dat  den  ouden  Heer ,  dooreen  brief, 
hfchielijck  te  huys,en  van  dacr  ten  Hoof 
ontboden  was.  Den  Edellingk  maecktc 
iich  voort  om  laegh  ,  en  vandt  het  foetge- 
felfchap  op  den  neder- hof  by  malkander, 

en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


'6$ 


LI  IJ 


I  b  \^  H  E, 


cn 


Lyfandc 


ich  vaerdigh  maeckendc.i  a! 
den  ontbijt,  met  fijn  Vader  te  vcrtrcckc:  . 
Men  voeghde  fich  ter  tafel,  en  genoot  va  3 
de  toebereyde  fpijfe ,  die  voor  een  ontbi  n 
al  vry  overvloed  igh  was.  Onder  het  etei 
maeckte  den  ouden  Heer  de  voorbere) ; 
ding  tut  fijn  verfchooning,  den  Italiaen  t  r 
gemoet  voerende ,  dat  by  door  dringend 
belangen  te  huys,en  van  daerten  hoof  om 
boden,  enalfoo  fijn  aengenaem  by-fiji 
voor  eenige  weynige  dagen  te  ontbeerei  r 
gedrongen  wierdt ,  hem  ootmoed  igh  lijd 
biddende,  het  fel  ve  inde  tegenwoordig  f 
hey  t  van  fijn  Dochter,Neven  en  Nichten  * 
en  het  geringe  vermaeck  ,  het  gene  hen 
een  arme  wooning  kon  vèrleenen,  door  tc 
brengen  5  beloovende,  terftondt  na  hes 
fcheyden  van  de  daghvaert ,  fich  met 
meer  gefelfchap  aldaer  te  laten  vinden. 
Euftacchio  bedanckte  den  oudenHeer  met  ■ 
groote  beleeft  hey  dtj  maer  in  de  plaets  van  ; 
fijn  aenbieding  aen  te  nemen ,  verfocht 
ootmoedighlijck,fijn  gefelfchap  ten  Hoof  I 
niet  te  willen  verfmaden ,  alfoo  hy  fijn  be-  ' 
langen  aldaer ,  by  gelegentheydt  van  defe  : 
vergadering,  mede,  tot  voordeel  van  een  1 
van  fijn  vrienden ,  te  verrichten  hadt ,  en 
dat  hy ,  tot  meerder  verbintenis  van  fijn 
perfoon,  fich  niet  ontfien  fou ,  by  defe  wT 
legenthcydt ,  fich  van  het  gefagh  van  nj 
Hoogh-  Achtbaren  Waert  te  dienen»  Den  i 
ouden  Heer  poogde  hem  fulcks  met  allen 
ernft  af  te  bidden,  hem  beloovende,indien  t 

hy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


A  R  C  A  D fijt1  A. 
f  hem  alleenigh  fchriftelijck  bericht  van 
defaecke  wilde  doen,  felfinfijn  af-zijn 
-?.dacr  for^e  voor  te  (uilen  dragen,  behalven 
i<Jat  ongeraden  was ,  ter  oorlauck  van  fijn 
.jtaronde,  iich  foo  vroegh  op  wegh  te  bege- 
èren.  Euda  chio  b.danckte  den  Heer  Pe- 
.fcmnder  van  lijn  goede  wil;  mier  defe  hielt 
naen  dar  fijn  ttgenwoordigheyt  daer  voor 
1  al  noodig  was,  en  wat  fijn  wonde  belangde, 
udat  die  in  fulck  een  goeden  (tandt  was,  dat 
tsdefelve  hem  het  reyfen  niet  fog  beletten. 
3'Periander  hem  volhardigh  iïendc  ,  wilde 
9 hem  niet  verder  dringen  ,  noch  evenwel 
sgeen  verlof  geven  ,  voor  Euftacchio  hem 
i' beloofde ,  met  het  fcheydcn  van  de  Dagh- 
>f  vaert ,  weder  met  hem  te  ruggcte  kceren. 
3fHet  welcke  hem  den  Itaüaen ,  na  veel  be- 
i-leefde weygeringen  ,  moft  beloven.  Men 
braghtde  maeltijdt  met  veel  vermaeck 
ten  eynde ,  en  de  tafel  opgenomen  zijnde  , 
t  beval  Eudacehio  fijn  dien  ier,  alles  tot  fijn 
-  vertreck  vaerdigh  te  maccken,  en  een 
'i'packfken  uyt  lijn  kamer  te  brengen  ,  het 
j  welcke  hy  hem  des  diegs  te  voren,  uyt  dc 
«jiStadt ,  en  lijn  Herbergh  hadt  laten  halen , 
vroyt  het  welcke  hy  het  gantlche  gcfelfctap 
rvereerd  e ,  met  eenige  ïtaliaenfche  aerdig- 
'  iheden,  foo  wet  de  Heereit  als  de  longk- 
vrouwen,  in  erkentenis  van  het  beleeft 
'onthiel  ,  het  welcke  hy  in  bun  tegen- 
x>rdigheyt  genoten  hadt.  Daer  mede 
gaf  men  fich  in  de  Karos,  maer  het  ovc- 
irige  geielfchap  wilde  nootwendighdefe 

E  c  Heercjv 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


êfo  DORTSCHE  ARCADIA. 
Heeren  tot  aen  het  Veer  vcrfellen,  wacr 
over  de  Iongkvrouwen  mede  in  de  Karos 
gingen,  en  Polymythus  enLydamas  fich 
te  paerde  daer  nevens  aen  voeg h den ;  en 
al foo  begaf  fich  dit  lieve  gefelfchaptefa» 
men  Steê  waevt  aen. 

£  Y   N  D  E» 


Te  Dordrecht, 


Gedruckt  by  Nicohes  de  Fries,  in  de  Nieuw* 
öraet,  by  *t  Latijnfche  School.  1 661* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

28C44